'Kinderen worden gekenmerkt door optimisme over wat ze ontmoeten' - verslag van een reis naar Reggio Emilia
25 oktober 2023
Ooit richtte ze De Buitenkans op, een kindercentrum in Friesland dat geïnspireerd wordt door de pedagogiek van Reggio Emilia, en zodoende was ze al eens in Italië om deze pedagogiek voor het jonge kind “live” te aanschouwen. Ook dit jaar maakte pedagogiekdocent Natasja de Kroon weer een studiereis erheen: “Hoe het was om weer in Reggio Emilia te zijn? Bijzonder, Hoopvol, bemoedigend, prikkelend, en nog zo veel meer. Omdat onderwijs de sleutel is tot een betere wereld.” Ze schreef het onderstaande verslag van een reis die voor haar als doel had ook van haar school een laboratorium te maken van onderzoek, nieuwsgierigheid, verdraagzaamheid, solidariteit en vreugde.
De mensen die ik in Reggio Emilia ontmoette, hebben opnieuw woorden gegeven aan mijn gedachten. Niet alleen de bovenschoolse pedagoog, de “pedagogista”, en de kunstdocent(e), de “atelierista”, die ons meenamen in hun verhaal, maar ook de mensen die samen met mij de reis maakten: oude en nieuwe vrienden, verenigd in de wens om samen te werken aan goede scholen en voorschoolse voorzieningen, en mijn collega’s van NHL Stenden met wie ik dit avontuur heb mogen beleven. Hun verhalen geven mij moed en vertrouwen om samen met mijn collega’s over te gaan tot actie. Om ook van onze school een laboratorium te maken van onderzoek, nieuwsgierigheid, verdraagzaamheid, solidariteit en vreugde. Vanuit honderd talen. Opdat iedereen mee kan doen. Om samen te werken aan een duurzamere en vreedzamere wereld.
“In our square a 'we' is born” (Cecilia, 3 jaar oud)
Het hart van de school is het binnenplein, de piazza. Hier ontmoeten kinderen elkaar en leren ze om samen te leven: “Op het plein vertellen we elkaar dingen, zodat we geen vreemden meer zijn”. Het plein is het symbool van het onderwijs en heeft als belangrijkste functie het bevorderen van solidariteit. De scholen koesteren de cultuur van de kinderen en zorgen dat deze zichtbaar is. Want de cultuur van kinderen moet altijd openbaar zijn. En dus gaan ze er met de kinderen op uit: naar het centrum van Reggio, om deel uit te maken van die stad. Door te spelen op pleinen en in parken, onderzoeken te doen of in het openbaar te schilderen op een meegebrachte ezel.
Kindbeeld
In Reggio Emilia gaan ze uit van het competente kind, een kind dat alles in huis heeft om zichzelf en de ander te leren kennen. Er zijn geen “special needs”-kinderen. Wel kinderen met speciale rechten (“special rights”). Iedereen doet mee en krijgt de kans om in zijn eigen taal de wereld te ontdekken. Niet alleen maar met de ander. Want kennis opbouwen doe je met elkaar. Door betekenis te verlenen en te onderhandelen over betekenissen. Door ideeën over de wereld uit te testen. En door soms met elkaar in conflict te komen. Want kinderen hebben conflicten nodig om zich met elkaar te verbinden.
Honderd talen om te spelen, te spreken te verwonderen..
Sinds de jaren 60 hebben de kunstenaars hun entree gemaakt in de scholen van Reggio Emilia. Als geen ander verstaan zij de kunst om in honderd talen te communiceren. Via materialen creëren zij (joy)fulle contexten die uitnodigen om te onderzoeken en te leren. Nooit zullen zij vertellen hoe het moet, maar wel welke waarden belangrijk zijn. Met oog voor schoonheid, verwondering en onderzoek. Samen met de leerkrachten en de pedagogen zetten zij zich in om de school een plek te laten zijn die “ loveable, liveable, active, documentable en communicative” is. Een plek waar iedereen de kans heeft om zijn eigen taal en zijn eigen mogelijkheden te vinden. En daarmee staan de honderd talen ook voor inclusiviteit. Waar kinderen op verschillende manieren toegang kunnen krijgen tot kennis vanuit verschillende invalshoeken. Bijvoorbeeld in de (mini-)ateliers waar ze vanuit al hun zintuigen ervaringen op kunnen doen.
Het kind als onderzoeker
De scholen in Reggio Emilia hebben geen individuele tafels. Door te werken met kringen en groepstafels wordt de frontale relatie met de leerkracht doorbroken. En ontstaat er ruimte om samen op onderzoek uit te gaan. Elk jaar is er een groot project dat op alle scholen speelt. Door te werken aan een zelfde project ontstaat er ruimte voor scholen om hun ervaringen uit te wisselen vanuit hun eigen specifieke kenmerken. Het helpt leerkrachten om het onderwerp vanuit verschillende oogpunten te bekijken en nieuwsgierig te blijven naar verschillende perspectieven. Dit jaar doen alle scholen onderzoek naar de identiteit van de natuur, waarbij niet de mens maar de natuur centraal staat. Ze hopen zo om samen met de kinderen te leren van en met de natuur.
Voordat het project van start is gegaan, hebben de leerkrachten hun kennis opgefrist en hun eigen vragen verzameld. Bijvoorbeeld:
- Wie bepaalt of iets leeft?
- Moet het bewegen/communiceren/een relatie aan kunnen gaan?
- Waar ontmoeten we de kinderen in hun eigen onderzoek van de wereld?
- Hoe geven we de kracht verbeelding een plek?
Deze voorverkenning geeft de leerkrachten een nieuwe blik op het onderwerp en helpt ze om rijke leercontexten te selecteren. Bijvoorbeeld door met de kinderen naar het park te gaan en te zien hoe kinderen het park onderzoeken. Hoofd en lichaam worden hierbij niet gescheiden: het onderzoek vindt vaak met het hele lijf plaats. De volwassenen doen mee om de ervaring van de kinderen en daarmee de kinderen zelf beter te begrijpen. Samen rollen ze in de herfstbladeren en ruiken ze de geuren van de herfst. Van hieruit voegen ze elementen toe. Bijvoorbeeld behangpapier om de bladeren te etaleren en na te tekenen.
Documenteren
Om te kunnen bepalen wat nodig is wordt er voortdurend stil gestaan om te documenteren en te reflecteren. De documentatie is leidend voor het vervolg. Een vervolg dat vaak vertrekt vanuit een gesloten vraag. Bijvoorbeeld om een dier te tekenen. De gesloten vragen helpen de leerkrachten om vervolgens bewuster en opener naar het werk van de kinderen te kijken. De leerkracht stuurt veel meer dan wij misschien verwachtten. Hij kiest de context, het materiaal, de ruimte waarin gewerkt wordt. Maar uiteindelijk is het kind degene die bepaalt wat hij ermee doet. En dat overtreft vaak alle verwachtingen.
De “journey of research” wordt ingevuld vanuit de ideeën en vragen van de kinderen, “omdat kinderen al heel veel weten”. De hypothesen van de kinderen worden verzameld door deze op te schrijven en te tekenen. Bijvoorbeeld: “Alleen de rode en bruine bladeren vallen. De groene niet, die zijn jong”. Kinderen worden ook gestimuleerd om hun hypothesen te tekenen. Het helpt ze om complexe ideeën die ze niet in woorden kunnen vatten weer te geven. De vragen van de kinderen worden opgehaald en gecategoriseerd door de leerkrachten. De kinderen vertellen wat ze zien en wat ze ervaren. De volwassenen proberen te begrijpen wat de kinderen zien en wat hun aandacht trekt.
Kinderen hebben een sterk verlangen om de wereld te begrijpen en tientallen vragen. Deze vragen zijn leidend voor het groepswerk. Tijdens de evaluatiekring wordt er samen met de kinderen teruggeblikt:
- Hoe ver zijn jullie gekomen?
- Hoe gaan jullie verder?
- Waar hebben jullie informatie vandaan gehaald?
- Met wie heb je samengewerkt?
Er zijn geen individuele boekjes voor ieder kind. Het geld dat hiermee wordt bespaard wordt gebruikt om een grote rijkdom aan bronnen te verzamelen. De kinderen worden voortdurend uitgedaagd om de informatie die ze verzamelen te onderzoeken, te selecteren, te vergelijken en te organiseren. Ze leren vanaf het begin om hun eigen werk te evalueren. En dat doen de volwassenen ook.
”Wij zijn geen school als we niet willen begrijpen waar onze kinderen vandaan komen”
Evalueren is waarde geven aan wat kinderen doen
De scholen van Reggio Emilia doen er alles aan om het verhaal van de kinderen zichtbaar te maken en te begrijpen wat kinderen bezighoudt. De volwassenen moeten het werk van de kinderen erkennen. Het kind bepaalt zelf wanneer hij klaar is. Elk kind heeft een “postbakje” waarin hij tussentijds zijn werk op kan bergen. Het werk van kinderen wordt bewaard. Hierdoor is het mogelijk om samen met kinderen terug te kijken en te zien welk pad ze hebben afgelegd. Vanuit de evaluatie, interpretatie en reflectie van het gedocumenteerde werk worden nieuwe voorstellen en plannen ontwikkeld. Nieuwe ondergronden, nieuwe materialen, nieuwe ruimtes. De dagverslagen laten zien wat kinderen overdag meemaken.
Ik ben onder de indruk van de zorgvuldigheid waarmee het werk en de tekeningen van de kinderen geanalyseerd worden. Welke materialen het kind kiest, welke ondergrond, welke vormen, welke betekenissen…. Iets wat op het eerst gezicht simpel gekras lijkt, vertelt veel over het kind en hoe hij de wereld beleeft. Maar je ziet het pas als je stilstaat. Gelukkig helpen de scholen ons om dit te zien door het werk van de kinderen zichtbaar te maken, want “schools are places that speak”.
Bouwen aan een cultuur van het jonge kind
Op de laatste dag sluiten we af met een pleidooi om met elkaar te bouwen aan een andere schoolcultuur. Een cultuur waarin niet de school centraal staat, maar het kind. Waarin de doorgaande lijn niet over school gaat maar over het kind dat door de school heen gaat. Waarbij scholen de verbinding zoeken met ouders. Omdat we deze verandering alleen samen met ouders in gang kunnen zetten. Ouders moeten afleren dat kinderen dingen op vaste momenten leren. Als zij zien dat hun kind leert vanuit een hoog welbevinden worden ze sterke bondgenoten. Als we aan de slag willen met het vormgeven van ander onderwijs moeten de tafeltjes eruit. Als we het curriculum op een andere manier aan willen bieden, hebben we moed en competentie nodig. Om te kunnen veranderen moeten we blijven geloven in verandering. En in de kinderen. Want zij zijn onze hoop!
En nu aan de slag
Tijdens ons laatste etentje bruisen we van hoop, moed en inspiratie. Om onze collega’s en studenten mee te nemen in deze mooie ontdekkingsreis. Om samen met studenten nog meer stil te staan bij het kijken naar kinderen. En bij het documenteren van het verhaal van de kinderen. Om aandacht op te wekken voor stukjes van de wereld en “The Wonder of Learning”. Om goede vragen te stellen. En dan ook te luisteren naar de antwoorden. En om de studenten zelf te laten ervaren wat er gebeurt als je op een “journey of research” gaat. In een echt atelier. Met kosteloos, ongevormd en natuurlijk materiaal. We kunnen niet wachten!
Natasja de Kroon is docente Pedagogiek aan de PABO.
Reacties