Einde van het jaar, prikkelend essay van Floor: 'De zwarte zwanen vliegen ons om de oren.'
16 december 2024
Floor Basten prikkelt en schudt op. Ze begeleidt dit essay voor onderwijs met een waarschuwing: de nu volgende tekst kan schokkende beelden bevatten!! Vanaf haar promotieonderzoek, dat ze in 2000 afrondde, interesseert Floor zich voor relaties tussen wereldbeelden en hoe we in het onderwijs jonge mensen hierin inleiden. Gaandeweg dringt door dat dit misschien niet relevant meer is. Het gaat niet om variatie in onderwijs, het vraagstuk is veel meer: welk wereldbeeld leidt tot de variant school? Op haar woorden, gedachten en voorstellen mogen wij de stillere weken rustig kauwen. Reacties, aanvullingen en eigen ingevingen worden zeer gewaardeerd.
Floor schreef deze tekst als voorbespiegelend 'stukje' over het thema van de masterclass van NSO-CNA op 18 december: 'Onderwijs voor een ongekende toekomst' van Govert de Vrieze. Ook zijn artikelen vind je terug op dit platform.
Vrouw Poels uit Horst is naar de Ouderdag op de kazerne in Blerick geweest. Vraagt de buurvouw hoe het daar nou was.“Geweldig. Zo’n schone kanonnen hebben ze daar. En van die grote vrachtauto’s. En dan allemaal die soldaten in de parade. Geweldig en toch ook jammer.”“Hoe zo jammer?”“Nou, ze liepen allemaal uit de pas behalve onze Handrie.”
Bovenstaand grapje uit Lachend laefs ze langer (Lachend leef je langer), het moppenboekje dat mijn vader begin jaren 80 schreef, toont hoe liefde blind maakt. Laten we het als symbool nemen voor de moeite die het kost om eerlijk te kijken naar waar we aan gehecht zijn. Dat geldt niet alleen voor onze naaste familie en vrienden, maar ook voor onze opvattingen over de wereld en onze plek daarin. Over hoe alles geordend is en de rechtvaardigheid waarmee dit gebeurt. We hebben allemaal een Handrie die we koesteren. Vooral omdat onze Handrie van eigen makelij is. Je zou het ons collectieve zelfbeeld kunnen noemen dat richting geeft aan ons handelen.
Amitav Ghosh daagt ons uit om deze Handrie in de ogen te kijken en er daarna afscheid van te nemen. Hij baseert dit in zijn lezing bij het recent in ontvangst nemen van de Erasmusprijs 2024 op een aforisme van Antonio Gramsci: “De oude wereld sterft, de nieuwe wereld worstelt om geboren te worden; dit is de tijd van monsters” – en ‘onze Handrie’ is zo’n monster.
Juggernaut
Begin jaren 90 duidde Anthony Giddens onze laatmoderne tijd als juggernaut. In de popcultuur anno nu is dit een monster uit een Marvelfilm, maar de oorsprong is een ouder beeld dat de Engelsen meenamen uit hun destijds kolonie India. Het is een verbastering van Jagannath, een belangrijke hindoegod wiens beeld op grote karren in processies werd rondgetrokken. Door hun omvang en gewicht waren deze logge tempelkarren moeilijk te stoppen of bij te sturen als ze eenmaal in beweging waren. Vandaar dit tijdsbeeld volgens Giddens: de juggernaut als autonoom geworden, niets en niemand ontziende, verwoestende en onbeheersbare kracht.
Giddens noemde moderniteit een runaway world met grote schaalsprongen in tempo, reikwijdte en impact van systeemveranderingen. De systemen waar hij op doelde waren kapitalisme, industrialisering, surveillance en militaire macht. Het is lastig om hem drie decennia later op hoofdlijnen geen gelijk te geven in zijn analyse. Toch is dat nog niet eens alles, aldus Ghosh.
Ontsporing
'Onze Handrie' is als Westers zelfbeeld ontsproten uit de Verlichting. Daarbij is rijkelijk geput uit antieke Griekse filosofen die - als we Angela Saini in De patriarchen mogen geloven - ten diepste uitgingen van natuurlijke en daardoor ook maatschappelijke ongelijkheid in de wereld zijn. Ook is toen het dualisme als grondvorm voor het maken van onderscheid als wet aangenomen, waardoor niet alleen alles gezien werd in tegenstellingen (of-of), maar elke tegenstelling tevens een geprivilegieerde pool had: geest boven lichaam, man boven vrouw, wit boven zwart, feit boven waarde, mens boven natuur. Dit conglomeraat van boven-polen is uitgegroeid tot het monster-der-moderniteit waar Ghosh het bij monde van Gramsci over had: de herschepping van de wereld naar dat witte zelfbeeld van de superieure mensenheld.
Onze Handrie' is als Westers zelfbeeld ontsproten uit de Verlichting. Daarbij is rijkelijk geput uit antieke Griekse filosofen die ten diepste uitgingen van natuurlijke en daardoor ook maatschappelijke ongelijkheid in de wereld zijn.
Waar vrouw Poels haar jeugdige Handrie nog in looptempo zag, begon Giddens te ontwaren dat hij op hol sloeg en is hij volgens Ghosh inmiddels volkomen ontspoord, doordat niet alleen onze sociale systemen uit de hand zijn gelopen, maar ook – en daardoor – de earth systems die tot voor kort het voor ons zo gunstige klimaat van het Holoceen in balans hielden. Het Antropoceen - laten we 'volwassen Handrie' zo maar even noemen - introduceert verschijnselen die voor de moderne mens nog niet te bevatten en ondenkbaar zijn. De zwarte zwanen vliegen ons om de oren.
Een gebeurtenis die niemand zag aankomen en daardoor enorme impact heeft, zo omschrijft Nassim Nicholas Taleb een zwarte zwaan. Pas achteraf kunnen we de escalatie reconstrueren, en dan nog maar deels. Bron van zwarte zwanen is onze blinde vlek voor het absurde, of beter gezegd: de verbanning daarvan uit het beleidsterrein naar het culturele domein, waar Juggernaut gewoon een personage in het superheldengenre is. Het beleidsterrein gaat uit van mathematische rationaliteit en een klinische ‘als dit dan dat’ planmatigheid. Volgens Taleb leidt dit tot tunnelvisie en misplaatst vertrouwen. Maar groeien zwarte zwanen echt alleen maar in die blinde vlekken en buiten onze bedoelingen, of vallen ze soms ook weg tegen de duistere kanten van Handrie?
Ondenkbaar, tot het gebeurde
De combinatie van bureaucratie, technologie, charisma en onverschilligheid maakte de Holocaust mogelijk. Ondenkbaar, tot het gebeurde. De Chinese jeugd keerde zich in de Culturele Revolutie gewelddadig tegen haar docenten en schoolleiders. Ondenkbaar, tot het gebeurde. Balkan, Rwanda, Cambodja. Ondenkbaar, tot het gebeurde. Yemen. Oekraïne. Gaza. De lijst lijkt eindeloos.
Het geweld lijkt niet te stoppen. En dan daarbij dus die heftige natuurrampen die bijdragen aan de ontwrichting. Ondenkbaar, toch gebeurt het en blijft het gebeuren. Meer dan de helft van de massa op onze planeet bestaat uit spullen. De dierlijke massa bestaat voor 36% uit mensen en 60% uit hun vee, de resterende 4% zijn in het wild levende dieren. Boven ons aardoppervlak hangt een drie meter dikke deken van PFAS en pesticiden, we krijgen ons plastic niet meer weggewerkt maar verdubbelen de productie, ons ruimte-afval stapelt zich op. We verkleinen de ruimte voor het leven en het is vaak niet eens per ongeluk dat we die ruimte onmogelijk voor het leven maken.
We verkleinen de ruimte voor het leven en het is vaak niet eens per ongeluk dat we die ruimte onmogelijk voor het leven maken.
Nobelprijswinnaar Nordhaus bepleit een opwarming van 4 graden, omdat dit economisch het beste rendement oplevert. Het instrument van de Verenigde Naties om maatregelen tegen klimaatverandering af te spreken, de Community of Parties (COP), is de laatste edities ingezet in olierijke landen, met oliesjeiks als voorzitter. Trump haalde de VS uit de COP 15 Parijsakkoorden, Bidden zette ze er weer in, Trump gaat ze er weer uithalen. Nederland schitterde de laatste klimaattop en biodiversiteitstop door afwezigheid. De schijn van schade als onhandige collateral damage valt zo wel wat weg, er wordt hier met zwarte zwanen gefokt. Ondenkbaar. Toch? Toch zie ik in mijn omgeving maar weinig mensen onrustig op hun stoel schuiven. (Eerder vinden ze dat ik het ben die doordraaft)
Onderwijs
Want is het wel zo ondenkbaar? “De minsheid líert neet” (de mensheid léért niet) was een gevleugelde uitspraak van mijn vader. Dat kon ik moeilijk verkroppen, want zou dat geweld tegen medemensen, tegen dieren, tegen de planeet dan echt niet te stoppen zijn? Zitten we dan in die necrofilische cluster fuck omdat we niet anders kunnen? Zelfs ik ben zo misantropisch niet. “Dich ein moppebook, ik ein proefschrif, dus wiesoë liert de minsheid neet?” (jij een moppenboek, ik een proefschrift, dus hoezo leert de mensheid niet?) wierp ik dan tegen, maar dat is natuurlijk alleen een valide weerwoord als leren en diploma’s daadwerkelijk iets met elkaar te maken hebben. Is dat wel zo?
In het prikkelende Education after the end of the world. How can education be viewed as a hyperobject? werken Nick Peim en Nicholas Stock uit hoe onderwijs zelf, als exponent van de moderniteit en vertaald naar het beeld in deze preflectie, inherent aan Handrie 'en dus onderdeel van het probleem is'.
Nick Peim en Nicholas Stock werken uit hoe onderwijs zelf, als exponent van de moderniteit en vertaald naar het beeld in deze preflectie - inherent aan Handrie - 'en dus onderdeel van het probleem is'.
Vanaf mijn promotieonderzoek interesseer ik me voor relaties tussen wereldbeelden en hoe we in het onderwijs jonge mensen hierin inleiden (chic gezegd: onto-didactische relaties). Maar gaandeweg drong tot me door, dat dit misschien niet het relevante vraagstuk, want niet het juiste niveau is. Het gaat niet om variatie in onderwijs, maar onderwijs als variant in intergenerationele samenwerking. Het vraagstuk is dus veel meer: welk wereldbeeld leidt tot de variant ‘school’?
School
Wij hebben in het Westen het leren, naar model van de antiek-Griekse scholè, gedelegeerd naar een eigen instituut. De scholè stelt lerenden tijdelijk vrij van de plichten en verantwoordelijkheden die horen bij het gaande houden van de gemeenschap, maar doet dat niet gratis: na scholing betaal je de maatschappelijke investering terug in de vorm van deelname aan de economie, als consument en op de arbeidsmarkt.
In Schooling the world wordt duidelijk wat daar de gevolgen van zijn. Deze film uit 2010 laat zien hoe de export van dit scholè-model via kolonisatie (en wat Ghosh voor latere navolging ‘autokolonisatie’ noemt) gemeenschappen ontwricht door de kinderen eruit te halen. De school was een actief ingezet instrument om ‘het inheemse’ uit te roeien, niet alleen door het monster-der-moderniteit via het curriculum uit te venten, maar bovenal door de intergenerationele gemeenschapsbanden te verwoesten. En als je er via dit frame van kolonisatie naar kijkt, dan zie je iets vergelijkbaars binnen de destijds/voorheen koloniserende mogendheden zelf ook.
Schooling the world - een film uit 2010 - laat zien hoe de export van dit scholè-model via kolonisatie gemeenschappen ontwricht door de kinderen eruit te halen.
Volgens de leertheorie van Gregory Bateson blinken we met volharden in het scholè-model uit in single loop learning: beter worden in hetzelfde. Daardoor zijn we 'ondenkbaar' misschien met 'onwaarschijnlijk' gaan verwarren. Niet het leren waar mijn vader op doelde.
Bescherming
Waar ik hedendaagse pedagogen hoor zeggen dat dit 'via de school vrijgesteld zijn' een voorrecht voor kinderen is, opdat zij even beschermd zijn tegen de samenleving, lijkt het mij nog maar de vraag of alle kinderen dit zo ervaren. Want als er geen leerplicht zou zijn, zouden de scholen dan nog steeds vol zitten?
Belangrijker echter vind ik de vraag naar de validiteit van het model zelf. Het draagt blijkbaar zelf niet bij aan een veilige samenleving, anders zou op enig moment de behoefte aan die vrijstelling verdwenen moeten zijn. Wat is dan het nut van zo’n beschermde plek, als de samenleving later alle daar opgebouwde verwachtingen ongedaan maakt? En is de huidige toestand niet het bewijs van de medeplichtigheid van dit model aan die toestand? Immers, de scholè komt voort uit het van fundamentele ongelijkheid uitgaande Griekse denken, dat een instrument ontwierp om die ongelijkheid niet alleen te legitimeren, maar ook te reproduceren. Verwachten dat het basisonderwijs alsnog 'de grote gelijkmaker' is, is misschien wat naïef – tenzij het gaat over het gelid, waarover zo meteen meer.
De scholè komt voort uit het van fundamentele ongelijkheid uitgaande Griekse denken, dat een instrument ontwierp om die ongelijkheid niet alleen te legitimeren, maar ook te reproduceren. Verwachten dat het basisonderwijs alsnog 'de grote gelijkmaker' is, is misschien wat naïef
Nu is het zo dat ikzelf ook vind dat kinderen een zekere mate van bescherming nodig hebben. De leerplicht is deels ingesteld om kinderen uit de fabrieken te dwingen en voor kinderen in beroerde thuissituaties kan het een verademing zijn dagelijks een aantal uren volwassenen om zich heen te hebben die zich om hen bekommeren. De vraag blijft echter of dit altijd en alleen in de vorm van een school moet. Zo’n vijftig jaar geleden werd zelfs de vraag gesteld: moeten wij kinderen niet beschermen tegen scholen? Deze vraag duikt in actuelere literatuur opnieuw op. Ook is interesse in thuisonderwijs groeiende. Helemaal geen school lijkt me echter net zo isolerend voor kinderen als alleen maar school.
Experiment
Een en ander heeft geleid tot mijn volgende gedachte-experiment: stel dat alle jongeren tot hun achttiende drie dagdelen naar school gaan, met welke samenlevingsarrangementen helpen we hen zich te ontwikkelen uit deze necrofilische impasses? Ik zou daaraan willen toevoegen: met waardigheid en omzien naar elkaars waardigheid van leven.
Deze toevoeging geeft een opstapje naar Batesons double loop learning, waarin waarden meebepalen wat je doelen eigenlijk zijn. Dit is geen eenvoudige exercitie waar je als school met een heidag en een inspirerende spreker mee wegkomt. Dat heeft twee oorzaken. In Education in an Uncertain Future: Two Scenarios werkt John White uit hoe onderwijs als variant nooit de problemen in en door onderwijs kan oplossen. Daar heb je de hele samenleving voor nodig, dat is de eerste oorzaak. De tweede is dat diezelfde samenleving dwarsligt, want welke waarden zijn daarin dominant? White kenschetst de business as usual als meritocratisch en neoliberaal, waarin we allemaal krijgen wat we verdienen en de markt onze waarde bepaalt. De waarden van Handrie, dus. Zwarte-zwanenei, double loop learning als dubbele wurglus?
Stout
Net zo goed als dat ik een denkfout maakte door leren aan diploma’s te verbinden, maakte mijn vader een denkfout door het over ‘de mensheid’ te hebben. De mensheid bestaat niet. Er zijn wel 'mensen en hun gemeenschappen'. Nu is het zo dat mijn vader wel sympathie kon opvatten voor de Handrie van vrouw Poels. Veel mensen associëren ‘in de pas lopen’ met kuddegedrag en stellen zichzelf wat tegendraadser voor. Mijn vader vond zichzelf voor alles een autonoom individu. Op internet is een vergelijkbare stijlfiguur te vinden in Harry, een eigenwijzig individu dat zich op vrolijke wijze onderscheidt van soortgenoten. De boodschap is steeds: wees als Harry.
Ik denk dat die of-of tegenstelling tussen ‘het autonome individu’ en ‘de mensheid’ een valse tegenstelling is die voortkomt uit het humanisme, een denkstroming uit de Verlichting die mensen wilde bevrijden van al te strakke beperkingen uit feodalisme en godsdiensten. In die zin is het humanisme een exponent van de moderniteit. Maar het is meer dan dat, denk ik. De lone wolf, de rebel die als enige wél de wereld doorziet en in opstand komt, desnoods door af te haken, is volgens Tyson Yunkaporta niet meer dan een door het kapitalisme gekaapt en vermarkt icoon. Wie dat volgt, loopt juist in het gelid: stoer is het nieuwe braaf. De bijval die afbraakpolitici sinds de vorige eeuw oogsten in verkiezingsuitslagen vind ik daarvan getuigen. Afwijken als norm. Handrie wordt grotesk.
Ik denk dat die of-of tegenstelling tussen ‘het autonome individu’ en ‘de mensheid’ een valse tegenstelling is die voortkomt uit het humanisme, een denkstroming uit de Verlichting die mensen wilde bevrijden van al te strakke beperkingen uit feodalisme en godsdiensten.
En nog grotesker ook. Als iets volgens de geschiedenisboeken is gestopt, is het nog niet weg: volgens sommige auteurs zijn de sociale patronen uit het imperialisme, de Holocaust en de Culturele Revolutie geenszins verdwenen. Trump won dit jaar overtuigender dan daarvoor, en dat is na zijn veroordelingen. Ondenkbaar en waarschijnlijk wisselen elkaar af en vermengen zich. We zien uiteraard waardenvariatie, maar double loop learning is nog vooral gepolariseerd en daar had mijn vader dus een punt.
Ontworteling
In zijn boek Right story, Wrong story schrijft Yunkaporta dat zijn Aboriginal cultuur uitgaat van en-en: je bent je eigen baas én verweven in een gemeenschap met wederzijdse afhankelijkheden. Hij vertelt hoe hij voor en door het schrijven van zijn boek is afgehouden van het vervullen van zijn verantwoordelijkheden als man, vader, oom, neef, vriend. Toen ik dit las dacht ik terug aan 2018. Het ging al een tijd niet meer goed met mijn vader. Hij was steeds vaker steeds langer in het ziekenhuis. Ik probeerde bezoek aan hem te plooien rond twee parttimebanen en twee grote opdrachtgevers die ik als zzp’er had aangenomen. Ergens in alle gekte dacht ik geïrriteerd: dit komt me niet goed uit, pap! Ik schrok van mijn eigen gedachte: het leven onderbreekt het werk? Dat is een verwarring van logische klassen! Ik heb dit met hem niet meer helemaal goed kunnen maken.
Mijn gedachte-experiment haakt hierbij aan. Tijdens corona werd voor veel schoolleiders duidelijk dat hun school voor veel ouders vooral dagopvang was. Ook later hoor ik van hen hoe ouders reageren op roosterveranderingen die niet passen bij hun werktijden. Ook nu, zou je kunnen zeggen, worden de kinderen uit hun gemeenschappen gehaald, alleen nu met hulp van hun ouders. Tot dit zijn onze Westerse samenlevingen gegroeid en we vinden het normaal.
Giddens heeft het over disembedding en re-embedding als de manieren waarop mensen zich in en tot samenlevingen schikken. Als we die termen losjes overnemen, dan zien we dat disembedding via het onderwijs uitstekend lukt, maar waar vindt in onze samenleving die re-embedding plaats? Nauwelijks in die oorspronkelijke gemeenschappen, veel meer in de nieuwerwetse communities van lifestyle en werk, waarin we kapitalistisch gepacificeerd worden met commercie en beleveniseconomie, en vooral in louter menselijke referentiekaders opgesloten raken. Jezelf voor de wielen van de ontspoorde tempelkar gooien werd door de Hindi beschouwd als een teken van devotie; ik zie weinig verschil met huidige consumptiepatronen. Opstandigheid mag heus, maar niet heus.
Volgens eerder genoemde film leidt het uitblijven van betekenisvolle re-embedding tot grootschalige vervreemding en ontworteling, iedereen lijkt in diaspora. Ook die trend is in cijfers zichtbaar, vooral onder jongeren. Burgerschapsonderwijs lijkt me geen oplossing, en het zal inmiddels wel duidelijk zijn waarom.
Het uitblijven van betekenisvolle re-embedding tot grootschalige vervreemding en ontworteling, iedereen lijkt in diaspora. Ook die trend is in cijfers zichtbaar, vooral onder jongeren.
Breakdowns
Waar single en double loop learning nog actieve keuzes van onszelf kunnen zijn, schieten ze allebei te kort als het gaat over leren voor een ongekende toekomst. Blijft over Batesons triple loop learning, het leren dat je overkomt als niets meer voorspelbaar is. Daar kun je je dus niet met de normale middelen op voorbereiden. Hoe dan wel? Ik heb daar geen routekaart voor; ik weet niet eens of mijn analyse hout snijdt. Ik zie namelijk – normaals – weinig ongemakkelijk geschuifel om me heen en dat kan mijn analyse bevestigen, maar ook ontkrachten.
Toch is de erkenning van wat John Dewey a breakdown of the normal noemde wel degelijk breder verspreid. Voor Dewey kon zo’n instorting van het normale, waar ook Ghosh naar verwijst en waar bestaande instituten en verhoudingen geen antwoord op hebben, leiden tot de geboorte van een public, een verzameling betrokkenen die zich verenigen om nieuwe structuren voor te bereiden. Elementen van zo’n publiek in de onderwijswereld zijn bijvoorbeeld Coöperatie Leren voor morgen en Teachers for Climate, er zijn diverse boeken over onderwijs in het Antropoceen verschenen, de eerste zoöperatieve school laat waarschijnlijk niet meer lang op zich wachten en de masterclass van Govert de Vrieze, die een negatieve pedagogiek ontwikkelt, lijkt me ook een belangrijke gelegenheid om met dit ‘publiek’ in het achterhoofd van gedachten te wisselen over onderwijs voor een ongekende toekomst. Met als opdracht om voor deze leerlingen in deze tijd relevant te zijn.
Voor John Dewey kon zo’n instorting van het normale, waar ook Amitav Ghosh naar verwijst en waar bestaande instituten en verhoudingen geen antwoord op hebben, leiden tot de geboorte van een public, een verzameling betrokkenen die zich verenigen om nieuwe structuren voor te bereiden. Elementen van zo’n publiek in de onderwijswereld zijn bijvoorbeeld Coöperatie Leren voor morgen en Teachers for Climate.
Of mijn vader gelijk had over de niet-lerende mensheid is niet aan mij alleen om te weerleggen, dat zullen de gemeenschappen uit de toekomst uitwijzen. Bovendien, is elkaar willen overtuigen in een abstracte stellingenstrijd niet nog te veel Handrie?
Hacken
“The illiterate of the 21st century will not be those who cannot read and write, but those who cannot learn, unlearn, and relearn.” Deze uitspraak van Alvin Toffler uit zijn boek Future Shock uit 1970 lijkt niet alleen profetisch, maar dus ook relevanter dan ooit. Dat is dus ons hiernu. Ik geef wat suggesties voor vervolg.
Marc Coenders en ik hebben het spel “De klimaatcrisis als leeromgeving” ontwikkeld om te laten ervaren dat ont-leren en her-leren noodzakelijk zijn om uit 'meer-van-hetzelfde-lussen' te geraken, waarbij het aan de spelers is om te ontdekken hoe ze dit moeten doen. Tot nu toe is het nog niemand gelukt, maar leidt de uitleg achteraf wel tot de verwarrende eyeopeners die echt aan het denken zetten, een breakdown of the normal light. Als leeromgeving dus.
In Hospicing Modernity stelt Vanessa Machado de Oliveira voor om waardig afscheid te nemen van de moderniteit, voor Handrie een sterfhuis te bouwen waarin we bij zijn afglijden met enige dankbaarheid stil kunnen staan bij wat hij ons gegeven heeft – voordat hij op hol sloeg. En dan – nu! – toch echt afscheid nemen, met het verdriet en de rouw die horen bij het verscheiden.
Of we in en vanuit verwarring 'publieken' kunnen vormen en of die gaan slagen in triple loop learning? Zou kunnen. En ik denk dat die ‘zou-kunnen houding’ helpt bij nog meer eyeopeners. Vanuit die open mogelijkheid iets proberen is volgens mij triple loop. Het sluit mijns inziens aan bij het moeilijk te vertalen Indiaanse woord yugaad. Dit verwijst naar hacking, het provisorisch met wat voor handen is in elkaar knutselen van wat werkt, maar het officiële omzeilt.
Of we in en vanuit verwarring 'publieken' kunnen vormen en of die gaan slagen in triple loop learning? Zou kunnen. En ik denk dat die ‘zou-kunnen houding’ helpt bij nog meer eyeopeners.
Volgens Machado de Oliveira is hacken het extreemste, maar wel nog binnen het bestaande; ik zie het zelf als een kapmes om ons een weg uit onze vaste patronen te hakken. De belangrijkste 'hack' op dit moment vind ik het posthumanisme, iets wat Ghosh ‘vitalisme’ noemt. Net zoals scholen hun problemen niet alleen kunnen oplossen, zo kunnen menselijke gemeenschappen dat ook niet. Als we ons zelfgekozen isolement doorbreken, dan stroomt de wereld weer binnen.
Vitalisme
Volgens Ghosh baart deze crisis dan ook niet alleen monsters, maar ook zegeningen. Hij sluit daar zijn acceptance speech van de Erasmus Prijs mee af. Omdat ik daar niets aan heb toe te voegen, neem ik zijn woorden ook ter afsluiting in lengte over:
“Maar toch, de paradox van deze tussentijd is dat deze afwijkingen niet allemaal monstrueus van karakter zijn: sommige ervan zou je zelfs als zegeningen kunnen beschouwen, in de zin dat ze het ineens mogelijk hebben gemaakt om mogelijkheden te overdenken, of zelfs te omarmen, die tijdens de piek van de moderniteit nog verworpen werden.
Bijvoorbeeld het idee dat planten iets bezitten dat op intelligentie lijkt; dat gesteente zich bewust is van de omgeving; dat je rivieren als personen zou kunnen beschouwen; dat bepaalde topografische kenmerken kwaliteiten en eigenschappen zouden kunnen hebben die je niet kunt reduceren tot hun geologische samenstelling.
…
Dat het antropocentrisme van de moderniteit in diskrediet raakt is op zichzelf een deel van de voortdurende ineenstorting waar we getuige van zijn. Nu het ons begint te dagen dat er veel te leren valt van premoderne ideeën en begrippen lijkt de Aarde ineens te zinderen van bewustzijn, terwijl we onder ogen zien dat we altijd al omringd zijn geweest door allerlei soorten Wezens die ook geesten en zielen hebben en vol levenskracht zitten.
De hoge moderniteit leerde ons dat de Aarde inert was, en vooral bestond om door mensen geëxploiteerd te worden. In deze tijd van monstrueuze afwijkingen beginnen we langzaam te begrijpen dat als we een toekomst willen als mensheid, we moeten onderkennen dat we nooit alleen geweest zijn op deze planeet, dat de Aarde zelf ons ziet, en over ons oordeelt.”
Floor Basten (1970) is postdoctoraal onderzoeker bij de Radboud Universiteit op het thema academic citizenship en onder meer verbonden aan de NSO CNA leiderschapsacademie. In 2008 nam ze het initiatief tot de oprichting van Campus Orleon, een netwerk dat staat voor onderzoek in de samenleving.
Inspiratiebronnen
- Mijn vader, Wiel Basten
- Werken van Amitav Ghosh (zijn toespraak ter acceptatie van de Erasmusprijs is ook verschenen in Trouw)
- Modernity and Self-Identity van Anthony Giddens
- Rood geheugen van Tania Branigan
- Modernity and the Holocaust van Zygmunt Bauman
- De geheugenlozen van Geraldine Schwarz
- De partriarchen van Angela Saini
- The Black Swan van Nassim Nicholas Taleb
- Wright story, Wrong story van Tyson Yunkaporta
- Steps to an ecology of mind van Gregory Bateson
- The public and its problems van John Dewey
- Hospicing Modernity: Facing Humanity’s Wrongs and the Implications for Social Activism van Vanessa Machado de Oliveira.
- Artikelen van Peim en Stock (Education after the end of the world. How can education be viewed as a hyperobject?)
- Artikelen van John White (Education in an Uncertain Future: Two Scenarios) als ook de film Schooling the world vind je online.
- Artikelen van Govert de Vrieze vind je hier.
Een speciaal woord van dank aan de leden van WhatsApp-groep “PH inspiratie (“kijk wat interessant” en zo) voor de fijne uitwisselingen die ik hier ook deels een plek heb gegeven.
Dit is mijn voorlopig laatste preflectie voor de MEL-masterclasses. Ik draag haar op aan mijn katten. Keetje, die elke ochtend een klein hysterisch gaapje pleegt waardoor ik vrolijk aan mijn dag begin, en aan Broes, die mij vaak als een van haar schaakstukken lijkt te beschouwen.
Reacties