Ontvankelijk leren als antwoord op artificiële intelligentie – Het menselijk bewustzijn is niet sneller, maar rijker
5 juni 2025
Kunstmatige intelligentie ontwikkelt zich met een snelheid die onze onderwijssystemen inhaalt. Wat gisteren nog ondenkbaar leek — taalmodellen die examens schrijven, essays genereren of complexe diagnoses stellen — is vandaag de realiteit. Volgens voorspellingen zal AI binnen enkele jaren een groot deel van de cognitieve taken die wij als typisch menselijk beschouwen, beter en efficiënter kunnen uitvoeren. Daarmee komt een fundamentele vraag op tafel: waarvoor leiden we onze kinderen nog op? Wat in elk geval nodig is, is de herwaardering voor het begrip ‘ontvankelijkheid’, waarbij de leerling en de leraar openstaan voor wat zich aandient.
In een wereld waarin kennis op elk moment beschikbaar is, waarin systemen in fracties van seconden toegang bieden tot vrijwel alle informatie, wordt het traditionele onderwijsmodel — waarin kennisoverdracht centraal staat — diepgaand ondermijnd. Jongeren voelen het intuïtief: waarom zou ik mij inspannen voor iets wat een machine beter kan? Waarom moet ik informatie leren die altijd binnen handbereik ligt?
Het klassieke antwoord — dat onderwijs meer is dan kennis alleen — blijft steken zolang we blijven denken in termen van beheersing: studievaardigheden, metacognitie, kritisch denken. Ook dát zal AI kunnen. Wat nodig is, is geen uitbreiding van het bestaande model, maar een transformatie. En die transformatie begint met een herwaardering van iets wat we grotendeels vergeten zijn: ontvankelijkheid.
Van weten naar betekenis
Binnen het paradigma van ontvankelijk leren is kennis geen bezit, maar een ontsluiting. Leren is geen proces van programmeren, maar van resoneren. Het vraagt niet om beheersen, maar om afstemmen op wat zich aandient. In plaats van een leerling te zien als een leeg vat dat gevuld moet worden met leerstof, beschouwt ontvankelijk leren de leerling als een open veld waarin iets oplicht — iets dat zich laat horen, voelen, begrijpen. Dat vraagt om een radicaal andere houding van de leraar: niet de zender van kennis, maar de hoeder van ruimte.
Wanneer kunstmatige intelligentie sneller en vollediger toegang heeft tot verbanden dan de mens, wordt duidelijk wat technologie niet kan: ervaren, duiden, bevragen, belichaamd betekenis geven. Het menselijk bewustzijn is niet sneller, maar rijker. Het kan verbanden niet alleen herkennen, maar ook voelen. En precies dát moeten we leren koesteren.
De mens als resonantiepunt
Binnen mijn model is bewustzijn niet het product van het brein, maar het resultaat van een resonantie met een universeel veld van betekenis. Dat veld is niet maakbaar, niet beheersbaar, maar ontvouwt zich waar de juiste constellatie ontstaat. In het onderwijs betekent dat: we kunnen betekenis niet afdwingen, maar wél ruimte maken waarin zij zich kan tonen. Dat is de kern van ontvankelijk leren.
Juist nu AI de cognitieve taak van ordening en toegang overneemt, groeit het belang van de menselijke capaciteit tot afstemming. De leerling van morgen moet niet per se alles weten — maar leren ervaren wat betekenis heeft. Hij moet niet alles onthouden — maar leren herkennen wat resoneert. De toekomst vraagt dus niet om hardere cijfers, snellere rekentoetsen of efficiëntere leerroutes, maar om onderwijs dat leerlingen helpt te vertragen, te voelen, en zich te openen voor wat werkelijk telt.
AI als aanleiding tot dieper onderwijs
Dat AI beter kan rekenen, samenvatten, analyseren en redeneren dan wij, is geen bedreiging — tenzij we blijven denken dat onderwijs over die vaardigheden moet gaan. Dan zijn we bezig met een wedloop die we gegarandeerd verliezen. Maar als we erkennen dat onderwijs in essentie over mens-zijn gaat, over verhouding tot de wereld, tot elkaar, en tot het onzegbare — dan blijkt AI geen bedreiging, maar een katalysator. Niet om slimmer te worden, maar om anders te leren kijken.
AI maakt duidelijk dat informatie overvloedig is, maar betekenis schaars. Dat gegevens onuitputtelijk zijn, maar dat inzicht zeldzaam is. En dat leerlingen niet voorbereid moeten worden op een toekomst waarin ze informatie reproduceren, maar op een wereld waarin ze betekenis herkennen, interpreteren en bewaken. Dat vraagt om onderwijs waarin leerlingen zichzelf leren horen — en het veld waarin zij leven.
Ontvankelijk leren als nieuw paradigma
Daarom stel ik: ontvankelijk leren is niet slechts een mooie aanvulling op bestaande modellen. Het is geen vernieuwing, maar een noodzakelijke paradigmawisseling. Het is het enige houdbare antwoord op een wereld waarin alles te weten is, maar weinig nog wordt doorvoeld. Waarin alles toegankelijk is, maar weinig nog werkelijk wordt gehoord.
In een tijd waarin kunstmatige intelligentie ons uitnodigt tot technologische versnelling, is het onderwijs geroepen tot innerlijke vertraging. Tot het scheppen van ritme, ruimte en relatie. Tot het oefenen in wachten, luisteren en waarnemen. Ontvankelijk leren is het leren van de toekomst — niet omdat het modern is, maar omdat het menselijk is. Omdat het ruimte laat voor dat wat zich niet laat berekenen, maar zich wel laat ervaren.
Laat dat de opdracht zijn aan ons onderwijs: niet om slimmer te zijn dan de machine, maar om meer mens te zijn dan ooit.
Marc Cornelisse studeerde natuurkunde en verdiepte zich daarnaast meerdere jaren intensief in de filosofie. Hij werkte als docent natuurkunde en als rector van een middelbare school. Hij publiceerde onlangs een boek over ontvankelijk leren, waar je hier meer over kunt lezen.
Reacties