"Kansenongelijkheid mag geen keuzemodule zijn: we moeten het centraal zetten in het onderwijs"
17 februari 2025
'Wat betekent het om niet binnen de dominante norm te vallen? Om gemarginaliseerd te zijn? Zelf voelde ik me vaker deel van een collectief in plaats van een individu en de plicht om vooroordelen over het collectief weg te nemen.' Met een gepassioneerd verhaal leidt Farida Yahyaoui van NIVOZ de lezing van Milio van de Kamp in tijdens de onderwijsavond op 12 februari in Utrecht. Milio, opgegroeid in armoede en te midden van criminaliteit, schreef het boek ‘Misschien moet je wat lager mikken’: een boek dat laat zien hoe anders het leven is en hoe anders je kansen zijn als de dominante norm niet voor jou geldt. Hij vertelt hier vandaag over zijn ervaringen als mens en socioloog: ervaringen die zichtbaar indruk maken op het publiek en leiden tot een gezamenlijke dialoog van persoonlijk én professioneel karakter. Karien Verhappen schreef een verslag voor Globi, dat wij mochten overnemen hier.
Milio start de avond met een indrukwekkende inkijk in zijn leven als kind. Milio: 'Ik ben geboren in het Amsterdam-West van 1991. Misschien ken je het nu van hippe plekken, maar in die tijd was het anders. Van mijn moeder mocht ik niet in de speeltuin spelen, die was bezaaid met heroïnespuiten. Aan de andere kant van het park was ook geen optie, want daar concentreerde het werk van de drugsdealers zich. De politie noemde onze wijk een no-go-zone. Toen ik acht jaar was besloot mijn moeder een rechtszaak aan te spannen tegen onze energieleverancier. Het verliezen van die rechtszaak zorgde voor torenhoge schulden en we werden meteen afgesloten van het gas.' Milio groeide op in armoede. Wat dat is, armoede? “Voor mij is dat het gevoel dat ik kreeg als ik ’s ochtends opstond en ik een kale, betonnen vloer opstapte om in de badkamer mezelf te wassen met een washandje en koud water. Het is vernedering, dat is wat armoede is.”
Gevangen zitten in Max Webers ijzeren kooi
Milio vertelt meer over zijn thuissituatie en hoe het gezin in armoede verstrikt raakte: “Mijn vader zat in de criminaliteit, mijn moeder had complexe hartproblemen. Mijn moeder was erg trots op het feit dat ze ondanks dat, een baan had weten te verwerven bij een verzekeraar. Op een gegeven moment moest ze geopereerd worden: een risicovolle operatie. Helaas behield ze daarna haar hartproblemen. Haar dokters concludeerden dat ze niet meer konwerken en ze moest haar baan verlaten. Vervolgens vond het UWV wat anders: ze kon best werken, ze kon aan de slag in een fabriek om dozen in te pakken. Maar wat als haar daar iets gebeurde? Dan was er altijd iemand die haar ‘weer overeind kon helpen’, zeiden ze. Dat ze neer zou kunnen vallen vond het UWV minder belangrijk dan dat ze aan het werk zou gaan. Zij, en wij als gezin, zaten gevangen in de zogenaamde ijzeren kooi van Max Weber: de bureaucratische organisatie die mensen kan ‘opsluiten’ in een systeem van regels en procedures.Vandaag de dag werkt mijn moeder overigens al 15 jaar in een café.”
Leven met een stigma: een maatschappelijk probleem
Wat betekent het als een kind in armoede opgroeit? Milio: 'Gezinnen die in armoede leven, daarvan zijn de ouders altijd aan het vechten tegen het systeem. En als kind krijg je die spanningen mee. Je voelt aan, aan welke kant van de maatschappij je staat. Arm zijn is niet alleen geen geld hebben, het is ook gebrek aan kansen, mogelijkheden, representatie en macht. Het is leven met een stigma, met de blikken en de verwijten die je krijgt. Een video die ik vaak laat zien, is die van de vrouw waarbij de stofzuiger kapot is en die daarvoor bij de bijzondere bijstand aanklopt. In deze video (vanaf 3:15) voel je de vernedering in allerlei vormen. Stigmatisering betekent: je wordt als minder gezien en zo ga je je ook voelen. Maar dit is geen individueel probleem, het is een maatschappelijk probleem. Het gaat om systematisch wantrouwen, om de constante verdenking van fraude door de gemarginaliseerde groep.'
Over sociologie, kansenongelijkheid, onderwijs en opvoeding
Milio, de socioloog: 'Max Weber noemt drie fundamenten van ongelijkheid: middelen, macht en status. Die laatste, status, is ook terug te zien in de klaslokalen, en in dat kader haal ik het begrip meritocratie aan. De term meritocratie slaat op een samenleving waarin je inzet en je talenten je kansen bepalen (in plaats van je achtergrond). Dat is een soort belofte waar we nog steeds graag in gaan geloven, maar:
- Kun je dit wel bereiken? En wat is het doel ervan?
- Het idee gaat gepaard met machtsverhoudingen: want wat gewaardeerd wordt, wordt bepaald door de bovenlaag
- Het wordt gebruikt om statusverschillen te legitimeren.
Ons onderwijssysteem is op deze meritocratische gedachte gebaseerd, en houdt daarmee dus juist de verschillende klassen in onze samenleving in stand. Roxane van Iperen benoemt ook de angst van de middenklasse om van de ladder te vallen. Die middenklasse bewaakt haar positie en zorgt ervoor dat hun kinderen hoger op de ladder komen.” In de manier waarop ouders uit verschillende klassen opvoeden, noemt Milio ook de term ‘concerted cultivation’, gecoördineerde opvoeding, van Annette Lareaus. Dat omschrijft vier dimensies waarop de working class en middle class van elkaar verschillen:
Het gevaar van lage verwachtingen
Terug naar Milio’s persoonlijke verhaal: 'De spanningen thuis zorgden ervoor dat ik me niet kon concentreren. Daardoor werd ik op school als probleemkind gezien. Ik werd gevraagd een boekbespreking te schrijven. Ik had er mijn best op gedaan, maar toen ik mijn handgeschreven werk op de stapel getypte uitwerkingen wilde leggen, schaamde ik me. Het was op dat moment dat ik mijn hoop en vertrouwen verloor en ik uiteindelijk op een waardeloze vmbo terechtkwam, eentje waar de computers met kettingen vast zaten aan de muur. In het tweede jaar daar begon ik weer te dromen van een leven in de middenklasse. Ik wilde psycholoog worden, want dat zou drie voordelen hebben:
- Mensen helpen (sociaal wenselijk)
- Goede verdiensten (financieel aantrekkelijk )
- Maatschappelijke status (psychologen worden serieus genomen)
Ik zocht de weg naar de universiteit uit. Die was lang, maar ik was gemotiveerd. Op een dag zei een lerares, de enige docent die we werkelijk waardeerden: “Vandaag gaan we een toekomstplan maken.” Toen ze mij naar mijn toekomstplannen vroeg en ik vertelde aan de universiteit voor psycholoog te willen studeren, reageerde zij met: "Misschien moet je iets lager mikken." Het pijnlijke was: het was niet verkeerd bedoeld, ze zei het om teleurstelling te voorkomen.'
“Lage verwachtingen liggen vaak bedolven onder een deken van goede bedoelingen, maar het gevolg ervan is onderadvisering”
Milio: 'De uitspraak van deze lerares is de titel van mijn boek geworden. Ze was niet de enige die zoiets zei, er waren genoeg anderen met soortgelijke uitspraken. Maar haar quote bleek het meest treffend. Ik heb haar na die school nooit meer ontmoet. Ik heb even geprobeerd contact te zoeken, maar uiteindelijk hoefde het niet meer van mij: wat ik het belangrijkste vond was dat die uitspraak een groot probleem representeerde: geen individueel probleem maar een maatschappelijk probleem.'
Wat moeten we doen? De opdracht voor het onderwijs
Wat kunnen we in het onderwijs aan dit maatschappelijke probleem doen? Aan ons systeem, dat kansenongelijkheid reproduceert? Milio: 'Volgens mij moeten we privileges gaan adresseren, vooroordelen en stereotypen gaan zien en wegnemen en machtsstructuren gaan blootleggen. Dat vraagt allereerst om verbinding, maar verbinding blijft vaak erg oppervlakkig omdat je met verbinding niet per se de machtsstructuren aankaart. Echt verbinden gaat om radicaal inlevingsvermogen: je moet je afvragen in hoeverre je daadwerkelijk in staat bent de ander te begrijpen. Het onderwijs is nu vooral ingericht op het reproduceren van informatie terwijl een omslag in kansenongelijkheid vraagt om vormend onderwijs: onderwijs waarbij docenten naast hun leerlingen staan in plaats van erboven. Ik vraag me ook steeds af waarom kansenongelijkheid nog geen fundamenteel onderdeel is op de pabo’s. Het moet daar al centraal staan: welke invloed heeft mijn achtergrond op hoe ik naar de wereld kijk?'
Het probleem is niet individueel, maar maatschappelijk
Wat wilde Milio bereiken met zijn boek? Milio: 'Ik wilde dit boek schrijven voor kinderen zoals ik. Maar ik wist ook dat de meeste kinderen zoals ik het boek nooit zouden lezen, omdat dat niet iets is dat in onze leefwereld normaal is. Ik wist dus dat ik het boek uiteindelijk grotendeels moest schrijven voor mensen die niet zoveel ervaring hebben met armoede. Wat ik met ermee wil bereiken? Het doorbreken van het individualiseren van problemen. Dat zorgt er namelijk voor dat de schuld en verantwoordelijkheid bij mensen zelf wordt gelegd. Ik had gewild dat mijn moeder na het lezen van het boek had gevoeld dat het leven in armoede het gevolg is van die ijzeren kooi, van het systeem. In plaats daarvan werd haar schuldgevoel juist erger helaas.' Vanuit de zaal wordt de opmerking gemaakt of dit ook over schaamte gaat. Is Milio die schaamte zelf voorbij? Milio: 'Ik denk dat we ook schaamte als maatschappelijk probleem moeten beschouwen: wie bepaalt waar je je voor moet schamen, en waarom?'
Vertrouwen versterken en keerpunten creëren
Onderwijs is naast de plek waar kansenongelijkheid wordt geproduceerd, ook de plek waar het kan worden bestreden, geeft Milio aan. Maar hoe doen we dat dan? Hoe keren we het tij? En wat heeft voor Milio persoonlijk het tij doen keren, waardoor kreeg hij weer vertrouwen? Milio: 'Ik denk dat je daar altijd een bepaalde mate van geloof in jezelf voor nodig hebt, maar wat bij mij het verschil maakte is het vertrouwen van mijn vriendin in mij. Zij had het zelfvertrouwen namens mij. Waar we volgens mij naartoe moeten, is dat het onderwijs deze rol kan hebben. En ik zie daarin (kleine) vormen van verzet ontstaan, bijvoorbeeld van scholen die nu de doorstroomtoets aan de kant zetten. Maar als we de ongelijkheid niet centraal zetten in het onderwijs, zal ditj blijven bestaan. Dan blijft de aanpak te afhankelijk van die paar docenten die er extra tijd in steken.'
Heb oog voor het talent en ontdek je blinde vlekken
Vanuit de zaal wordt gezegd dat docenten vaak handelingsverlegenheid voelen op dit onderwerp. Milio: 'Wat ik ook vaak terug zie, is dat docenten zeggen: “Ik weet dat dit kind arm is, maar ze willen het niet toegeven.' En na die constatering ebt het gevoel er iets aan te willen doen weg. Maar iemand die in armoede leeft, leert van jongs af aan om dit niet te laten zien. De oplossing ligt in het nemen van tijd om de relatie op te bouwen. In die relatie ligt de verandering. Iets anders belangrijks om te beseffen voor docenten komt uit het onderzoek van Prace: docenten reageren verschillend op antwoorden die worden gegeven door leerlingen. Bij leerlingen waarvan ze minder verwachten geven ze een overdreven positieve reactie, terwijl de andere leerlingen een normale ‘goed zo’ krijgen. Dat kan goedbedoeld zijn, maar leerlingen waarvan minder wordt verwacht voelen zich dan juist niet serieus genomen.” Een jongerenwerker uit de zaal (Melvin Kolf, red.) merkt op: 'Deze jongeren zijn overlevers, ze draaien soms hele gezinnen. Het zijn geen kwetsbare jongeren: dit zijn zeer talentvolle jongeren in een kwetsbare omgeving. Wat zij nodig hebben zijn mensen die er onvoorwaardelijk voor hen zijn, die hen op elk moment vertrouwen kunnen geven. Geen mensen die hen willen redden: dat is misschien met de juiste intenties maar zeker niet met de juiste bril.'
'Het zijn geen kwetsbare jongeren: dit zijn talentvolle jongeren in een kwetsbare omgeving' – Bijdrage uit het publiek
Handelen vanuit autoriteit: goed idee of niet?
Vanuit het publiek komt een vraag over de verschillende culturen die Milio in zijn boek aanhaalt: de schoolcultuur, thuiscultuur en straatcultuur (waarover ook Ilias El Hadioui spreekt). En het feit dat leerlingen binnen deze culturen andere identiteiten aannemen. 'Ik zie op school dat de reactie van veel docenten is vanuit autoriteit te gaan handelen.' De reactie van Milio: 'Ik denk dat leerlingen die autoriteit wel accepteren wanneer je ook die onvoorwaardelijkheid geeft waar we het net over hadden. Als je als docent naast ze kunt staan, hoeft het handelen vanuit autoriteit geen probleem te zijn.'
Kansenongelijkheid: behandelen binnen burgerschap?
Kansenongelijkheid centraal zetten binnen het onderwerp burgerschap, is dat een optie? SLO heeft kerndoelen voor burgerschap opgesteld, maar deze zijn nog niet definitief. Milio denkt na: 'Misschien wel ja, maar die plek moet wel echt betekenis hebben. Er moet een goed idee zijn over wat dat dan moet inhouden. Nu zien we dat we heel veel aan symptoombestrijding doen, wat mij betreft mag het allemaal wel wat ‘harder’. En er ligt ook ruimte binnen de basisvakken om te leren over hoe systemen werken. Ik had bijvoorbeeld geen idee wat ik allemaal moest regelen en betalen toen ik 18 werd, daar kun je wat mee. Maar ook: de nu geldende normen en ideeën die bepalend zijn binnen bijvoorbeeld het opstellen van de leeslijst voor Nederlands. Wat dat betreft is het onderwijs ontzettend reactief en gaat het weinig of niet aan de slag met de grote vraag: wat is nu goed onderwijs? Deze vraag heb ik laatst ook SLO gesteld tijdens een bezoek daar. Het antwoord op die vraag bleef uit.'
Wij bezochten deze onderwijsavond als team: een mooie en waardevolle activiteit om samen als collega’s te ondernemen. We hebben er veel van opgestoken en waardevolle, soms lastige en confronterende inzichten opgedaan. De volgende onderwijsavond van NIVOZ vindt plaats op 3 april en gaat in op het thema Cultureel Responsief Lesgeven. Wij zijn er weer bij!
Meer lezen over Milio van de Kamp?
- Interview Nivoz ‘Verbinding vanuit radicaal inlevingsvermogen als startpunt voor het bevragen van machtsverhoudingen’ met Milio van de Kamp
- Bibliotheek: Luisterboek Misschien moet je iets lager mikken – Milio van de Kamp
- Artikel Milio van de Kamp over schrijfonderwijs: De pen als bevrijding
- Interview NPO – Brandpunt met Milio van de Kamp
Dit artikel verscheen eerder op globi.nl en is overgenomen met toestemming.
Karien Verhappen is afgestudeerd onderwijskundige en communicatiewetenschapper en werkt bij Globi, dat expertise en ervaring heeft op het gebied van interculturele communicatie, internationalisering, wereldburgerschap, burgerschap en antropologie. Ze ondersteunen scholen in het maken van interculturele verbinding.
Reacties