Podcast over Spring High: ‘Deze school moest er komen omdat we al heel lang hetzelfde doen in het onderwijs’
8 juni 2021
Het vernieuwende Spring High in Amsterdam werd al eens bezocht voor een schoolreportage. Nu komt schoolleider Camyre de Adelhart Toorop in een NIVOZ-podcast aan het woord. Het gaat over haar pedagogisch leiderschap en ‘over de leergemeenschap waarin de beweging centraal staat.’
Je kunt je abonneren op de NIVOZ-podcast via Spotify en Apple Podcasts. We publiceren ongeveer tweewekelijks. Je krijgt dan bij elke publicatie automatisch een melding. Dit is aflevering 42.
Vijf jaar zijn ze bezig, daar in Amsterdam Nieuw West. Begonnen met 30 leerlingen groeide Spring High uit tot de school die ze nu zijn. Ruim 250 leerlingen die qua niveau door elkaar zitten en een leerweg aanbiedt waar kinderen vanaf groep 7 kunnen instromen en die opleidt voor een theoretisch diploma. Ontwikkelingsgericht. ‘We zijn een school waar zelfs basis- en voortgezet onderwijs niet meer door een muur gescheiden wordt.’
Open lesruimtes, leerpleinen en lesblokken waarin twee leraren op een groep staan. Die beweging mag je dus ook heel letterlijk nemen. ‘Kinderen hebben elke dag een uur sport,’ vertelt Camyre in de podcast. Maar het gaat – zegt ze - ook over een beweging van de geest: het leren en het groeien, het continu in beweging zijn. ‘Dus ook de beweging dat je niet altijd maar achter je tafeltje hoeft te zitten, maar dat je over het leerplein kan wandelen, naar je vriend, naar je meester of naar de juf. Kinderen zijn nu eenmaal heel erg beweeglijk. Dat is soms lastig. Maar we zien op Spring High juist ook rust ontstaan. Het niet continu gecorrigeerd worden, maakt ook dat als ze een keer iets moeten doen waar concentratie voor nodig is, dat we het dan ook van ze krijgen.’
Maar Spring High is er om meer redenen, zegt Camyre, laat dat duidelijk zijn. ‘Deze school moest er komen omdat we al heel lang hetzelfde doen in het onderwijs en dat wij tegen heel veel kinderen op 12-jarige leeftijd zeggen: jij bent nu klaar om naar een heel grote middelbare school, te gaan en we weten nu al wat jij gaat doen: vmbo, havo of vwo. Waarna je dus niet meer echt de ruimte krijgt om te ontdekken wie je nog meer bent. Ik denk dat je als school meer te doen hebt. Dat je kijkt naar én het cognitieve deel, maar ook naar de persoonsontwikkeling en ook naar hoe je je verhoudt tot de ander en naar hoe je kan bijdragen aan de maatschappij en de samenleving. Je draagt bij aan karaktervorming. En we vinden het fijn als kinderen straks een zinvol en voor zichzelf ook succesvol leven kunnen leiden, met oog voor een ander dus.’
We vinden het fijn als kinderen straks een zinvol en voor zichzelf ook succesvol leven kunnen leiden, met oog voor een ander dus.''
Wat vraagt deze school van haar pedagogisch leiderschap? Daar dacht Camyre eigenlijk tot voor kort nooit over na. ‘Wel hebben we met het team onze visie in beginjaren scherp willen zetten. En die visie is gebaseerd op vertrouwen, dat iedereen waar dan ook vooruit wil. Kinderen willen leren, docenten willen werken. Het kan wel zo zijn dat het niet lekker loopt, maar als de basishouding is ‘ieder mens wil vooruit en het goede’, dan kun je het niet eens zijn met elkaar, maar dan is er wel direct een ander gesprek. We zijn hier zo gericht op groei en ontwikkeling, op het zien van elkaar. Met die rust en de aandacht voor een ander, kom je in een soort flow met elkaar. Dat is denk ik wel de basis van mijn leiderschap hier. Veelal vanuit waarden dus en vanuit het gesprek.’
Vorming is niet zozeer iets wat je doet, het gebeurt in het contact, in de samenwerking. En vaak is dat heel erg intuïtief. Camyre: ‘Het is ook proberen met elkaar. En dat geldt voor ons allemaal, leraar en leerling. Want als jij je kwetsbaar opstelt, een lerende houding hebt, een basisvertrouwen, dan merk je dat de mensen om je heen zich dat ook eigen gaan maken. Want we maken allemaal fouten of gaan allemaal een keer de mist in. Niet erg, want daar leren we juist van. En als dat mag en er kan zijn, dan ben je eigenlijk al aan het vormen.’
In het begin van het schooljaar wordt er op Spring High ook veel tijd geïnvesteerd om met elkaar weer dezelfde blik te hebben, om dat goede gesprek te kunnen blijven voeren. Camyre: ‘Ik hoor wel eens: als schooleider moet je mensen aanspreken of confronteren. Maar wij hebben het graag over dat we dingen met elkaar be-spreken, zodat je nooit in dat vervelende gebied terecht hoeft te komen. Omdat je het tevoren er al met elkaar over gehad hebt. En ook elke ochtend hebben we bij de koffie ons eerste overlegje. Wat is er gisteren gebeurd? Wat gaan we vandaag doen? Dat is voor vo-docenten nieuw, maar dat hebben we echt van het basisonderwijs mogen leren.''
Niettemin willen ze ook bij Spring High zich verder ontwikkelen en is ze als een van de acht scholen ingestapt in het vierjarige Whole Child Development-programma dat NIVOZ i.s.m. met Porticus is gestart. ‘Het heel mooie eraan is dat er onderzoek gedaan wordt. Veel hebben we hier gedaan op intuïtie. Dit is belangrijk en dat voelt goed. Maar het is ook goed om te weten: klopt het ook, doen we wel de goede dingen? Hoe kijken we naar kinderen? Hoe kunnen we een kind zich ten volle laten ontwikkelen. Dus niet alleen bezig zijn met kennisgedeelte, maar het hele kind zien. Dat is denk ook dat we wat we in de maatschappij van nu nodig hebben. Als je kijkt naar polariteiten. Onderwijs kan laten zien dat we in verbinding met elkaar tot hele mooie zaken kunnen komen.’
Onderwijs kan laten zien dat we in verbinding met elkaar tot hele mooie zaken kunnen komen.''
Ze zou het ook graag – i.p.v. over leerachterstanden of ongelijke kansen - over de kracht van kinderen willen hebben. ‘De krachten die kinderen al hebben, die laten benutten en daar meer ondersteuning of sturing aan geven. We kunnen er nog veel meer uithalen wat erin zit. Ik heb nu een paar WCD-bijeenkomsten bijgewoond die gericht waren op leiderschap. Dat geeft mij inhoud en basis om over na te denken. Er zijn zoveel dimensies van de mensen. Dat geeft toch meer houvast. We zitten nog heel erg aan het begin natuurlijk. Maar ik hoop dat we het heel goed kunnen verankeren in de school. Zodat, als de groep die er nu zit opeens weg is, dat het ook gewoon doorgaat. Ik denk dat zo’n traject daar goed bij kan helpen.’
De school is geliefd bij leerlingen en de leraren komen met plezier naar hun werk. ‘Wat wij hier doen, is echt prachtig onderwijs maken. Natuurlijk maken we fouten en niet alles gaat 100 procent. Maar wat we doen, dat je wil dat kinderen ontwikkelen en groeien, dat klopt gewoon. En soms, ja soms word je er ook wel eens moe van dat je een vernieuwingsschool bent en weer alles moet uitleggen, dat je al die vragen moet beantwoorden. Ik kan ze beantwoorden. Natuurlijk. Maar dan denk ik: stel die vragen ook eens in het traditionele onderwijs. Het is niet zo dat we het nu al 150 jaar goed doen. En het is ook niet zo dat wij zeggen dat het al 150 jaar slecht is. Want dat is het ook niet. Maar dat we met elkaar gaan kijken naar hoe het anders kan, wat anders zou moeten en wat beter kan, dat zou wel een mooi (open) gesprek zijn.’
Redactie: Rob van der Poel
Reacties