Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

De pedagogische weerbaarheid van Felienne Hermans: 'Laten we stoppen met administratieve taken die geen pedagogische waarde hebben'

18 augustus 2025

Hoogleraar didactiek van de informatica aan de Vrije Universiteit Amsterdam, leraar informatica op de Open Scholengemeenschap Bijlmer, columnist voor de Volkskrant én vaste gast bij BNR Radio: Felienne Hermans is een veelzijdige bruggenbouwer tussen de wereld van technologie en onderwijs. In de nieuwe podcastaflevering die Jan Jaap Hubeek maakte in de serie ‘AI: Het pedagogisch appèl’ ontvouwt Felienne een visie die verder gaat dan bits en bytes: een pleidooi voor pedagogische weerbaarheid in tijden van digitale overvloed. 

‘Toen ik leerde programmeren, werd ik vooral gedreven door maken,’ vertelt Hermans over haar eerste stappen in de computerwereld. ‘Op een computer kan je alles maken. Het gaat niet op, het gaat niet kapot. Als ik hier een steek laat vallen in mijn breiwerk, dan moet je het allemaal weer gaan fixen. Op een computer kan dat niet.’

Die maakwereld van vroeger , met Commodore 64's waarop je regels code moest overtypen uit boeken, is volgens Hermans fundamenteel veranderd. ‘In relatief korte tijd is die hele digitale wereld omgeswapt van iets voor makers naar iets voor consumenten.’ Een schrijnend voorbeeld: toen ze informaticadocenten vroeg wie er een zelfgemaakte app op hun telefoon had, stak slechts één persoon zijn hand op.

Als je als docent alleen nog maar naar een dashboard kijkt, verlies je het vermogen om een kind in zijn geheel te zien

Deze verschuiving raakt de kern van haar kritiek. ‘Zelfs mensen die kunnen programmeren doen het niet meer,’ constateert ze. ‘Hoe zijn we in een wereld gekomen waar een programmeur liever 80 euro per jaar betaalt voor Duolingo dan in twee zaterdagmiddagen zelf een gratis taalapp te maken die precies doet wat je wilt?’

De afstand tussen makers en gebruikers
Het probleem zit volgens Hermans diep in de structuur van het informaticaonderwijs. ‘De afstand tussen mensen die techniek maken en mensen die techniek gebruiken, die afstand is gigantisch.’ Ze beschrijft hoe studenten die ze begeleidde een praktisch probleem van leraren, namelijk Excel-sheets uploaden zonder overtypen, afwezen omdat het ‘maar drie regels code’ had. Ze vonden de opdracht te simpel. Technologie moet ingewikkeld zijn. ‘Jullie zijn stuk gemaakt,’ dacht ze toen. ‘Mijn vakgebied heeft jullie kapot gemaakt.’

Deze kloof tussen technologie en menselijkheid ziet ze overal terugkomen. In haar column in de Volkskrant introduceerde ze de ‘ergernistest’ als nieuwe Turingtest: niet of een machine zich als mens kan voordoen, maar of zij kan zeggen: ‘Dit is onredelijk, hier stop ik mee.’ Learning Management Systemen zoals Magister falen glansrijk voor deze test: ze dwingen docenten om vooral tekortkomingen aan te vinken, terwijl er geen knop is voor ‘toonde inzet’ of ‘werkte goed samen’.

AI is geen neutraal gereedschap; het is ontworpen door mensen met belangen, waarden en aannames. De vraag is niet alleen wat het kan, maar ook: wie profiteert en wie betaalt de prijs?

Pedagogische weerstand als antwoord
Hermans' oplossing is even praktisch als radicaal: technologische weigering. ‘Ik voer gewoon helemaal niks meer in. Geen huiswerk, geen toetsen, geen aanwezigheid. In plaats daarvan ga ik de klas in kijken, met leerlingen kletsen en real life complimentjes uitdelen.’

Ze pleit voor wat ze een ‘punctualiteitsnakijkstaking’ noemt, het bewust stoppen met administratieve taken die geen pedagogische waarde hebben. ‘Als je tijd op is dan zeg je: dit is wat het betekent om in dienst te zijn. Het is vijf uur. Ik ga naar huis.’

Deze vorm van verzet is volgens haar noodzakelijk omdat het huidige systeem draait op vrijwillige overuren van leraren. ‘We toetsen meer dan waar dan ook. We hebben meer lesuren dan waar dan ook in Europa. Maar waarom eigenlijk?’

AI: tussen hype en extractie
De opkomst van AI plaatst deze discussie in een nog urgenter perspectief. Hermans ondertekende recent de brief  tegen de onkritische adoptie van AI in het onderwijs en onderzoek. ‘Op zoveel plekken zien we nu dat AI wordt ingevoerd omdat het moet. Iedereen doet het, efficiëntie. En dat het dus helemaal niet gaat vanuit een pedagogisch vraagstuk.’ De ondertekenaars waarschuwen voor risico’s van academische integriteit, kritisch denken en gelijke toegang.

Ze ziet AI als onderdeel van een patroon waarin Silicon Valley steeds nieuwe groeiverhalen nodig heeft. ‘Er moet altijd groei zijn. Blockchain was er een, vervolgens kwam de metaverse. Nu hebben we AI.’ Maar achter de beloftes schuilt extractie: ‘Ik hou van technologie, maar de enige manier waarop we nu bijna technologie nog kunnen consumeren is door een vorm van extractie.’

Ik voer gewoon helemaal niks meer in. Geen huiswerk, geen toetsen, geen aanwezigheid. In plaats daarvan ga ik de klas in kijken, met leerlingen kletsen en real life complimentjes uitdelen

De waarde van wrijving
Tegenover de gladheid van AI-oplossingen plaatst Hermans de pedagogische waarde van weerstand. Het proces van worsteling heeft intrinsieke waarde. ‘Het gaat om het proces. Die sporen op de ziel. Het gaat om weerstand, wrijving.’ Ze vergelijkt het met sporten: ‘Leerlingen begrijpen dus heel goed het principe dat als je een strak lijf wilt dat je er moeite voor moet doen. Ze snappen dat ze geen fitter lijf krijgen als een heftruck de oefeningen voor ze doet.’

Van kleuters tot studenten
Hermans' observaties spannen het hele onderwijsveld. Van kleuters die bij binnenkomst hun foto moeten aanklikken op een digibord (‘Zo gauw dat ding er is, is jouw pedagogiek verdwenen’) tot studenten die onder druk van hoge studiekosten en krappe deadlines naar ChatGPT grijpen.

Maar ze ziet ook hoop. Haar middelbare scholieren blijken verrassend bewust van privacy: ‘Die maken een foto, zeggen: mevrouw mag ik dit op Insta zetten?’ En in haar eigen lessen creëert ze ruimtes waar technologie dienstbaar is aan het leren: ‘Bij mij komen ze binnen. Alle laptops gaan dicht. Je krijgt hier een boek. Een papieren reader van mij. Daar ga je in lezen. Daar ga je in schrijven.’

Terug naar de intentie
De kernvraag die Hermans stelt is fundamenteel: ‘Wat betekent het om een mens te zijn?’ In een wereld waar Sam Altman suggereert dat alles wat een mens kan, een robot ook kan, wordt deze vraag urgenter dan ooit.

Haar antwoord begint bij kleine, concrete stappen. Open source software voor scholen, zodat docenten zelf aanpassingen kunnen maken. Kleinere klassen in plaats van schaalvergroting. En bovenal: de moed om te weigeren wat niet werkt.

‘We gaan dat systeem niet zomaar veranderen,’ erkent ze. ‘Maar er zijn een hele hoop stukken van het systeem waar we nu meteen iets aan kunnen doen. Stoppen met technologie die geen waarde heeft. En het digibord trek ik daar ook onmiddellijk onder. Weg met die onzin.’

Een pedagogisch appel
Hermans' visie is geen pleidooi tegen technologie, maar voor technologie die dient in plaats van domineert. ‘Another world is possible,’ zegt ze tegen haar leerlingen als ze uitlegt hoe Instagram werkt. Die andere wereld begint met het stellen van de juiste vragen: Willen we scholen waar kinderen worden gezien, of systemen waar ze worden geadministreerd?

In tijden van AI-hype en digitale dwang is Hermans' combinatie van technische kennis en pedagogische wijsheid belangrijker dan ooit. Ze toont dat echte innovatie niet ligt in het omarmen van elke nieuwe technologie, maar in het vasthouden aan wat onderwijs werkelijk waardevol maakt: de menselijke verbinding tussen leraar en leerling.

‘Ik teken al die tekeningetjes die ook in mijn nieuwsbrief staan, die in mijn slides staan,’ vertelt ze (een voorbeeld daarvan zie je op deze pagina, red.). ‘Het is ook een soort connectie die je maakt.’ In die handgetekende illustraties ligt misschien wel de essentie van haar boodschap: technologie moet menselijk blijven, persoonlijk, en bovenal dienstbaar aan de relatie die de kern vormt van alle onderwijs.

Haar oproep is helder: denk na over wat het betekent om mens te zijn, schrijf het op, ‘op een A4'tje zonder AI’, en ga dan het gesprek aan. Want alleen door die fundamentele vragen te blijven stellen, kunnen we onderwijs creëren dat werkelijk toekomstbestendig is.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief