Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Over autonome motivatie, directe instructie, een kennisrijk curriculum, en het boek 'Het ABC van motivatie in onderwijs'

11 augustus 2025

Motivatie is al decennialang een heet hangijzer in het onderwijs. Terecht, want het is allesbehalve eenvoudig. Komt motivatie eerst, of leren? Of is het een wisselwerking? Een kip-of-ei-verhaal. En wat als motivatie juist actief wordt ondermijnd door hoe we lesgeven? Het boek Het ABC van motivatie in het onderwijs van Maarten Vansteenkiste en Bart Soenens biedt precies op het juiste moment houvast. In een tijd waarin het onderwijsdebat polariseert tussen structuur en vrijheid, tussen kennisoverdracht en welbevinden, tussen leerling/student of leraar/docent centraal, brengt dit boek nuance, gelaagdheid en praktische handvatten. Auteur en spreker Barend Last las het en schreef deze uitgebreide boekbespreking.

Er is veel te doen over wat nou écht goed onderwijs is. Er is momenteel een duidelijke pendulebeweging richting basisvaardigheden en een kennisrijk curriculum, wat je sterk terugziet in de recente Staat van het Onderwijs 2025. Niet in de laatste plaats gevoed vanuit de koker van bekende auteurs zoals Tim Surma, Dylan William en John Hattie, die pleiten voor "de terugkeer van kennis." In Vlaanderen is er momenteel veel over te doen, mede dankzij minister Zuhal Demir die een kentering inzet naar een kennisrijk curriculum en meer discipline. Ook hier in Nederland zie je dit terug, bijv. in het regeerakkoord dat sterk inzet op basisvaardigheden en "bewezen effectieve methodes" en de recente Staat van het Onderwijs 2025.

Niks mis met kennis, natuurlijk, en op sommige plekken is er (helaas) te lang gewerkt vanuit het idee dat we het ook wel konden doen met sterke focus op vaardigheden. Het is dan ook goed om met aandacht te werken aan een rijke kennisbasis.

Het probleem is alleen dat deze beweging vaak gepaard gaat met een betoog voor meer directieve en op discipline geënte onderwijsvormen. Dit wordt extra bekrachtigd door een recent verschenen publicatie over vermeende ordeproblemen in het Nederlandse onderwijs (die niet geheel zonder kritiek is overigens vanwege problemen rondom methodologie en validiteit, zie bijv. hier). Structuur is goed en expliciete instructie is soms nodig, maar het bepleiten van een meer directieve aanpak kan in de praktijk flink doorschieten naar overmatige controle, wat funest is voor de motivatie en wellicht zelfs de oorzaak kan zijn van ordeproblemen.

Maar ja, ik hoor de kritische lezer denken: dat geldt toch ook voor te veel vrijheid?

Klopt. Naar beide kanten kun je doorschieten. De waarheid ligt, zoals zo vaak, ergens in het midden.

In deze context verscheen afgelopen maand bij Uitgeverij LannooCampus het nieuwe boek "Het ABC van motivatie in onderwijs" van Maarten van Steenkiste en Bart Soenens. Een boek dat precies op het juiste moment komt om nuance te brengen in een ogenschijnlijk polariserend debat. Begin april werd het boek gepresenteerd tijdens een drukbezochte presentatie in Gent, waar de auteurs de volle zaal (zo'n 500-600 mensen) meenamen in hun verhaal over motivatie, de ABC-theorie en het leraarkompas. Gelukkig waren ook pleitbezorgers van het kennisrijke curriculum zoals Tim Surma aanwezig bij de presentatie, wat aantoont dat er mooie synergie mogelijk is tussen verschillende uitgangspunten.

Daarom een uitgebreide boekreview, waarin ik de inzichten uit het boek steeds probeer te koppelen aan de actualiteit.

LET OP: Het boek spreekt steeds over leraren en leerlingen, maar daar kun je ook docenten en studenten lezen. Omwille van de leesbaarheid, heb ik in deze review alleen de eerste twee termen gehanteerd!

Het leraarkompas als centraal uitgangspunt

Allereerst opent het boek met een prachtig overzicht van het leraarkompas met ABC-stijlen (zie hieronder): een visueel en inhoudelijk doordacht schema dat de complexe werkelijkheid van onderwijzen hanteerbaar maakt. Het kompas is gebaseerd op de zelfdeterminatietheorie (ZDT) van Deci en Ryan, waarin drie psychologische basisbehoeften centraal staan: autonomie, verbondenheid en competentie - kortweg het ABC. Volgens deze theorie vormen deze drie bouwstenen de kern van duurzame motivatie. Het kompas vertaalt deze theoretische inzichten naar de concrete praktijk van de klas (zie de oorspronkelijke bron van Nathalie Aelterman uit 2019 hier).

Het model bestaat uit twee assen. De horizontale as toont het spectrum van laag directief (de leerling aan het stuur) tot hoog directief (de leraar aan het stuur). De verticale as laat zien in hoeverre een stijl ABC-ondersteunend dan wel ABC-ondermijnend is. Samen vormen ze een cirkel met acht verschillende leraarstijlen. Aan de rechterkant vind je stijlen die motivatie bevorderen, aan de linkerkant stijlen die deze juist ondermijnen. Die visuele opzet maakt in één oogopslag duidelijk waar het schuurt als leraren doorschieten in controle óf in vrijheid - en hoe je juist in de balans tussen beide je professionele ruimte vindt.


Het krachtigste inzicht dat het kompas mijns inziens biedt, is dat goed lesgeven dus niet gaat over de vraag óf je stuurt, maar hoe je stuurt. Je kunt een duidelijke, sturende rol opnemen en toch de autonomie van leerlingen ondersteunen -zolang die sturing betekenisvol, zorgzaam en respectvol gebeurt. Omgekeerd geldt ook dat weinig sturing niet automatisch motiverend is: onverschilligheid, laissez-faire en vrijblijvendheid kunnen evenzeer ondermijnend zijn. Het leraarkompas laat zien dat motivatie niet voortkomt uit de afwezigheid van kaders, maar uit de kwaliteit van de relatie en de manier waarop die kaders worden vormgegeven. Iets dat voor mij direct korte metten maakt met de gekunstelde tegenstelling van directe instructie versus ontdekkend leren.

Belangrijk is wel om te beseffen dat het kompas geen beoordelingsinstrument is, maar een richtinggevend kader. Het helpt leraren reflecteren op hun eigen stijl, begrijpen waarom bepaalde strategieën werken of juist niet, en bewust keuzes te maken in hun didactisch en pedagogisch handelen. In plaats van te vervallen in de klassieke tegenstelling tussen leerlinggestuurd en leraargestuurd, opent het kompas ruimte voor professioneel maatwerk: afgestemd op leerling, situatie en leerdoel. De ene keer ben je meer directief, de andere keer minder, maar altijd zijn er kaders.

Te veel is nooit goed

Te veel van beide, controle en chaos, kunnen beide misgaan. Zoals Vansteenkiste in een interview met De Tijd opmerkt over het narratief van meer kennis, instructie, orde en discipline: "De valkuil van dit nieuwe narratief is dat het een vrijgeleide wordt om als leerkracht autoritair uit de hoek te komen." Het leraarkompas helpt dus om als professional te navigeren tussen het bieden van structuur en autonomie, zonder in extremen te vervallen. En dat geldt evengoed voor onderwijsomgevingen waar men lerende te veel aan hun lot overlaten, onder de noemer zelfontdekkend leren, zelfregulatie, eigenaarschap of regie voor het leren, zoals en ik betogen in ons nieuwe boek 'Dat doe je toch niet alleen?!'

Elke goede onderwijspraktijk vraagt dus altijd om kaders en balans. Dat is ook de paradox van zelfregulerend leren: het vereist juist actieve sturing om goed tot zijn recht te komen.

Het sterke van het leraarkompas is dus dat het een "helikopterperspectief" biedt, zoals Maarten het zelf noemt. Het zorgt voor overzicht in wat anders een verwarrende en polariserende discussie kan verworden. Je ziet direct dat een verkeerde toepassing van autonomie-ondersteuning kan verzanden in chaos, terwijl een verkeerde toepassing van structuur of effectieve didactiek kan ontaarden in controlerend gedrag. Deze praktische inzichten zijn bijzonder waardevol voor leraren die dagelijks moeten navigeren tussen verschillende benaderingen, en is iets dat ik maar wat graag had willen leren toen ik op de PABO zat.

Lees verder op LinkedIn

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief