Jolien Dopmeijer: ‘De toekomst van jongeren is onzeker en tóch blijven we hen dit aanrekenen’
29 januari 2025
Als moeder van twee tieners, projectleider Studenten bij het Trimbos-instituut én docent/onderzoeker op de pabo van Windesheim, krijgt Jolien Dopmeijer vanuit meerdere perspectieven te maken met de gevolgen van prestatiefascinatie. Genoeg reden voor haar om een tandje bij te zetten en het verschil te willen maken. Daarvoor doet ze een appel op de hele samenleving: “Prestatiedruk en mentaal welzijn is een collectief probleem: óók als volwassene krijg je hiermee te maken. Stop met het verwijten van de jongere generatie dat zij snowflakes zijn.” De komende tijd publiceren we een serie artikelen uit het Verus-magazine 'Vertellen', waarvan dit de vierde is. Het magazine is onderdeel van een campagne om de prestatiefascinatie in ons onderwijs aan te pakken, waarin ook NIVOZ partner is.
“Het blijft bijzonder. Ondanks dat ik me al sinds mijn promotieonderzoek uit 2012 bezig hou met prestatiedruk, word ik nog steeds erg geraakt door de worsteling die jongeren dagelijks meemaken. Er wordt niet alleen ontzettend veel druk en stress ervaren. Maar ook is er de roep op de versterking van het welzijn van individuele studenten en het geluid dat het onderwijs dat voor oplossingen moet zorgen. Het is niet enkel een probleem van de studenten of de onderwijsinstellingen: het is een verantwoordelijkheid van héél de maatschappij.
Behalve jongeren, kampen ook volwassenen met hetzelfde type klachten. Dat vergeten we nog wel eens. Natuurlijk zijn er volwassenen die zo'n 60 uur per week werken en nog steeds voldoende ontspanning in hun leven vinden. Als dat zo is, blijft het in balans en zitten ze goed in hun vel. Maar is die ontspanning er niet, dan begint het al gauw te wringen. Dat heb ik zelf ook ervaren in mijn twee burn-outs”, begint Jolien.
Uit onderzoek van Trimbos, RIVM en GGD GHOR Nederland blijkt dat in 2023 nog steeds 44% van de studenten kampt met prestatiedruk. Dit cijfer is weliswaar iets gedaald ten opzichte van de onderzoekcijfers tijdens de coronapandemie, maar nog steeds een zorgelijk cijfer. Een ruime helft van de studenten ervaart heel veel stress en 44% ervaart angst- en depressieklachten. Hoe komt dit? Jolien benoemt maatschappelijke crises en onzekerheden als een opstapeling van factoren die meespelen bij de aanhoudende prestatiefascinatie. In de samenleving is al langer sprake van individualisering. Vaak betekent dat ieder voor zich. Heb jij een onvoldoende voor wiskunde of Nederlands? Dan moet je maar harder leren of beter je best doen. Je prestaties heb je aan jezelf te danken, zo lijkt het.
Ook de polarisatie is een groeiend fenomeen, waarin het steeds meer ‘wij’ tegen ‘zij’ is. “We zijn de verbinding met onszelf en elkaar kwijt. Je ziet dat dit nu het hoogtepunt bereikt. Onze individualistische samenleving ligt ten grondslag aan het ontstaan van prestatiedruk en stress. We rekenen jonge mensen continu af op buiten de norm vallen en ‘het niet goed genoeg doen’. Mentale problemen door prestatiedruk zijn een collectief probleem: óók als volwassene krijg je hiermee te maken.”
Hun hele toekomst is in grote mate onzeker en toch blijven we het ze aanrekenen
Onbegrip
Het ieder voor zich legt volgens Jolien een grote last op jongeren, terwijl ze middenin het ontdekken van zichzelf en de wereld om hen heen zitten. “En als er dan het idee heerst dat je alles in één keer goed moet doen en je niet mag klagen, dan werkt dit juist je persoonlijke ontwikkeling tegen”, benadrukt Jolien. De oudere en jongere generaties moeten volgens haar dichter bij elkaar komen, om elkaar te verstaan én te helpen. “Er is nog veel onbegrip. Op momenten dat ik met oudere generaties spreek over dit thema, is het antwoord vaak: ‘Vroeger was er veel meer aan de hand.’ Elke generatie heeft zijn eigen uitdagingen. Je ziet dat de jonge garde van nu te maken heeft met een opeenstapeling van crises die hen hard raken.
Het gaat over het voortbestaan van de wereld, groepen en mensen. Het mogen zijn – in de zin van diversiteit - staat onder druk. Verder kunnen zij de ‘gewone’ stappen in hun leven niet zo makkelijk zetten als dat vroeger kon: je kunt nu letterlijk de woningmarkt niet op. Dit belemmert de natuurlijke bewegingen die ze willen maken. Hun hele toekomst is in grote mate onzeker en toch blijven we het ze aanrekenen”, legt Jolien uit. Jolien benadrukt hierbij dat ze niet denkt dat de verschillende generaties zo van elkaar verschillen, maar dat de context eromheen wel heel anders is. “Jongeren moeten in een lastige tijd, waar prestaties, scores en je leven tonen op social media de boventoon spelen, hun weg zien te vinden. We geven ze amper meer de tijd om te leren en fouten te maken. Stop met het verwijten van de jongere generatie dat zij lui en snowflakes zijn, maar zoek naar verbinding. We zijn niet gemaakt om solo te vliegen: we hebben behoefte aan elkaar, een sociaal vangnet. Daar zit ook een groot deel van je welzijn en geluk.”
Gebrek aan waardering
Dat welzijn en geluk is lastig te vinden, als jongeren het gevoel hebben dat ze langdurig weinig waardering en respect voor hun menszijn krijgen. Jongeren van nu werken niet alleen hard voor hun school of studie, maar ook voor hun levensonderhoud en zaken als het klimaat.
Vindt Jolien dat dit wel genoeg wordt gezien? “Nee. Er wordt vooral geroepen dat we onze jongeren maar veerkrachtiger moeten maken. Als je een veeleisend studieprogramma hebt, daarnaast een bijbaantje hebt om je rekeningen te betalen én ook nog kampt met de nasleep van de coronaperiode, dan is er weinig ruimte om tot jezelf te komen.” Hierbij doelt ze op de belangrijke ontwikkelingsfase waarin je ontdekt waarvoor je wel of niet staat, met welke mensen je wil omgaan en hoe je je leven zou willen inrichten. Dit is de liminale fase, een weg van A naar B. “Er zijn verschillende liminale fasen die je meemaakt in je leven. Voor jongeren is dit een onzekere periode waarin je van je oude identiteit beweegt naar een nieuwe. Deze route naar jongvolwassenheid is kwetsbaar.”
We zijn niet gemaakt om solo te vliegen: we hebben behoefte aan elkaar
Op zoek naar je interne gids
Jolien is naast haar werk bij Trimbos ook werkzaam als docent en onderzoeker op de pabo van Windesheim in Zwolle. In deze praktijk ervaart ze dagelijks hoe jonge studenten van A naar B willen bewegen, maar daar soms gewoonweg de ruimte en tijd niet voor vinden. Daar springen Jolien en haar collega Jael handig op in door in hun lessen met studenten deze ruimte te ontwikkelen. Zo wandelen ze met hen over de IJsselbrug van de ene naar de andere kant, waarbij studenten wordt gevraagd vooraf te bedenken welke overtuigingen ze wel of niet mee willen nemen naar de overkant. Het dient zowaar als een letterlijke route van adolescent naar jongvolwassene. “Daarbij merk je dat studenten tussendoor ook tijd nemen om even over de reling te hangen, stil te staan en na te denken. Het maakt niet uit of je 5 minuten of een half uur over de route naar de overkant doet, zolang je de ruimte voor jezelf maar pakt. Je kunt jezelf namelijk niet horen als je niet stil gaat staan. De stem die in jongeren zit, is uniek, die wijst hen de weg. Op deze manier hoop ik dat studenten weer in verbinding komen met hun interne kompas.” Dit ontwikkelproces, waarin ze meer over zichzelf leren, moet jongeren wat mentaal vaardiger maken. Wanneer voel je je goed? Wanneer niet? Wat kun je doen om dit te herkennen? En waar zoek je hulp? Op deze momenten mag het soms ook schuren, waar jongeren zich oncomfortabel bij voelen.
Zo kun je in je jonge leven overtuigingen bij jezelf tegenkomen, die veelal zijn ingegeven door je omgeving omdat je daar nog gevoelig voor bent. Dit zijn niet altijd overtuigingen waar je later nog achter staat. “Dat is niet erg. Je mag fouten maken en hulp vragen. Het hele leven is leren, daar weten de oudere generaties die nu zo kritisch zijn op de jongeren alles van. Je komt nergens verder als je niet mag leren met vallen en opstaan.”
Bouwers van de samenleving
En daarmee komt Jolien weer terug bij de basis van het onderwijs, die Verus ook onderschrijft: de school is een mini-samenleving waar jongeren mogen oefenen om bouwers voor de samenleving van de toekomst te worden. “Daarbij hebben wij als docenten en begeleiders een rol om in die ontwikkelingsfasen om hen heen te staan. We moeten onderwijs weer gaan zien als een plek waar de ontwikkeling van jongeren, in de breedste zin van het woord, centraal staat. Dus niet enkel de focus op de basisvaardigheden als taal en rekenen of vakgerichte kennis onder studenten, maar aandacht voor hun menswording en welzijn. Heb je geen aandacht voor deze zaken, dan faciliteer je je leerlingen en studenten niet om te leren. Samen met ouders stoom je hen klaar voor het leven. Dat is de pedagogische rol die wij hebben.”
Tekst: Eveline Verwater | Fotografie: Folkert Rinkema
Reacties