Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Interview Micha de Winter: ‘Van kwetsbaar naar hoopvol’

30 oktober 2019

In aanloop naar de Onderwijsavond op donderdag 14 november in Driebergen, spraken NIVOZ-medewerkers Maartje Janssens en Eveline Oostdijk met Micha de Winter - emeritus hoogleraar Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken - over zijn aanstaande lezing. Wat gaat hij vertellen en wat is de urgentie van zijn boodschap?

Wat is volgens jou de urgentie van het thema De grote wereld en de kleine wereld - naar een pedagogiek van de hoop?


Er gebeurt heel veel in de wereld. Verschillende maatschappelijke ontwikkelingen raken aan de leefwereld van kinderen, denk aan processen van standaardisering en normalisering binnen onderwijs en jeugdbeleid, maar ook aan maatschappelijke problemen als radicalisering, polarisatie en armoede. Wat doet dit met de ontwikkeling van kinderen?

Opvoeders hebben de neiging om te zeggen dat hun invloed is afgenomen. Terwijl ik denk dat wij volwassenen juist degenen zijn die kinderen kunnen helpen betekenis te geven aan de wereld die bij hen binnenkomt. Wie anders? Wij moeten hen helpen er chocola van te maken en te transformeren tot een houding die maakt dat ze niet wanhopig worden maar eraan willen gaan staan, zin in het bestaan krijgen, iets van hun leven willen maken. Dat is hoopgevend. Wat er op het spel staat is een generatie die zich afkeert van wat er in de wereld gebeurt; ‘ieder voor zich en God voor ons allen’. Dat is gezien het verleden een ontzettend gevaarlijk perspectief.

Wat is je persoonlijke betrokkenheid bij dit thema, hoe verhoudt dit thema zich tot je eigen biografie?


Ik heb lang aan de universiteit gewerkt. In de sociale wetenschappen domineert de norm dat onderzoek helemaal niets met de persoon van de onderzoeker heeft. Zeker in de pedagogiek vind ik dat een complete illusie, want de kern van opvoeding schuilt hem juist voor een groot deel in persoonlijke opvattingen en culturele gebruiken. Als ik naar mijn eigen werk kijk: de keuze van mijn onderwerpen (opvoeding tot democratie, radicalisering van jongeren, preventie van geweld etc.) hebben - zonder dat ik me daar altijd bewust van was - van alles te maken met mijn familiegeschiedenis die getekend is door de tweede wereldoorlog.

Welke titel zou je aan je Onderwijsavond geven, en kun je dit toelichten?


‘Van kwetsbaar naar hoopvol.’ Onderwijs- en jeugdbeleid is gefocust op kwetsbaarheid, op dat wat buiten de norm valt, maar kinderen willen niet van jongs af aan als kwetsbaar of als slachtoffer worden beschouwd. Kinderen hebben hoop en perspectief nodig; dat is de motor van ontwikkeling. Geef kinderen van jongs af aan een stem en daarmee een positieve oriëntatie.

Wat hoop je met je Onderwijsavond teweeg te brengen?


Dat mensen zich realiseren dat we vaak kijken naar wat er niet goed gaat, terwijl we het beter kunnen omkeren. Wat is de behoefte van kinderen? Kinderen willen niet kwetsbaar zijn; ze willen iemand kunnen zijn. Ik ben me ervan bewust dat in kwetsbaarheid ook een kracht kan schuilen (‘jezelf kwetsbaar opstellen’), maar ik plaats kanttekeningen bij het idealiseren van de kwetsbaarheid. Je enkel open stellen voor ‘de zachte kant’ is niet genoeg; de hoop hoort erbij. Ieder mens wil van betekenis zijn.

Heb je lees, kijk- of luistersuggesties vooraf in relatie tot het thema? 


Om te beginnen natuurlijk de rede van de pedagoog Lea Dasberg, waar de ‘pedagogiek van de hoop’ haar oorsprong vindt. De titel van haar rede uit 1980 luidt: ‘Pedagogie in de schaduw van het jaar 2000; of: Hulde aan de hoop’.

Een tweede tip is het werk van de Zweedse epidemioloog Hans Rosling. Als je hem op YouTube zoekt vind je filmpjes over ernstige problemen in de wereld. Rosling laat aan de hand van grote databestanden zien dat het met de meeste dingen in de wereld best goed gaat – terwijl we het omgekeerde denken. Voor kinderen is dit een belangrijk besef, want ze krijgen het nieuws gefilterd: ze zien alleen wat er niet goed gaat.

Ten slotte raad ik het boek Ver van de boom van Andrew Solomon aan. Hierin staan interviews met ouders van kinderen met wie iets aan de hand is. Solomon laat een alternatief voor ‘willen repareren’ zien: het acceptatiemodel.

Micha de Winter (1951) is als bijzonder lector Jeugd verbonden aan de Hogeschool Utrecht. Tot 2017 was hij hoogleraar Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken bij de Universiteit Utrecht. En vanaf 2004  Faculteitshoogleraar op de zgn. Langeveld-leerstoel. De Winter hield in mei 2017 een afscheidsrede als faculteitshoogleraar van de UU onder de titel: Pedagogiek over hoop: het onmiskenbare belang van hoop en optimisme in opvoeding en onderwijs. Deze rede is hier te downloaden. Hij agendeerde het begrip opnieuw, nadat Lea Dasberg over de Pedagogiek van de Hoop sprak in 1980.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief