Op zoek naar de ziel van het onderwijs
4 november 2022
Aan de Thomas More Hogeschool in Rotterdam huist het lectoraat Professionaliseren met hart en ziel - een onderzoeksgroep onder leiding van Hester IJsseling, bestaande uit leraren en lerarenopleiders. Samen zijn zij op zoek naar de pedagogische dimensie van de onderwijspraktijk – ook wel, de ‘ziel’ van het onderwijs. Wat verstaan ze daaronder en wat vraagt dat van hen?
De onderwijspraktijk kent allerlei formele structuren en modellen die houvast geven, maar in de ervaring van alledag gebeuren aldoor dingen die onze plannen doorkruisen. Die gebeurtenissen plaatsen leraren voor de vraag: wat ga jij doen? Ze confronteren je met je uniciteit en onvervangbaarheid, als leraar en als mens. Een belangrijk aspect van pedagogische professionaliteit lijkt het vermogen af te stemmen en in te spelen op het onverwachte. In die context spreken we van een pedagogiek van onderbreking en verbinding. De komende weken tot aan de kerstvakantie geven we in een serie blogs een inkijkje in wat ons als onderzoekers aan het hart gaat.
Hester IJsseling leidt vandaag de blogserie in.
Op zoek naar de ziel van het onderwijs
Waarom doen mensen eigenlijk onderzoek, aan een beroepsopleiding voor toekomstige leraren? Nou ja, waarschijnlijk omdat er in de praktijk van het onderwijs weliswaar allerlei mooie dingen gebeuren, maar er toch ook wel een hoop zorgen en moeilijkheden zijn. Kansenongelijkheid, gedragsproblematiek, pesterij, faalangst, stress, achterblijvende resultaten op basisvaardigheden, maatschappelijke controverse die de school binnendringt, ziekte en dood, kortom, de slagen van het lot.
Onderzoekers bedenken structuren en instrumenten om de ingewikkeldheden waar leraren in de onderwijspraktijk mee te maken krijgen, hanteerbaar te maken en de praktijk te verbeteren. Ze maken van alles wat er in de wereld te vinden is een selectie van dingen die jonge mensen toch minstens zouden moeten leren. Ze zoeken uit hoe je die dingen op zo’n manier kunt aanbieden dat de kans het grootst is dat het aankomt en beklijft. Dat is voor elk kind weer anders, dus delen ze leerlingen in in types met bepaalde kenmerken en eigenschappen, zodat leraren niet bij elk kind weer opnieuw hoeven uit te vinden wat ze te doen staat.
Heel knap bedacht allemaal en behulpzaam bij het hanteerbaar maken van een complexe praktijk. Maar we moeten voortdurend oppassen dat de bedachte structuren de boel niet zo vastzetten, dat het leven verdwijnt uit wat we met elkaar aan het doen zijn. Gelijke kansen, welbevinden, burgerschapsvorming, ADHD, de Staat van het Onderwijs – woorden die verwijzen naar wezenlijke dingen, maar voor je het weet zijn het holle frasen geworden; kale botten waar het leven uit verdwenen is.
Wat ons bezighoudt, is de vraag: hoe kunnen we het verhaal van de onderwijspraktijk zó vertellen, dat ze blijft ademen? We willen op zo’n manier de onderwijspraktijk benaderen, dat onze onderzoeksverhalen leraren ondersteunen en versterken in hun handelen, niet door verdedigingsmuren op te trekken, maar zo, dat het besef levend blijft dat het altijd allemaal ingewikkelder is. Zo, dat leraren en ook andere mensen die zich met het onderwijs bemoeien, daar voeling mee houden.
Achter de cijfers en grafieken van de Staat van het Onderwijs gaat een oceaan van verhalen schuil. In elk van die verhalen probeert een leraar een kind op weg te helpen in de wereld, in het besef dat hij als het erop aankomt niet de controle heeft over wat er gebeurt.
Achter het label ‘selectief mutisme’ gaat een complex verhaal schuil van een leraar die probeert contact te maken met een kind dat niet met ‘m wil praten.
De schema’s van de zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan, de behoeftenpiramide van Maslow, de fasen van groepsvorming, de basisemoties boos/blij/bang/verdrietig, en al die andere theoretische modellen waar leraren naar verwijzen om hun handelen te verantwoorden, gaan terug op ervaringen waarin allerlei wezenlijke dingen gebeuren die door die schema’s buiten beeld geduwd worden.
Labels, cijfers en modellen zijn niet meer dan handzame afkortingen voor een wereld die daaraan voorafgaat. In de praktijk van alledag breken voortdurend allerlei gebeurtenissen door de ordeningen heen. Het is in die weerbarstige werkelijkheid dat leraren werken, en voor de uitoefening van hun beroep hebben ze boven alles ruimte nodig om voeling te krijgen en te houden met wat er gebeurt, juist ook met de dingen die wetenschappers er meestal uitfilteren als ruis of bijzaak.
We proberen verhalen te vertellen waarin we kunnen koesteren wat het voor iets is, wat tussen alle structuren en instrumenten doorbreekt. Vormen te bedenken die ruimte openhouden waarin onverwacht en onbeheersbaar kan gebeuren wat niemand had kunnen bedenken of op het programma zetten. We willen het niet vastprikken op een speld, waardoor het toch weer zou ontsnappen, maar het uitzicht verruimen. Dat is waarom wij onderzoek doen.
De serie
Lees hier alle zes de afleveringen van de serie:
1. ‘Ik heb CITO rekenen en begrijpend lezen verpest. Ik heb gefaald.’ – Haitske de Visser
2. Ervaring vormt – Jos van den Brand
3. Verdriet op het schoolplein – Laura de Ridder
4. Professionaliseren met een hart in tweestrijd – Pieter Boshuizen
5. Een woordeloze ontmoeting - Jeannette Benschop
6. Verbindend gezag - Marjon de Boer - Bruggink
--
Deze blogserie is een bijdrage van het lectoraat Professionaliseren met hart en ziel, een onderzoeksgroep onder leiding van Hester IJsseling, bestaande uit leraren en lerarenopleiders. Samen zijn wij op zoek naar de pedagogische dimensie van de onderwijspraktijk – ook wel, de ‘ziel’ van het onderwijs. Wat verstaan we daaronder en wat vraagt die van ons? De onderwijspraktijk kent allerlei formele structuren en modellen die houvast en overzicht geven, maar in de ervaring van alledag gebeuren aldoor dingen die onze plannen doorkruisen. Die gebeurtenissen plaatsen leraren voor de vraag: wat ga jij doen? Ze confronteren je met je uniciteit en onvervangbaarheid, als leraar en als mens. Een belangrijk aspect van pedagogische professionaliteit lijkt het vermogen af te stemmen en in te spelen op het onverwachte en onbeheersbare. In die context spreken we van een pedagogiek van onderbreking en verbinding. De komende weken geven we in een serie blogs een inkijkje in wat ons als onderzoekers aan het hart gaat.
Hester IJsseling is lector ‘Professionaliseren met hart en ziel, samen leren en samenleven in een wereldstad’ aan de Thomas More Hogeschool in Rotterdam. Deze blogserie kan ook gevolgd worden via de website van de hogeschool.
Reacties