Mirjam Gielissen over haar pedagogisch leiderschap: 'Als er geen veilige basis is, komen de kinderen niet tot leren'
21 november 2023
Mirjam Gielissen, directeur van basisschool De Boemerang in Ondiep, Utrecht, merkt dat ouders het moeilijk hebben sinds Corona. Dit ziet ze terug bij de kinderen. Vaak wordt het puntje van de piramide, het ongewenste gedrag, aangepakt. Mirjam wil met haar team inzetten op de lagen daaronder. Haar team volgde een traject traumasensitief lesgeven, maar er is meer nodig. Door regelmatig uit te zoomen en te overleggen met collega's en bestuurders buigt ze zich over de vraag: hoe zetten we het welbevinden van het kind voorop? Een verslag van een zoektocht, die Mirjam van gedragsinterventies naar het persoonlijke bracht.
De uitdaging op De Boemerang is groot. Mirjam formuleert deze als volgt: 'In een aantal groepen op school is het erg onrustig. Dat komt deels doordat kinderen met een individuele rugzak de klas in komen en vaak de problematiek van thuis ook meenemen. Als ouders hun emoties niet kunnen reguleren, hebben de kinderen dat ook niet geleerd.' Daarnaast worden de effecten van Corona zichtbaar: 'De positieve groepsvorming die we proberen te bereiken in het begin van het schooljaar, is een aantal jaren gewoon niet gelukt. Tijdens de lockdowns waren diverse kinderen er regelmatig niet en ook hun sociaal-emotioneel leren heeft natuurlijk stilgestaan.'
Interventies in de groepsdynamiek
Om de groepsvorming te bevorderen zijn de docenten geschoold in traumasensitief lesgeven. Docenten kijken naar waar het gedrag van een kind vandaan komt: 'Je houdt rekening met kinderen die moeite hebben met bijvoorbeeld lesovergangen, of de overgang van huis naar school. Daar sta je aan het begin van de dag even bij stil. We checken even in met ze: Hoe ben je in de klas gekomen? Moeten we iets weten van jou voordat je gaat beginnen? Als de leraar je vraagt even af te koelen, maar je weet niet hoe dat moet... We geven ze tools om hun emoties te reguleren.'
De Rots- en Water-training, gericht op weerbaarheid, sociale vaardigheden en groepsdynamiek, bleek niet genoeg om de onrust weg te nemen: 'Als er geen veilige basis is, komen de kinderen niet tot leren. Als je de hele tijd brandjes aan het blussen bent en je kijkt de ene kant op, gaan ze aan de andere kant dingen doen die niet de bedoeling zijn. Dat is zo ontzettend heftig, voor leerkrachten en leerlingen. Zodoende zijn we op onderzoek gegaan en hebben we als team de vraag gesteld wat we nodig hebben om over twee jaar een veilige school te zijn, waar iedereen kan leren en tot ontwikkeling kan komen. En veiligheid bedoel ik dan voor alle lagen van de school, dus niet alleen van de leerlingen.'
Je houdt altijd één of twee procent van de kinderen waar echt specifieke aandacht voor nodig is, maar niet een halve groep.
Mirjam ging op onderzoek uit en nam haar team daarin mee. Onder andere het werk van Frits Redl resoneert: 'Als het in een klas onrustig is, zoom je niet meer in op individuele leerlingen, maar zijn er interventies nodig in de groepsdynamiek. Als je naar gedrag kijkt, kun je dat zien als een piramide waarbij je drie lagen hebt. Het topje van de piramide bestaat uit alle kinderen die echt iets extra's vragen en dat probeer je zo goed mogelijk te voorkomen door in de onderste twee preventielagen van gedrag interventies toe te passen, zoals die positieve gedragsverwachtingen of traumasensitief lesgeven, zodat die top zo klein mogelijk wordt. Je houdt altijd één of twee procent van de kinderen waar echt specifieke aandacht voor nodig is, maar niet een halve groep.'
Eenduidigheid in het kijken naar gedrag
Er werd gekozen voor een interventie op school: 'In een tweejarig traject proberen we de visie van leerkrachten op gedrag op één lijn te krijgen. De ene leerkracht heeft de overtuiging "Ik stuur niemand de klas uit want ze horen bij mij en ik moet ermee dealen" en de andere leerkracht stuurt na twee waarschuwingen het kind de klas uit. Maar of je er nou een week werkt of 27 jaar: binnen het team moet eenduidigheid komen in het kijken naar gedrag. Het is ingewikkeld om daar een balans in te vinden. Ik merk dat startende leerkrachten echt openstaan voor handvatten. Die begeleiden we dan ook heel goed. Maar we moeten ook de leerkrachten meenemen die wat starder zijn. Daar voeren we gesprekken mee. Je mag zijn wie je bent als mens en je mag als leerkracht je sterke en minder sterke kanten hebben. Ik hoop dat het lukt om de stem van de minderheid mooi mee te laten klinken, dat we hen kunnen geven wat ze nodig hebben om mee te gaan. Maar we voelen wel de urgentie om tot een visie op gedrag te komen waarmee we allemaal wat kunnen.'
Afgelopen jaar is De Boemerang verhuisd, waardoor alle klassen nu in één gebouw zitten: 'Vroeger had ik de scheiding één tot en met vier en vijf tot en met acht. En waar de de groepsdynamiek tot en met groep vier redelijk overzichtelijk was, hadden we in de bovenbouw vaak officiële waarschuwingen, interne én externe schorsingen; de leerkrachten in de onderbouw zagen dat niet dus voelden ook niet de urgentie om met gedrag om te gaan. Maar het begint natuurlijk klein en het eindigt met dat er een kruk door de school heen gaat of een leerkracht geslagen wordt.'
Deze twee leerkrachten hadden helemaal geen behoefte aan nog meer tools, maar aan extra handen in de klas.
Totdat de preventielagen van gedrag ook in de bovenbouw doorwerken, zet Mirjam de hulp van gedragsspecialist Roberto in: 'We hebben een intensieve groep acht met veel verschillende onderwijsbehoeften en veel escalerend gedrag. Dan ga je interventies inzetten: je betrekt het samenwerkingsverband en je kijkt naar de leerkrachtvaardigheden. Deze twee leerkrachten hadden helemaal geen behoefte aan nog meer tools, maar aan extra handen in de klas. Roberto is 40 uur per week beschikbaar en springt bij als een kind flipt, als een ouder boos is of als een leerkracht het moeilijk heeft. Enerzijds is het zijn rol om brandjes te blussen, maar zorgt ook dat er een basis komt om die onderste lagen aan te pakken. Hij ontlast mij en de intern begeleider en het helpt enorm voor de rust en de veiligheid.'
Dingen die een directeur eigenlijk niet doet
'Elke school heeft wel een klas waar het niet zo lekker loopt,' vervolgt Mirjam, 'maar op de Boemerang komt er veel problematiek samen. Zo heeft 70% van de ouders moeite om rond te komen. Deze mensen hebben zoveel aan hun hoofd en zijn soms teleurgesteld in het leven. Ik probeer enorm zichtbaar te zijn om ze te betrekken. Ik sta 's morgens en 's middags bijna altijd op het schoolplein. Het is belangrijk om voeling te houden met de ouders en laagdrempelig te zijn.'
'En soms,' gaat ze verder, 'doe ik wat dingen die een directeur eigenlijk niet doet: helpen bij het aanvragen van boodschappenkaarten, financiële hulp organiseren, aanvragen doen zodat kinderen kunnen sporten. Er was een moeder die haar verhaal kwijt moest, soms ben ik echt een halve psycholoog hier. We zijn vaak een veilige plek voor ouders waar naar bijvoorbeeld het buurtteam of de politie vaak argwaan is.'
Het is eigenlijk van de zotte dat ik dat zelf zit te doen.
Voor Mirjam is die betrokkenheid vanzelfsprekend, maar het maakt het werk soms zwaar: 'De kinderen zitten echt in m'n hart en de ouders ook. Af en toe raakt het me echt heel erg. Ik heb echt twee jongens die ik het liefst achter op mijn fiets zou willen zetten om ze mee naar huis te nemen. Dat kan natuurlijk niet, maar je werkt met je hart en dat vind ik af en toe wel heftig. Het gaat over kinderen en hun ouders. Om ze gelijke kansen te geven, moet je ze ongelijk behandelen. Ik heb heel lang geprobeerd om het allemaal zelf op te lossen: als het systeem tegenwerkt, ga ik het zelf doen. Wat er dan ook nodig is, daar ga ik voor zorgen. Maar dat verandert natuurlijk het systeem niet en in mijn eentje gaat me dat ook niet lukken. Dus ik heb nu ook wel bestuurlijk aangekaart dat ik meer leerplicht en meer zorg nodig heb. Kortere lijnen met de huisarts en de wijkagent; een structureel buurtteam op school; hulp bij financiële ondersteuning. Het is eigenlijk van de zotte dat ik dat zelf zit te doen. Ik heb gewoon van alles meer nodig.'
Ruimte voor reflectie
De dagelijkse hoeveelheid te blussen brandjes roept de vraag op of er ruimte voor reflectie overblijft. Daarin heeft Mirjam veel aan de afstand waarmee een van haar bestuurders naar de school kijkt: 'We hadden gekozen voor de gedrag-is-de-basis-interventie. Hij wees me erop dat dat weer over de inhoud ging en stelde me de vraag wat het proces eromheen van mij vraagt. Wat doet het met je? Hoe geef je het aan als je frustratie voelt of als het even niet lukt? Het gaat altijd over de inhoud, maar in het proces win je het of verlies je het. Als ik terugkijk, heb ik dat weleens overgeslagen. Het vraagt een andere leiderschapsstijl: echt in verbinding staan met mensen. Stilstaan bij het proces en bij wat mensen nodig hebben om erin mee te kunnen. Ik probeer ze erbij te betrekken in plaats van het besluit als MT te nemen. Dat is een transitie waar je doorheen moet. Je wil dat eigenaarschap aanzetten, waar niet iedereen ziet dat er überhaupt een optie tot eigenaarschap is.'
Het leiderschap van Mirjam is dus een balanceren tussen oplossingen voor de lange termijn en overeind blijven op de korte termijn: 'Ik kan tussen de middag wel een rondje gaan lopen, maar ik moet ook leren hoe ik mezelf niet voorbij loop als het even heftig is. Ik heb de neiging om anderen op de eerste plek te zetten, maar het is natuurlijk niet voor niks dat je in een vliegtuig eerst je eigen zuurstofmasker op moet zetten. Ik heb veel energie, maar dat is ook een valkuil. Je moet zelf ook voldoende opladen. Ik heb ook nog drie kinderen en een man thuis, die kunnen ook niet elk weekend doen alsof ik er niet ben. Ik heb nu mijn mail van mijn telefoon af gehaald. Ik hoef niet meer altijd aan te staan en bereikbaar te zijn. Daar kun je jezelf ook in begrenzen. Al is het maar een berichtje van een leerkracht die op zaterdagavond schrijft dat hij volgende week naar de tandarts moet; dan gaat gelijk mijn werkhoofd aan.'
'Het is een proces,' vervolgt Mirjam, 'en ik moet leren om ook de rust te vinden als alles om mij heen onrustig is.' Veel sporten helpt haar daarbij: 'Bootcamp en yoga, daar word ik heel blij van.' Naast haar werk als schoolleider geeft ze bootcamptrainingen aan vrouwen: 'Ik vind het leuk om andere mensen te begeleiden in hun ontwikkeling. Ik heb veel vrouwen die net twee kleine kinderen, een man en een koophuis hebben. Ze werken allebei vier dagen en gaan steeds over hun eigen grenzen. Dat zie je ook in de bootcamp terug. Dan zeg ik dat ik zie dat ze te ver gaan en vraag ik wat maakt dat ze dat van zichzelf vragen. Ook dat is een stukje proces dat je probeert te managen.'
Ik moet leren om ook de rust te vinden als alles om mij heen onrustig is.
Een bruggetje naar Mirjams eigen grenzen is hier onvermijdelijk. Ze glimlacht: 'Ik denk dat ik mijn grenzen wel goed aanvoel, maar dat ik er niet altijd goed naar luister.' Een weekje wandelen in Oostenrijk heeft haar onlangs goed gedaan: 'Ik heb even helemaal uitgezoomd en ben letterlijk en figuurlijk de hoogte in gegaan. Onderweg heb ik een steen gevonden, die ligt nu op mijn bureau. Als reminder om de vraag te stellen: Is deze aap wel van mij? Die steen helpt me om af en toe even terug te gaan en naar die grenzen te luisteren. Ik vraag nu aan docenten die een probleem met een leerling hebben, wat ze hebben gedaan om te voorkomen dat zij bij mij zijn. Want al zijn ze het niet heel erg gewend; daar zit het eigenaarschap en het vakmanschap van leerkrachten.'
Reacties
Malak
Je bent geweldig
Liefst Malak .
Anton Horeweg
Mooie aanpak Mirjam,!