Een pedagogische opdracht: ‘Niemand veranderen, alles verandert’
20 juni 2025
Het eerste congres Muzisch Activisme in het Akousticum in Ede was een dag vol woorden, beelden en rituelen, vol uitnodiging en kunstzinnigheid. Een ansichtkaart die je van de grond plukt, een zelfgeschreven tekst die je cadeau doet, een oude bekende die je opzoekt en een nieuwe ongemakkelijke situatie die zich aandient. Stappen in het onbekende. Voeding voor de ziel. Zelf en samen. Zit hier een pedagogische opdracht aan vast? Rob van der Poel maakt en schrijft mee. ‘Ja, dit ben jij, een stukje van onze wereld. Ik zie je. Dank je wel.’
Bijna 150 mensen komen samen om te zoeken naar omgang met deze tijd. Hoe kunnen we niet alleen reageren op wat er misgaat, maar juist nieuwe vormen van samenleven, samen leren en handelen scheppen? Niet door te strijden, maar door te spelen. Niet door te overtuigen, maar door iets te laten ervaren. Niet door een standpunt in te nemen, maar door het bestaande licht te verschuiven. In Ede verkennen we sporen. Van regels om te ontregelen tot de ontwikkeling van een strong back, soft front en een wild heart. Van nieuwe relaties met de natuur, tot de omgang met het lawaai aan stemmen, binnen en buiten ons.
‘Ik zit hier gewoon te huilen op een stoel, zo dankbaar ben ik,’ zegt Mariëtte, die voor het eerst meezoekt en mee-’maakt’. Ze heeft zich in de lunchpauze even teruggetrokken. ‘Ik weet niet wat er gebeurt, maar ik laad hier zo van op.‘ Mariëtte werkt vrijwel haar hele leven als zelfstandig psychotherapeut en is zich aan het heroriënteren en bezinnen op werk en haar eigen plek en waarde in het leven. We zaten even in dezelfde kring tijdens het ochtendprogramma en die blik van verstandhouding is voldoende om nu opnieuw aan te mogen schuiven. Ik luister. Ze ervaart waarachtigheid, wederkerigheid en gemeenschap en dat heeft haar diep geraakt, zie ik. Wat betekent dit voor onderwijs en over de omgang met kinderen?
Ze ervaart waarachtigheid, wederkerigheid en gemeenschap en dat heeft haar diep geraakt, zie ik. Wat betekent dit voor onderwijs en over de omgang met kinderen?
Maar eerst: wat is dat nu eigenlijk, muzisch activisme? Twee woorden die ogenschijnlijk tegenover elkaar staan. Zacht en hard, zo vertelt Bart van Rosmalen – voorganger en geestelijk vader van het muzische goed – bij de opening. Ikzelf omarm de manieren van werken en ‘muzisch onderzoeken’ sinds ik vijf jaar terug meedeed aan de werkplaats van het lectoraat Kunst en professionalisering van de HKU. Maar even vaak moet ik dat woord ‘muzisch’ uitleggen als ik het laat vallen. Niet makkelijk, want ook deze (geschreven) woorden en poging ten spijt, muzisch werken moet je eigenlijk doen en/of meemaken.
De kring – de cypher, afkomstig uit de urban dance – is het voertuig waarmee iedereen wordt uitgenodigd voor zijn of haar move. In een eigen beweging, schrijvend of door iets te maken. Voortbouwend op dat wat ‘in het midden’ is gelegd: een vraag of beeld, een situatie of dilemma. Wat roept dat bij je op? Niet zozeer als casus die we met elkaar oplossen, maar eerder responsief zijn. Misschien wat meer op het toeval en de intuïtie vertrouwen en van daaruit iets terug-maken. Ieders stem doet ertoe en dus komen we, allemaal in gelijke mate, aan de beurt.
Muzisch werken vraagt om die reden dus ook om ontvankelijkheid, helderheid en precieze instructie, juist ook om ontmoeting en onderzoek (zelf en samen) aan te wakkeren en mogelijk te maken. Het is persoonlijk en spannend, maar wordt – eenmaal over de drempel – vooral leuk, speels en verassend. Er is geen goed en fout, alleen variatie. En kwartjes vallen er altijd. Is het niet direct, dan zeker later, juist als je misschien al hebt losgelaten. Of zoals Milan Kundera – Tsjechisch-Franse schrijver - stelt: 'Als alles is gezegd moet de ware betekenis vaak nog arriveren'.
‘Dus als we dan ruimte maken, zullen we dan tegelijk maar ruimte maken voor alles?’ Het zijn de woorden die Lotte van den Berg uitspreekt en die lang natrillen. Ze wordt met Tet Koffeman en Merlijn Twaalfhoven in een live-podcast bevraagd door Aad van Nieuwkerk, interviewer en radiomaker. Drie kunstenaars buigen zich over de vraag welke pedagogische opdracht zij zichzelf hebben gegeven in een wereld die steeds meer spanning, onzekerheid en onveiligheid met zich meebrengt. Waar oorlog, macht en verderf om ons heen tiert. En waar we ook onszelf aan het tegenkomen zijn.
Ze formuleren antwoorden, tegelijk ieders vorm van activisme. Merlijn wordt geraakt door alle fragmentatie, een ondeelbare wereld die verloren is gegaan door de ervaren druk van de tijd. Met Tegentijd draagt hij een nieuwe beweging voor creatief verzet tegen het kortetermijndenken en zegt ook zelf zijn weg hierin te moeten vinden. Ook Lotte beseft dat het haar eigen proces is en heeft het Atelier van de Onmacht in het leven geroepen, juist ook omdat ze zelf heeft ervaren dat in onmacht transformatie kan zitten. En Tet die zich in ecologische zin zorgen maakt, noemt klimaatactiviste, filosoof en boeddhist Joanna Macy als inspiratiebron die spreekt over ‘het composteren van de pijn’.
Drie kunstenaars buigen zich over de vraag welke pedagogische opdracht zij zichzelf hebben gegeven. Ze formuleren antwoorden, tegelijk ieders vorm van activisme.
Hoe ga ik zelf en met collega’s om in een wereld die steeds minder maakbaar lijkt, hoe verhoud ik me tot wat mislukt, wat tragisch, rampzalig en/of onoplosbaar is? Erlangs kijken en net doen of het niet zo erg is, werkt niet, want steeds meer dingen lijken niet meer te repareren. Maar in zak en as zitten en stilvallen is ook geen uitweg. Hoe gaan we er in het onderwijswerk mee om als er persoonlijke tragiek is? Is daar wel ruimte voor en zijn daar wel woorden voor? Hoe kan je je met elkaar tot het tragische verhouden en gaande blijven? Kan de kunst ons helpen? En zouden we dat activisme kunnen noemen?
Hoe houd ik het met mezelf uit als de wereld roept, vraagt en schreeuwt? Het is ‘de vraag vooraf’ die de hele symposiumdag met mij meeloopt. ‘Niet langer afwachten, maar vooraf bij jezelf een fascinatie activeren’, vertelt Bart van Rosmalen. ‘Als je een eigen vraag immers goed ‘aan’ hebt staan, komt er uit de dagelijkse gang van zaken ineens ander materiaal binnen.’ Voor de lunch zit ik tot drie keer toe met vier anderen in een kring. Pieter Baay en Anouk Saleming leiden me door de muzische dans: Mag ik jou als antwoord op jóúw vraag míjn vraag cadeau doen? Daar verschijnt de wonderlijke plotwending in de werkvorm 'de kunst van het vragen'. In plaats van antwoorden krijgt een inbrenger allemaal extra vragen, vragen waar anderen zelf mee rondlopen. Wat blijkt? Juist die vragen leveren iets op! Ik leer in een uur wel twaalf anderen kennen. Iedereen is aan het werk en komt bovendien verder met diens eigen vraag.
Mag ik jou als antwoord op jóúw vraag míjn vraag cadeau doen? Wat blijkt? Juist die vragen leveren iets op!
Met Marijke sluit ik af. Ze werkt met jongeren aan (mentale) gezondheid. We bespreken de doorwerking van onze eigen vraag in twee minuten en maken dan iets in de laatste resterende minuut. Ik geef haar een van papier gevouwen boot, met een stevig fundament en bodem en de zeilen waar de adem doorheen blaast (in en uit), plus de vier dimensies: emotioneel, mentaal, fysiek en spiritueel. De boot kan alle kanten op.
Marijke toont haar dankbaarheid. Daarna geeft ze een gedichtje aan mij.
Zelfzorg is the key
Toch even ME, ME, ME
Daarna pas komt die ander
Dus Rob, verander!
Maar niet te veel
Blijf jezelf en HEEL
Hoe zou dit in de klas of in de vergadering met collega’s werken, als we op die manier zelf en samen verschijnen? Steeds nadrukkelijker merk ik dat de pedagogische opdracht voor mij niet zozeer meer in het wat zit, maar nadrukkelijk draait om hoe ik ben met die ander en het andere, hoe we omgaan met de polariteit, in de gevoelens en emoties die over en weer worden opgeroepen. Kunnen we vanuit die geraakte, kwetsbare laag in contact zijn, zonder dat we de ander van het toneel willen vegen?
Kunnen we vanuit die geraakte, kwetsbare laag in contact zijn, zonder dat we de ander van het toneel willen vegen?
Koen Wessels en Bas van den Berg doen in hun boek ‘The Art of regenerative educationship’ een poging om zachte krachten, zoals liefde, aanwezigheid en verbondenheid, in beeld te brengen. Het regeneratieve verhaal is al even urgent (en in die zin activistisch) en nodigt ons uit om diepgaande betekenis te ervaren door juist onze uniciteit in diversiteit tot uitdrukking te brengen en dienstbaar te zijn aan iets dat groter is dan onszelf: onze potentie om van de wereld te houden. De beweging die zich de voorbije twee jaar rondom dit thema ontstaat, geeft mij hoop.
Met Rozemarijn Huibers-Hustinx en Pieter Baay van Onderwijs124 verken ik na de lunch twee uur lang hoe nieuwe Onderwijsrituelen kunnen bijdragen aan verandering van bestaande systemen en structuren. Welke vormen en perspectieven kunnen ruimte maken voor een pedagogisch klimaat waarin mensen samen leren en leven? We pendelen tussen fysieke oefeningen, kant-en-klare ontwerpmaterialen en een onderzoekend gesprek naar randvoorwaarden om nieuwe rituelen te laten slagen.
Ik ben geraakt als me een kaartje wordt voorgehouden, bedoeld om het gesprek aan te wakkeren. Aan de ene kant een donker beeld van een leertraject, efficiënt en voorspelbaar dat bij leerlingen tot verveling leidt. Aan de andere kant, in het licht, een verrassende leeromgeving waarin iedereen verschillende dingen aan het doen is, met veel plezier. ‘Dit doet geen recht aan de werkelijkheid,’ hoor ik mezelf zeggen. Het is letterlijk een zwartwit-voorstelling, waar het oordeel er dubbeldik bovenop ligt. Ik merk dat deze tweedeling vaker een strijd oplevert. Dat mensen zichzelf tegenover elkaar terugvinden en zich – nog erger - de tent uitvechten. ‘Dit is voor mij geen manier om in verbinding te komen,’ zeg ik en refereer aan het of-of-denken. ‘Ik ken zelf beide posities, in mijn eigen levende werkelijkheid. Die ambiguïteit omarmen, daar ligt voor mij een opdracht. Ik wil de ander verstaan, ontdekken dat we gedeelde zorgen hebben en dus in menselijk opzicht het wezenlijke gemeen hebben.’ De emotie zit hoog, merk ik. Mijn toehoorders luisteren en ik voel me gehoord. Geen discussie, maar erkenning. Ja, dit ben jij, een stukje van onze wereld en we zien je. Dank je wel.
Geen discussie, maar erkenning. Ja, dit ben jij, een stukje van onze wereld en we zien je. Dank je wel.
‘Niemand veranderen, alles verandert’ is een van mijn slogans die in het eindspel van de congresdag op papier komt. De nieuwsgierigheid naar de tegenpool zorgt ervoor dat het vormende proces kans krijgt. Niet langer dus overtuigen en reageren, dan wel de wereld naar mijn hand zetten, maar openen, luisteren aan de binnenkant, kwetsbaar en vrede zijn.
Niet toevallig pik ik niet veel later een ansichtkaart van de grond waarop de schaduw van twee lange benen te zien is. Het staat voor de uitnodiging om op twee benen te blijven staan. These en antithese leidt tot synthese.
Musework is het platform dat professionals aanmoedigt om te vertellen, spelen en maken als ingang voor nieuwe manieren van samenwerken. Bart van Rosmalen, Peter Rombouts, Anouk Saleming en Pieter Baay zijn de aanjagers.
Op de Musework-pagina vind je veel terug wat er op deze congresdag is gedaan, gemaakt en geschreven. Zo ook de wrap-up van Anouk Saleming, de revolutie begint met de eerste vogel die het woord neemt
Reacties