Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Praktijkvoorbeeld: Uitbreiding docentrollen voor eigentijds en regulier onderwijs

5 februari 2025

In dit praktijkartikel presenteren auteurs Hanneke de Graaff, Elly Loman, Rianne Neering en Quinta Kools hun ervaringen met het ontwikkelen van en werken met rubrics bij ‘nieuwe’ rollen van docenten. Deze rubrics zijn in eerste instantie gemaakt voor leraren en opleiders in eigentijds voortgezet onderwijs. Scholen van het Platform Eigentijds Onderwijs (PLEION) merkten dat stagiaires van de lerarenopleiding en startende collega’s het lastig vonden om invulling te geven aan hun werk in het eigentijdse onderwijs. Vanuit deze handelingsverlegenheid is een project gestart waarin materialen zijn ontwikkeld om (aankomende) docenten te helpen bij het wegwijs en vaardig worden in het werk in een eigentijdse school. Er zijn vijf nieuwe rollen gedefinieerd: teamspeler, didactisch coach, ontwerper, pedagoog en visionair. Ook zijn er rubrics ontwikkeld waarin ontwikkelingsstadia binnen elke rol zijn omschreven en daarnaast workshops met handvatten om zich de rol eigen te maken. Met dit materiaal kunnen de docenten op scholen en de studenten op lerarenopleidingen direct aan de slag.

Inleiding en probleemverkenning
‘Ik wil wel samenwerken op het domein, maar ik ben er niet voor opgeleid en weet echt niet waar ik moet beginnen!’, ‘Hoe past dit coachen op een leerplein bij mijn studie, telt dit als gegeven lesuur?’ Dit soort opmerkingen en vragen hoorden wij als schoolleider en (school)opleiders op PLEION scholen regelmatig. Studenten en docenten die op ‘een andere school’ stageliepen, worstelden zichtbaar, omdat hun studie zich toespitste op het voor de klas staan in een ‘reguliere setting’. Voor henzelf en de school lekte daardoor onnodig energie weg. Vanuit de motivatie deze worsteling en energieverspilling te verminderen en juist een stimulerend perspectief te bieden aan lerenden, zijn wij (de auteurs van dit artikel en collega’s uit het veld) enkele jaren geleden bijeengekomen. We hebben onder begeleiding van SchoolInfo (nu: platform Samen Leren) in co-creatie een antwoord proberen te vinden op de vragen: Hoe kunnen we (aankomende) leraren helpen om te functioneren en zich te ontwikkelen in eigentijdse scholen? Wat kenmerkt het werken in eigentijdse scholen en welk docentprofiel past daarbij? Hoe kunnen wij beelden van docentrollen scheppen als aanvulling op de vaak gebruikte rollen van Martie Slooter (2018) en Het Beroepsbeeld voor de Leraar (2018)? In dit praktijkartikel presenteren we onze ervaringen met het ontwikkelen van en werken met aanvullende rollen van docenten, die passen bij eigentijdse scholen. We hebben rubrics en workshops gemaakt, die in eerste instantie zijn gemaakt voor leraren en opleiders in eigentijds voortgezet onderwijs. Wij hopen dat deze ook bruikbaar zijn in alle scholen waar wordt geëxperimenteerd met nieuwe vormen van onderwijs om tegemoet te komen aan actuele behoeften van leerlingen en de maatschappij.

Het Platform Eigentijds Onderwijs (PLEION) bestaat uit scholen die kiezen voor pedagogische en didactische uitgangspunten, waarbij meer initiatief en verantwoordelijkheid dan gemiddeld bij leerlingen ligt. Dit heeft als doel om onder andere welbevinden, motivatie, sociale vaardigheden en zelfstandigheid te stimuleren. De site Pleion.nl vermeldt: ‘Op onze scholen vormen leerlingen samen met de professionals een leergemeenschap. Samen bereiken wij gemeenschappelijke onderwijsdoelen van kwalificatie, socialisatie, identiteit en persoonsvorming’. De meeste PLEION-scholen gebruiken de hierboven genoemde drieslag van Biesta (2015) en de zelfdeterminatietheorie van Ryan en Deci (2020) om hun visie en uitgangspunten te onderbouwen. Als een school een ‘eigentijds’ onderwijsconcept hanteert, dan is het voor de lerarenopleiding een opgave om te kijken hoe in zo’n setting het handelen van aanstaande leraren begeleid en beoordeeld kan worden. Het handelen in de praktijk is vaak niet zo gemakkelijk te vertalen naar omschrijvingen in beoordelingscriteria en vice versa. Niet alleen voor de lerarenopleiding, ook voor de studenten zelf is het zoeken naar invulling van het beroep, zoals blijkt uit de ervaring van studenten die aangeven dat zij op een leerplein ‘eigenlijk alleen maar aan de slag zijn als onderwijsassistent en helemaal niet als docent’. Welke docentvaardigheden en attitudes worden geoefend door te begeleiden op het leerplein (of domein) is moeilijk te herkennen, omdat het voor een student niet helder is waar en hoe te kijken. De leraar in opleiding die stageloopt op een eigentijdse onderwijsschool, kan dus gebaat zijn bij andere of aanvullende kijkwijzers, criteria en begeleiding. Op een enkele lerarenopleiding wordt hier al aan tegemoetgekomen (Grol, et al., 2022). Bij gebrek aan beelden van de aanpak van vakkenintegratie en/ of samenwerking, komen de voordelen van eigentijds onderwijs nog niet altijd tot hun recht. Voor schoolcoaches, schoolopleiders en schoolleiders is het bijzonder uitdagend hierbij te begeleiden, wanneer er geen gezamenlijke taal en afgestemde beelden zijn omtrent gewenste docentrollen en bijpassend docentgedrag.

Vijf nieuwe rollen voor docenten
Bovenstaande voorbeelden laten zien dat er handelingsverlegenheid is in de praktijk van de scholen, zowel voor studenten van de lerarenopleiding, startende collega’s als hun begeleiders. Om dit probleem aan te pakken, hebben we in een gezamenlijk design thinking proces voortgebouwd op de reeds door Martie Slooter (2018) beschreven rollen voor docenten. Deze ‘klassieke’ rollen, namelijk (1) gastheer, (2) presentator, (3) didacticus, (4) pedagoog, (5) afsluiter en (6) beoordelaar zijn ook van belang in eigentijdse scholen, maar verdienden aanvulling. We hebben uitgewisseld welke aspecten van eigentijds onderwijs uniek zijn en daarmee specifiek gedrag vragen van docenten.
Onderstaand worden de nieuwe rollen beschreven en toegelicht:

1. Visionair: vanwege de specifieke visie van eigentijdse scholen zal een docent extra energie moeten steken in het zich verhouden tot deze visie en het ‘waarom’ van het eigen handelen in relatie tot het handelen van collega's.
2. Didactisch Coach: het begeleiden van meer zelfstandig opererende leerlingen vraagt een sterkere coachende benadering, waarbij het versterken van de zelfregulerende vaardigheden van leerlingen centraal staat
3. De Pedagoog: een andere, meer open en onderzoekende pedagogische houding is nodig om samen met leerlingen in een leergemeenschap te leren en socialisatie en subjectificatie in diverse groepssamenstellingen te begeleiden. Deze rol sluit aan op die van De Pedagoog van Martie Slooter, maar heeft een iets andere invulling bij ‘docentgedrag’.
4. De Ontwerper: het ontwerpen van onderwijs dat past bij het onderwijsconcept - vaak vakoverstijgend en meer gericht op vaardigheden- dan op kwalificatie.
5. De Teamspeler: eigentijds onderwijs vraagt een sterke onderlinge samenwerking, zowel tijdens het onderwijsproces (teamteachen) als in het samenwerken in teams.

Nadat de rolbeschrijvingen klaar waren, zijn voor elk van deze rollen rubrics ontworpen waarmee de professionele groei in deze rollen kan worden ondersteund. De gedragsbeschrijvingen in de rubrics zijn gebaseerd op de ‘stages of concern’ van Cora Smit (2002) en hebben omschrijvingen van elke rol in niveaus die lopen van aspirant (startende leraar) naar meester (zeer ervaren leraar). Ten slotte zijn er ook voor alle rollen workshops gemaakt, die een handvat bieden om de rol aan te leren en er concreet op de opleiding of school mee aan de slag te gaan. De materialen zijn te vinden op https://www.platformsamenopleiden.nl/kennisbank/rubrics-workshops-startende-leraren-op-een-vernieuwende-school/.
In onderstaand kader staan beschrijvingen van de vijf rollen, zoals in de rubrics verwoord.

Praktijkervaringen
Het gemaakte materiaal is door de deelnemers van het co-creatieproject meegenomen naar de eigen onderwijsinstellingen. We beschrijven enkele ervaringen van de deelnemers van UniC, middelbare havo/ vwo-school in Utrecht en van Fontys Lerarenopleiding Tilburg. Op UniC wordt een groot deel van het onderwijs niet gegeven vanuit methodes, maar zelf ontworpen, onder andere met de methodiek ‘design thinking’. Collega's helpen elkaar professionaliseren op ontwikkelmiddagen. Workshopgevers voor de interne cursus ’design thinking’ hebben hun collega’s gevraagd hun beginniveau in te schatten voor de rol ‘ontwerper’ aan de hand van de bijpassende rubric. De insteek van de cursus is vervolgens met de informatie uit deze ingevulde rubrics verfijnd. Deelnemers stapten in met een duidelijke ontwikkelingsvraag, die geïnspireerd was op de tekst bij het volgende niveau in de rubric. Na afloop is de progressie van individuele collega's met de rubric inzichtelijk gemaakt. Het voordeel was dat deelnemers wisten wat ze konden verwachten en waar zij naartoe werkten. Ruimte voor verbetering was er op het gebied van de begeleiding: tussendoor was er weinig aandacht voor het in de rubric beschreven gedrag, waarmee een kans is blijven liggen om gemeenschappelijke taal te internaliseren. Ook lukte het niet alle collega's om de rubric in te vullen, wat maakte dat niet iedereen even bewust betrokken was bij het leerproces. Wel waren de deelnemers die het was gelukt, enthousiast over de stappen die zij zichtbaar hadden gemaakt. Een dergelijke toepassing vraagt dus om regelmatige specifieke aandacht voor het onder woorden brengen van de stappen die een lerende docent maakt. In de Fontys Lerarenopleiding Tilburg is (en wordt) op verschillende manieren verder geborduurd op de ontwikkelde materialen. In een reeks excursies (Kools, 2019) zijn opleiders gaan kijken in eigentijdse scholen, om een indruk te krijgen van de onderwijspraktijken, rollen en taken van docenten. Dit heeft een vervolg gekregen in het zogenoemde ‘Marco-Polo’-project waarin vakdidactici ontmoetingen organiseren met vakcollega’s van eigentijdse scholen (een opleider scheikunde gaat in gesprek met een docent scheikunde). Zij adresseren in het gesprek hoe er invulling wordt gegeven aan de nieuwe rollen. Ook komt aan de orde aan welke rol de lerarenopleiding meer aandacht zou moeten besteden. Opleiders nemen hieruit inzichten mee terug naar de opleiding over zowel de rollen als over het schoolvak. Uit deze gesprekken komt terug dat de rollen teamspeler, didactisch coach en ontwerper meer aandacht zouden moeten krijgen op de lerarenopleiding. In het project ‘eigentijds werkplekleren’ hebben opleiders studenten geïnterviewd die op eigentijdse scholen stagelopen, Hierin kwamen vragen aan de orde als: ‘welke van de rollen herken je in je werk?’ en: ‘voelde je je goed voorbereid om hier stage te lopen?’ Uit de interviews bleek dat studenten de rollen als ontwerper en didactische coach zeker wel herkennen. Ook bleek dat zij hun weg wel kunnen vinden in scholen als ze hier goed in begeleid worden en als er wordt meegedacht over het ‘hoe’ van het koppelen van zichtbaar docentgedrag in de praktijk met de eisen van de opleiding. Een laatste voorbeeld is een opdracht voor eerstejaars studenten. Zij zijn na een korte introductie over eigentijds onderwijs en de nieuwe leraarsrollen op verkenning gegaan in eigentijdse scholen en hebben hun indrukken vastgelegd in podcasts (Eigentijdse onderwijsconcepten | Podcast on Spotify). Hoewel de nieuwe rollen hier niet per se centraal stonden, hebben de studenten de geschetste beelden wel meegenomen om hun blik op onderwijs en het leraarsberoep te verbreden.

Conclusie
In dit artikel hebben we gepresenteerd hoe in co-creatiesessies vijf nieuwe rollen zijn beschreven en gebruikt, die passen bij het werk van een docent in eigentijds onderwijs. We hebben gezien dat de rollen en bijpassende materialen, zoals beoogd, op eigentijdse scholen behulpzaam kunnen zijn bij het afstemmen van eisen en beelden bij docentgedrag. Is het dan zo dat we denken dat dit project is geslaagd? Nou, deels. We hebben materialen kunnen ontwikkelen en deze kunnen gebruiken, waarmee mooie resultaten zijn gehaald. Maar er zijn ook mogelijkheden blijven liggen. Zo zijn de rubrics maar op enkele plekken gebruikt, terwijl er destijds brede interesse voor was. Een deelnemende schoolleider verklaart dat andere prioriteiten en de hectiek van de dagelijkse praktijk, maakte dat de implementatie niet volledig tot stand kwam. Wellicht helpt het om bij een dergelijk project meer belanghebbenden uit de school te betrekken, om het draagvlak te vergroten. En we hopen dat het delen van onze ervaringen in dit artikel bijdraagt aan de bruikbaarheid voor een grotere doelgroep. Over het proces zijn we enthousiast. Het inspireerde ons om samen te komen en met elkaar gedeelde issues aan te pakken. We werkten met design thinking en door die actieve manier van aanpakken kregen we energie. Tegelijkertijd hebben we het gevoel dat het nog niet helemaal ‘af’ is. Door de korte tijd waarin we de materialen hebben ontwikkeld, de verschillende ontwikkelingen op de onderwijsinstellingen en de beperkte mate waarin de materialen zijn getest, zouden we graag een extra ontwikkelslag doen. We nodigen collega's dan ook uit om de materialen te zien als een bruikbaar startpunt om vervolgens zelf aanpassingen te maken voor de eigen context. Voor (aanstaande) leraren kunnen deze uitgebreidere rollen een uitdaging zijn en tegelijkertijd prikkelen en zo bijdragen aan de aantrekkelijkheid van het beroep, aansluitend bij het doel van Het Beroepsbeeld voor de Leraar (Snoek et al., 2018). We hopen dat de materialen waar we in dit artikel naar verwijzen een inspiratiebron kunnen zijn voor lerarenopleidingen en voor (begeleiders van nieuwe docenten in) eigentijdse scholen.

Dit artikel verscheen eerder in Tijdschrift voor Lerarenopleiders, jaargang 45, nummer 4-2024 en is overgenomen met toestemming.

Auteurs
Hanneke de Graaff werkt momenteel als opleider bij Stichting Nivoz in Rotterdam en bij de Educatieve Master Primair Onderwijs aan de Erasmus Universiteit. Ook is zij trainer bij De Onderwijsarchitecten. Voorheen werkte zij als docent aardrijkskunde, mentor en schoolopleider bij het Zaanlands Lyceum en UniC. Ook was ze lerarenopleider aan de Universiteit Utrecht.
Elly Loman werkt momenteel op de vernieuwde lerarenopleiding pedagogiek van de Hogeschool van Amsterdam. Hiervoor heeft zij gewerkt als rector en docent aardrijkskunde op het Hyperion Lyceum te Amsterdam en het Vathorst College te Amersfoort.
Rianne Neering is mede-auteur van het boek Nieuwe Onderwijsruimte. Van daaruit begeleidt zij scholen met leerpleinen. Ook is zij verbonden aan Toetsrevolutie. Rianne heeft op UniC gewerkt als docent, mentor en teamleider.
Andere VO-scholen waarop zij werkzaam is geweest zijn de Purmerendse ScholenGroep, De Werkplaats Kindergemeenschap en het Spinoza 20first.
Quinta Kools was bij het schrijven van dit artikel werkzaam als lector 'Wendbare Onderwijsprofessionals' bij de Fontys Lerarenopleiding Tilburg en hield zich in haar lectoraatsprojecten bezig met veranderende rollen van leraren. Sinds september 2024 werkt zij als inspecteur primair onderwijs.

Referenties
Biesta, G. (2015). Het prachtige risico van onderwijs. Uitgeverij Phronese.

Grol, R., Bergmans, A., Buijs, E., & Oolbekkink-Marchand, H., (2022). Het Leerlab: hoe eigentijds onderwijs het opleiden van leraren inspireert. Tijdschrift voor Lerarenopleiders 43(1), 16-31. www.velon.nl.

Kools, Q. (2019). Op verkenning in eigentijds onderwijs: Input voor opleiders. Tijdschrift voor Lerarenopleiders 40(4), 333-340. www.velon.nl.

Ryan, R. M., & Deci, E.L. (2020). Intrinsic and extrinsic motivation from a self-determination theory perspective: Definitions, theory, practices, and future directions. Contemporary Educational Psychology, 61, 101860. https://doi.org/10.1016/j.cedpsych.2020.101860

Slooter, M. (2018). De zes rollen van de leraar. Handboek voor effectief lesgeven. Pica.

Smit, C. (2002). In: Rondeel & Wagenaar. Kennis maken, leren in gezelschap. Scriptum. p.166-192.

Snoek, M., de Wit, B., Dengerink, J., van Eldik, S., van der Wolk, W., & Wirtz, N. (2018). Een beroepsbeeld voor de leraar: handvat voor loopbaan- en ontwikkelpaden. In F. Cörvers, & M. van der Meer (Eds.), Onderwijs aan het werk - 2018: analyses, feiten en visies over werken in het onderwijs (pp. 197-209). (Publicatiereeks overheid & arbeid; Vol. 47). CAOP.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief