Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Gerdien Bertram-Troost vraagt aandacht voor de existentiële dimensie in het onderwijs

1 mei 2023

Levensbeschouwing wandelt op allerlei manieren de school binnen. Soms wordt het als een verrijking ervaren, maar niet zelden ook als probleem. Actueel is de discussie rondom gebedsruimtes in het openbaar onderwijs. Hier speelt mee dat er in een seculiere samenleving steeds minder kennis en begrip is voor wat ‘gelovig-zijn’ inhoudt. Volgens prof. Gerdien Bertram-Troost is het juist mede daarom belangrijk om in het onderwijs ruimte te maken voor levensbeschouwelijke vorming. ‘Als je op een goede manier leert omgaan met mensen die anders denken kan het je eigen staan in het leven verrijken.’ NIVOZ-medewerker Sabrina Alhanachi ging vast met haar in gesprek. 

Op woensdag 28 juni sluit Bertram-Troost de serie NIVOZ-onderwijsavonden af in Driebergen. Klik hier voor de link, voor informatie, tickets en verdere inhoudelijke zaken.

Gerdien Bertram-Troost is hoogleraar Onderwijs in levensbeschouwelijk perspectief aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij werkt bij de faculteit Religie en Theologie en geeft van daaruit ook les aan studenten Pedagogische Wetenschappen. Zij begeeft zich op het snijvlak van onderwijspedagogiek en theologie en houdt zich op allerlei manieren bezig met vragen rondom de plek en aandacht van levensbeschouwelijke vorming in het onderwijs. 

Haar eigen ervaringen als leerling vormen een belangrijke drijfveer in haar werk. Bertram-Troost is opgegroeid in een christelijk milieu. Haar vader was predikant en tot in de jaren negentig woonde het gezin in een redelijk homogeen christelijke omgeving. Toen het gezin naar Amsterdam verhuisde, kwam zij erachter dat het echt uitmaakt of je op een school met een relatief homogene leerlingpopulatie zit of juist op een school met een superdiverse leerlingpopulatie, zoals de school waar ze na verhuizing op kwam. Bertram-Troost merkte dat de plek en aandacht voor godsdienst/levensbeschouwing op de twee scholen - beide protestants christelijk - volstrekt verschillend was. De context waarin een school staat en de mensen die samen de schoolgemeenschap vormen zijn van grote invloed. Onder andere deze ervaringen hebben ertoe geleid dat zij zich in haar werk bezighoudt met vragen als: 'Hoe kan onderwijs bijdragen aan de brede vorming, inclusief de levensbeschouwelijke, van leerlingen?’ en ‘Hoe kan op een bij de context passende manier recht gedaan worden aan de levensbeschouwelijke diversiteit van leerlingen en leerkrachten?’   
 
Levensbeschouwing in de school 
Bertram-Troost maakt, in navolging van anderen, onderscheid tussen persoonlijke en georganiseerde levensbeschouwing. Uitgangspunt is dat iedereen een persoonlijke levensbeschouwing heeft. Die levensbeschouwing kan in meer of mindere mate geïnspireerd zijn door een georganiseerde levensbeschouwing. Religie is een vorm van georganiseerde  levensbeschouwing. Op veel bijzondere scholen speelt georganiseerde levensbeschouwing tot op de dag van vandaag een rol. Tegelijkertijd zien we dat georganiseerde levensbeschouwing voor steeds minder mensen belangrijk is. De diversiteit aan persoonlijke levensbeschouwingen is groot. Zowel binnen als buiten de school. Voor gelovigen zoals moslims of christenen speelt georganiseerde levensbeschouwing in hun persoonlijke oriëntatie wel degelijk een rol. Bertram-Troost stelt dat het in het onderwijs van belang is om aandacht te besteden aan zowel georganiseerde als persoonlijke levensbeschouwingen. Wat haar betreft zou levensbeschouwelijke vorming zowel op openbare als bijzondere scholen een plek moeten krijgen.  
 
Nauwelijks aandacht voor spiritualiteit 
Uit angst voor indoctrinatie geven we onze kinderen en jongeren steeds minder mee op het gebied van levensbeschouwelijke vorming, stelt Bertram-Troost. Het risico hiervan is dat de existentiële dimensie van het bestaan genegeerd wordt. En dat terwijl we allemaal van tijd tot tijd geconfronteerd worden met de grote vragen van het leven. Vragen als ‘Wie ben ik?’, ‘Waar kom ik vandaan?’, ‘Wat is de zin van mijn leven?’ en ‘Wat is goed leven?’ kennen we als het erop aankomt allemaal. Oud én jong. Nauwelijks aandacht besteden aan deze thema’s is in feite een vorm van verwaarlozing. Deze “spirituele verwaarlozing” heeft volgens Bertram-Troost consequenties. Zowel op individueel niveau als voor de samenleving als geheel. Bertram-Troost vermoedt dat er een verband is tussen spirituele leegte en onder andere gering mentaal welzijn en eenzaamheid in onze samenleving. Aandacht voor de existentiële dimensie van het bestaan kan bijdragen aan het mentale welzijn van jongeren. Levensbeschouwelijke vorming helpt onder andere bij het ontwikkelen van veerkracht en het je leren verhouden tot jezelf en de ander.  
 
Hoe je het ook wendt of keert, leerlingen zullen te maken krijgen met de grote vragen van het leven, stelt Bertram-Troost. Om hen daarbij te ondersteunen is het van belang om kinderen en jongeren kennis te laten maken met hoe er vanuit levensbeschouwelijke tradities met levensvragen omgegaan wordt. Dat helpt hen om hun persoonlijke levensbeschouwing verder te vormen. Ook helpt het om meer begrip voor anderen te krijgen. ‘Levensbeschouwelijke diversiteit dient zich aan, als je zou doen alsof het er niet is dan negeer je een stuk van het mens-zijn. Het onderwijs is erop gericht om brede vorming te stimuleren. Daar hoort levensbeschouwing ook bij.’ 
 
Liever een zwijgcultuur dan het hebben over gevoelige onderwerpen 
Aandacht geven aan levensbeschouwing in het onderwijs raakt volgens Bertram-Troost ook aan inclusiviteit. Op een goede manier levensbeschouwelijk inclusief zijn is complex. Juist omdat de diversiteit aan persoonlijke levensbeschouwingen enorm is kan het aandacht besteden aan levensbeschouwing spannend en gevoelig zijn. ‘Diversiteit is altijd spannend, maar dat geldt voor levensbeschouwelijke diversiteit wellicht nog meer. Het komt dichtbij de mens, het raakt heel diep aan wie je bent als mens en wat jouw beeld van de wereld is en het functioneren van de mens daarin. Omdat het zo persoonlijk en gevoelig ligt, zien we in onderzoeken dat er onder leerkrachten, schoolleiders en bestuurders veel verlegenheid is.’  
 
Bertram-Troost spreekt in dit verband over “zwijgcultuur”: ‘Over de zaken die er echt toe doen in het leven, wat we van groot belang, van waarde, vinden en van daaruit ook aan kinderen en jongeren mee zouden willen geven in het onderwijs wordt in docentenkamers maar weinig gesproken. Dat kan allerlei redenen hebben. Op bijzondere scholen kan meespelen dat de persoonlijke levensbeschouwingen van mensen niet of niet meer aansluit bij de georganiseerde levensbeschouwing zoals die in de schoolstatuten geformuleerd is. Op openbare scholen kan het beeld dat openbaar betekent dat er geen ruimte is voor persoonlijke levensbeschouwingen een rol spelen’. Hoe begrijpelijk ook: ‘Als je goede levensbeschouwelijke vorming wilt aanbieden aan leerlingen, dan helpt een zwijgcultuur niet.’  
 
De leerkracht die een voorbeeldfunctie heeft kan die zwijgcultuur doorbreken door te laten zien hoe het ook anders kan. Dit kunnen leerkrachten echter niet alleen, stelt Bertram-Troost. Openheid over wat je denkt en gelooft vraagt om een veilige sfeer op school. Sommige leerkrachten willen wel bijdragen aan die levensbeschouwelijk vorming, maar weten nog niet zo goed hoe. Het is dan ook van belang om te kijken wat leerkrachten nodig hebben en hoe ze daarbij geholpen kunnen worden zodat ze dat stukje van hun vakmanschap ook tot uiting kunnen laten komen.  
  
Tot slot 
‘Goede levensbeschouwelijke vorming in al het onderwijs, dat is mijn droom’, geeft Bertram-Troost aan. Goed in de zin van goed voor de persoon an sich, goed voor de gemeenschap en voor de samenleving. Goede levensbeschouwelijk vorming wordt volgens haar bereikt als er ruimte is voor ieders levensbeschouwing en er tegelijkertijd ook aandacht is voor hoe je je van daaruit kan leren verhouden tot anderen en de samenleving als geheel.   

Bertram-Troost is onze spreker op de Onderwijsavond van 28 juni. Tijdens haar lezing zal zij verder ingaan op het belang van levensbeschouwelijke vorming, de complexiteit en uitdagingen die het met zich meebrengt maar vooral ook de kansen die er zijn om in onderwijs bij te dragen aan de vorming van kinderen en jongeren.

Meer lezen/luisteren? 

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief