Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

De lichamelijke integriteit van kinderen

18 februari 2022

We hadden onze lunch op en net onze jassen aangedaan, en mijn 2-jarige dochter ook haar muts, toen een oudere man van een tafeltje verderop haar passeerde en haar muts een stukje naar achteren schoof. Ik zag dat ze ervan schrok, ik schrok ook. Hij liep met een klein glimlachje verder zonder verder echt met ons contact te maken. Voor ik kon bedenken of en hoe ik wilde reageren, was hij het café alweer uit.

‘Hij wilde een grapje maken, die meneer’, zei ik wat slapjes tegen mijn dochter, waarna ik haar probeerde af te leiden. Feit was: ik vond het ongemakkelijk, mijn dochter ook, maar ik vond het bovenal ongepast.

We hadden voor deze ‘groet’ (om het maar positief te framen) geen contact met deze man gehad. Ik niet, noch mijn dochter. Maar zelfs als we ervoor een vriendelijke babbel hadden gemaakt, vind ik dat hij haar niet zomaar had mogen aanraken.

Hiranthi Herlaar schreef een paar jaar geleden al op onze site over lichamelijke integriteit in het stuk Sociaal wenselijk, "verplicht" lichaamscontact: 'Geef oma maar een kusje!:Het recht om zelf te mogen beslissen over wat er met je lichaam gebeurt, lichamelijke integriteit. Een fundamenteel recht voor ieder mens. Iets dat we bij kinderen lijken te vergeten, omdat we de gevoelens van een ander (over het algemeen een volwassene) belangrijker lijken te vinden dan die van het kind.’

En daar gaat het hier over. De passerende man die een ‘lolletje’ wil uithalen, en zijn gevoelens boven die van aan kind stelt. Want hij heeft niet met haar afgestemd, voor het gebaar niet en ook achteraf niet. Stel je het onder volwassenen eens voor, iemand die je in de openbare ruimte passeert, die nog niet eens oogcontact met je gemaakt heeft, laat staan een praatje maakt of een bekende van je is, trekt je sjaal een stukje van je jas, uit het niets. Dan voel je je daarna niet oké, verward misschien zelfs wel een beetje vies, maar ook niet serieus genomen. Waarom denken volwassenen dat ze dit soort dingen wel mogen doen bij kinderen, maar halen ze het – meestal (laten we hier uitgaan van de goede middenmoot) – niet in hun hoofd om dat bij een volwassene te doen?

Waar ik voor wil pleiten, en dat zou niet zo ingewikkeld hoeven zijn, is een gelijke behandeling en waardering voor kinderen. Elisabeth Young-Bruel noemt het gebrek daaraan “Childism” noemt: ‘Childism is the radical notion that kids need to be respected as human beings. It states that despite differences in size, experience and power, adults and children are inherently of equal worth, and that kids’ perspectives and experiences should thus be considered on the same merits as those of adults. Childism could also be defined as the advocacy of the rights of children.’

Interessant is ook het tegendeel: als je een volwassene hierop aanspreekt en hij begrijpt niet waar je het over hebt: “The opposite force is adultism, a systemic condition that promotes stereotyping and disempowering of the young. An adultist positions adults as superior to children regardless of merits. The effort to understand an issue from the kid’s perspective is seen as potentially corrosive to the adult’s superior social status. Compromise with a child is therefor considered defeat.“

Zoals Hiranthi in haar artikel schrijft: ‘De vroege kinderjaren leggen de basis voor de rest van het leven. Door ze zo jong al de boodschap te zenden dat de gevoelens van iemand met meer macht dan zij (oudere kinderen, volwassenen) belangrijker zijn dan die van henzelf, krijgen ze een slechte basis wat betreft lichamelijke integriteit.’

Een hypothese die ik hier wil opgooien: is dit niet juist waar het grensoverschrijdende (seksuele) gedrag wat de laatste tijd in de media aan het licht komt tussen volwassenen begint? Bij het achterna lopen van je impulsen? Bij het anders behandelen van verschillende ‘soorten’ mensen? Bij onafgestemd je eigen gang gaan?

Bij kinderen begint dat al in de buik: die buik die in sommige gevallen opeens als publiek bezit wordt gezien omdat er een kind in zit en daarmee dus aangeraakt mag worden. En vanaf het moment dat het kind geboren is, van vreemden een aai over de wang kan verwachten. Of erger: een vreemde pink in je mond (ja, dat wordt nog steeds gedaan bij baby’s). En wat ik laatst ook las, iets als kietelen. Hartstikke leuk, daar kan toch niets mis mee zijn denk je misschien? Maar een kind lacht bij het kietelen als automatische lichamelijke reactie, maar dat betekent niet altijd dat een kind het leuk vindt. Er zijn andere manieren om dat te toetsen dan de lach op het gezicht. Een simpele vraag volstaat: Mag ik je kietelen? En bij kinderen die nog niet kunnen praten of verbaal communiceren, is de ouder degene waarmee afgestemd moet worden.

‘Door in die vroege kinderjaren geen lichamelijk contact te forceren, zullen kinderen op latere leeftijd ook minder snel geneigd zijn dit te accepteren of zelf toe te passen. Het geeft ze het vertrouwen in zichzelf, in hun buikgevoel. Ze weten ook hoe het voelt als je gevoelens serieus genomen worden, waardoor ze de gevoelens van anderen eerder serieus zullen nemen’, schrijft Hiranthi in het eerdergenoemde stuk. Et voilà.

In het artikel van Hiranthi, ligt de nadruk op een ‘nee is nee’ boodschap: ‘Aangezien niemand bij een bepaalde leeftijd een magische grens oversteekt, waarna alles ineens gesnapt wordt, is het belangrijk om het kind van jongs af aan te leren dat wanneer er nee of stop gezegd wordt (kusjes, knuffels, stoeien, kietelen etc.) dit gerespecteerd dient te worden’. Legt dat niet de verantwoordelijkheid iets te veel bij de ‘ontvanger’ van ongewenst gedrag/aanrakingen? Een perspectief waar nu op teruggekomen wordt, omdat het de verantwoordelijkheid op de verkeerde plek legt.

Zoals overal klonk na het schandaal bij The Voice, gaat het vooral om degene die initiatief neemt tot dat overschrijdende gedrag. Een bepaalde ‘resocialisatie’ van mannen zou nodig zijn, las ik op 12 februari in de Volkskrant in ‘Hoe krijg je mannen weer binnen de grenzen?’, maar ook door te benadrukken dat iedereen nodig is om tot een oplossing te komen.

Versta me goed: ik ben heel erg voor gezond lichamelijk contact, maar altijd, altijd: afgestemd. Tussen volwassen, tussen kinderen, maar ook tussen kinderen en volwassenen. Een rol is weggelegd voor onderwijs (vanzelfsprekend), maar zoals we hier vaker betogen: iedereen is een opvoeder. Iedereen is een pedagoog. Dus laten we de huidige maatschappij opvoeden met elkaar.

En dat begint, hoe klein en cliché ook, bij jezelf en bij – ogenschijnlijk – kleine dingen. Dus, café man: niet zomaar aan anderen komen, óók niet aan een kind (en dus niet bij: kind, zeg nee!).

Annonay Andersson is hoofdredacteur van NIVOZ platform hetkind en kinderpsycholoog.

Reacties

2
Login of vul uw e-mailadres in.


Christiaan Zandt
2 jaar en 10 maanden geleden

Dank, Annonay, een artikel naar mijn hart. Naast ongevraagd aanraken en kietelen ken ik nóg een veelvoorkomende vorm van volwassen-kind-interactie waarbij de gevoelens en intentie van de ouder (soms) voor die van het kind gaat: “Toe maar, je hoeft niet bang te zijn.” Hoe goedbedoeld ook… ik zie in het heel klein hoe kinderen daarbij al vroeg leren dat hun eigen gevoel (of gevoelde grens) “niet klopt”. Ben blij met artikelen zoals het jouwe, en hoop dat die ons als volwassenen helpen, zonder dat we in de verdediging schieten!

Login of vul uw e-mailadres in.



Annonay Andersson
2 jaar en 10 maanden geleden

Dank Christiaan, wat een waardevolle aanvulling! We kunnen dit artikel denk ik wel gaan uitbreiden met de emotionele overschrijdingen die er ook zijn, precies zoals jij beschrijft. Heb je nog meer voorbeelden en onderbouwingen? Misschien loont het wel de moeite om die uit te schrijven, voor je het weet heb je een hele column, zo ging het bij mijn in ieder geval... Groet, Annonay

Login of vul uw e-mailadres in.


Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief