Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Reflecties bij Geert Kelchtermans’ boek "Leraar zijn, leraar worden"

4 maart 2024

Een goed boek over leraarschap voor een breed publiek verdient een recensie. En in plaats van zich te beperken tot een onderbouwd oordeel voegt Johan De Wilde, pedagoog, lerarenopleider en onderzoeker, er een paar extra reflecties aan toe: "Als ‘Leraar zijn, leraar worden’ al gesneden brood is, dan voor lerarenopleiders. Toch zullen meerwaardezoekende leraren er meer inspiratie uit putten dan uit een lijstje do’s en don’ts die abstractie maken van de specifieke praktijkcontext waarin ze werken."

Wetenschappers publiceren in de eerste plaats in academische tijdschriften die gelezen worden door hun peers. Het siert Geert Kelchtermans dat hij zich met ‘Leraar zijn, leraar worden’ richt tot de professionals in de onderwijspraktijk. Professoren die zich nog niet aan een publieksboek waagden, zouden kunnen inroepen dat hun onderzoeksniche minder sexy is dan de zijne. Toegegeven, het leraarschap in al zijn dimensies, waar dit boek over gaat, zou leraren per definitie moeten aanspreken. Toch biedt de auteur niet waar de meeste leraren die vakliteratuur raadplegen, naar op zoek zijn: bruikbare ideeën waarmee ze onmiddellijk aan de slag kunnen in de les. Als ‘Leraar zijn, leraar worden’ al gesneden brood is, dan voor lerarenopleiders. Toch zullen meerwaardezoekende leraren er meer inspiratie uit putten dan uit een lijstje do’s en don’ts die abstractie maken van de specifieke praktijkcontext waarin ze werken.

‘Leraar zijn, leraar worden’ biedt een conceptueel kader om het leraarschap in zijn volle breedte en diepte te benaderen. De auteur legt sleutelbegrippen als professioneel zelfverstaan, subjectieve onderwijstheorie en micropolitieke geletterdheid helder uit. Daarmee herinnert hij de lezers eraan dat leraren meer zijn dan een noodzakelijk instrument in een effectief en efficiënt leerproductieproces. Langs zijn neus weg waarschuwt Kelchtermans daarmee beleidmakers dat kwaliteitscontrolesystemen die al te zeer de nadruk leggen op rendement en verantwoording, leraren tot zo’n instrument daartoe herleiden.

“We do not learn from experience. We learn from reflecting on experience” (Dewey)

Tegen die rijke begrippen-achtergrond probeert Kelchtermans leraren te overtuigen zowel van de nood om stil te staan bij hun eigen loopbaanverhaal en bij kritische incidenten in hun praktijk als van de kracht en schoonheid van reflectie. Hij weet nochtans ongetwijfeld dat veel leraren en leraren in spe er een haat-liefde verhouding mee hebben. Wie het genoegen had deel te nemen aan sterke supervisie- of intervisierondes ervaarde hoe deugddoend het is om begrepen te worden door peers en daardoor ook zichzelf beter te begrijpen. Dat neemt niet weg dat reflecteren zelfs bij hen net zo goed andere associaties oproept:

  • roeren in de shit (ik voel me depri van al dat onnodig lang geëmmer over wat fout liep)
  • bandwerk (ik moet nog twee reflecties schrijven, terwijl ik veel werk heb voor mijn stage morgen)
  • schrik (schrijf ik wat mij beroert en wat tegen mij gebruikt kan worden of schrijf ik strategisch wat de ander nu best leest van mij?)

De goede oefeningen die Kelchtermans beschrijft, staan veraf van de praktijken die reflectie aversie oproepen, al gaan ze vrij licht over de basisvoorwaarden om tot kwaliteitsvolle reflecties te komen. Het valt te betwijfelen of een docent daar in een grote groep mee aan de slag kan. Ervoor zorgen dat simultaan meerdere gesprekken in trio’s voldoende diepte en breedte krijgen, is verre van evident. De morele dimensie of onderliggende overtuigingen bovenbrengen, is uitdagend, zelfs als alle deelnemers zich psychologisch veilig voelen bij elkaar en de docent en als alle partijen al een groei- of professionaliseringspad op het vlak van reflectie gevolgd hebben.

Mag het iets meer zijn?

Het doctoraatsonderzoek van Niels van der Baan leert ons dat veel studenten in de eindfase van hun opleiding en startende werknemers meer nodig hebben om goed te kunnen reflecteren. Ze willen een coach. Een goede coach die hen één-op-één begeleidt, hen helpt om dieper te reflecteren en zorgt  dat ze zich de gewoonte eigen maken om te reflecteren op hun professioneel handelen. Een geïnterviewde zei: “Ik stel mezelf nu de vragen zoals mijn coach dat zou doen.” Het zou nog een mooie ambitie kunnen zijn voor supervisoren. Maar hoe goed zij ook zijn in het begeleiden van hun groep, ze zullen niet komen tot de volgende stap, namelijk het begeleiden van de persoon die tot beter professioneel inzicht is gekomen. De grootste meerwaarde van een coach ligt net daar, in het ondersteunen van iemands autonomie. Als vertrouwd en te vertrouwen luisterend oor helpt de coach nieuwe doelen bepalen, er een pad voor uittekenen, volhouden. Naargelang de context zal de coach meer de rol van motivator, uitdager of aanbieder van een troostende schouder op zich nemen, zonder dat het afbreuk doet aan de professionaliteit van de coach.

Belletjes rinkelen

Zoals reflectie negatieve associaties kan oproepen, zo kan dat ook zijn voor coaching. Sommige coachinggesprekken vallen ongetwijfeld onder ‘gewauwel van goeroes dat geen zoden aan de dijk zet’ of ‘domme peptalk die ondoordachte risicovolle stappen forceert’. Maar ook dat kan anders zoals we uitlegden in het boek ‘Coaching op de grens van opleiding en werkdat ik met drie co-auteurs, waaronder Niels van der Baan, schreef.

Bij het lezen van ‘Leraar zijn, leraar worden’ dacht ik evenwel nog vaker aan mijn boek ‘De startende leraarLeraar worden en blijven’ dat in 2020 uitkwam. Niet enkel Kelchtermans’ titel en mijn ondertitel zijn verwant. Het moet zijn dat Kelchtermans mijn denken over onderwijs meer beïnvloedt dan ik dacht. Hij compenseert mijn zuinige referentie aan zijn eerder werk ruimschoots. Zijn uitgekiende opbouw en uitstekende pen voorkomen dat de lezer zich daar al te veel aan stoort. Deze samenvatting van zijn oeuvre verdient een plek op menig nachtkastje en in de tassen van zij die zich binnenkort naar (regerings)onderhandelingstafels zullen reppen.

Deze recensie verscheen eerder op de website van het Blogcollectief Onderzoek Onderwijs, en is overgenomen met toestemming van de auteur.

Johan De Wilde is pedagoog, lerarenopleider, onderzoeker en coördinator van MyCompass. Hij heeft een bijzondere interesse in levenslang leren en startende leraren en de kruispunten tussen onderwijs en sociale thema's. Hij is betrokken bij verschillende onderwijsinnovaties. Communiceert ook extern over onderwijsdossiers. Co-voorzitter van Velov (vereniging Vlaamse lerarenopleiders) en stuurgroeplid Broeiklas (sociale organisatie in Aalst). 

Bronnen

De Wilde, Johan; Nuis, Wendy; van der Baan, Niels & Beausaert, Simon (2023) Coaching op de grens van opleiding en werk. Gefundeerd begeleiden doe je zo. Lannoo Campus.

Kelchtermans, Geert (2023) Leraar zijn, leraar worden. Pelckmans. van der Baan, N. A. (2024).

Facilitating the education-to-work transition: coaching for employability unravelled. [Doctoral Thesis, Maastricht University]. Maastricht University. https://doi.org/10.26481/dis.20240129nb

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief