Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Relationele pedagogiek in praktijk, deel 2: ‘Een vormingsdans van ik en wij’

30 december 2022

Koen Wessels schrijft maandelijks (journaling) over zijn onderwijspraktijk, als onderzoeker-docent op de Academy of Hope aan de Universiteit Utrecht. Hij reflecteert op wat hij tegenkomt in zijn pogingen om vorm te geven aan relationele pedagogiek. Dit is aflevering 2: ‘Een vormingsdans van ik en wij’.

Voor de zomer promoveerde Koen aan de Universiteit van Utrecht via een proefschrift met als titel: Pedagogiek van de verstrengeling. Wanneer we Koen naar de kern van relationele pedagogiek vragen, is zijn antwoord:

‘De totstandkoming van de moderne samenleving valt niet los te zien van het vermogen van de mens om de wereld uit elkaar te trekken – ik versus jij, mens versus natuur – en om het andere buiten te sluiten of uit te buiten voor eigen gewin. Maar nu leven we in een tijd waarin we ons hernieuwd bewust aan het worden zijn van de fundamentele verbondenheid van al het leven op aarde, van wederkerige afhankelijkheid. Dat doet een moreel appèl op ons allen, maar is ook een existentieel cadeau. Want juist in de ontmoeting met en zorg voor de ander en actuele, levende vraagstukken, komen we onszelf tegen en kan voor ieder mens een zingevend pad in de wereld oplichten. Voor het onderwijs betekent dit bovendien dat we ons er bewust van moeten zijn dat leerlingen en studenten altijd al op hun eigen manier in de wereld staan en geen onbeschreven blad zijn. Dat ze vormgeven en vormgegeven worden. Relationele pedagogiek is voor mij een verzamelnaam voor pedagogische benaderingen en praktijken die vanuit deze grondgedachten opereren.’ 

Zijn bijdrage:

Ik wil jullie vandaag twee nauw aan elkaar verbonden ervaringen schetsen uit een proces dat ik momenteel doormaak met een groep studenten. Twee ervaringen die voor mij heel tastbaar maken dat ‘de reis van het individu’ en ‘de reis van de groep’ verweven zijn, en dat in die verwevenheid de pedagogische opgave oplicht.

Deze groep studenten - negen om precies te zijn - hebben het dappere initiatief genomen om een zogeheten ‘tailor made course’ te maken, een cursus op maat. Bij mij aan de faculteit Geowetenschappen aan de Universiteit Utrecht moeten masterstudenten een deel van hun studiepunten halen uit keuzevakken. Maar in plaats van te kiezen voor een vak dat de Universiteit aanbiedt, hebben ze - al weten veel studenten en docenten dat niet - de vrijheid om zelf iets op te zetten. Maar, ze moeten dan wel zelf een docent vinden die hun plannen goedkeurt en als supervisor wil optreden.

En zo gebeurde het dat vlak voor de zomervakantie een groep studenten aan mijn deur klopte met een al heel ver ontwikkelde cursus over degrowth futures met een heel vernieuwende pedagogische aanpak. Of ik samen met een collega hun supervisor wilde zijn? Tuurlijk wilde ik dat, hoe vet is dit! Uiteindelijk werd ik in overleg benoemt tot hun ‘proces-supervisor’, wat wil zeggen dat ik ze tweewekelijks ontmoet om samen betekenis en richting te geven aan wat ze tegenkomen in hun groepsproces.

Ervaring 1: Wat betekent het om student te zijn?

In mijn eerste sessie met deze studenten waren we geëindigd met een korte beschouwing over hoe ze door middel van deze cursus bezig zijn met het afleren en her-leren van wat het betekent om student te zijn. Anders dan ze gewend zijn, voeren ze hier volop regie over hun eigen ontwikkeling. Daar komt nogal wat bij kijken!

In sessie nummer twee besloot ik daar dieper op in te gaan. Dit is wat we deden: we zetten alle tafels opzij en ik splitste de kamer op in twee kanten. Ik introduceerde de kanten: ‘De ene kant is waar we onderzoeken wat we afleren - de aannames, houdingen, patronen, ambities die we aan het loslaten zijn. De andere kant is waar we onderzoeken wat er in de plaats daarvan aan het ontstaan is’.

Ik heb toen alle studenten gevraagd om bij mij te komen staan in ‘de ruimte van het afleren’, zich daar te aarden en te gaan voelen wat er naar boven komt. Toen nodigde ik ze uit om popcornstijl - ‘pop when you’re hot’ - te delen wat er in ze opkwam en naar de andere kant van de ruimte te lopen zodra ze ervaarden dat alles wel was gezegd. Toen iedereen aan de andere kant was, liep ik daar ook naar toe en herhaalden we hetzelfde proces in de ‘ruimte van emergentie’. Nadat alles van beide kanten was gezegd, gingen we zitten en verzamelden we inzichten, gevolgd door een paar minuten in stilte schrijven.

Er werd veel gezegd tijdens deze oefening, maar één ding bleef me achteraf het sterkst bij. Tijdens de oefening articuleerden de studenten namelijk zowel een herwaardering van hun eigen individualiteit als student als van de waarde van de groep die ze samen vormen. Om met dat laatste te beginnen, deelden ze dat ze afleerden om leren te zien als een puur individueel proces; er is ook een ‘wij’ dat leert en zichzelf organiseert! En ze begonnen zowel de moeilijkheid hiervan te articuleren - want onvermijdelijk ontstaat er weerstand in de groep en lopen ze tegen verschillen in verwachtingen en commitment aan - als de enorme meerwaarde om samen een geheel te vormen. Nooit eerder hadden ze zoveel intimiteit, plezier en energie met hun klasgenoten ervaren en ze bemerkten een gedeeld verantwoordelijkheidsgevoel om hun reis als groep richting en betekenis te geven.

Nooit eerder hadden ze zoveel intimiteit, plezier en energie met hun klasgenoten ervaren en ze bemerkten een gedeeld verantwoordelijkheidsgevoel om hun reis als groep richting en betekenis te geven.''

Maar in de focus op het groepsproces begonnen ze ook te praten over een ander soort ruimte die ontstond voor ieders individualiteit. Een student merkte op zich steeds bewuster te worden van haar persoonlijke grenzen, een ander begon over het ontdekken en inbrengen van persoonlijke kwaliteiten, passies, leervragen. Het gevoel begon te ontstaan dat je in deze groep wordt opgeroepen om oprecht mee te doen, jezelf te laten zien, te leren ‘wat jij te leren hebt’ en je af te vragen ‘wie ben ik in deze groep - en wat vraagt deze groep nu juist van mij?’.

Terwijl we inzichten verzamelden, deelde ik dat ik dit patroon zag. Om mij heen uitten de studenten hun instemming op de inmiddels door hen volledig geïnternaliseerde wijze: ze wapperden met hun handen zoals in doventaal wordt geapplaudisseerd.

Hoe interessant. Blijkbaar is de kwaliteit van deze op maat gemaakte cursus zodanig dat in de betrokkenheid bij de groep ruimte ontstaat voor zelfontdekking en authentieke bijdrage. Voor mij sterkt deze ervaring me in het poneren van de volgende stelling: het is alleen wanneer individualiteit en gemeenschap uit elkaar oplichten en bij elkaar terugkomen - als een immer doorgaande vormingsdans - dat diepe betekenis en vreugde zich volop manifesteren. Jezelf en de ander tot die dans uitnodigen, dat is voor mij de pedagogische opgave bij uitstek.

Het is alleen wanneer individualiteit en gemeenschap uit elkaar oplichten en bij elkaar terugkomen - als een immer doorgaande vormingsdans - dat diepe betekenis en vreugde zich volop manifesteren.''

Ervaring 2: Als groep in de wereld 

Maar de ‘wij’ die deze groep vormt, is natuurlijk nog relatief heel klein. Is in zichzelf weer een ‘ik’ in een grotere ‘wij’. Dit wordt tastbaar in de eindopdracht die deze studenten zichzelf hebben opgelegd: een ‘degrowth futures exhibition’ in het Utrechtse culturele centrum Parnassios waarin ze hun toekomstbeelden op creatieve wijze delen en aanwezigen uitnodigen om in het gesprek te stappen.

Twee weken na de zojuist beschreven sessie deed ik een hele ochtend mee met het programma van de studenten, gevolgd door wederom een groepsreflectie met mij in de lead. Gedurende de ochtend werd steeds duidelijker - en dat werd het hoofdthema van de reflectiesessie - dat de groep een druk ervaarde. Druk om een product af te leveren - de exhibitie - van hoge kwaliteit en zeer positief ontvangen en beoordeeld. Opeens speelden tijdsdruk en ‘een beoordelende blik van buiten’ een grote rol. Lukt het deze groep - zo vroeg ik me af - om diezelfde ervaring van ‘geroepen zijn een oprechte bijdrage aan de groep te leveren’ ook te ervaren in hun ‘gesprek met de samenleving’? Lukt het om ze zo weg te laten lopen van hun exhibitie dat ze zeggen: ‘Poeh, er kon een hoop beter, maar we hebben ons intiem verbonden gevoeld met de wereld en onze bezoekers en we hebben het toch maar mooi aangedurfd om een oprecht verhaal te vertellen!’

Er kon een hoop beter, maar we hebben ons intiem verbonden gevoeld met de wereld en onze bezoekers en we hebben het toch maar mooi aangedurfd om een oprecht verhaal te vertellen!''

Of dat gaat lukken, aan we nog zien. Op het moment van dit schrijven ligt de exhibitie die over twee weken plaatsvindt, nog in de toekomst. Maar toen ik aan het eind van de ochtend weer bij de studenten wegliep, stonden ze in elk geval in een bezielde creatiestand. Ik had het idee dat even samen stilstaan bij waar ze tegenaan lopen, daar samen betekenis aan proberen te geven, ze had geholpen en moed had gegeven.

Tot zover voor nu, zoals altijd uitkijkend naar wat gaat ontstaan.

Eerdere aflevering

Relationele pedagogiek in de praktijk van Koen: ‘Ik wil eerder liefhebben dan impact maken’

Podcast

Recent werd een podcast opgenomen met Koen Wessels, in gesprek met drie andere onderzoekers. Beluister hier.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief