Pleidooi voor verbinding
4 maart 2024
“Wat als we de leerlingen uit onze klas nou eens regelmatig zouden vragen: ‘Hebben jullie tips voor mij, hoe kunnen we deze les, of dit vak, nou samen naar een hoger niveau tillen? Wat hebben jullie daarvoor nodig?’” Het is een vraag die we onszelf misschien te weinig stellen, terwijl die veel inzicht zou kunnen geven. Want saaie lessen vergroten bepaald niet de betrokkenheid van leerlingen en dus vinden ze tijdens de lessen wel manieren waarop ze het stiekem toch leuk kunnen maken voor zichzelf. Zo ondervond ook Haitske de Visser met haar elfjarige dochter, die haar appte vanuit de les.
Dinsdag, 10:33 uur. Mijn telefoon trilt en ik zie dat mijn elfjarige dochter heeft gereageerd op een appje dat ik net verstuurde. Ik ben vanmiddag niet thuis en wil haar dit laten weten. ‘Oke mam, isg. Tot vanmiddag!’ lees ik tot mijn verbazing. Ik kijk op Magister en zie dat ze in een les hoort te zitten. Nieuwsgierig stuur ik toch terug: ‘jij hebt les, jij kan niet reageren.’. Pling…’Jawel ;-)’.
‘Sinds 1 januari is het gebruik van mobiele telefoons, tablets en smartwatches niet meer toegestaan in de klas op middelbare scholen. Mobiele telefoons leiden af en zorgen ervoor dat kinderen slechter presteren en zich minder kunnen concentreren. Daar moeten we leerlingen tegen beschermen’, lees ik op rijksoverheid.nl.
Ikzelf vind een verbod op mobiele telefoons, tablets en smartwatches op scholen een goede zaak: terug naar het echte contact met elkaar tijdens schooltijd. Maar daar ligt dan ook wel gelijk mijn vraag: bijna alle scholen werken met laptops. Binnen het VO hebben veel scholen zelfs het beleid dat iedere leerling een eigen device moet hebben. En hoe heeft mijn dochter, ondanks dat de telefoon (in de les) verboden is, mij een bericht terug kunnen sturen? Hoe krijgen leerlingen hun huiswerk, berichten, rooster en cijfers?
Op het Instagramaccount van Roy Helmerhorst (@aardrijkskunde_kennisclips), een docent Aardrijkskunde in het VO die met regelmaat filmpjes vanuit zijn klas plaatst, was te zien hoe, toen hij vertelde dat telefoons vanaf nu echt verboden waren, een jongen de volgende vraag stelde: ‘Maar we moeten wel weten waar we zitten, hoe weet je nou naar welke les je moet?’. In eerste instantie wilde ik, net als Roy, reageren met: ‘in een agenda opschrijven!’. Echter, op de website van Magister lees ik ‘docenten gebruiken Magister om lesmateriaal voor te bereiden en de voortgang van hun leerlingen te monitoren. Leerlingen zelf ten slotte hebben altijd toegang tot hun lesrooster, huiswerk, cijfers, planningstool en digitale leermiddelen.’ Dus een school haalt een digitaal platform binnen, waar leerlingen onder andere hun lesrooster in kunnen bekijken, maar we verwachten van diezelfde leerlingen nu dat ze hun lesrooster opschrijven in een agenda? Ik begrijp dat leerlingen (en docenten) hier wel een mening over hebben. Zeker als er in de klas niets verandert, omdat de leerlingen toegang hebben tot een device dat gebruikt mag of moet worden, waar dezelfde apps op staan als op een telefoon.
Terug naar Rijksoverheid.nl. Ontstaan slechte leerresultaten alleen in de klas? Of kunnen we ook voorzichtig zeggen dat dit thuis gebeurt, tijdens huiswerkmomenten, waar kinderen WEL toegang hebben tot hun telefoon, en liever appen, gamen en filmpjes kijken? Wat ik jammer vind, is dat het voelt als een herhalend repertoire: er wordt een keuze gemaakt zonder leerlingen/kinderen hierbij te betrekken.
Rijksoverheid benoemt het al: ‘Daar moeten we leerlingen tegen beschermen’. Is dat zo? Of kunnen we ook de verbinding zoeken met elkaar, gesprekken aangaan, afspraken maken en vertrouwen kweken, in plaats van een regel opstellen waar leerlingen zich niet in kunnen vinden, en die leerling en docent alleen maar op gespannen voet zet met elkaar?
Wanneer mijn dochter die middag thuiskomt, vraag ik haar hoe ze mij nou in de les kon appen. Ze vertelt eerlijk dat ze dit via Whatsapp op haar laptop doet, en dat ze in de klas gewoon met elkaar kletsen via de laptop in plaats van via de telefoon. Als ik vraag waarom ze dit doen, krijg ik als simpele antwoord ‘waarom niet?’. Wanneer ik doorvraag, kom ik erachter dat ze de lessen saai vindt. Ze zitten alleen maar achter een laptop en dan raakt ze snel afgeleid. Ik vraag haar of er ook vakken zijn die ze niet saai vindt. Zonder nadenken noemt ze BeVo, Beeldende Vorming. Hier is ruimte voor overleg met elkaar en ben je met elkaar bezig. Ik knuffel haar en vertel haar dat ik ontzettend trots op haar ben. Verward kijkt ze me aan en krijg ik de mooie puberopmerking: ‘Mama, jij bent echt raar’.
Terwijl ze haar tas uitpakt en bij haar vierjarige zusje aan tafel gaat zitten die een puzzel maakt, besef ik weer eens: ook leerlingen zijn op zoek naar connectie en hebben behoefte aan verbinding met een ander. Ze willen alleen betrokken worden bij het proces, een stem hebben, serieus genomen worden. Laten we daar eens mee beginnen. Wat als we de leerlingen uit onze klas nou eens regelmatig zouden vragen: ‘Hebben jullie tips voor mij, hoe kunnen we deze les, of dit vak, nou samen naar een hoger niveau tillen? Wat hebben jullie daarvoor nodig?’ Ik ben ervan overtuigd dat er de meest werkbare antwoorden komen. En o ja, bespreek ook eens waar het verbod op telefoons vandaan komt, hoe zij hierover denken en of zij ideeën hebben? Mijn dochter heeft er genoeg!
Haitske de Visser is leerkracht groep van 3/4/5 en 6/7/8 aan Montessori Capelle en leerkracht-onderzoeker bij het Lectoraat Professionaliseren met Hart en Ziel van de Thomas More Hogeschool.
Reacties