School in wording: ‘Misschien is onderwijs een plek waar we niet moeten doen alsof we weten hoe het gaat lopen.’
18 december 2025
UiterWaarden – een school in wording – presenteert zich niet als blauwdruk of als een nieuw format. Het is eerder een ruimte waarin een poging wordt gedaan – elke dag opnieuw – om onderwijs te verbinden aan eigen en gezamenlijke ontwikkeling, aan het hier en nu en wat er leeft in de binnen- én in de buitenwereld. En dat laat zich niet voorspellen. Of, zoals initiatiefneemster Ninke Beunk het verwoordt: ‘Misschien is onderwijs een plek waar we niet moeten doen alsof we weten hoe het gaat lopen.’ Rob van der Poel nam een kijkje op een informatieavond, op de Brink 64a, in hartje Deventer.
‘Het is hier niet ver vandaan,' vertelt Ninke als we vanuit haar huis richting het tijdelijke onderkomen van UiterWaarden lopen. Een kwartiertje later staan we voor een prachtig monumentaal pand en oud bankgebouw, aan het centrale historische plein in de Overijsselse stad. De ruimte is door een van de vele steunbetuigers van de school in wording sinds augustus in bruikleen gegeven. De laatste maanden houden Ninke en de kerngroep er niet alleen kantoor, maar is het ook een warme ontvangstruimte. Zelfs het dikke tapijt is geschonken. ‘Naast onze infoavonden, waarvan we er al een aantal hebben gehad, is hier elke vrijdagmorgen een koffie-inloop.’
Voor het pand is de zichtbaarheid van UiterWaarden, dé nieuwe middelbare school van Deventer, niet te missen. De vlaggen wapperen aan de gevel, ook op deze wat donkere decemberavond. ‘We zijn al bijna vier jaar bezig’, vertelt Ninke, ‘onze website had in oktober en november gemiddeld 25.000 unieke bezoekers. Maar deze plek helpt natuurlijk ook weer extra om ervoor te zorgen dat we in de zomer van 2026 kunnen starten.’ Daarvoor zijn er 50, liefst 75 leerlingen nodig, zo heeft ze aangegeven. Twee of drie groepen eerstejaars, misschien nog een vierdejaars daarbij.
UiterWaarden wil een brede school worden en heeft zich zo ook al voorbereid. Voor havo is er inmiddels op basis van steunbetuigingen (ruim 500) en beleidsstukken (250.000 woorden) een licentie verkregen en vwo is bijna binnen. ‘Maar die mavo gaat er ook komen, er zijn daarvoor nog eens 200 steunbetuigingen nodig,’ zegt Wim den Blanken. Hij is het kernteam per september als kwartiermaker komen versterken en heeft ook al eerder twee middelbare scholen mee helpen starten. 'Zeker als de gemeente ook het schoolgebouw heeft toegewezen en ouders en kinderen zien waar ze terechtkomen, is dat een kwestie van tijd,' denkt Wim.

Onderwijslandschap
Deventer kent een bijzonder onderwijslandschap. Al 25 jaar valt het voortgezet onderwijs er onder één bestuur. Dat zorgt voor samenhang, maar heeft ook een keerzijde: er is in de stad slechts één havo/vwo-bovenbouwlocatie. Leerlingen van alle onderbouwscholen – ongeacht pedagogische signatuur – moeten na de derde klas uitstromen naar die ene plek.
In 2018 startte in Deventer Leerroute Het Corberic, een middelbare vrijeschool die voortkwam uit een ouderinitiatief waar ook Ninke Beunk en Wim den Blanken vanaf het begin zelf nauw bij betrokken waren. Ze werkten mee aan de oprichting, werden docent en uiteindelijk teamleider. De school groeide snel: van tachtig naar vierhonderd leerlingen in vier jaar tijd. Een volgende stap lag dus voor de hand: een bovenbouw, zodat leerlingen hun schoolloopbaan op één plek konden afronden.
Die gebeurde niet. Ondanks de groei en het draagvlak besloot het bestuur geen bovenbouw toe te staan. Daarmee werd pijnlijk zichtbaar wat het Deventer model in de praktijk betekende: ook vernieuwende scholen bleven ondergeschikt aan een centrale structuur. Leerlingen moesten alsnog uitstromen, weg uit een pedagogische omgeving waarin zij juist tot bloei kwamen.
Voor Ninke – zelf moeder van twee opgroeiende kinderen, waarvan één op die school zat – was dat een breekpunt. In 2022 diende zij haar ontslag in. ‘Ik heb toen ook gezegd,’ vertelt ze, ‘dat ze niet vreemd moesten staan kijken als er een nieuw initiatief zou ontstaan.’ Dat kreeg snel vorm, in een klein gezelschap. Met nog drie ouders – Michiel Miedema, Dirk Gilissen en Kristiaan Kamerling – begon het avontuur. De vier deelden eenzelfde frustratie, maar brachten verschillende expertises mee. Ninke was degene met een brede onderwijskundige achtergrond, de anderen hadden hun wortels in management, vastgoed, ambachten en ICT. Wat begon als het verlangen naar een bovenbouw, groeide in korte tijd uit tot een grotere vraag: Als je opnieuw begint, hoe zou onderwijs er dan eigenlijk uit moeten zien?
Ik heb toen ook gezegd dat ze niet vreemd moesten staan kijken als er een nieuw initiatief zou ontstaan.’
De weg van Ninke
De ontwikkeling van UiterWaarden is verweven met de weg die Ninke Beunk zelf heeft afgelegd. Niet omdat het ‘haar’ school is, maar omdat hier zichtbaar wordt hoe professionele ervaring, persoonlijke biografie en pedagogische overtuiging samenkomen. Ninke genoot als kind zelf vrijeschoolonderwijs, al moest ze er dagelijks liefst vijf uur voor reizen. Ze herinnert zich het werken met materiaal, het uithouden van weerstand, het leren door te doen en het te ervaren, te belichamen. Niet alles was altijd prettig, bekent ze, maar veel bleek later van blijvende waarde. ‘Dat koperen bakje waar je wekenlang op moest slaan,’ zegt ze. ‘Ik wilde het soms door het lokaal gooien. Maar het staat hier nog steeds. Omdat ik er trots op ben.’ Die ervaring – dat ontwikkeling tijd vraagt en niet altijd comfortabel is – vormt een belangrijke onderstroom in haar denken over onderwijs.
Haar onderwijsloopbaan zette Ninke vervolgens voort in uiteenlopende functies en rollen: ze was ondernemer, docent, schoolleider, projectleider en in meer recente tijden ook curriculum- en beleidsmaker. De laatste jaren deed ze de master Educational Leadership, werkte ze landelijk aan praktijkgericht onderwijs en burgerschap binnen het vrijeschoolonderwijs en begeleidde ze professionals op verschillende plekken in het land. Daardoor kreeg ze niet alleen zicht op wat onderwijs kan zijn, maar ook op waar het soms op vastloopt.
Maar, zo bekent ze, het vuur en de vasthoudendheid om UiterWaarden geboren te laten worden, komt misschien juist wel door de kracht die ze uit tegenslagen in haar persoonlijke leven heeft gehaald. Ze was tien jaar alleenstaande moeder, combineerde studie, werk en zorg en leerde wat het betekent om het ergens in ‘uit te houden’ wanneer het niet vanzelf gaat. Wilskracht en tegelijk een open aanwezigheid betrachten zijn in Ninke’s bestaan geen abstracte begrippen, maar doorleefde ervaringen. ‘Ik ben nog steeds een idealist,’ weet ze, ‘iemand ook die niet meer loslaat of opgeeft als ik voel dat iets klopt.’
Ik ben nog steeds een idealist. Iemand ook die niet meer loslaat of opgeeft als ik voel dat iets klopt.’
Van initiatief naar heroriëntatie
UiterWaarden - zo blijkt ook uit de missie en visie - zal geen school zijn die een bestaand concept kopieert. Er zijn herkenbare invloeden - uit het vrijeschoolonderwijs, montessori, dalton, agora en jenaplan - maar die worden niet een-op-een overgenomen. Ze spreekt daarom eerder over blenden dan over implementatie van de verschillende stromingen. De kern van UiterWaarden ligt, als ik haar goed beluister, eerder in een heroriëntatie op onderwijs en leren.
Centraal staat de keuze om leerlingen langer bij elkaar te houden, van brugklas tot examen, ongeacht niveau. Niet om verschillen te ontkennen, maar om ontwikkeling de tijd te geven. Door het onderwijs zo in te richten dat alle vakken en profielen langer samen worden aangeboden, krijgen leerlingen ruimte om te ontdekken waar hun interesses en mogelijkheden liggen, vóórdat ze moeten kiezen. ‘In de praktijk zullen leerlingen pas in het voorlaatste examenjaar moeten kiezen.’
Daaruit volgt een andere organisatie van leren. Niet het vak als vertrekpunt, maar de leefwereld. Niet losse lessen, maar leergebieden waarin vakken samenwerken. Niet incidentele projecten, maar een structurele verbinding met de wereld buiten de school. ‘De wereld doet hier altijd mee,’ zegt Ninke. ‘Elke dag.’
UiterWaarden wil geen onderwijs zijn dat leerlingen voorbereidt op een leven dat later begint, maar een school waar leren nu al betekenisvol is, juist doordat het ergens over zal gaan, iets ertoe doet en leerlingen verbonden zijn of worden met de omgeving waarin ze zelf leven. Ook het dagritme is daar een uitdrukking van. Leerlingen starten later dan waar dan ook, omdat de docenten beginnen met ‘teamtijd’, anderhalf uur lang: ontwikkelen, ontwerpen en samen inchecken bij elkaar, naar wat er nodig is, ook voor de kinderen, nog vóórdat hun schooldag begint. Daarna volgen drie lesblokken van 105 minuten, waarin rust, samenhang en betekenis centraal staan.
UiterWaarden wil geen onderwijs zijn dat leerlingen voorbereidt op een leven dat later begint, maar een school waar leren nu al betekenisvol is

Altijd weer spannend
Op deze ingelaste infoavond verwelkomt UiterWaarden – zo zal blijken – een kleine twintig nieuw geïnteresseerden, waaronder ook acht kinderen. Er liggen folders, er is een eigen magazine en ik zie QR-codes om eventueel een donatie te doen. Ook de koffie en thee zijn inmiddels door Kristiaan en zijn zoon Sepp klaargezet. Ninke bekent een beetje nerveus te zijn, al staat Wim aan haar zijde. ‘Al heb je nog zolang in het onderwijs gezeten, met een nieuwe onbekende groep is het altijd weer spannend.’
Aan de muur hangen sfeerdragende portretten van oude en jonge mensen, die nog uit een vorig professioneel leven afkomstig zijn. ‘Ik was grafisch vormgever en zat in de analoge fotografie. Dit komt uit een expositie van alweer 25 jaar terug. Het zijn allemaal mensen uit Deventer, dus ergens hoop ik dat iemand hier binnenloopt en zichzelf herkent.’
Ninke leidt de avond in, met een powerpoint op de achtergrond. Al snel maakt ze duidelijk dat ze niet wil zenden, maar vooral benieuwd zijn naar de vragen van ouders en van de kinderen. Er leeft aan die kant een zorg over de druk en de stress die het huidige onderwijssysteem met zich meebrengt. Hoe gaan jullie met toetsen om? En wat is er – naast de wettelijke eisen en kerndoelen – nog mogelijk? Ninke en Wim stellen vooral gerust. ‘Er wordt getoetst, maar niet – ik chargeer – vijf keer per week. Er is een leerlingvolgsysteem, Edulas, waarmee we heel goed kunnen volgen waar leerlingen staan en waarmee we heel veel van die stress weg kunnen halen.’
Er is een leerlingvolgsysteem, Edulas, waarmee we heel goed kunnen volgen waar leerlingen staan en waarmee we heel veel van die stress weg kunnen halen.’
Ook Ninke benadrukt dat er met de nieuwe set aan kerndoelen veel meer ruimte is gekomen voor een brede ontwikkeling en dat er veel meer gekeken wordt naar meer dan alleen maar het reproduceren van kennis op elk vakgebied. ‘Daar is echt wel beweging en verschuiving in gekomen. De huidige kerndoelen laten zich juist prachtig lenen voor ons onderwijsconcept, omdat het veel meer geïntegreerd kan worden. Een vak als Nederlands moet niet een los vak zijn, maar overal een plek krijgen. En die verschuiving biedt kansen, juist voor UIterWaarden, omdat wij alles nu aan het opbouwen zijn.’
Thema’s en leergebieden
In twee eerdere gesprekken die ik met Ninke voerde heeft ze me uitgebreid verteld over het curriculum van UiterWaarden. Dat is opgebouwd rond vijf jaarthema’s: Duurzaamheid & klimaat, Universum, Digitale samenleving, Maatschappelijke betrokkenheid en een vijfde thema waarin persoonsvorming en oriëntatie samenkomen. Deze thema’s keren elk schooljaar terug, steeds in een andere gedaante en met toenemende complexiteit.
De school werkt daarnaast met modules van drie weken. Elk thema komt drie keer per jaar terug, zodat leerlingen laag voor laag begrip opbouwen. Wat in een eerste jaar nog verkennend is, wordt later analytischer, specifieker en meer verdiepend. Die cyclische opbouw is bewust gekozen. Leren krijgt zo samenhang en geheugen, in plaats van versnippering.
Vanuit haar thematische structuur werkt UiterWaarden met leergebied-onderwijs. Vakken blijven bestaan, maar functioneren niet als losstaande eilanden. In leergebieden werken een aantal vakken samen rond (gezamenlijke) vragen of onderzoek, vaak in verbinding met de wereld buiten school. Ninke geeft een voorbeeld: ‘In een periode over sterrenkunde onderzoeken leerlingen niet alleen vragen als: hoe zou leven op Mars eruit kunnen zien? Maar ook alle andere vragen die hierover gesteld kunnen worden. Hoe kom je daar? Waar moet een raket aan voldoen? Waar moeten bewoners aan voldoen, fysiek en fysiologisch, maar ook qua karakter en welzijn? En wat is daar weer voor nodig? Die vragen leiden langs vakken als natuurkunde, biologie, scheikunde, aardrijkskunde, taal en ethiek.’
De vragen leiden langs vakken als natuurkunde, biologie, scheikunde, aardrijkskunde, taal en ethiek.’
Dagritme
Leerlingen ontwerpen, onderzoeken, rekenen, schrijven en presenteren. Waar mogelijk worden gastsprekers betrokken of plekken buiten school bezocht. Het dagritme ondersteunt deze manier van werken. De schooldag start voor leerlingen om 9.45 uur. Er zijn twee leergebied-blokken. In het middenblok daartussen – het kompasblok – werken leerlingen aan hun eigen leerweg met hun eigen gids. Het is een rol met een andere betekenis dan van coach of mentor, vertelt Ninke. ‘Een gids staat dichterbij, doet meer mee. Drie keer per week bespreekt hij/zij waar een leerling staat, wat er nodig is en welke keuzes of stappen passen bij de gewenste voortgang: ondersteuningsuren, verdiepingslessen, facultatieve modules of persoonlijke trajecten.’
Maar, zo benadrukt Ninke, het uitgangspunt is op UiterWaarden niet alleen: waar heb je moeite mee? Maar ook: waar ben je goed in en hoe kun je daarin verder groeien? ‘Leerlingen komen juist in dat middenblok daarom ook kinderen van andere leeftijden tegen. Er zal veel meer door elkaar gaan lopen.’ Op de avond wordt een mogelijke samenwerking aangekondigd met het volwassenenonderwijs in de stad, zodat leerlingen op een hoger niveau deelcertificaten kunnen behalen. Dat perspectief wordt met blijdschap en enig ongeloof ontvangen door de aanwezige ouders.
Bovendien zal leren bij UiterWaarden niet alleen plaatsvinden binnen de muren van de school. De stad Deventer, de regio, de bedrijven, de instellingen, natuur en maatschappelijke organisaties maken deel uit van de lesomgeving en worden wederzijds aangesproken en betrokken. Leerlingen gaan eropuit, ontvangen professionals, werken aan echte vraagstukken en leren zich verhouden tot de wereld waarin zij leven. Dat raakt direct aan burgerschap, maar ook aan zingeving. Waarom leer je wat je leert? Wat heeft dit te maken met de wereld buiten de school? Met name het derde blok in de middag leent zich hier goed voor, meent Ninke. ‘In lijn met onder meer het vrijeschoolonderwijs zal er vooral later op de dag meer ruimte zijn voor praktisch, lichamelijk en ervaringsgericht werken. Als aanvulling op de theorie.’
Leerlingen gaan eropuit, ontvangen professionals, werken aan echte vraagstukken en leren zich verhouden tot de wereld waarin zij leven.
Wat dit vraagt van leraren?
Het onderwijs van UiterWaarden vraagt veel van leerlingen, maar minstens zoveel van leraren. Dat betekent dat ook aan die kant het eigen vakdenken naar de achtergrond moet verschuiven. ‘En dat is het allermoeilijkste,’ weet Ninke. ‘We hebben allemaal de neiging om steeds weer terug te vallen in hoe we het gewend zijn en hoe het systeem is ingericht, terwijl je dus andersom moet leren denken.’
In deze ontwerpfase geeft Ninke haar docenten – er zijn er inmiddels zes aangenomen voor een paar uur per week – bewust ook geen dichtgetimmerde opdrachten. Autonomie, eigenaarschap, gezamenlijkheid en vertrouwen zijn voorwaardelijk om dit onderwijs immers werkelijk te kunnen laten ontstaan. ‘Het is waar we leerlingen in willen sterken, maar evenzeer onderdeel van ons eigen leerproces, als volwassenen. Misschien zitten wij als docenten nog wel steviger in onze lesgeef- en kennisgroef.’
Nu is er nog de zoektocht naar een passende locatie. Die is natuurlijk van groot belang (‘Veel ouders kiezen pas als ze weten waar de school komt te staan’) en bepalend voor hoe het onderwijs zich straks verder kan ontvouwen en concretiseren. De plek moet ruimte bieden voor samenwerking, ontmoeting en beweging én voor verbinding met de omgeving. ‘Het is een verplichting aan de gemeente. Er worden drie opties onderzocht, waarvan we er één prima zouden vinden en een andere zelfs top. Hoe eerder wij iets weten, hoe beter. We hebben in een loods al veel spullen staan die we van andere scholen hebben kunnen overnemen. De draagkracht vanuit de gemeenschap en de omgeving is al heel groot.’
We hebben in een loods al veel spullen staan die we van andere scholen hebben kunnen overnemen. De draagkracht vanuit de gemeenschap en de omgeving is al heel groot.’
Aanmeldingen
Na de landelijke aanmeldweek in maart zal duidelijk worden of UiterWaarden bestaansrecht heeft. Al is Ninke optimistisch: ‘Op zo’n infoavond als deze krijg je alleen een verhaal te horen. Maar we hebben al meer dan 200 kinderen gehad op onze UiterWaarden-middagen, waarin er lesjes worden gegeven en kinderen met onze docenten te maken krijgen. Die middagen blijven we ook de komende maanden aanbieden. Uit een eerste peiling – waarop in eerste instantie nog maar een kwart heeft gereageerd – blijkt dat de helft daarvan zich zeker zal aanmelden. Dus daarmee zijn we al aardig op weg.’
Toch zal de spanning voor die tijd zeker niet uit de lucht zijn, al is Ninke door alle hobbels en onverwachte wendingen wel iets gewend. ‘Soms word ik wakker en denk ik: waar ben ik aan begonnen? Maar omdat het ideaal me niet loslaat en omdat steeds meer mensen zich erin herkennen en waardering geven voor wat er aan het gebeuren is, gaan we door. Het zijn die onverwachte ontmoetingen en cadeautjes waar ik uiteindelijk ook mijn energie uit haal.’
Er zijn nog veel vragen die in de toekomst beantwoord gaan worden en invulling krijgen, weet Ninke. ‘Maar dat is misschien juist de bedoeling van ons werk,’ vertelt Ninke. ‘Wij gaan voor goed onderwijs. En natuurlijk willen wij ons ook verantwoorden naar de inspectie en de ouders toe. We zijn immers een bekostigde school. We werken met onze leerlingen naar een diploma toe. Dat beloven we en daarvoor gaan we samen hard aan de slag. Maar er zijn vele manieren om ergens te komen. En misschien is onderwijs een plek waar we niet moeten doen alsof we al weten hoe het gaat lopen. Laten we onszelf voor die ruimte openstellen en die weg zelf en samen blijven verkennen.’
Reacties