Verslag van een NIVOZ-avond in De Speeldoos, deel 3 (slot): ‘Inclusiviteit dus, want onderwijs is eigenlijk één verhaal’
29 maart 2019
‘Onderwijs is eigenlijk één verhaal’, zo betoogde acteur Gijs Scholten van Aschat op de Onderwijsavond van 14 maart jl. Hij reeg daarbij de traditionele vakken, levende vragen en diverse werelden vanuit passie en betrokkenheid aan elkaar. ’Inclusiviteit dus’, zo vatte hij zijn pleidooi samen. Dit is het laatste deel van het verslag van een speelse avond in De Speeldoos, Kunst als educatie.
Janeke Wienk - artist educator bij ArtEZ - stond aan de zijde van Gijs Scholten van Aschat. Geworteld in de pedagogische praktijk van de hogeschool sprak ze over de rol van kunst in onderwijs en over de betekenis van een verdiepingsvraag. Van Aschat en Wienk kozen ervoor samen op het podium te staan en te blijven. Zij spraken vanuit drie gethematiseerde blokken. Geert Bors was de NIVOZ-moderator.
Het was de vierde NIVOZ-avond in de serie vanuit het jaarthema Spelen, leren en maken en ze vond plaats in theater De Speeldoos in Baarn. Maandag publiceerden we het eerste deel van het verslag. Dat lees je hier terug: ‘Over onderwijs en kunst, of hoe dat heet’ Woensdag volgde deel 2: ‘Je verbinden met wat je doet, dat is het grootste werk. Voor leraren en leerlingen.’
Inclusiviteit, grensoverschrijdend onderwijs. In-de-wereld-komen.
Stel een verdiepingsvraag, verdiep je erin
Wienk vertelt in het derde blok van deze Onderwijsavond over een minor-programma van ArtEZ, Liberal Arts. De naam Liberal Arts komt van de gelijknamige onderwijstraditie, die al in de Romeinse tijd bestond. En toen gericht was op het opleiden van de vrije mens met samenhangende vakken waarin ook kunst een natuurlijke plek had. ‘In dit minor programma vertalen we deze traditie naar de 21ste eeuw, en benutten we het veld van kunst en filosofie om tot verdiepende vraagstelling en onderzoek te komen. En dat is anders, dan: dit is het probleem, los het op.’
De studenten komen van allerlei andere hbo-opleidingen en staan op het punt om verschillende beroepen uit te gaan oefenen. Zij maken in deze minor Liberal Arts bij ArtEZ dus een half jaar een pas op de plaats. ‘Het zijn dus geen kunstenaars, maar bijvoorbeeld logististiek managers, leraren in opleiding of spw-ers (studenten sociaal-pedagogisch werk, red.). Of een paar jaar geleden was er een bijna afgestudeerd vroedvrouw.’
Er zijn drie vakken – existentieel autonoom beeldend, filosofie en kerncurriculum – die in de eerste helft van het programma worden gegeven. En vervolgens werken ze in de tweede helft aan een zelf geformuleerde verdiepingsvraag, vanuit de ogenschijnlijk simpele opdracht – stel een verdiepingsvraag, en verdiep je erin. De valkuilen worden direct onderkend. Want hoe voorkom je nou dat het navelstaren wordt, of therapeutisch? Hoe krijg je een vraagstelling, zodanig dat die ook in een onderwijssetting past?
‘Dat doen we door de vraag te koppelen aan ‘volwassenheid’ en ‘in de wereld zijn,’ vertelt Wienk. Gert Biesta zegt daarover: als het ‘ik’ het curriculum is, dan is dat misschien eerder therapeutisch. Maar als het onderwerp is: ‘ik-in-de-wereld’ en ‘hoe het ik -in-de-wereld zou kunnen zijn’ – dan past die vraagstelling heel goed in onderwijs, aldus Biesta.
Thuis zijn in de wereld, zonder het centrum van de wereld te bezetten
In de minor heeft Wienk het zo geformuleerd dat studenten hun verdiepingsvraag verbinden aan dit issue: hoe kan jij thuis zijn in de wereld, zonder het centrum van de wereld te bezetten? (Meirieu) ‘We nodigen studenten uit hun verdiepingsvragen daarover aan een persoonlijke, existentiële dimensie te verbinden. Door en via de kunsten, dat wil zeggen door veel naar kunst te kijken, en ook door als kunstenaar te leren maken.’
‘Studenten herkennen dit als heel waardevol. Hoewel ze op hun eigen opleidingen vaak heel bedreven zijn in het schrijven van reflectieverslagen, voelen ze hier de ruimte om iets uit te zoeken dat voor hen echt wezenlijk is. We hanteren heel open criteria, en zien dat studenten eigenlijk veel harder werken dan we verwachten, juist omdat we hen vrijheid en vertrouwen geven.’
Met kunst in gesprek gaan
In dit licht heeft ze vanuit haar eigen vak - kerncurriculum - aan studenten gevraagd: wil je met kunst in gesprek gaan? Wil je ontmoetingen hebben met kunst die voor jou betekenisvol is? En uiteindelijk vier kunstwerken opnemen in jouw persoonlijke kerncurriculum? ‘In de tweede helft van het programma vraag ik ze: hoe ga jij kunst wel of geen plek geven in je toekomstige professie? Als logistiek manager of als vroedvrouw. En het antwoord is open. Maar ik wel weten waarom ze dat dan niet doen of juist wel, of hoe ze daarmee bezig zijn geweest.’
Daarin citeert ze Martin Buber, die een belangrijk uitgangspunt verwoord voor de manier waarop in de minor met kunst wordt gewerkt:
We must learn to feel addressed by a book, by the human being behind it, as if a person spoke directly to us. A good book or essay or poem is not primarily an object to be put to use, or an object of experience: it is the voice of YOU speaking to me, requiring a response. (Martin Buber: Hasadic narratives (1947/1991). I-thou relations
Dit citaat laat zien dat je naar kunst kunt kijken, je kunt vragen hebben, maar je kunt ook de verantwoordelijkheid nemen iets terug te zeggen, of te doen. ‘En dat ben ik met studenten nu aan het oefenen’, vertelt Wienk, die vervolgens haar voordracht besluit met het tonen van een filmpje dat haar collega Giovanni Dalessi in een van zijn lessen heeft gemaakt. De opdracht was: hoe kun je iets maken wat bezieling heeft? Of krijgt, onder jouw handen?’
Filmpje uit een van de lessen van Minor Liberal Arts van ArtEZ. from HETKIND.ORG on Vimeo.
Klooien: spelenderwijs leren en experimenteren
Het is weer de beurt aan Van Aschat. Hij toont een filmpje op een basisschool waarin onderzoek en wetenschap wordt bedreven, met heel jonge kinderen. Maar het experimenteren vindt eigenlijk allemaal spelenderwijs plaats. ‘Klooiend’, om in zijn eigen woorden te spreken. ‘En ondertussen is er iemand die moet opschrijven wat ze doen. Er is een kind dat moet dingen meten, dus je krijgt meten, je krijgt taal, je krijgt schrijven. Heel leerzaam eigenlijk. En dat spreekt me enorm aan. Maar als je dit vertaalt naar een middelbare school, dan merk je dat kunst altijd de vorm krijgt van, een uurtje dit doen, kunst doen, CKV of weet ik wat. Terwijl ik veel meer het idee heb dat je veel meer inclusief zou kunnen werken.
Van Aschat geeft een voorbeeld. Als hij wil vertellen over zijn held, William Shakespeare, dan begint hij over de situatie in Engeland in de zestiende eeuw, hoe dat was, met Elisabeth I en de Tudor-dynastie en de periode van Wars of the Roses. ‘Dat zijn geweldige verhalen. En belangrijker, er is enorm veel, mooi, kunstzinnig materiaal om daarmee aan de slag te gaan. En waarbij je het tegelijkertijd kan hebben over Engels, over geschiedenis van Europa en over zoveel meer.’
Onderwijs is eigenlijk één verhaal
Hij komt met de tv-serie de Tudors, met de film over Richard III, met een acteur/regisseur als Kenneth Branagh die bekend werd om zijn succesvolle Shakespeare-filmbewerkingen - of Laurence Olivier, de beste toneelacteur van de 20ste eeuw genoemd. Je hebt boeken van Ian McEwan. ‘Maar je kan het ook hebben over macht, over Kevin Spacey die in House of Cards speelt, wat tegelijkertijd gebaseerd is op het principe van Shakespeare. Wat doet Kevin Spacey? Die doet precies hetzelfde als Richard III, mask-dropping. Dat wil zeggen: hij kijkt rechtstreeks naar de camera en adresseert eigenlijk de kijker. Dat heeft eigenlijk ook te maken met beeldtaal. Hoe interessant is dat, in deze tijd? Hoe ga je om met beeld, met taal, hoe vertel je een verhaal?’
De acteur zet zijn reis door de tijd, de samenleving en de kunstvormen voort. ‘House of cards heeft direct weer een relatie met Trump, met Amerika. Omdat het een spiegel is van iemand die iets doet waarvan je denkt: is dat nou wel de goede manier? Wolf Hall, een Britse dramaserie naar een historische roman van Hilary Mantel; Engeland in die tijd, een eiland, zette zich af tegen Frankrijk. Brexit, ook leuk om het daar even over te hebben, in die zin. ‘Dus je gebruikt literatuur, aardrijkskunde, kunst, politiek om een groot verhaal te vertellen waar je steeds kan leunen op de realiteit. De hele samenleving komt er als het ware in voor. En dat zijn gewoon leuke verhalen voor jongeren en ze vinden dat ook leuk om uit te zoeken.’
Literatuur in de grote stroom
Ons Nederlandse verleden in Nederlands-Indië kun je aantrekkelijk maken en naar deze tijd halen. Daarvan is Van Aschat overtuigd. Multatuli’s Max Havelaar is dan een open deur, maar je hebt ook het boek De Tolk van Java, dat in 2017 de Libris-prijs heeft gewonnen over wat daar precies is gebeurd bij de politionele acties. Denk aan de Birma-spoorlijn die daarvoor gebouwd is, kijk naar de Bridge over the River Kwai, de film. ‘Je hebt dus eigenlijk over alle grote gebeurtenissen in de geschiedenis goede films en ook veel goeie boeken. Ik merk vaak dat goede literatuur op scholen ondergeschoven is, terwijl op het moment dat je het in een grote stroom doet, dat je eigenlijk met heel veel kinderen tegelijkertijd een groot verhaal aan het vertellen bent, dat er heel veel te genieten en te beleven is.’
Het hele plaatje en de lijnen zien
'Op het moment dat je het hele plaatje maakt, zie je veel meer de lijnen en denk je: aha, die man maakt dat kunstwerk, daar-en-daarom. Waarom maakte Andy Warhol dat schilderij in de jaren zeventig? Wie waren er toen in Club 54, hoe zag New York er eigenlijk uit in die periode? Dat was een junkparadijs, daar wilde je niet dood gevonden worden. Levend ook niet. Dus wat voor verhalen maak je? En vertel je? Dat lijk me uitdagend om daarover na te denken.’
Van Aschat wijst op het belang van werken met de beeldtaal, de betekenis ervan, om de wereld te begrijpen. Leg kinderen daarom uit hoe Facebook werkt, zo bepleit hij. Wie heeft er belang bij dat jij op welke digitaal medium zit? Hoe werkt dat precies? ‘Ik heb het gevoel dat de invloed van de beeldtaal op een mens – en het onderwijzen ervan - wordt onderschat. Laat ze zelf een programma maken of een filmpje en laat ze die op vier verschillende wijzen ”snijden”. Dan kun je vier verschillende waarheden uit een film maken. Door de mensen daar neer te zetten of daar neer te zetten. Of te laten reageren op iets. Je kan dus het beeld zo manipuleren - het woord trouwens ook - daar leren die kinderen enorm van.’
Dialoog met de zaal
Van Aschat wordt gevraagd naar zijn eigen onderwijsperiode en naar wat en wie hem heeft geraakt. ‘Waar kwam bij jou de bezieling vandaan?’
‘In de eerste vier jaar van de middelbare school – we woonden in Tiel - was ik totaal niet met school bezig. Het was chaos. In mijn hoofd, in mijn hart, in alles. In mijn hormonen. Ik was voornamelijk met andere dingen bezig. Ik begreep school niet. En sterker, ik was ontzettend slordig. Dus als mijn moeder mij wou overhoren, dan durfde ik haar mijn schrift niet te laten zien, want ik kon mijn eigen schrift niet eens lezen. Ik kon me niet focussen, ik begreep de zin er niet van. Ik maakte eigenlijk voornamelijk plezier en ik was denk ik niet de leukste leerling om in de klas te hebben.’
‘Toen verhuizden we naar Amsterdam, omdat mijn vader daar een baan kreeg. Vanaf dat moment gebeurde er van alles en ontdekte ik toneel. Ik kwam bij een leraar en die zei: ”Eén ding, je mag bij mij komen spelen, maar wij repeteren drie keer in de week. En als je gedoe krijgt met je huiswerk, dat gaat gewoon voor. Dus je moet eerst je huiswerk doen.” En toen viel bij mij het kwartje. Ik ben atheneum gaan doen, met zevens en achten. Dus ik had een doel. Ik wist waarom ik het deed. En ik wou toneel doen en geen gedoe.’
'Door die man ben ik ook op de toneelschool terechtgekomen, want hij was zeer gedisciplineerd. De beste leraren zijn natuurlijk ook de hardste. Ik bedoel voor kunstonderwijs, het is allemaal keihard werken, discipline. Of je nu viool wilt leren spelen, piano, toneel, danser wil worden. Is bij Ajax precies hetzelfde. Voor allerlei afleiding is gewoon geen tijd. Want dan zijn er anderen, betere.’
‘Ik zeg ook heel vaak tegen leerlingen: zorg dat je weet wat wilt. En het maakt niet uit of dat op school is, of ergens anders. Met andere woorden, maak die school niet zo belangrijk, zie het als: dat doe ik en ik doe het goed. Ik interesseer me erin, en ik geef er tijd aan, want dan kan ik weer iets anders doen, wat ik echt wil. En wie weet vind je wel iets in school – geschiedenis of taal – waarin je je wilt bekwamen en waar je je voordeel mee kan doen.’
Vraag uit de zaal: 'Dat is een mooie bijdrage van de leraar, om dat kind echt te zien…'
Gijs: ‘Natuurlijk. Want als ik tegen een kind zeg: “Jij kan iets, we gaan dat uit jou halen, daar ga ik je bij helpen, want ik zie iets in je.” Dan zie je opeens dat een kind enorm gemotiveerd raakt. Terwijl als je zegt: “Jij kan iets niet.” Dan zegt -ie: “Ja, dat heb ik al tien keer gehoord.”’
Vraag uit de zaal: 'Over die inclusiviteit en het integreren van kunst binnen methodes of binnen thema’s. Kun je dat zomaar doen? Kun je daarin nog de bezieling van de kunst behouden?'
Wienk: ‘Ik zou hopen dat thema’s bij kunst beginnen en dat het van daaruit integratie zoekt met andere vakken. Andersom houdt het risico in dat kunst alleen maar een plaatje wordt in een wiskundeboek. Hoewel dat op zichzelf prima is. Maar ik zoek de diepte in lessen met kunst, en wat ik bij Gijs ook hoor in het spelen. Ik heb jou vorige week ook gezien in de schouwburg, Gijs, hoe je met leerlingen en Shakespeare werkt. Dat is prachtig, de bezieling van jou en die van Shakespeare, dat werkt heel sterk. Alle leerlingen zijn geraakt, verbonden, er is niemand die denkt "waarom moet dit?" Zodra het instrumenteel wordt, mis je de boot. Wat kunst te bieden heeft, zeker wat kunst te bieden heeft in educatie, dat is heel kostbaar en waardevol, daar moet je heel zuinig op zijn.’
Moderator Geert: ‘Of begin bij het heel houden, denk ik dan. Misschien kun je ook bij geschiedenis (wijst naar Van Aschat) starten, als het gaat over Brexit of iets dergelijks, een actualiteit. Ergens trek je aan een draadje en til je een stuk spinnenweb op en komt er ineens literatuur bij of komt er muziek bij, of aardrijkskunde.’
Van Aschat: ‘Ik maak me wel zorgen over het feit dat heel weinigen de grote boeken nog doen, de canon van de literatuur. Daar heb je heel veel aan om te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit. Die literatuur trekt aan het kortste eind.’
Wienk: ‘In ieder geval ligt er een mooie taak voor ons leraren om leerlingen daarin mee te nemen. In de boeken die we zelf lezen, werk wat ons zelf raakt en bezig houdt. Dat delen, daarover lesgeven; studenten herkennen meteen als je het hebt over iets dat wezenlijk voor je is, dat je hart heeft. Kijk naar Eibert, die masterstudent vertelde mij: ik heb überhaupt nog niet zo vaak een boek van A tot Z gelezen. Meestal las hij samenvattingen. Maar dit boek van Primo Levi was zo engagerend, ook door het samen te lezen. Ik ben daar een voorstander van: gewoon ijskoud samen een boek lezen. Ook als je de ruimte niet hebt in je lesprogramma. Die moet je dan misschien gewoon maken.’
Wienk: ‘Daar had jij het ook over Gijs, voordat we begonnen, over vrije ruimte. En de behoefte aan vrije ruimte in het onderwijs.
Van Aschat: ‘Dat is eigenlijk het laatste punt waar we het vanavond over wilden hebben, de toekomst van het onderwijs. Dat heeft heel erg te maken met het probleem dat wij nu allemaal hebben. In de kunsten, maar ook doktoren, leraren… Dat is: geef ons nou gewoon de vrije ruimte. Overal dat management…’
‘Als ik doktoren spreek, zij moeten zóveel. Zij hebben geen tijd meer voor de patiënten. Wij hebben geen tijd meer voor de leerlingen. Die klassen zijn te groot. Wat is dat toch voor bullshit, zo’n grote klas, wat kun je dan nog overbrengen? Dus: kleiner, meer betalen, exclusiever in die zin, gewoon aandacht geven en je verhaal kunnen vertellen en laat die leraren het uitzoeken. Begrijp je, het is niet zo moeilijk, onderwijs.’
Laudatio van Luc Stevens,founding father van NIVOZ
Jullie zijn ontzettend bedankt. In de eerste plaats omdat jullie de avond over ons zelf hebben laten zijn. Elk moment ging het vanavond over ‘ons zelf’. Niet de kunst zoals die op afstand wordt waargenomen, wordt ervaren; de kunst die je bezoekt, of de geschiedenis van de kunst die je kunt onderwijzen; maar: teaching as an art.
Het onderwijswerk zelf, wat wij dan ‘professioneel’ noemen en waarvoor opleidingen zijn, is in zijn wezen een kunst. En dat kwam iedere keer weer verborgen aan de orde. Elliot Eisner, de grand old man van het kwalitatief onderwijsonderzoek, schreef een prachtig artikel en kwam met die zin: teaching as an art. Wat jullie hebben geprobeerd te laten zien, is dat je kunt onderwijzen in de zin van een kunstenaar. Of dat wat kunst anders te bieden heeft dan jezelf, dat je dat kunt laten zien, dat je dat kunt laten zijn, door verbinding.
Er zijn in ons onderwijs ongelooflijk veel ontkoppelingen. Zoals bijvoorbeeld de ontkoppeling van relatie en prestatie. Als we spreken over evidence-based onderwijs – dat is een term, zo koud, zo kil, zo nietszeggend - omdat het het leven uit het onderwijs haalt. En jullie hebben het leven er weer ingebracht. Jullie hebben in feite onze grote behoefte aan het herkennen van het vak als kunst, als iets persoonlijks - als iets van jou - teruggebracht. Dat is een buitengewone verdienste.
Het is relatie, het is verbinding met je leerlingen, met je onderwerp – concentreert je op je onderwerp, Gijs, zoals je zei - pak het vast, verbind je ermee, dat is je werk! Verbinding is je werk, dat is onderwijs. En de leerlingen zoeken in de relatie bij je – en dan kom ik bij het gedicht dat Janeke voordroeg uit – de herkenning van zichzelf. Die zoeken dat ze in staat worden gesteld naar zichzelf te kijken als iemand die iets kan. Die iets te bieden heeft, die iets waard is.
Het licht in jezelf leren zien en de kans krijgen om dat licht in jezelf, als leerling, aan te laten. Een mens zoekt het licht. En dat is vanaf het moment dat je geboren wordt.
Onderwijs wordt een verhaal – zo schreef ik op een gegeven moment op, naar aanleiding van Gijs’ woorden. Zoals opvoeding een verhaal inhoudt. Onderwijs is opvoeding. Dat is een verhaal dat door jouw adem als leraar wordt gedragen.
Die staking van morgen (15 maart, red.) gaat ergens anders over.
Ik dank jullie hartelijk voor deze avond.
Eerdere interviews
Vooraf waren er interviews met beide sprekers:
Met Janeke Wienk: ‘Out-of-the-box-denken wordt misschien een beetje overschat; kunst is zo veel meer dan dat’
Met Gijs Scholten van Aschat: ‘Voor magie in spel is ook samen nodig’
Reacties