Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Doe je wat je belangrijk vindt - De lemniscaat als instrument om te werken aan congruentie tussen intentie, ontwerp en handelen in de onderwijspraktijk

7 oktober 2024

De dagelijkse onderwijspraktijk is een aaneenschakeling van momenten waarin je als professional handelt. De hele dag door moet je al doende, veelal in het moment zelf, keuzes maken over wat te doen of te laten, en moet je oordelen vormen over wat wenselijk, nodig of rechtvaardig is, op dat moment maar ook met het oog op de langere termijn. Leraar zijn is daarmee echt een complex beroep, dat een hoge mate van professionaliteit en zelfstandigheid vraagt. En dat geldt net zozeer voor de andere onderwijsprofessionals die in de scholen en lerarenopleidingen onderwijs geven en maken. Deze combinatie van complexiteit en urgentie van handelen maken het moeilijk én nodig om steeds weer de vraag te stellen: doen we eigenlijk wel wat we belangrijk vinden?  Lees verder in dit artikel van Aziza Mayo, Jan Jaap Hubeek en Wouter Modderkolk.

Deze vraag speelt op alle lagen van ons onderwijs, of het nu gaat over het begeleiden van een kind, een gesprek met ouders, vraagstukken rondom huisvesting, vormgeven aan passend onderwijs met het samenwerkingsverband, of in de verantwoording richting de onderwijsinspectie. Hoe verschillend deze vraagstukken ook lijken, ze draaien allemaal om ons verlangen om het best mogelijke onderwijs te geven aan onze leerlingen.   

Een binnen de school gedragen visie, waarbij je gezamenlijk taal geeft aan wat je belangrijk vindt en nastreeft, biedt oriëntatie en houvast bij dagelijkse keuzes. Van Kan & Ris (2024) stellen dat we onze pedagogische professionaliteit vormgeven door pedagogische vragen te stellen over onze dagelijkse onderwijspraktijk. Deze vragen hebben betrekking op de belangen van leerlingen in een bepaalde onderwijssituatie. Hoe verhouden die belangen zich tot de idealen die je als team hebt uitgesproken en welk handelen is dan passend? Zelfs als je heldere idealen hebt, blijf je geconfronteerd worden met de noodzaak om verschillende belangen tegen elkaar af te wegen of te zoeken naar hoe je tegenstrijdige belangen toch kunt verenigen. 

De lemniscaat is een eenvoudig instrument dat je - op elk moment, in elke fase en op elk niveau van onderwijsvraagstukken - een structuur biedt bij het beantwoorden van deze vragen.  

Vormgeven aan congruentie 
De vraag ‘Doen we wat we belangrijk vinden?’ is een vraag naar congruentie. Naar of dat wat je beoogt (intentie), hoe je daaraan werkt (ontwerp) en wat er daadwerkelijk gebeurt (handelen) met elkaar in overeenstemming zijn en gericht zijn op hetzelfde doel: het realiseren van goed onderwijs voor de leerlingen (idealen). Op een dergelijke manier handelen, zodat het onderwijs in lijn is met wat je beoogt, noemen we intentioneel pedagogisch-didactisch handelen.  

Met de lemniscaat hebben we niet geprobeerd iets heel nieuws neer te zetten, maar eenvoudigweg een beeld te geven bij het proces waar onderwijsprofessionals dag in dag uit - meer of minder bewust- mee bezig zijn. Simon Sinek (2011) heeft met zijn drie geneste gouden cirkels ‘Why, what en how’ ook een model gegeven waarmee je kunt kijken naar de samenhang tussen ideaal en realiteit. Zijn werk laat zien dat hoe beter de afstemming tussen ‘Waarom doe jij de dingen zoals jij ze doet (Why)? Wat doe je dan vervolgens (What)? En hoe doe je het (How)’, hoe meer je voor elkaar krijgt.  

De realiteit is echter dat onderwijs echt complex en veranderlijk is, en daardoor geen dag of situatie hetzelfde is. Er gebeuren in het onderwijs continu dingen waar jij als onderwijsprofessional iets mee moet, keuzes in moet maken of een oordeel over moet vormen. De lemniscaat helpt je in deze complexiteit om (weer) zicht te krijgen op je idealen, om vanuit de schoolvisie op goed onderwijs op weg te gaan en de juiste vragen te stellen bij alles wat er op je af komt.   

De vorm van de lemniscaat is natuurlijk ook het teken van oneindigheid. Daar hebben we bewust voor gekozen om te benadrukken dat het werken aan goed onderwijs nooit af is. Niet omdat het nooit goed (genoeg) kan zijn, maar omdat het onderwijs iedere dag weer anders is. Iedere les, iedere ontmoeting met een leerling, of een klas, vormt een unieke situatie waar je geen pasklaar ‘antwoord’ op kunt geven als onderwijsprofessional. Misschien klinkt dat ontmoedigend, maar je kunt het ook zo zien: iedere dag biedt een nieuwe kans om goede dingen te doen.  

Bewegen door de lemniscaat  
Soms begint het reflectieproces bij een vraagstuk over het handelen (waarom zijn de leerlingen vaak zo passief in mijn lessen?), soms bij de inrichting van het onderwijs (hoe kunnen we in plaats van vanuit losse vakken, vanuit grote thema’s aan verschillende vakinhouden werken?) en soms bij een vraag over dat wat jullie willen bereiken en waarom (willen we breedvormend onderwijs geven in onze school?).  

Wat jullie in de school zien als de bedoeling van jullie onderwijs vormt het ijkpunt voor elke ommegang door de lemniscaat. De visie waarop jouw onderwijs gestoeld is geeft namelijk richting aan je bedoelingen (intentie). Om deze bedoelingen te realiseren richt jij de praktijk op een bepaalde manier in (ontwerp). En in het dagelijkse werk geef je daar handen en voeten aan (handelen). Op welk punt je ook start met bewegen door de lemniscaat, je beweegt altijd langs alle drie de vragen: Wat willen we eigenlijk (intentie)? Wat hebben we daar dan voor te organiseren (ontwerp)? En wat vraagt dat van ons (handelen)?    

 Het doorlopen van de lemniscaat – alleen of met elkaar- biedt dus een structuur om enerzijds te reflecteren op bestaande praktijken (realiteiten) in het licht van de idealen, maar ook om nieuwe praktijken te ontwerpen en te ontwikkelen waarmee die idealen tot realiteit kunnen worden. In beide gevallen wordt de lemniscaat ingezet om de congruentie tussen dat wat beoogd wordt (ideaal) en dat wat plaatsvindt (realiteit) te versterken. 

Bovenstaande voorbeelden kunnen nooit volledig rechtdoen aan de complexiteit van onderwijsontwikkeling, maar ze geven weer dat je op elk niveau in elke situatie in de lemniscaat kan instappen en je onderwijs kunt versterken vanuit dat wat jij belangrijk vindt. De lemniscaat helpt om steeds weer te zoeken naar overeenstemming tussen wat je doet, hoe je het doet en wat je belangrijk vindt.  

 Door met elkaar ruimte te maken voor reflectie op je bedoeling en de vraag of je hier ook naar handelt, werk je aan een lerende en professionele schoolcultuur. Daarbij is het belangrijk om je pedagogische bewustzijn te ontwikkelen, om zo verschillende belangen te herkennen en tegen elkaar af te wegen. Daarnaast vraag het ook om moed en vertrouwen in jezelf en elkaar om steeds weer een proces van zorgvuldige oordeelsvorming te doorlopen: wat is hier wenselijk en mogelijk en hoe handel ik daar dan ook echt naar?  

Bronvermeldingen:

Biesta, G.J.J. (2018). De terugkeer van het lesgeven. Uitgeverij Phronese.

Modderkolk, W. (2024). De Lemniscaat: Bouwen aan een brug tussen ideaal en realiteit. In A. Mayo (red.) Samen werken aan waarde(n)vol vrijeschoolonderwijs voor nu en voor de toekomst. Hogeschool Leiden.

Sinek, S. (2011). Start with why: How great leaders inspire everyone to take action. Penguin Books. Van Kan, C. & Ris, J. (2024). Kennisbasis onderwijspedagogiek Hogeschool Rotterdam.   

Verder lezen: 

Biesta, G. (2022). Wereldgericht onderwijs. Een visie voor vandaag. Phronese. 

Frissen, P., van der Steen, M., Noordegraaf, M., Hooge, E., & de Jong, I. (2016). Autonomie in afhankelijkheid: Verbeteren van onderwijskwaliteit via krachtige koppelingen. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NWO). 

Modderkolk, W. (Red.). (2021). Waarde(n)vol Toetsen op de Vrijeschool. Hogeschool Leiden. 

Senge, P. M. (2008). Lerende scholen: Een vijfde discipline-handboek voor onderwijzers, ouders en iedereen die betrokken is bij scholing (6e oplage, 2008). Academic Service. 

Van den Berg, D., Stevens, L., & Vandenberghe, Roland. (2013). Leidinggevende, wie ben je? Postmoderne visie op leidinggeven in het onderwijs. Garant.  

Van Manen, M. (1992). The tact of teaching. The meaning of pedagogical thoughtfulness. Left Coast Press.  

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief