Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

De heerlijkheid van de orthopedagogiek

7 februari 2018

'Pas als de verschillen worden erkend, kunnen die worden overstegen', schreef Bas Heijne ooit in het NRC. 'Verhalen bieden daar ruimte voor', vult hogeschooldocent Annemiek Broersen aan. Zij schrijft een bijdrage over het gesprek over waarden, wat op gang gebracht kan worden middels verhalen. 'Een gezamenlijk belang of ideaal kan helpen samen op een onderzoekende manier betekenis te geven aan waarden. Dat kan door het eigen verhaal te vertellen, bijvoorbeeld het verhaal van een klas, van een school, van een eigen ontwikkeling; en vooral door open te staan voor het verhaal van een ander.'

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in het Tijdschrift voor Orthopedagogiek. 

In 1961 publiceerde mijn ome Kees (als auteur C. Broersen) het kinderboek De zwarte speelgoedman. Het was drie jaar voor zijn plotselinge dood. Voor mij is deze oom een foto op de kast bij mijn ouders gebleven. Voor mijn oudste zussen is dat anders. Beiden waren als kind trots op hun ome Kees. Hij was de populairste meester van de dorpsschool. ‘Het was een rustige meester waar iedereen graag naar luisterde. Bij hem voelde je je veilig en gezien. Volwassenen bekommerden zich in die tijd zelden om jou als kind maar ome Kees deed dat wel. Hij vertelde altijd verhalen en dan voelde je echt contact. Bijzonder was dat je bij hem nooit in de hoek hoefde te staan voor straf. Toen hij overleed was ik verdrietig en vooral ook boos. Eindelijk zou ik het volgend schooljaar in de vierde klas ome Kees als meester krijgen. Dat ging niet door.'

Mijn zussen vertelden mij dat De zwarte speelgoedman destijds baanbrekend was omdat het de mogelijkheid opperde dat er zomaar iemand, die werkelijk anders leek te zijn, onderdeel kon worden van een ‘nette’ gemeenschap. Het onderwerp was baanbrekend maar ook het feit dat iemand de moeite nam hierover te schrijven voor kinderen in de leeftijd van 6 tot 9 jaar. Het gaf deze kinderen ruimte om rekening te houden met die mogelijkheid van nieuwe elementen in hun eigen verhaal.

Als ik nu het boek teruglees, herken ik in de vriendelijke toon de meester die mijn zussen beschrijven. Het valt echter niet mee om die vriendelijkheid te laten prevaleren boven een uitgesproken moralisme (met veel uitroeptekens in de tekst) en vooral boven een strak, wit koloniaal perspectief. We lijken weinig waarden te delen wanneer ik zinnen lees als ‘[...] ze waren alle drie zo zwart als kachelpoets! De man en de vrouw waren negers, moet je weten. En het slapende ventje was natuurlijk een klein negertje. Ze hadden prachtig kroeshaar en blinkend witte tanden.’ En: ‘De vader en moeder van Kas kalebas waren ook erg arm. Maar dom? Nee hoor, dat waren ze heus niet.’ Het hele boek is een poging om het zwart-witte discours van die tijd - wit is bekend/goed, zwart is onbekend/fout - te laten kantelen. De boodschap van de schrijver is ‘alle mensen zijn gelijk’. Op de laatste pagina concludeert hij: ‘Iedereen in Sloterdam wist nu dat zwarte mensen niet slechter zijn dan blanke mensen’. Uit het woordgebruik blijkt hoe moeilijk het is te ontsnappen aan een actueel discours. Racisme bestrijden vanuit racisme lijkt zo goed als onmogelijk, althans met de blik van ruim een halve eeuw later.

En waar raakt dit de orthopedagogiek? Of, meer specifiek nog, waar raakt het de heerlijkheid van de orthopedagogiek? Allereerst een verkenning van de termen.

Heerlijkheid
Heerlijkheid kan in de eerste plaats duiden op glorie en grootheid. Dan staat de vraag centraal hoe de orthopedagogiek een positieve bijdrage levert aan de maatschappij. Wat is de kracht van de orthopedagogiek? Er bestaat echter nog een tweede betekenis van heerlijkheid, namelijk het recht van een heer om over zijn gebied gezag uit te oefenen en recht te spreken. Uit die betekenis kan de vraag worden gedestilleerd hoe de orthopedagogiek een morele orde (Broersen & Klapwijk, 2017) levert, een ethisch kompas voor goed en fout.

Waarden
Wat mij betreft vallen die twee betekenissen van heerlijkheid samen in de term orthopedagogiek, de studie naar en opvoeding van kinderen/mensen bij wie de ontwikkeling of de situatie waarin die ontwikkeling plaatsvindt, problemen oplevert. Orthopedagogiek heeft namelijk te maken met waarden. Opvoeden kan niet anders dan vanuit waarden, vanuit wat als belangrijk wordt ervaren en waarmee verbondenheid wordt ervaren. De kracht of heerlijkheid van de orthopedagogiek zit wat mij betreft in het benutten van waarden in de praktijk van het opvoeden (zie ook Ruijssenaars, Van den Bergh & Schoorl, 2011). Die nadruk op waarden levert tegelijkertijd het kompas voor goed en fout.

Ten opzichte van de pedagogiek, lijkt orthopedagogiek een soort hogere kunst van het opvoeden. Opvoeden als het werkelijk ingewikkeld wordt. Wellicht is het onderscheid tussen pedagogiek en orthopedagogiek in de praktijk voor professionals in onderwijs en zorg weinig relevant. Kan opvoeden immers ooit simpel zijn?

Wederzijdse afhankelijkheid
De complexiteit van opvoeden zit in het feit dat zowel de opvoeder als de opvoedeling in de opvoeding verweven zit. Er is sprake van een wederzijdse afhankelijkheid, de een kan niet bestaan zonder de ander. Een opvoeding is zo nimmer een neutraal pakketje dat objectief verzonden en ontvangen wordt. Met iedere opvoedeling maakt een opvoeder een nieuw verhaal. Met iedere opvoeder maakt ook een opvoedeling een nieuw verhaal. Opvoeden is een relationele werkelijkheid. Auteurs als Stevens (o.a. Stevens & Bors, 2013) en Biesta (2015) onderstrepen keer op keer dat onderwijs een relationeel beroep is. Dat in de interactie ruimte zit om iets nieuws te laten ontstaan, betogen ook Crowell en Reid-Marr (2013) met de term emergent teaching.

Groef van oud verhaal
Dat die ruimte ook werkelijk en bewust wordt benut, is echter geen vanzelfsprekendheid. De sociale psychologie (Aronson, Wilson & Akert, 2014) leert namelijk dat mensen juist waar het ingewikkeld en onduidelijk wordt, een beroep doen op een automatische piloot, een schema (wijze waarop informatie over de sociale werkelijkheid wordt georganiseerd) dat toegankelijk is door eerdere ervaringen of door een bepaald belang. Zo kan met iedere nieuwe opvoedeling de opvoeder in de groef blijven van een oud verhaal. Iedere opvoedeling kan dat ook doen met iedere nieuwe opvoeder. En ook verschillende opvoeders, bijvoorbeeld onderwijsprofessionals en ouders, kunnen in hun groeven tegenover elkaar blijven staan. De kans daarop lijkt groter naarmate de opvoeding ingewikkelder is, meer wordt ervaren als afwijkend van normaal. Een menselijke neiging is die complexiteit te vertalen naar hapklare brokken. Of de andere partij dat maar even wil slikken. Gedeelde waarden heet dat, ‘goed voor de sociale cohesie’.

Alle partijen kwetsbaar
Orthopedagogiek heeft te maken met waarden. Het biedt een moreel of ethisch kompas in complexe opvoedingssituaties als die waarden worden geëxpliciteerd. De waarden worden echter niet optimaal benut als ze als hapklare brokken worden opgelegd aan een andere partij. Met name in situaties met een machtsverschil, bestaat er dan het risico het machtsverschil juist te verdiepen. Meestal is de opvoeder of professional de meermachtige ten opzichte van de opvoedeling of ouder en is het de professional die komt met waarden die ‘gedeeld’ moeten worden. Niet zelden echter ervaart bijvoorbeeld een leraar het omgekeerde, namelijk dat leerlingen en ouders hun waarden dwingend op tafel leggen in complexe opvoedingssituaties. Feitelijk zijn alle partijen in een opvoedingsrelatie kwetsbaar (Broersen, Ossenblok & Montesano Montessori, 2015). En dan komt het erop aan niet met waarden als schild te schermen.

Hoe kunnen waarden de krachtige kern van de orthopedagogiek zijn? Hoe wordt dat waardevol en blijft dat waardevast in complexe opvoedingssituaties? Hoe ondersteunt het de eigenwaarde van alle betrokkenen?

Actuele discours
Terug naar De zwarte speelgoedman. De schrijver verpakt de waarde gelijkheid in een verhaal voor kinderen van 6 tot 9 jaar. Hij neemt hen mee in de mogelijkheid van nieuwe elementen in hun eigen verhaal en laat zien hoe dat in plaats van een bedreiging (‘Toch wel een heel klein beetje griezelig, vond Pietje’, die als eerste Sloterdams kind iets koopt bij de zwarte speelgoedman) een verrijking kan zijn. (‘Een heleboel mensen hadden eigenlijk niet eens gebrek aan speelgoed. Maar omdat ze zo nieuwsgierig waren om de zwarte man te zien, verzonnen ze maar een kleinigheid [...]’). Het verhaal van de auteur C. Broersen en de verhalen die meester Broersen aan zijn leerlingen vertelde, lieten de lezers en de luisteraars van die tijd ruimte om zichzelf, hun eigen verhaal, te herkennen en aan te vullen. Hij gebruikt woorden en een toon, een sociale formule (Broersen & Klapwijk, 2017), die herkenbaar zijn in het dan actuele discours. Hij kan overigens niet anders omdat hij daar zelf deel van uitmaakt.

Ruim een halve eeuw later, is de waarde gelijkheid nauwelijks nog herkenbaar in De zwarte speelgoedman, onder andere omdat het discours en daarmee de sociale formules zo veranderd zijn. Het is dus zaak de uiting van een waarde altijd in de context - tijd, cultuur, omstandigheden - te verstaan. Een verhaal over gelijkheid in deze tijd zou lezers en luisteraars van nu ruimte moeten bieden om zichzelf, het eigen verhaal, te herkennen en aan te vullen.

Waarde als kompas
De heerlijkheid van de orthopedagogiek zit dan ook niet in het expliciteren en delen van waarden an sich, zeker niet als dat ‘opleggen’ betekent. Het kan een opvoedingsrelatie zelfs schaden als waarden worden gebruikt als een automatische piloot in zwaar weer. Dat doet geen recht aan de eigenheid van iedere betrokkene, de ander wordt niet werkelijk gezien maar tot figurant gemaakt in het eigen verhaal. Een waarde kan in een complexe opvoedingssituatie wel een kompas zijn, echter juist als wordt losgelaten hoe die waarde er in de praktijk uit moet zien.

Verhalen overstijgen
Een gezamenlijk belang of ideaal (bijvoorbeeld het toekomstperspectief van de opvoedeling) kan helpen samen op een onderzoekende manier betekenis te geven aan waarden. Dat kan door het eigen verhaal te vertellen, bijvoorbeeld het verhaal van een klas, van een school, van een eigen ontwikkeling; en vooral door open te staan voor het verhaal van een ander. Hoe zijn daar dezelfde of andere waarden in te herkennen ondanks een (totaal) andere context? Of, om met Heijne (2017) te spreken: pas als de verschillen worden erkend, kunnen die worden overstegen. Verhalen bieden daar ruimte voor. Het verhaal van iedere betrokkene en vervolgens het nieuwe verhaal dat in de relatie wordt gebouwd. In die altijd complexe werkelijkheid van opvoeden.

Betekenis geven aan waarden
De heerlijkheid van de orthopedagogiek zit dan bijvoorbeeld in de leerling die zalig vooroverhangt op de schooltafel en ondanks alle moeilijkheden op haar of zijn pad, wegdwaalt in het verhaal van de juf of meester. Daarin een plek vindt om zichzelf te zijn. De heerlijkheid van de orthopedagogiek zit ook bijvoorbeeld in de ouder die haar of zijn verhaal mag doen en een (onderwijs)professional tegenover zich vindt die erkent dat door dat verhaal het eigen verhaal bijgesteld moet worden. De heerlijkheid van de orthopedagogiek zit eveneens bijvoorbeeld in de wetenschapper die openstaat voor het verhaal van de onderwijsprofessional op de werkvloer en daarmee het eigen onderzoek scherpt.

Verhalen bieden ruimte om betekenis te geven aan waarden. Daar samen naar te zoeken en samen een nieuw verhaal te maken. Samen, juist ook met kinderen die de verhalen voor de toekomst maken en nog volop groeien in hun verhaal. Het opschrijven, blijven vertellen en (voor)lezen van verhalen biedt de mogelijkheid om - bijvoorbeeld ruim een halve eeuw later maar misschien al veel eerder - tevreden vast te stellen hoeveel verder een verhaal gevorderd is.

Epiloog

Mijn ome Kees is er al lang niet meer, mijn ouders en hun kast waarop de foto van mijn oom stond evenmin. Ik had mijn oom graag leren kennen, had graag gehoord hoe zijn verhalen geklonken hadden in deze tijd. De zwarte speelgoedman en de uitnodiging van het Tijdschrift voor Orthopedagogiek boden mij de gelegenheid mijn eigen verhaal toch te scherpen aan het zijne.

Annemiek Broersen is als docent verbonden aan het Seminarium voor Orthopedagogiek aan de Hogeschool Utrecht.
 
Originele bron: PDF artikel 'De heerlijkheid van de orthopedagogiek' Annemiek Broersen

Literatuur


  • Aronson, E., Wilson, T.D. & Akert, R.M. (2014). Sociale psychologie. (8e editie). Amsterdam: Pearson Benelux.

  • Broersen, Annemiek & Lucie Spreij (2009). Parameters in de dynamiek van educatief partnerschap. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 48, 483-492.

  • Broersen, Annemiek, Anja Ossenblok & Nicolien Montesano Montessori (2015). Pesten en sociale veiligheid op scholen: definities en keuzes op micro-, meso- en macroniveau. Tijdschrift voor Or- thopedagogiek, 54, 108-119.

  • Broersen, Annemiek & Geke Klapwijk (2017). Sociale veiligheid vanuit de positioneringstheorie: een ruimer perspectief voor gesprekken op school. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 56, 73-88.

  • Biesta, G. (2015). Het prachtige risico van onderwijs. Culemborg: Uitgeverij Phronese. Bleeker, H. & Mulderij, K.J. (1978). Kinderen buiten spel. Boom: Meppel.

  • Crowell, S. & Reid-Marr, D. (2013). Emergent teaching. A path of creativity, significance, and transformation. Maryland: Rowman & Littlefield Publishers, Inc.

  • Dalen, A. van (2013. Transformatie van de jeugdzorg vraagt om anders organiseren. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 12, 618-626.

  • Heijne, B. (2017). Het radicale antwoord op haat is waardigheid. NRC zaterdag 9 en zondag 10 september 2017.

  • Ruijssenaars, A.J.J.M., Van den Bergh, P.M. & Schoorl, P.M. (2011, 4e druk). Orthopedagogiek. Ontwikkelingen, theorieën en modellen: Een inleiding. Antwerpen: Garant.

  • Stevens, L. & Bors (red.) (2013). Pedagogische tact. Op het goede moment het juiste doen, óók in de ogen van de leerling. Antwerpen-Apeldoorn: Garant.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief