Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Ecoliberalisme: van uitgesproken, normatief manifest naar ‘gespreksstarter’ in klas, team of opleiding

12 november 2025

Het boek Ecoliberalismevan Kees Klomp schetst een radicale koerswijziging voor onze economie en samenleving, vanuit ecologische verbondenheid en regeneratie. Een krachtig verhaal, schrijft Rob van der Poel, één ook met een duidelijke richting. Voor het onderwijs roept dat de vraag op: hoe gebruiken we zo’n uitgesproken visie als startpunt voor dialoog en onderzoek? Hoe voer je een gesprek over een normatief manifest?

In dit artikel verken ik hoe Ecoliberalisme kan worden ingezet als ‘gespreksstarter’ in teams, lerarenopleidingen en klaslokalen. Door de normativiteit van het boek te koppelen aan een pedagogische laag van vragen, reflectie en meervoudige perspectieven, ontstaat ruimte voor kritisch en creatief denken. Zo kan een manifest dat wil overtuigen in het onderwijs juist een uitnodiging worden om samen te verbeelden en te onderzoeken hoe we leren, leven en samenleven in een wereld waarin mens en aarde elkaar dragen.

In Ecoliberalisme presenteert Kees Klomp niet slechts kritiek op ons huidige economische systeem, maar pleit hij voor een fundamentele heroriëntatie van het mensbeeld dat eraan ten grondslag ligt. Volgens hem is de kern van de ecologische crisis geen technisch of beleidsmatig probleem, maar een existentiële vergissing. We zijn gaan geloven dat vrijheid gelijkstaat aan onbeperkte individuele ontplooiing. In werkelijkheid, schrijft hij, kan echte vrijheid alleen bestaan binnen de grenzen van het levende geheel waarvan we deel uitmaken.

Die heroriëntatie vraagt om een verschuiving van een antropocentrisch naar een ecocentrisch wereldbeeld. Waar het neoliberalisme uitgaat van de mens als maat van alle dingen, bepleit Klomp een samenleving waarin de mens één soort is onder vele, een participant in het web van het leven, niet de beheerder ervan. Hij roept op tot het vormgeven van commons, van eco-democratieën en een ecoliberale grondwet: een moreel en juridisch raamwerk dat vrijheid niet langer toekent aan de mens alleen, maar aan álle levensvormen. Vrijheid wordt in die zin niet afgeschaft, maar opnieuw gegrond. Niet tegen de natuur in, maar vanuit de natuur zelf.

Waar het neoliberalisme uitgaat van de mens als maat van alle dingen, bepleit Klomp een samenleving waarin de mens één soort is onder vele, een participant in het web van het leven, niet de beheerder ervan.

Concreet betekent dit ook een economische en culturele heroriëntatie. Klomp stelt dat we ons moeten bewegen van groei naar groei van betekenis, van consumptieve expansie naar regeneratieve deelname. Dat noemt hij un-growth: geen opgelegde krimp, maar een innerlijke verschuiving in wat mensen waardevol vinden. De nieuwe economie die hij schetst, rust op drie ecologische principes die in de natuur al miljarden jaren werkzaam zijn: regeneratie (leven dat leven voortbrengt), accommodatie (het vermogen om zich aan te passen zonder te overheersen) en communicatie (de voortdurende uitwisseling tussen soorten en systemen).

Klomps toon is helder, bevlogen en normatief. Hij schetst niet een reeks opties, maar wijst een duidelijke richting. Dat maakt zijn boek tot een manifest, een tekst die bedoeld is om te overtuigen, wakker te schudden en in beweging te brengen. In die overtuigingskracht schuilt de aantrekkingskracht van het boek: het biedt immers ‘antwoorden’. Maar het is ook de reden waarom het in het onderwijs om een aanvullende pedagogische laag vraagt.

In de overtuigingskracht schuilt de aantrekkingskracht van het boek: het biedt immers ‘antwoorden’. Maar het is ook de reden waarom het in het onderwijs om een aanvullende pedagogische laag vraagt.

Want waar een manifest spreekt in termen van urgentie en noodzaak, vraagt onderwijs om ruimte, onderzoek en meervoudigheid. Leraren, schoolleiders en opleiders werken dagelijks in een praktijk waarin er zelden één enkel ‘juist’ antwoord is. Wat we nodig hebben, is niet alleen het verhaal van hoe het moet, maar ook de tijd en ruimte om dat verhaal samen te onderzoeken. Juist die spanning - tussen het normatieve van Klomp en de openheid van de pedagogiek - maakt Ecoliberalisme interessant om in de klas te gebruiken.

In een pedagogische context kan het boek fungeren als ‘gespreksstarter’ in plaats van als blauwdruk. Leraren kunnen leerlingen en studenten uitnodigen om de aannames in het boek kritisch te onderzoeken. Waar ben je het mee eens? Waar schuurt het? Welke waarden liggen hieraan ten grondslag, deel jij die? Welke alternatieve visies bestaan er? Zo wordt de normativiteit van het boek geen belemmering, maar juist een bron voor kritisch denken en waardengesprekken.

Zo wordt de normativiteit van het boek geen belemmering, maar juist een bron voor kritisch denken en waardengesprekken.

Regeneratief onderwijs, zoals beschreven in The Art of Regenerative Educatorship, kan daarbij een inspirerend kader zijn. Het nodigt uit om onderwijs te zien als een levend proces waarin we leren in relatie tot onszelf, elkaar en de wereld. Waar Klomp ecologische principes als basis van de economie plaatst, zet regeneratief onderwijs ze in als basis van het leren zelf. Niet als verplicht format, maar als uitnodiging: hoe zou het eruitzien als onze school, met onze leerlingen, in onze omgeving, meer zou werken volgens principes van wederkerigheid en herstel?

Door Ecoliberalisme te koppelen aan deze pedagogische openheid ontstaat een vruchtbare combinatie: een scherp, richtinggevend verhaal dat prikkelt én een didactische benadering die ruimte laat voor vragen, reflectie en meerdere perspectieven. In de klas betekent dat misschien wel dat de belangrijkste boodschap niet letterlijk in het boek staat, maar voortkomt uit de manier waarop we het gebruiken. Niet als handleiding, maar als aanleiding. Want pas in het gesprek dat daarop volgt - tussen leerlingen, leraren en misschien ook ouders - krijgt het idee van ecoliberalisme echt betekenis, op maat van de mensen en de gemeenschap die ermee werken.

Gespreksvragen voor team, klas of opleiding

  1. Wat betekent ‘vrijheid’ voor jou persoonlijk? Hoe verschilt dat van de manier waarop Kees Klomp het beschrijft in Ecoliberalisme?
  2. Herken je in je eigen leefomgeving voorbeelden van wederkerigheid of regeneratie? Wat kunnen we daarvan leren voor onderwijs?
  3. Welke aannames in het boek vind je overtuigend, welke zou je willen bevragen of aanvullen?
  4. Hoe zou jouw school of opleiding eruitzien als ze meer volgens ecologische principes zou werken?
  5. Wat vraagt het van leraren, leerlingen en schoolleiders om open te blijven in gesprek over zulke normatieve ideeën, zonder dat het gesprek verstart in eensgezindheid of polarisatie?

Regeneratief denken en doen

Voor wie de koppeling tussen Ecoliberalisme en pedagogische praktijk verder wil verkennen, bieden eerdere publicaties - onder meer gepubliceerd op het NIVOZ-platform - over regeneratief denken en doen een verdiepend perspectief. In deze bijdragen wordt onderzocht hoe regeneratieve principes zich vertalen naar concrete onderwijssituaties. Van het creëren van leeromgevingen die meebewegen met natuurlijke ritmes, tot het ontwikkelen van curricula waarin wederkerigheid en zorg voor het grotere geheel centraal staan.

Enkele publicaties ter verdieping:

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief