Van mond tot poepgat
21 maart 2022
Hoe kan ik er als leerkracht voor zorgen dat kinderen meteen met volle betrokkenheid bij het onderwerp zijn? Wat moet ik doen? Welke acties zijn nodig? Sjaak van Moorsel en zijn collega’s dachten hierover toen ze een nieuw thema tijdens projectwerk wilden gaan presenteren. Alle kinderen mogen een zaklamp meenemen. Maar waarvoor? Op school zien ze een lange kronkelende tunnel. De aandacht is er meteen.
Een goed begin is het halve werk zeggen ze wel eens. Nou, zo dachten wij ook. Wij willen in onze twee groepen 5/6 gaan werken aan een nieuw thema: het menselijk lichaam. Maar hoe introduceren we ons thema? Want het is natuurlijk gaaf wanneer de kinderen vanaf het begin enthousiast zijn.
Juf Maartje heeft een geweldig plan: ‘We bouwen een tunnel waar kinderen doorheen moeten kruipen’, zegt ze. ‘En die tunnel is de weg van de mond tot het poepgat’. ‘Onderweg in die tunnel komen de kinderen dan informatie tegen over de slokdarm, de maag de dunne en dikke darm en de endeldarm.’ Wij, de andere leerkrachten, vinden het een prachtig idee.
De kinderen krijgen een mailtje dat ze allemaal een zaklamp mee moeten nemen naar school. Tijdens de pauze bouwen wij de tunnel waarbij we allemaal oude dekens en dikke doeken over tafels en tafeltjes leggen. De slingerende tunnel ligt klaar.
Het is één uur ’s middags. We zitten allemaal in de klas van Maartje. Zaklamp bij de hand. Telkens mogen vier kinderen uit de kring. Ze gaan de tunnel in. Ze starten dus eigenlijk bij de mond. Met hun zaklamp zoeken ze hun weg. In de tunnel lezen ze informatie. Wanneer ze uit het ‘poepgat’ komen gaan ze bij mij in de kring zitten. Ze mogen nog niet met elkaar praten over het mogelijke thema. Dit doen we pas wanneer iedereen in de kring is. Al snel horen we dat het onderwerp over ons lichaam gaat. ‘Dit was de spijsvertering’, is zelfs een opmerking uit de kring. De kinderen hebben zin in het nieuwe thema. En wij ook.
Sjaak van Moorsel is leerkracht op de Uilenspiegel in Boekel
Reacties