Systemisch werk in het klaslokaal: 'Je hoort bij ons!'
1 september 2011
In ‘Jij hoort bij ons!’ beschrijft Marianne Franke-Gricksch hoe ze er in geslaagd is de systemische visie van de familietherapie van Bert Hellinger te vertalen naar de dagelijkse praktijk van de school. Ze wil met dit boek inzichtelijk maken hoe in een klas een veilig en sociaal klimaat kan groeien, wanneer zowel kinderen als volwassenen wetmatigheden in een familiesysteem volgen en wanneer families geacht worden.Haar ‘systemische scholing’ maakt kinderen vaardiger en respectvoller. Daarnaast verbeterde de omgang tussen de leerlingen en hebben ze nieuwe mogelijkheden ontdekt om zich te ontwikkelen op het gebied van zowel gemeenschappelijk als zelfstandig leren. De verhalen van de kinderen hebben ook de ouders gestimuleerd om nieuwe wegen in te slaan in hun leven.
Bert Hellinger heeft er tijdens zijn werk als psychotherapeut nog nadrukkelijker dan zijn voorgangers op gewezen hoe sterk, op een diep onbewust niveau, de lotsverbondenheid met onze familie is. Binnen het kader van de familieopstellingen lukt het Hellinger zichtbaar te maken dat wij deel hebben aan een grotere Ziel, die alle familieleden omvat. Dat gaat zelfs zo ver, dat we onbewust bereid zijn de plaats van een als kind gestorven familielid in te nemen, of zwaar wegende misdaden van ouders op ons te nemen. Op die manier leven mensen niet hun eigen leven en voelen ze zich niet zichzelf.
Met familieopstellingen laat Hellinger zien dat er een basisordening is, waarbij alle familieleden zich goed voelen. Wanneer in opstellingen mogelijke of noodzakelijke veranderingen in de verhouding tot familieleden zichtbaar worden, benadrukt Hellinger steeds weer de wijze waarop wij opgenomen zijn in het grotere geheel. Hij ziet deze verbondenheid als een werking van het lot, waaraan de mens onderworpen is. Het waren Hellingers basisideeën over verbondenheid die Marianne Franke-Gricksch er uiteindelijk toe brachten het systemische gedachtegoed in te passen in het onderwijs.
Het boek
Het boek bestaat uit zeven delen. Het eerste deel richt zich op systemisch werk in het onderwijs; de familieopstelling wordt geïntroduceerd en er wordt ingegaan op hoe de familiecontext als ondersteuning bij het leren kan dienen. Daarnaast beschrijft Franke-Gricksch hoe ze de kinderen heeft laten vertellen over de dood en overleden familieleden en hoe de kinderen en hun ouders zich zo bewust werden van hun verbondenheid met de familie. Daarnaast gaat ze in op wat de waarde is van achting hebben voor de (overleden) familieleden.
Het tweede deel is een theoretisch hoofdstuk over de systemische zienswijze. In deze visie worden mensen niet gezien als op zichzelf staande individuen, maar als deel van een geheel met onderlinge relaties; een kracht die tussen mensen werkt, ongeacht of dit zich in verbale of non-verbale communicatie uitdrukt. Alles hangt daarbij met alles samen. De kern is de wisselwerking tussen de mens en de omringende wereld. Wat een van ons doet heeft gevolgen voor alle andere leden van zijn familie of groep en heeft effect op het geheel en op zichzelf. Kleine impulsen kunnen grote gevolgen hebben en andersom. Dit inzicht speelt vooral bij de benadering van families, in opvoeding en onderwijs, een grote rol. Bij verstoringen zijn levende systemen in staat zichzelf te regenereren en in een (nieuw) evenwicht te brengen, waardoor de organisatie in stand gehouden wordt. Aangezien de ontwikkeling van alle levende wezens door verandering in de structuur plaatsvindt, bestaat in elk mens ook een ambivalente houding tegenover gewenste en ongewenste invloeden. Het is ook niet voorspelbaar hoe invloed van buitenaf verwerkt wordt.
Tot het systemisch denken behoort ook de kennis van de verbinding die kinderen en leerkrachten hebben met hun familie van herkomst. Onderdeel van het schoolsysteem zijn betekent dat de school ook deel heeft aan alle met de school verbonden familiesystemen. Figuurlijk gesproken betekent dat, dat de herkomstfamilies van alle leerlingen subsystemen van de school vormen. Zo beïnvloeden de families de school en de school de families. De taak van de leraar komt hiermee in een ander licht te staan.
Tot op heden staat de waarneming van samenhang en wisselwerkingen lijnrecht tegenover de traditie van het logisch causale denken dat binnen de school en de wetenschap gehanteerd wordt; (onder)scheiden, analyseren, indelen en verklaren van een bestaande wereld. Ook nu nog bestaat leren veelal uit frontaal, klassikaal onderwijzen en de stof wordt als verschillende delen gepresenteerd, in plaats van als één samenhangend geheel. Aan hand van de systemische zienswijze is er veel wat tot nu toe in onze benaderingswijze nog ver van elkaar stond, waarop we nu onze blik kunnen richten: op het sociale veld binnen een klas en de bijzondere krachten daarvan, en op de wisselwerking van krachten tussen individuele kinderen en tussen een enkel kind en de rest van de groep, op hoe de aangeboden kennis op de kinderen inwerkt. In leraren en leerlingen schuilen nog vele mogelijkheden die door deze nieuwe manier van kijken vrij kunnen komen en de school zal ook op een andere manier door gaan werken in het ouderlijk huis.
Aansluitend hierop gaat het derde deel in op hoe de systemische inzichten toegepast kunnen worden in de dagelijkse schoolpraktijk. Franke-Gricksch maakt hierbij gebruik van een flink aantal praktische voorbeelden, waarbij ook een aantal NLP technieken aan de orde komen.
Het vierde deel gaat over de toepassingen van basistechnieken uit verschillende therapierichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van verhalen van onder andere Milton Erickson en Bert Hellinger.
Het vijfde deel richt zich op de toepassing van systemisch-fenomologische inzichten bij supervisie aan leraren. Het gaat hierbij om de verhouding die de leraar zelf heeft tot zijn eigen familie van herkomst. Wanneer een leraar in staat is direct en indirect naar ouders de boodschap uit te zenden dat hij achting heeft voor het lot van de familie en dus geen waardeoordeel heeft over de familie, kan het kind volgens Franke-Gricksch zonder spanning in beide autoriteiten (school en familie) opgenomen worden. Door middel van familieopstellingen worden in dit hoofdstuk problemen besproken die leraren ervaren in hun eigen leven, in de klas en in contact met collega’s.
Het zevende deel is een verslag van een seminar dat Franke-Gricksch in Nederland gegeven heeft. Dit hoofdstuk vormt een impressie van de inhoud, sfeer en werkwijze tijdens dit seminar.
‘Jij hoort bij ons!’
is een uniek boek waarin op een hele boeiende manier de koppeling tussen systemisch werk en het onderwijs beschreven wordt. Door de vele verhalen staat het dicht bij de dagelijkse praktijk en krijg je een goed inzicht in hoe de werkwijze van Marianne Franke-Gricksch tot vele positieve veranderingen leidde bij zowel kinderen als hun ouders. Het boek is geschikt voor iedereen die geïnteresseerd is in het onderwijs of het systemisch werk. De handreikingen die Marianne Franke-Gricksch geeft zullen bij veel ouders en leraren leiden tot nieuwe inzichten, die moeilijk situaties op een positieve manier kunnen veranderen.
Bron: www.unlp.nl - Instituut voor Communicatie en Persoonlijke Ontwikkeling.
Reacties