Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘De burgerschapsopdracht spoort scholen aan pedagogischer te zijn’

9 oktober 2025

Vorige week verscheen de publicatie ‘Jenaplan en Burgerschap’, het derde deel in een drieluik van Saxionlectoraat Vernieuwend Onderwijs. Geert Bors en zijn medeauteurs hebben een diepe duik genomen in honderd jaar jenaplanliteratuur, op zoek naar hedendaagse antwoorden hoe je schoolpopulatie en je schoolconcept samen kunnen zorgen voor een ‘doelgericht en samenhangend’ antwoord op de wettelijke burgerschapsopdracht.

De burgerschapsopdracht aan ons onderwijs is en blijft een heet hangijzer. Zo maar wat koppen uit de media laten zien dat veel scholen blijven stoeien om de wettelijke opgave goed vorm te geven in hun onderwijs:

  • Burgerschap is meer dan door het hoepeltje van de Inspectie springen”, tekende de PORaad in 2024 op uit de mond van een lid van het Bestuurlijk Netwerk Inspectietoezicht.
  • Burgerschap: Heel belangrijk, niet eenvoudig”, schreef de VO-Raad in april dit jaar, in een bespreking uit de Staat van het Onderwijs, waaruit bleek dat bijna 65 procent van de scholen een herstelopdracht voor burgerschap krijgen van de Inspectie.
  • Burgerschapsonderwijs schiet op veel scholen tekort”, kopte in diezelfde tijd de NOS, en beschreef hoe het vaak de eisen voor een doelgerichte, samenhangende en zichtbare aanpak is waarop scholen afgerekend worden. En vorige week schreef het Reformatorisch Dagblad nog: “De Onderwijsinspectie gaat volgend jaar gericht onderzoek doen naar de vraag of scholen zich in hun burgerschapsonderwijs houden aan de waarden van de democratische rechtstaat.”

In 2021, toen de aangescherpte wet op het burgerschapsonderwijs van kracht werd, kwam het verzoek van de Nederlandse Montessori Vereniging (NMV) aan het Saxion-lectoraat Vernieuwend Onderwijs om te helpen om antwoorden te formuleren vanuit hun montessoritraditie. Dat leidde niet alleen tot een publicatie met ontwerpprincipes voor het montessorionderwijs, maar er volgden ook onderzoeken in samenwerking met de Nederlandse Dalton Vereniging (NDV) en de Nederlandse Jenaplan Vereniging (NJPV). Samen met de freinetscholen en de vrijescholen maken deze drie traditionele vernieuwingsconcepten tien procent van het Nederlandse onderwijsaanbod uit. De publicatie Jenaplan en Burgerschapsonderwijs, de school als opvoedingsgemeenschap is vorige week verschenen.

Waar begin je nou als die burgerschapsopdracht afkomt op je school? Net als bij Dalton en Montessori gaan de auteurs uit van een drieslag als het gaat om het vormgeven van burgerschapsonderwijs: er is 1) de wetgeving, met een set aan criteria rondom het overbrengen en actief oefenen met democratie en diversiteit; 2) de locatie en populatie van je school, die specifieke vragen stellen aan jouw school: in een grootstedelijke superdiverse context zijn dat andere vragen dan op een kleine dorpsschool in een krimpregio. En tenslotte komt die burgerschapsopdracht niet zomaar terecht in het luchtledige: een school is geen onbeschreven blad: 3) de identiteit van je school – een openbare, humanistische of confessionele grondslag, maar ook een pedagogisch-didactische schoolconcept – zoals bijvoorbeeld Jenaplan, geeft een specifieke ethisch-morele kleuring aan de manier waarop jouw school naar mens en maatschappij kijkt en hoe het de burgerschapsopdracht interpreteert en inbedt in het onderwijs.

De jenaplanpublicatie bespreekt eerst de verschillende benaderingswijzen die er zijn om te kijken naar de burgerschapsopdracht: er zijn participatieve benaderingen met een nadruk op gemeenschap en saamhorigheid. Andere onderstrepen juist zelfverantwoordelijkheid en individuele vrijheid, en weer andere benadrukken een streven naar kritische burgers, die de maatschappij benaderen vanuit sociale rechtvaardigheid. Ook zijn er - maar veel marginaler in het Nederlandse onderwijslandschap – aanpakken die het minder belangrijk vinden dat een goed burger zich ook actief verhoudt tot maatschappelijke vraagstukken en politieke besluitvorming. Het landschap aan benaderingswijzen dat zo geschetst wordt, is ook boeiend voor scholen die geen Montessori, Dalton of Jenaplan zijn.

De Jenaplanpublicatie bespreekt het leven en werk van grondlegger Peter Petersen, die gedurende zijn leven in vijf heel verschillende, vaak weinig democratische systemen leefde. Het is daarmee geen wonder dat hij de school als geheel en de kinderen in de driejarige stamgroep op een zekere afstand van het politiek-economische gedoe van de maatschappij zette. In en samen met de stamgroep als gemeenschap (vandaar de titel) leert het kind zich tot een persoon te ontwikkelen. En wat voor persoon, in het ideaal van het Jenaplan: de ideale burger is zelfstandig, vrijmoedig, onbaatzuchtig, neemt initiatief en draagt verantwoordelijkheid naar vermogen. De Nederlandse navolgers van Petersen hebben vervolgens zijn ideeën sterk ingebed in de democratische traditie van na de Tweede Wereldoorlog en in bijvoorbeeld de verklaring van de Universele Rechten van de Mens (en het Kind).

Ook interessant: de auteurs en een Expertgroep van jenaplanners begonnen hun onderzoek vanuit een set ‘burgerschapsdilemma’s’, die je achter in de publicatie vindt, bijvoorbeeld: “Ik vind dat de school één specifieke visie over wat goed burgerschap is moet uitdragen” versus: “Ik vind dat de school een diversiteit aan ideeën over wat goed burgerschap is moet uitdragen.” Je kunt ze er zo bijpakken om een teamvergadering prikkelend te starten.

Met dilemma’s op het gebied van zes thema’s (onder andere: het waarom van burgerschap, wie is verantwoordelijk voor burgerschap, wat wordt er benadrukt in burgerschapsonderwijs) zijn de auteurs vervolgens gedoken in het werk van Petersen en zijn Nederlandse navolgers. Dat leidt tot een beeld van de schoolgemeenschap, het individuele kind, het team en de samenleving dat eigenlijk groter en omvattender is dan de eisen die de wet stelt rond burgerschap. Zo vatten veel Jenaplanners het ook op: “Eigenlijk geeft de overheid ons de opdracht om opvoeding nadrukkelijker te agenderen op school, en daarmee is het een aansporing om pedagogischer te zijn in onze taakopvatting”, luidt een citaat van Kees Groos vroeg in de publicatie.

De studie loopt uit in zes ontwerpprincipes, waarin de antwoorden op vragen naar bijvoorbeeld ‘de ideale burger’ of ‘wie de verantwoordelijkheid draagt’ doorgedacht worden in hun consequenties voor het handelen en de houding van de leraar in de groep. Activiteiten die er al op veel scholen gebeuren (nieuwskringen, schoolraad, driehoeksgesprekken tussen leraar, kind en ouders) worden daarna gekoppeld aan de ontwerpprincipes.

Saxionlector Symen van der Zee sluit de publicatie af met overwegingen over of en hoe het gemeenschapsideaal van Petersen en zijn Nederlandse navolgers antwoorden heeft op de uitdagingen van deze tijd als versnelling, individualisering, hyperconnectiviteit en ‘truth-decay’. Ook stelt hij de vraag waar het jenaplanideaal (met de school op enige afstand van de maatschappij, waardoor kinderen zich aan de gemeenschap die hun groep is kunnen ontwikkelen) zou kunnen schuren met de wettelijke opdracht. Allemaal vragen en uitdagingen die op een eigen manier ook van toepassing op iedere andere school.

Geert Bors, Lida Klaver, Jaap de Brouwer en Symen van der Zee
“Jenaplan en Burgerschapsonderwijs: De school als opvoedingsgemeenschap”
Saxion i.s.m. NJPV, Deventer 2025

Gratis download via jenaplan.nl, maar daar ook als papieren boek verkrijgbaar.

Montessori-onderwijs
https://montessori.nl/professionals/wp-content/uploads/sites/2/2024/07/C15-Montessori-en-burgerschapsonderwijs-2022.pdf

Jenaplan-onderwijs
https://www.jenaplan.nl/nl/winkel/43/jenaplan-en-burgerschap-de-school-als-opvoedingsgemeenschap-pdf

Dalton-onderwijs
https://dalton.nl/wpd/wp-content/uploads/2024/10/Dalton-en-burgerschapsonderwijs-digitaal-202410.pdf

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief