'Dat concurrerende denken waarbij iedereen op het hoogste niveau moet uitstromen, is absoluut geen realistische kijk op de wereld'
4 november 2021
Nederland is een meritocratie, zo klinkt het: een maatschappij waarin mensen hun sociale status bereiken dankzij hun eigen inzet en verdiensten. Dit meritocratisch model, dat ook zomaar de keerzijde van het streven naar kansengelijkheid wordt, heeft grote gevolgen voor het zelfbeeld van mensen en voor de sociale samenhang tussen en binnen groepen. Verus, Sardes en NIVOZ delen hun zorg over deze ontwikkeling en willen een tegenbeweging in gang zetten. Na een eerste interview met Luc Stevens van NIVOZ, is er in deze tweede aflevering een vraaggesprek met Heleen Versteegen, pedagoog en directeur van Sardes.
Sardes zet zich al dertig jaar in voor gelijke kansen van kinderen op het gebied van onderwijs. 'Wat we vanaf het begin hebben gedaan is de verbinding leggen met de praktijk,' vertelt Versteegen. 'Dat moet je doen om verder te komen. Behalve verbinding tussen beleid, wetenschap en praktijk, heb je ook de kennis van ervaringsdeskundigen nodig. Het is heel logisch om de mensen die iets persoonlijk raakt om hun inbreng te vragen, maar we vergeten het vaak. Door bewust de verhalen van ervaringsdeskundigen te benutten als kennisbron, objectiveer je het onderwerp. Zeker bij thema’s als meritocratie is die vierde toevoeging van de ervaringsdeskundige naast beleid, wetenschap en praktijk een vaak onbenutte schat.'
Hard werken
‘’We zijn nog zeker niet tevreden hoe het er in Nederland voorstaat met gelijke kansen. We geloven heel erg in onderwijs en weten uit onderzoeken dat dit ook de sleutel is tot voorspoed, geluk en zeggenschap over je leven. Daarnaast weten we óók dat opleiding heel bepalend is voor de status die je bereikt. Vanuit dat gegeven proberen we kinderen die vanuit een omgeving komen waarin onderwijs niet zo vanzelfsprekend is, te helpen om het beste uit dat kind te halen. Zodat uiteindelijk elk kind een aandeel kan krijgen in dat levensgeluk, die goede gezondheid en het kunnen doen wat hij/zij belangrijk vindt. En op die manier bij te kunnen dragen aan de maatschappij.'
Maar ondertussen staat dit wel op gespannen voet met het meritocratisch gedachtegoed. 'Zo kun je het wel over gelijke kansen hebben, maar dat kun je alleen bewerkstelligen door een ongelijke behandeling,' zegt Versteegen. Zij stipt aan dat sommige kinderen niet al die schoolse vaardigheden meekrijgen en ziet graag dat juist op die doelgroep een rijk aanbod wordt ingezet.
Waardering
Wat Versteegen ook heel erg merkt, is hoe een bepaalde vorm van waardering is ingebakken in ons onderwijssysteem. 'Wat ik heel lastig vind, is dat we veel zaken blijven afmeten aan cognitieve prestaties. Veel interventies die we uitvoeren, moeten zich uitbetalen in beter taal- of rekenniveau, terwijl waardering zich ook in heel andere vaardigheden uitspreekt. Denk aan met de handen werken. Denken over levensgeluk en levenskwaliteit raakt naar de achtergrond als je het blijft hebben over een hoog opleidingsniveau. Dat idee van een hoog opleidingsniveau als hoogste goed, zit diep bij veel mensen.'
Versteegen vindt het bitter dat sommige vaardigheden ‘belangrijker’ worden geacht dan anderen. 'Het heeft ook te maken met meetbaarheid. De cito-scores zijn helpend in het uitdrukken van cijfers. Maar er zit ook een beperking aan. Je hebt ook kinderen die sociaal en empathisch heel vaardig zijn. Persoonlijk vind ik dat super belangrijk, maar dit is lastig te toetsen of om te zetten in een cijfer. Het feit dat je na kunt denken over wat jouw gedrag voor een ander betekent: wat voor waarde wordt daar nu aan gehecht? Daar moet meer waardering in het onderwijs voor komen.'
Meetbaar maken
Want: een kind kan onmogelijk overal de beste in zijn. 'Dat concurrerende denken waarbij iedereen op het hoogste niveau moet uitstromen, is absoluut geen realistische kijk op de wereld. De basis zou moeten zijn dat je aansluit bij wat iemand kan en daarin het beste probeert naar boven te halen.' Versteegen haalt aan dat ze ziet dat kinderen vaak meer kunnen dan wordt gedacht en dat dit een belangrijke gedachtegang is. Maar, weet zij, als je veel werkt binnen een bepaalde doelgroep, dan wordt dat ook jouw norm. 'Je verwachting stem je af op de doelgroep waarmee je werkt. Het is daarom goed om altijd met een open vizier naar kinderen te kijken, niet op voorhand te denken dat iets te moeilijk is en op zoek gaan naar onverwachte talenten van kinderen.' Ondersteunend daarbij is de theorie over Funds of knowledge, waarbij de leerkracht op zoek gaat naar verborgen (kennis)bronnen van leerlingen.
Het idee van maakbaarheid zit volgens Versteegen ook in de weg bij ouders. Als voorbeeld waarin dit doorklinkt, noemt zij hoe ouders nu voor hun kind staan. 'Ik heb het meegemaakt op de lagere school van mijn kinderen. Er was een loting- en matchingsysteem voor de middelbare. Hierbij moest je een lijst maken met 12 middelbare scholen, waarbij werd getracht zoveel mogelijk kinderen op hun hoogste keuze te krijgen. Iedereen was als de dood dat hun kind niet op de eerste keuze kwam. In plaats van enkel naar jezelf te kijken, kun je ook kijken naar een groter geluk voor zoveel mogelijk kinderen.'
Eerlijke verdeling
Daarom hoopt Versteegen dat er een systeem komt waar wel wordt gedacht aan eerlijke verdeling van doorstroom. 'Het systeem moet niet afhankelijk zijn van het opleidingsniveau van je ouders. Veel hoogopgeleide ouders hebben een hoger IQ. Kinderen kunnen dit erven en leren mogelijk makkelijker, waardoor het gat nog groter wordt met anderen. Je hebt het hier niet over verdiensten, maar iets wat je al van jezelf meebrengt. Sommige groepen zijn daarin gewoon heel erg bevoorrecht,' vindt ze.
En dat zie je ook terug in het onderwijs. Op veel scholen waar achterstanden zijn, is het lastig om voldoende leerkrachten te krijgen. Terwijl op scholen, waar deze problematiek niet aanwezig is, een stevig en stabiel team van leerkrachten lesgeeft. Daarnaast noemt Versteegen dat het uitmaakt of je in de stad of daarbuiten opgroeit. 'In de stad heb je zo’n rijk aanbod, diversiteit en mogelijkheid om veel verschillende ervaringen op te doen. We moeten werken aan meer solidariteit tussen bevoorrechte en minder bevoorrechte mensen. Want dit onderscheid heeft ontzettend veel gevolgen voor levens van kinderen. Daarom is de vraag die we continu moeten blijven stellen: moet je ook niet vanuit een bevoorrechte positie iets doen voor the greater good?'
Bijeenkomsten 2022
Voor de bijeenkomst van 22 november a.s. - de eerste van drie conferenties rondom deze thematiek - zijn geen plaatsen meer beschikbaar. In 2022 willen we enkele vervolgbijeenkomsten organiseren. Heb je daar belangstelling voor, wil je op een andere manier meedenken, of wil je een waardevol initiatief rond dit thema delen en zo anderen inspireren? Dan komen we heel graag met je in contact!
Bel of mail naar: Monica Neomagus ([email protected] – 06-518 43 248) of Robbert Jan de Vries ([email protected] – 06- 237 99 027).
Reacties