'Onderwijs voor de toekomst' of Islands of Sanity: ‘Kinderen zijn hier en hebben nu iets nodig. Morgen zijn zij weer anders.’
29 mei 2024
In dit essay pleit Govert-Jan de Vrieze voor onderwijs dat in radicale zin hedendaags is. Het is een onderbreking van de neiging om de ongrijpbaarheid van vandaag te vervangen door hoopvolle vergezichten, die we bijna vanzelfsprekend terugzien in de toekomstgerichtheid bij het ontwerpen van onderwijs. Immers: ‘Onderwijs en opvoeding spelen zich voor mij onherroepelijk af in het hier en nu. De kinderen zijn hier en hebben nu iets nodig. Morgen zijn zij weer anders.’
Dit is deel 3 van een drieluik. De voorgaande delen zijn terug te vinden via een link in dit artikel. Op maandag 17 juni is er een Dokhuis-avond: Onderwijs in detentie, waarin het begrip 'Island of Sanity' handen en voeten krijgt. Lees hier.
We need to create places at work and in our communities that protect people from the destructive dynamics of this culture and reawaken their human spirits. - Meg Wheatley (2023, p.285)
Hedendaags onderwijs
Het begon met ambitie.
Ik opende mijn onderzoek naar de toekomst van het onderwijs met woorden die ik had gelezen in een artikel van Peter Senge: “To be a great teacher is to be a prophet—for you need to prepare young people not for today, but for 30 years into the future.” (Senge 1997)
En ik sprak het voornemen uit om te gaan bepalen hoe we die toekomst zouden kunnen agenderen in het onderwijs. Hoe kunnen we scholieren en studenten helpen om de onzekere en complexe werkelijkheid moedig onder ogen te zien? Hoe zorgen we ervoor dat ze de onvoorspelbare toekomst kunnen gaan ontdekken zonder te worden overweldigd door apocalyptische vergezichten?
Maar in mijn vorige bijdrage op de NIVOZ-website - Het is niet aan ons - constateerde ik al dat ons in het licht van de ongekende toekomst vooral bescheidenheid past. Kinderen zijn geen default addresses of pedagogy. En het is dan ook niet eenzijdig aan ons, volwassenen, om kinderen op de toekomst voor te bereiden. Het wordt tijd voor onderwijs waarbij niet langer sprake is van pedagogisch eenrichtingsverkeer. Ook volwassenen dienen te worden gezien als mensen die hebben te leren. Willen we onderwijs op deze manier vormgeven, dan zullen we opnieuw moeten leren wat ons tot mensen maakt en hoe we met elkaar zouden kunnen samenleven. En misschien kunnen juist kinderen ons idee en begrip van humaniteit verrijken en versterken.
Bescheiden
Ik denk dat we nog op een andere manier bescheiden dienen te zijn. Want is het wel onze opdracht om kinderen voor te bereiden op de toekomst? Met die vraag refereer ik aan de bijna vanzelfsprekende toekomstgerichtheid van het onderwijs. Onderwijsfilosoof Gert Biesta laat zich daar kritisch over uit in een boek dat hij een veelzeggende ondertitel meegaf: Een visie voor vandaag (Biesta 2022). Hij stelt vast dat toekomstgericht onderwijs in de afgelopen jaren flink aan populariteit heeft gewonnen. Omdat we niet kunnen weten hoe de wereld van onze kinderen eruitziet over pakweg dertig jaar, zou het belangrijker zijn om kinderen toe te rusten met vaardigheden die zij in de toekomst nodig zullen hebben. Dikwijls spreekt men dan over twenty-first century skills, zoals kritisch en creatief denken, zelfregulering en samenwerkend vermogen.
Biesta stelt kritische vragen bij deze toekomstgerichte benadering van onderwijs en opvoeding, vooral omdat onderwijs en opvoeding zich altijd afspelen in het hier en nu. De kinderen zijn er altijd al en hebben nu iets nodig. Ook de Poolse pedagoog Janusz Korczak was slecht te spreken over de neiging om kinderen steeds maar te willen voorbereiden op later. Hij zag in de gerichtheid op de toekomst vooral een geringschatting van het heden. Daarom vertaalde hij het recht van een kind op respect ook als het grondrecht van een kind op de dag van vandaag. Want juist het heden doet ertoe voor een kind. Het is niet bezig met de dag van morgen, laat staan dat het zich zou bekommeren om de wereld over dertig jaar. Voor een kind is elk ogenblik vol van betekenis: “Het vindt een sprookje, een gesprek met zijn hond, spelen met een bal, het aandachtig bekijken van een plaatje, het natekenen van letters - en dat alles in vreugde - niet zonde van zijn tijd. En het heeft gelijk.” (Korczak, 2007, pp.159−60)
Korczak vertaalde het recht van een kind op respect ook als het grondrecht van een kind op de dag van vandaag
Waarover spreken we eigenlijk als we het over de toekomst hebben? Het is vanuit systemisch perspectief gerechtvaardigd om te verwachten dat de ecologische en sociale veranderingen die we nu waarnemen, zich in de toekomst in steeds sneller tempo zullen opvolgen. The Great Unraveling, het proces van ecologische en sociale desintegratie dat het gevolg is van langdurig onduurzaam menselijk handelen, zal de aanblik van de aarde hoe dan ook ingrijpend veranderen: “By the end of the century, both the overall human population and the overall economy will be smaller, perhaps significantly smaller, and humanity will inhabit a world of damaged but rapidly adapting ecosystems and largely depleted resources.” (Heinberg en Miller, 2023, p.52)
Waarom naar school gaan voor een toekomst die niet bestaat?
Is onderwijs uitgespeeld als het elke aanspraak op de toekomst opgeeft? Hier zou ik graag de contouren willen verkennen van onderwijs dat in radicale zin hedendaags is. Daarbij laat ik me weer inspireren door Korczak, die het recht van een kind op respect onder meer uitwerkte als het grondrecht van het kind op een eigen dood (Korczak 2007). Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak moest Korczak zijn weeshuis op last van de Duitsers verplaatsen naar het getto van Warschau. Met veel kunst- en vliegwerk slaagden hij en zijn collega’s erin om het samenleven met de kinderen in het getto voort te zetten. Ook de kinderen deden hun best om te leven zoals vroeger. Ze hadden hun bezigheden, deden spelletjes, maar ze werden steeds zwakker. Er was een groot tekort aan voedsel en de sfeer in het getto was mede daardoor grimmig. Steeds nadrukkelijker zag Korczak het als zijn taak om de kinderen te leren “de Engel des doods kalm tegemoet te treden” (Waaldijk 1999).
Op 17 juli 1942 voerden de kinderen onder leiding van een van de medewerkers Het Postkantoor van Rabindranath Tagore op, een toneelstuk over een ongeneeslijk zieke jongen die vlak voor zijn dood troost biedt aan de mensen om hem heen. Drie weken later werd het weeshuis door Duitse soldaten omsingeld en ontving Korczak de aankondiging dat het de volgende morgen zou worden ontruimd. In de dagen daarvoor had hij al van verschillende niet-joodse vrienden de mogelijkheid van een vrijgeleide gekregen. Maar Korczak koos ervoor om te blijven. Alle kinderen en medewerkers van het weeshuis werden op 6 augustus 1942 naar Treblinka vervoerd, waar ze diezelfde dag zijn omgebracht.
The Great Unraveling
Wat betekent het voor ons om te leven in het tijdperk van The Great Unraveling? Voor de stoïcijnen was het gegeven van de dood aanleiding om zich zoveel mogelijk te concentreren op het heden (Hadot 2003). Aangezien iedere dag zomaar je laatste kan zijn, moet je proberen om met volle aandacht in het hier en nu te leven: “Wat van ons afhangt is het heden, de plaats van de handeling, de beslissing, de vrijheid; wat niet van ons afhangt is het verleden, en de toekomst waar we geen invloed op hebben.” (Hadot, 2003, p.193) Het advies van de stoïcijnen is om de aandacht te bepalen bij wat je op dit moment denkt en doet en alleen datgene te doen wat de mensen om je heen ten goede komt.
Het advies van de stoïcijnen is om de aandacht te bepalen bij wat je op dit moment denkt en doet en alleen datgene te doen wat de mensen om je heen ten goede komt
We kunnen de toekomst niet naar onze hand zetten. Bovendien moeten we volgens Meg Wheatley de hoop opgeven dat we de wereld op systemisch niveau kunnen veranderen. Wheatley (1944) is een veelgeprezen Amerikaanse organisatieadviseur die veel heeft geschreven over systeemtheorie en leiderschap. Haar vroegere werk publiceerde zij in de overtuiging dat een betere wereld mogelijk is als mensen worden toegerust om goed werk te doen. Maar in haar latere werk betoogt zij dat onze huidige cultuur in toenemende mate gedomineerd wordt door emergente destructieve krachten die we niet meer onder controle kunnen krijgen: “At the personal and community level, we witness the dynamics of fear, self-protection, deceit, greed, betrayal, anger, and conflict, behaviors that have emerged and now dominate.” (Wheatley, 2023, p.285)
Willen we onszelf en anderen helpen om niet ten prooi te vallen aan deze turbulentie, dan moeten we ons doelbewust onttrekken aan deze cultuur en Islands of Sanity creëren. Dit zijn plaatsen waar mensen worden beschermd tegen de destructieve dynamiek van de bestaande cultuur en weer tot bloei kunnen komen, door in praktijk te brengen waartoe mensen in staat zijn - generositeit, zorgzaamheid en creativiteit. Mensen die samen een Island of Sanity vormen, cultiveren waarden en deugden die voor verbinding zorgen. En ze beseffen dat ze niet immuun zijn voor destructieve krachten die van buiten kunnen komen of zich van binnenuit ontwikkelen.
Het weeshuis van Janusz Korczak in het getto van Warschau was een voorbeeld van een Island of Sanity. Korczak en zijn medewerkers kozen er niet voor om te gaan werken met redelijke en welopgevoede kinderen bij wie zij gemakkelijk resultaat zouden behalen. Zij namen een risico door te gaan werken met kinderen die door de dominante cultuur waren opgegeven, verwaarloosd of vergeten. Het waren kinderen die zich onaangepast gedroegen, met wie het lastig praten was, aan wie weinig eer te behalen viel omdat er al zoveel niet meer mogelijk leek. Maar zij namen de beslissing om in aanwezigheid van deze kinderen te leven omdat zij de diepe overtuiging hadden dat zij dit moesten doen. Zij hadden op dat moment de waardigheid van de kinderen op het oog, “without thinking ahead to the advent of total world peace, and all the good intentions that pave that road” (Kalmanson, 2012, p.125).
De mensen die zich met hun tijd, aandacht en energie toewijden aan een Island of Sanity noemt Wheatley Warriors for the Human Spirit. Het zijn leiders, activisten en burgers, die een betekenisvolle bijdrage willen leveren aan de versterking en bescherming van het leven, juist daar waar het kwetsbaar is of onder druk staat. Warriors gebruiken inzicht en compassie om anderen te dienen waar dat nodig is. Ze oefenen zich dagelijks om principes van geweldloosheid in praktijk te brengen. Het gaat om een kleine groep mensen die het aandurft om te leven zonder de hoop dat hun werk aanleiding zal geven tot revolutionaire veranderingen.
De mensen die zich met hun tijd, aandacht en energie toewijden aan een 'Island of Sanity' noemt Meg Wheatley 'Warriors for the Human Spirit'.
Warriors lijken soms wel eenzame helden die op eigen houtje zorgdragen voor stabiliteit en morele integriteit. Maar natuurlijk staan zij niet op zichzelf, en al helemaal niet in het onderwijs, waar schoolleiders en leraren vaak met elkaar samenwerken vanuit het oogpunt van gespreid leiderschap (Amels-de Groot 2021). Want de school is een huis dat je samen bouwt (Bertram-Troost 2022). Het is een bouwplaats met vertrouwen in kinderen en leraren als fundament. Dat huis, dat eiland is een plek waar mensen, jong en oud, met elkaar gestalte geven aan het goede leven, zolang dat kan. Ze vervullen er de opdracht om de gewone dingen op grootse wijze te doen. Het is een plek waar zij elkaar voorlezen, torens bouwen, raadsels oplossen, zingen en dansen, werken, denken, delen in de schoonheid en raadselachtigheid van het leven.
Naar een negatieve pedagogiek
So enthält das geschichtliche Sein des Menschen als ein Wesensmoment eine grundsätzliche Negativität. - Hans Georg Gadamer (1975, p.338)
In mijn eerste bijdrage op deze NIVOZ-website - Leren leven met onzekerheid - stelde ik de vraag wat ons in het onderwijs te doen staat, gegeven de onzekere en overweldigende toekomst die ons wacht op deze prachtige blauwe planeet. Nadat ik toegelicht had waarom we met een 'ongekende toekomst' te maken hebben, gaf ik een schets van de manier waarop ons doorgaans verhouden tot onzekerheid en complexiteit. Daarna introduceerde ik een radicaal ander benadering, die ooit door de Engelse dichter John Keats is aangeduid als negative capability, “that is when a man is capable of being in uncertainties, Mysteries, doubts, without any irritable reaching after fact & reason” (Keats in Simpson, French en Harvey, 2002, p.1209).
Mijn tweede en derde artikel kunnen ook worden gelezen als poging om te begrijpen wat negative capability betekent in de context van onderwijs en opvoeding. Eigenlijk heb ik de voorzichtige contouren geschetst van wat ik negatieve pedagogiek zou willen noemen. Ik stelde vast dat het niet eenzijdig aan volwassenen is om kinderen op de toekomst voor te bereiden. Zij houden vaak onvoldoende rekening met de kwaliteiten van kinderen. Bovendien slaan ze geen acht op hun eigen tekortkomingen, die zichtbaar zijn in subtiele en opzichtige vormen van overheersing, uitbuiting en uitputting. De ambitie om een rol van betekenis te spelen in de vorming van toekomstige generaties begint wat mij betreft met een oefening in negative capability. Wat zou er gebeuren als we onze beelden van onszelf en anderen loslaten, erkennen dat die beelden beperkt en gekleurd zijn, of onvolledig? Als we het verlangen verleren om te willen weten en willen veranderen, dan kan er voorzichtig ruimte komen voor een houding van aandacht, ontvankelijkheid en responsiviteit. Alsof we de dingen voor het eerst zien.
Wat zou er gebeuren als we het verlangen verleren om te willen weten en willen veranderen? Dan kan er voorzichtig ruimte komen voor een houding van aandacht, ontvankelijkheid en responsiviteit. Alsof we de dingen voor het eerst zien.
Het ontwikkelen van negative capability impliceert ook het loslaten van het verlangen om de toekomst van kinderen naar onze hand te zetten. In dit laatste essay heb ik tegenover de bijna vanzelfsprekende toekomstgerichtheid van het onderwijs gepleit voor onderwijs dat in radicale zin hedendaags is. Het is een onderbreking van de neiging om de ongrijpbaarheid van vandaag te vervangen door hoopvolle vergezichten. Want onderwijs en opvoeding spelen zich onherroepelijk af in het hier en nu. De kinderen zijn hier en hebben nu iets nodig. Morgen zijn zij weer anders. Dus zie ik het als onze uitdaging om met aandacht hier te zijn, in dit kleine moment in de tijd, “even though the present is fleeting and the future remains uncertain” (Kalmanson, 2012, p.125).
In de komende tijd zal ik onderzoeken hoe een negatieve pedagogiek gestalte kan krijgen in de onderwijspraktijk, door te experimenteren en ervaring op te doen met werkvormen, trainingen en technieken. Daarbij is op voorhand duidelijk dat ik niet zal kunnen terugvallen op mijn eigen verwachtingen, projecties, wensen en idealen, waardoor de werkelijkheid zich uiteindelijk slechts als verzameling objecten kan presenteren.
Het begint met de ontwikkeling van aandacht, die niet leidt tot een theorie of perspectief, maar een opening biedt voor wat zich aandient (Masschelein 2010).
Es gibt allerdings Unaussprechliches.
Govert-Jan de Vrieze werkt als docent-onderzoeker bij Hogeschool Leiden en bij Penta Nova, academie voor schoolleiderschap. E-mail: [email protected]
Literatuur
- Amels-de Groot, J. (2021). Teachers' capacity to realize educational change through inquiry-based working and distributed leadership (Groningen: University of Groningen).
- Bertram-Troost, G. (2022). Menswording in een laag-vertrouwensamenleving (Amsterdam: Vrije Universiteit).
- Biesta, G. (2022). Wereldgericht onderwijs. Een visie voor vandaag (Culemborg: Phronese).
- Gadamer, H. G. (1975 [1960]). Wahrheit und Methode (Tübingen: J. C. B. Mohr).
- Hadot, P. (2003). Filosofie als een manier van leven (Amsterdam: Ambo).
- Heinberg, R., Miller, A. (2023) Welcome to the Great Unraveling: Navigating the Polycrisis of Environmental and Social Breakdown (Corvallis: Post Carbon Institute).
- Kalmanson, L. (2012). The Messiah and the Bodhisattva: Anti-Utopianism Re-Revisited. Shofar: An Interdisciplinary Journal of Jewish Studies, 30(4): pp113−25.
- Korczak, J. (2007). Het recht van het kind op respect (Amsterdam: SWP).
- Masschelein, J. (2010). E-ducating the gaze: the idea of a poor pedagogy. Ethics and Education, 5(1): pp43−53.
- Senge, P. (1997), “The Tragedy of Our Times.” The Systems Thinker
- Simpson, P., French, R., Harvey, C. (2002), “Leadership and Negative Capability”. Human Relations, 55 (10): pp1209–26.
- Waaldijk, K. (1999). Janusz Korczak over klein zijn en groot worden (Amsterdam: SWP).
- Wheatley, M (2023). Who do we choose to be? (Oakland: Berrett-Koehler).
Reacties
Guus Geisen
Dag Govert-Jan,
Dank je voor je heldere en prikkelende essay. Het maakt me weer bewust van de vraag of iets een doel of een middel is. Is een Island of Sanity een doel op zichzelf of een middel? Wat als het beide is, hoe ziet het er dan uit? In deze vraag ligt voor mij ook de verbinding tussen het verleden, het nu en de toekomst. Ik omarm wat je benadrukt ten aanzien van het NU. Hier vindt de actie plaats, hier gebeurt het. Elke keer als ik met de Young Warriors werk zie ik wat het met hen doet als ze zich inzetten voor de ander en de gemeenschap. Je ziet ze ontwikkelen als mens, als human being. Volwassenen zijn, naarmate ze het leven geleefd hebben, meer verbonden met het verleden. Jongeren staan dichter bij de toekomst. Het gedrag van de volwassene van de toekomst is al in potentie aanwezig in elke jongere. Dit kan samenkomen in het NU waar jongeren en volwassenen met en van elkaar kunnen leren. Dit vraagt om meer gelijkwaardigheid in het gezamenlijke leerproces. Het gaat niet om het benadrukken van 'het weten' van de volwassenen versus 'het niet weten' van de jongeren maar om in het NU het 'niet weten' te kunnen omarmen. Maturana en Varela beschreven in 'The Tree of Knowledge' hoe een levend systeem leert. Elk levend systeem is gericht op overleven van de soort en dat doen ze door zich te herhalen op basis van kennis en ervaring en door zich opnieuw uit te vinden in veranderende omstandigheden. Het huidige educatieve systeem heeft zich volledig gestort op het herhalen van bestaande kennis. "All doing is knowing and all knowing is doing". Wat leren we van wat we doen? Dat is de vraag die we elke keer in het NU mogen stellen.
Zie uit naar je volgende schrijven.
Saar Frieling
Ha Govert-Jan, dank voor je prachtige essay. Heel mooi, en helder. Grappig wel, omdat de onderliggende vraag van onze minor 'mens in de wereld' is: hoe die de wereld er over 30 jaar uit als dat wat in jou als warmte leeft werkelijkheid is geworden'. Ook de emerging future, van Scharmer, is gericht op de toekomst. Ik denk dat deze perspectieven niet met de jouwe in tegenspraak zijn, ondanks dat ze over een toekomst spreken. Ik zou zeggen dat het iets van ons vraagt om de toekomst niet dicht te laten slibben met illusies van oplossingen maar om haar open te houden als een vraag. Dat is wellicht ook jouw pleidooi, om ons te beperken tot het nu, en ik vind de voorbeelden en mensen die je aanhaalt inspirerend. Maar voor mij is de toekomst als ruimte ook inspirerend. Misschien is er hierin een verschil tussen werken met kinderen en werken met studenten van boven de 18. Voor kinderen is het altijd nu, maar studenten oriënteren zich, hoe dan ook, op een toekomst, en het is van belang om met hen dat perspectief te onderzoeken. Met behulp van de werkvormen en technieken die daarvoor (dat ben ik geheel met je eens) te ontwikkelen zijn.