Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Nawoord bij blogserie "Op zoek naar de ziel van het onderwijs"

20 december 2022

In de afgelopen weken ging lector Hester IJsseling met haar collega’s van het lectoraat Professionaliseren met hart en ziel (Thomas More Hogeschool) op zoek naar de pedagogische dimensie van de onderwijspraktijk – ook wel, de ‘ziel’ van het onderwijs. Wat verstaan we daaronder en wat vraagt dat van ons? Met deze epiloog door Hester en een overzicht van de blogs, komt aan deze serie een einde.

In een serie blogs vertelden leraren en lerarenopleiders van het lectoraat Professionaliseren met hart en ziel de afgelopen weken verhalen over wat ze meemaken in de praktijk.

Er was een leerling in tranen vanwege een toets en een leraar die zich afvroeg wat dat van haar vraagt. Hoeveel begrip moet ik tonen? In hoeverre moet ik vasthouden aan de waarde van die toets, en zeggen: uithuilen en hup, door? Hoe kan ik tegenspel geven aan de druk van ouders zonder de relatie onder druk te zetten?

Er was een docent die zich afvroeg hoe hij de associatieve stroom aan ervaringen kon kanaliseren die ontsprong aan de bron die hij met zijn vraag had aangeboord: ‘Wat versta jij onder burgerschapsvorming?’ Hij vroeg zich af: hoeveel ruimte moet ik laten en hoeveel richting moet ik geven? Er was een leraar die een ongebruikelijk verzoek kreeg van een leerling, in rouw verzonken. Wat stond hem nu te doen? Hoeveel moest hij meebewegen, hoeveel loslaten, hoeveel vasthouden aan bestaande afspraken? Er was een leraar op het schoolplein die weloverwogen niet ingreep, maar met aandacht en zorg ruimte liet en er – zonder enige garantie - op vertrouwde dat de kinderen op het plein er voor elkaar zouden zijn.

Er was een leraar die een kind de tijd gunde om op z’n eigen tijd en in z’n eigen tempo op z’n heel eigen manier tevoorschijn te komen. Die standvastigheid toonde en weerstand bood aan de haast waarmee een kind dat niet aan de norm beantwoordt tot een probleem wordt gereduceerd dat snel moet worden opgelost. Een leraar die de kracht had om, om met Cornelis Verhoeven te spreken, te verwijlen in het ongewisse en te wonen in het uitstel. En er was een schoolleider die een beginnende leraar de ruimte bood om op haar eigen tijd en in haar eigen tempo op haar heel eigen manier tevoorschijn te komen, en die naast haar stond terwijl ze haar weg zocht.

In elk van de verhalen probeerde iemand een kind of een jong mens op weg te helpen in de wereld, in het besef dat we als het erop aankomt niet de controle hebben over wat er met onze initiatieven gebeurt en dat we nooit zeker weten of we het goede doen. Er is steeds een spanningsveld tussen een structuur (een lesplan, een toets, een werkvorm, een label, een rooster, een orde) en iets wat zich in die structuur niet laat vangen, iets wat daartegen in verzet komt of daaraan wil ontsnappen. Alle verhalen van de afgelopen weken vertellen over een ervaring met iets wat ontsnapt, wat zich niet eenduidig laat definiëren - en hoe een leraar zich daartoe verhoudt.

Alle verhalen van de afgelopen weken vertellen over een ervaring met iets wat ontsnapt, wat zich niet eenduidig laat definiëren - en hoe een leraar zich daartoe verhoudt.''

In ons onderzoek proberen we - aan de hand van fenomenologische denkprincipes - zo dicht mogelijk bij de geleefde ervaring te komen, vanuit het gezichtspunt van de eerste persoon. Langs die weg willen we in herinnering brengen wat in het dominante rekenende denken uit het zicht raakt en vergeten wordt. Het rekenende denken - zo noemt Martin Heidegger het denken dat alles wil tellen en meten en zekerstellen, om het rationeel te kunnen verklaren, om er rekening mee te kunnen houden en er rekenschap van te kunnen afleggen en het zo te kunnen beheersen. Wij proberen een ander denken te oefenen, door ons open te stellen voor wat er komt in al z’n complexiteit en te aanvaarden dat ons denken en datgene wat we proberen te begrijpen nooit helemaal zullen samenvallen.

In de ervaringsverhalen die we als onderzoekers verzamelen, laten we iets wezenlijks tevoorschijn komen en staan we stil bij wat verborgen blijft, zonder het te forceren zich kenbaar te maken en zonder er schijnzekerheden voor in de plaats te zetten. We trekken ook geen conclusies, want conclusies sluiten het denken af waar zorgvuldig verder denken en aandacht schenken nodig blijft. De vraag is niet: hoe kunnen we dat ongrijpbare ook nog uit z’n schuilplaats jagen en aan onze speer rijgen. De vraag is: hoe zorgen we dat we niet vergeten dat er een grens is aan het denken, hoe eerbiedigen we die grens en hoe helpen we kinderen en jonge mensen met die eerbied op weg.

Bronnen

  • Heidegger, M. (2014). De vraag naar de techniek. Nijmegen: Vantilt.
  • Manen, M. van (1990). Researching lived experience. Human science for an action sensitive pedagogy. Londen: Althouse Press.
  • Verhoeven, C. (1999). Inleiding tot de verwondering. Eindhoven: Damon.

Lees hier de serie blogs terug!

  1. Voorwoord 'Op zoek naar de ziel van het onderwijs' - Hester IJsseling
  2. ‘Ik heb CITO rekenen en begrijpend lezen verpest. Ik heb gefaald.’ – Haitske de Visser
  3. Ervaring vormt – Jos van den Brand
  4. Verdriet op het schoolplein – Laura de Ridder 
  5. Professionaliseren met een hart in tweestrijd – Pieter Boshuizen
  6. Een woordeloze ontmoeting - Jeannette Benschop
  7. Verbindend gezag - Marjon de Boer - Bruggink

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief