Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Incompetent kunnen zijn. Die moed opbrengen lukt alleen samen, met de zeemeermin én de dinosaurus

12 februari 2024

Onderwijskundige Sandra van Kolfschoten – altijd met hart en ziel werkzaam met jongeren, nu in de jeugddetentiewereld – mijmert wat met Martin Schravesande auteur van onder meer De Onderhuidse leraar. Ze beginnen met grote maatschappelijke vraagstukken, de ongelijkheid in systemen – maar dalen al snel af naar zichzelf. ‘Incompetent. Ik voel me het elke vrijdag weer, de hele dag. Vanaf het moment dat het kleine deurtje zich opent van mijn pieper en sleutels. De moed steeds weer om er binnen te stappen. Om de dingen te doen en door te zetten, waarvan iedereen denkt en zegt dat ze onmogelijk zijn. Die ‘rare mevrouw’ zijn. En dat is dan nog de aardige versie, denk ik.’

We hebben helemaal geen lerarentekort.
We hebben een onderwijsprofessionals-die-niks-meer-in-de-klassen-doen overschot.

Nogal een boude uitspraak natuurlijk van een onderwijskundige die zelf al jaren haar geld verdient met adviseren langs de zijlijn. Vroeger dan, want de laatste jaren zit ik er toch meer middenin. De jongeren en de klassen en de alles.

Het overschot aan professionals viel me op al wandelend door een SBO-school die me vroeg mee te denken over haar lerarentekort. Ik zag heel heel kleine klasjes van 7 tot 12, tot 15 kinderen, met soms twee mensen in de groep. En ik zag heel, heel veel kamertjes met achter elke deur een tafel met mensen en computers en papier en soms ook spelletjes of een bal van de fysio.

‘Zullen we al die mensen achter de deuren weghalen? En in de klassen zetten,’ zei ik.

‘Ja, maar dan komen ze niet aan hun eigen werk toe,’ zei de directeur.

‘Als je klassen met kinderen naar huis stuurt, omdat er geen leerkrachten zijn, heb je straks lege scholen zonder kinderen, met professionals achter computers die plannen schrijven over kinderen die er niet meer zijn,’ antwoordde ik.

En ik zag het ook ineens voor me. Dat beeld van die lege klassen en volle kleine kamertjes. Iedereen is druk. En de leerlingen zijn thuis. Misschien is het wel de onderwijsdroom van velen. Om je werk te kunnen doen, zonder hen die je werk zijn. Ik kan het weten, want ik wil ook al jaren zo min mogelijk met leerkrachten en directeuren en hun studiedagen en overleggen te maken hebben, terwijl als onderwijskundige en organisatieadviseur zij toch soort van mijn doelgroepen zouden moeten zijn. Of misschien ook toch wel niet meer. Of steeds minder.

Mijmeren

Het is woensdagochtend en Martin Schravesande en ik mijmeren samen een beetje over onderwijs in mijn Studio Betekeniks op Arnhems Buiten. Martin heeft net weer een nieuw boek geschreven over de waardigheid van onderwijs en hoe je leert van pubers. Hoe onderwijs onder je huid zit. De onderhuidse leraar. Ik hou van zijn beschouwingen over zijn leerlingen en het onderwijs en vooral ook van al zijn innerlijk geworstel over hoe je een goede leraar probeert te zijn voor kinderen die nergens in het onderwijssysteem lijken te passen en die daar ook meer dan gelijk in lijken te hebben. Ons leren wordt daarmee soort van (on)gelijk oversteken.

We delen onze verhalen over het onderwijs in gesloten settings en hoe deze wereld ervoor zorgt dat je je eigen opvattingen over ‘goed onderwijs’ en ‘goed mens zijn’ voortdurend botsend tegenkomt in je eigen innerlijke zelf. Incompetentie-moed bedacht Martin als nieuwe competentie. De moed om incompetent te durven zijn. Je zelf op het terrein van het niet weten en het gevoel van incompetentie te durven begeven. Daar te zijn en te blijven staan en ook weer terug te komen. Steeds maar weer. Martin stuurt me later nog in de app hoe hij dit begrip bedoelt. Ik voel zijn omschrijving tot in mijn tenen.

“Iets belangrijks wat ik nog bedacht over imcompetentie: het echt volle, doorvoelde bewustzijn van wat competentie in een bepaalde setting betekent kan alleen maar ontstaan uit het echt doorleven van de incompetentie. De ervaring van imcompetentie is de drempel waarachter het avontuur begint dat uiteindelijk naar competentie leidt.”

Vervolgens schrijft Martin nog dat hij de ochtend na onze ontmoeting heel vroeg wakker schrikt en de angst van het imposter syndroom (bang om door de mand te vallen, ondanks alle kennis en ervaring) hem naar de keel grijpt. Ook dit bespraken we in relatie tot 'incompetentie-moed' als ander begrip naast ‘onzekerheidvaardigheid’. Je wordt niet vaardig. Je beweegt je steeds in die onzekerheid, met die gevoelens van angst en bedrog. Je weet niet precies waar je mee bezig bent en wat er wel of niet werkt en al weet je dat dit precies is wat werkt, lig je er toch ’s nachts vaak wakker van.

Verwaarloosde intelligentie

Ook een mooie Martin-overdenking was dat je bij twijfel tussen onderschatting en overschatting van leerlingen, je altijd moet kiezen voor overschatting. Omdat onderschatting meer schade doet aan het zelfbeeld van kinderen. Daarbij bedacht ik ook dat in het onderwijs onderschatting van leerlingen minimaal 90 procent zoveel vaker voorkomt dan overschatting van leerlingen. En dat schat ik gewoon even uit de losse pols van 25 jaar rondlopen in scholen en verhalen luisteren van docenten en andere onderwijsmensen.

‘Hier komt het toch door,’ vroeg Martin me, ‘dat hoogbegaafde autistische uit het systeem vallende Agora-scholen bevolkende leerlingen altijd witte kinderen en ouders zijn. Hij vroeg zich af waar alle niet-witte kinderen met dezelfde kenmerken zich bevonden.

Ik kon daar wel antwoord op geven. Die zijn te vinden op cluster 4 scholen - en met een beetje meer pech - op vrijdag in de jeugddetentieschool. ‘Ja,’ zei Martin. Mijn ervaring is ook dat bij ‘die kinderen’ er nooit aan de mogelijkheid van intelligente of hoogbegaafdheid wordt gedacht, maar het altijd meteen wordt geïndiceerd als een gedragsprobleem en/of omgevingsprobleem. Ja, vulde ik aan en daarbij zijn veel docenten ook nog eens bang voor deze (andermans) kinderen. De existentiële angst van xenofobie zit diep in ons mens zijn verankerd. Ook al willen we het niet. Hij is er gewoon.

‘Verwaarloosde intelligentie’ noemde ik de LVB-stempel die op 80% van de jongeren in detentie wordt geplakt. Niemand zal een LVB-indicatie (Licht Verstandelijke Beperking) geven aan leerlingen die uit zichzelf gedichten schrijven, maar voor next level rap-teksten kan dit wel het geval zijn. Het is ook lastig beoordelen wanneer je de genialiteit niet herkent, omdat het buiten je eigen kennisgebied ligt. En er ook een label op rust van geweld in plaats van geweldig.

Vraag hem anders even naar zijn drilrapnaam, hahaha. Een losse grap aan de detentie-docenten-tafel. De minderwaardigheid druipt er af en zelf sla ik dicht van de woede, want ik wil niet mee doen in deze cynische overlevings-vibe maar ik weet ook even niet wat dan wel te zeggen of te doen. Dus lach ik een beetje dommig mee en voel ik me van binnen een loser die niet opkomt voor haar eigen visie. En daardoor ook niet gaat staan voor de jongeren. Weer die incompetentie-moed. En het voelt helemaal niet moedig. Eerder als heel laf.

Incompetent. Ik voel me het elke vrijdag weer, de hele dag. Vanaf het moment dat het kleine deurtje zich opent van mijn pieper en sleutels. De moed steeds weer om erbinnen te stappen. Om de dingen te doen en door te zetten waarvan iedereen denkt en zegt dat ze onmogelijk zijn. Die ‘rare mevrouw’ zijn. En dat is dan nog de aardige versie, denk ik.

Die moed opbrengen lukt alleen samen, dankzij de energie die we bundelen met alle mensen met wie we samen zoeken hoe het echt mooier kan, fijner en beter. De zeemeermin en de dinosaurus. Hoe het precies moet, weten we niet precies. Maar we geloven dat het kan. En daarom blijven we het proberen. We smokkelen alles en iedereen mee naar binnen. Door de muren en de poortjes heen. En dwars door alle scepsis en regels en het nee heen, doen we het toch. Weer.

De ruimte komt. Eerst geloven. Dan zien.
Ik hou het vol. En we zien steeds meer.
En we zijn niet meer de enigen.

Woensdag. Donderdag. Bijna vrijdag.
Dan gaan we tapijten tuften. Met een pistool.

Sandra van Kolfschoten is verbonden aan het lectoraat Change Management van de Haagse Hogeschool en opereert in organisaties en onderwijsprojecten  ook onder haar eigen vlag en naam  Onderwijskunst. Met het laatste project Kans Arm Adviseren schudde ze recentelijk nog de kussens op in onderwijsland.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief