Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘We willen de kinderen op het puntje van hun stoel krijgen’. Levensecht leren op de Prinses Margrietschool

9 mei 2019

Op donderdag 18 april bezochten Eveline Oostdijk en Maartje Janssens  de Prinses Margrietschool in Utrecht. Ze waren daar op uitnodiging van Alexandra Bronsveld, die het projectonderwijs op de school begeleid had, dat door de school wordt ingevuld vanuit hun missie ‘levensecht leren’. Het resultaat daarvan was deze dag te bewonderen in de vorm van een festival. Er was onder meer een reis door het lichaam, een oogstfeest, de documentaire ‘Hart voor Zuilen’ en een escaperoom. Eveline en Maartje waagden zich aan de escaperoom, met als inzet om te ontsnappen aan kindersterfte in Afrika. Daarna spraken ze met schooldirecteur Ingrid Zoer over hun missie ‘levensecht leren’, en uitdagingen waarvoor de school zich gesteld ziet.

Op NIVOZ-platform hetkind vind je meer schoolportretten en video's. Klik hier

 

Bij aankomst van de school zie ik een bordje met daarop ‘dorpsschool in de stad’ hangen. ‘Vele generaties komen al naar deze school’, vertelt directeur Ingrid Zoer ons later. ‘Op deze school kent iedereen elkaar, en hoort iedereen bij elkaar. Relatie staat hier op één.’ Het idee van sociale verbondenheid en een kleine gemeenschap wordt al gauw zichtbaar, als we bij onze binnenkomst een meisje een bejaarde vrouw uit het nabijgelegen verzorgingshuis in haar rolstoel zien binnenrijden. Met een stralende en aanstekelijke lach kijkt de oude vrouw naar de trotse kinderen in de school.

We hebben onze jas nog niet uit of Alexandra wenkt ons al naar de escaperoom, die zojuist begonnen is. We kunnen nog snel naar binnen. We belanden in een donkere ruimte waar we een leerling zien die een kind met malaria speelt. We krijgen een aantal opdrachten die ons uiteindelijk verder moeten helpen om te ontsnappen aan kindersterfte in Afrika. Ergens in een hoek vinden we een net. Zou dit een aanwijzing zijn? Op een keukentrapje hang ik provisorisch een klamboe op. Ook moeten we zoeken naar letters in een boek, met behulp waarvan we een code moeten ontrafelen om een kistje te openen. Daarin zitten belangrijke woorden die we nodig hebben om naar de volgende ruimte te mogen. Zo passeren we al zoekend en puzzelend vier donkere ruimtes, waar telkens een paar kinderen een verhaal vertellen en ons op weg helpen met de opdrachten. Uiteindelijk vormen we in de laatste ruimte van alle woorden die we verzameld hebben een zin: ‘In Afrika hebben ze geen geld voor medicijnen, stop kindersterfte!’ We zijn ontsnapt!

Eenmaal buiten op de gang komen we bij van ons avontuur. ‘Wist je dat ik pas in de derde ruimte doorhad dat het gewoon eigenlijk vier ruimtes in één klaslokaal zijn?!’, zegt Eveline verbaasd. ‘Het is zo knap gemaakt!’ Ik moet bekennen dat ik überhaupt niet doorhad dat we in een klaslokaal zaten. De kinderen hebben het zo gemaakt dat je geen idee meer hebt waar je bent en helemaal wordt meegevoerd in hun verhaal. Alexandra vertelt ons dat in de afgelopen weken Unicef en escaperoombouwers in de klas op bezoek zijn geweest. Vervolgens zijn de kinderen, onder begeleiding van hun leerkracht, zelf aan de slag gegaan met het ontwerpen en bouwen van een escaperoom. We zijn onder de indruk.

Waarom projectonderwijs?
Helaas hebben we geen tijd om de andere projecten te bezoeken, maar op weg naar de kamer van directeur Ingrid kunnen we ook van de andere projecten een glimp opvangen. Hier is duidelijk hard gewerkt en veel geleerd de afgelopen tijd. We zijn nieuwsgierig naar de motivatie van de school om met projectonderwijs te werken. ‘We willen de kinderen op het puntje van hun stoel krijgen’, zegt Ingrid. ‘Leraren kiezen een bepaald project vanuit hun eigen passie, en nemen zo de leerlingen mee.’ Zo houdt de leraar van groep 8 van escaperooms, en begeleidt de lerares die op een boerderij woont het moestuinproject.

Ingrid vertelt dat de school een gemixte populatie leerlingen kent. Er zijn veel kinderen met complexe thuissituaties. Hun cognitieve capaciteiten zijn in orde, maar hun resultaten zijn laag omdat ze veel aan hun hoofd hebben. ‘De leerlingen waren niet actief betrokken bij de les.’ Die specifieke context draagt bij aan de motivering voor projectonderwijs. ‘We maken het onderwijs aantrekkelijker voor hen, zodat ze tot leren kunnen komen, zelf gaan nadenken, en actief en betrokken zijn.’

De noodzaak van verbondenheid
De school heeft de afgelopen vijf jaar een grote ontwikkeling doorgemaakt. Wat die ontwikkeling in gang zette, was het besef van de noodzaak om te verbinden met de leerlingen, en hen een richting te bieden. ‘We weten nu wat de kinderen van ons vragen: duidelijkheid, en onvoorwaardelijk gezien, gehoord en geliefd worden.’

Vanuit dat uitgangspunt van verbondenheid en richting is de school het curriculum gaan veranderen. De betrokkenheid van de leerlingen is daarbij toetssteen. Hoe reageren ze, hoe antwoorden ze? ‘De kinderen geven voortdurend feedback, en wij moeten kunnen reageren – wij zijn de professionals.’ Ook collega’s geven feedback. ‘We zijn een learning community’. De transitie is nog steeds gaande. In die transitie zijn ze een aantal leraren verloren. En ze zijn leraren gaan opleiden. Het belangrijkste, is dat ze zien dat ze de kinderen weten te raken.

Het meten van onderwijsvernieuwingen
Voor de directeur en haar team is de positieve ontwikkeling die in gang is gezet duidelijk zichtbaar, maar ze willen hun onderwijsvernieuwingen ook graag wetenschappelijk onderbouwen door het uitvoeren van onderzoek. Dat is nog niet zo eenvoudig. ‘Kwalificatie is makkelijk te meten, maar bij persoonsvorming ligt dat al ingewikkelder.’ Voor Ingrid zijn belangrijke indicatoren voor het ‘meten’ van persoonsvorming of kinderen verder kunnen kijken dan zichzelf, en dingen vanuit verschillende perspectieven kunnen bekijken. Dat is des te belangrijker in een cultureel diverse samenleving.

Culturele diversiteit in de school
Ingrid noemt een voorbeeld van de uitdagingen die de culturele diversiteit in de school met zich meebrengt. Na het schietincident op het 24 Oktoberplein in Utrecht was de schoolgemeenschap  heel verbonden met elkaar. Maar die verbondenheid bleek ook kwetsbaar. ‘De culturele verschillen zorgen soms voor onbegrip en intolerantie naar elkaar.’

De school vindt het heel belangrijk om kinderen te leren een ‘open mind’ te hebben, en goed te leren denken. Daartoe verzorgen ze filosofielessen. Kinderen gaan met elkaar over allerlei vragen in gesprek, zoals de vraag: waar komt je ziel vandaan? ‘Die van mij komt van Allah’, zei een leerling, ‘maar ik weet dat andere kinderen daar een ander idee over hebben.’

Aansluiten is in de wereld van de ander gaan
Als we weer naar buiten lopen nemen we nog even gauw een kijkje in de lerarenkamer. Aan de muur hangen allerlei woorden en zinnen die alle medewerkers elke dag weer herinneren aan wat hen te doen staat, zoals ‘aansluiten is in de wereld van de ander gaan’ en ‘vanuit binding kun je sturen’. Kortom, het herinnert hen aan wat kinderen van hen vragen, en aan hun missie om kinderen op het puntje van hun stoel te krijgen.

Maartje Janssens en Eveline Oostdijk zijn werkzaam als wetenschappelijk medewerker bij NIVOZ.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief