Over de schaduwzijde van de meritocratie: een route naar nieuwe waarden en verdiensten?
3 februari 2023
‘Het denkbeeld dat je je lot in eigen handen hebt - you can make it if you try - is een tweesnijdend zwaard, en kan zowel inspiratie bieden als beledigend zijn. Het feliciteert de winnaars, maar kleineert de verliezers, zelfs in hun eigen ogen. Want voor mensen die geen werk kunnen vinden of met dat werk niet in hun onderhoud kunnen voorzien, is het moeilijk te ontkomen aan de ontmoedigende gedachte dat ze dat aan zichzelf te wijten hebben, en dat het hun eenvoudigweg ontbreekt aan voldoende aanleg en inzet om te slagen in het leven.’ (Michael Sandel, De tirannie van verdienste)
Wat gebeurt er in een samenleving waarin het meritocratische denken is gaan overheersen? Is het idee te billijken dat niet afkomst maar talent en inzet de basis zijn voor maatschappelijke kansen? Het klinkt niet onredelijk. Maar inmiddels weten we ook het volgende: een meritocratisch samenlevingsmodel kent schaduwzijden. Halverwege 2021 hebben NIVOZ, Sardes en Verus het initiatief genomen om gezamenlijk de problematische kant van de meritocratie in onze eigen praktijken te benoemen, te onderzoeken en mensen op dit thema bij elkaar te brengen. De ambitie: samen verder denken, duiden én doen.
Luc Stevens, oprichter van NIVOZ, leverde met Renske Valk (verbonden aan NIVOZ-pijler Onderzoek en ontwikkeling) deze tekstbijdrage aan voor een samenkomst en een verdiepend gesprek.
Waar gaat het om?
Sinds de jaren 80 van de vorige eeuw heeft onze samenleving een sterk neoliberaal karakter gekregen; de overheid heeft haar rol geminimaliseerd, ook in het publieke domein, en laat veel over aan de vrije markt. Die vrije markt is vooral een economische markt en dat (her)definieert onze samenleving in termen van producten en diensten, en het zijn vooral verdienmodellen die richting geven. Dit is de context waarin mensen hun kansen dienen te pakken en moeten laten zien wat zij waard zijn. Sommigen lukt dat, zij floreren en vinden de weg ‘omhoog’. Maar waar winnaars zijn, zijn verliezers.
De kloof tussen zij die het redden, en zij die het niet redden wordt steeds groter met als gevolg: groeiende ongelijkheid in maatschappelijke kansen, in economische positie, in bezit van kennis en zeggenschap, in welbevinden en in gezondheid. We lopen het gevaar een samenleving te worden van insiders en outsiders, waarbij een zelfvoldane elite het roer stevig in handen houdt. Is dit een wenselijke ontwikkeling? Wie hebben er uiteindelijk profijt van dit maatschappelijke model? Levert het een samenleving op die je sociaal rechtvaardig zou kunnen noemen? Wij maken kanttekeningen.
Talent valt je toe, het is geen verdienste. Ook de omstandigheden waarin je opgroeit kies je niet uit. Dus hoe groot de inzet van sommigen ook zal zijn, zij zullen het ‘niet maken’, zij zullen het verliezen van diegenen die onder een voorspoedig gesternte zijn geboren. Daarin zit grote onrechtvaardigheid. Verder kunnen sommige talenten maatschappelijk op veel meer (financiële) waardering rekenen dan andere. Het noeste onmisbare werken van groepen aan de basis van de samenleving wordt vaak maar nauwelijks opgemerkt. Wat maatschappelijk gewaardeerd wordt als verdienste is een fractie van wat menselijkerwijze beloond zou moeten worden: namelijk het ‘mens zijn naar vermogen’ en het bijdragen aan het collectief.
Wat maatschappelijk gewaardeerd wordt als verdienste is een fractie van wat menselijkerwijze beloond zou moeten worden: namelijk het ‘mens zijn naar vermogen’ en het bijdragen aan het collectief.''
Dit alles staat niet los van ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden in de wetenschap en technologie. Wij zijn een bepaald soort wetenschap gaan bedrijven en gaan aanmerken als waardevol. We hebben creativiteit en diversiteit in het wetenschappelijke denken verloren en denken vooral te weten door te meten en te kwantificeren. Een van de gevolgen hiervan is een sterk instrumenteel mensbeeld, van waaruit wij ook onderwijzen. Wie in deze waarderingscultuur het beste kan meekomen zijn degenen die instrumenteel het beste uit de voeten kunnen en hen noemen wij: de hoogopgeleiden. Zij oogsten de waardering, hun komen de maatschappelijke posities toe. Maar hoe broos is die overwinning? Deze is immers een resultante van voortdurende vergelijking met anderen.
De positie van de winnaar, van de elite, is geen authentieke vrucht van talent en inspanning, is niet onafhankelijk verkregen, maar blijvend afhankelijk van de positie van anderen. Dit kan een permanente strijd oproepen om posities te handhaven, een in onze samenleving niet onbekend (ziekmakend) fenomeen. Ziekmakend omdat de mens zijn (mens)waardigheid verliest.
Er staat meer op het spel. In het boek Diplomademocratie: Over de spanning tussen meritocratie en democratie van Anchrit Wille en Mark Bovens (2011) wordt opgemerkt dat tot aan de jaren 70 van de vorige eeuw 40 tot 50% van de Tweede Kamerleden een universitaire of hbo-opleiding had. In 2010 was dat 90%. Van een volksvertegenwoordiging is op die manier nauwelijks meer sprake.
In zijn boek De Tirannie van verdienste laat Michael Sandel zien hoe een meritocratische praktijk een democratie kan ondergraven, omdat deze grote gevolgen heeft voor het zelfbeeld van mensen en voor de sociale samenhang tussen en binnen groepen. Het uitblijven van politieke en sociale correctie stimuleert het klimaat waarin populistisch stromingen gedijen. Sandel argumenteert in dit verband dat geloof en meningen van mensen vóór de feiten, de cijfers en statistieken uitgaan. Vragen over macht, gezag, ethiek en vertrouwen houden mensen bezig en hierin wil men zichzelf als gekend terugvinden, als van waarde. Het is relatie waar het om gaat, en harde maatschappelijke competitie leidt tot verbroken relatie en vervreemding.
Het is relatie waar het om gaat, en harde maatschappelijke competitie leidt tot verbroken relatie en vervreemding.''
Waar willen we met ons initiatief naartoe?
We willen weg van het klimaat van permanente vergelijking, competitie en exclusie. We willen toe naar een andere interpretatie van ‘verdienste’, waarin menselijke waardigheid op honorering mag rekenen. We willen naar een klimaat van respect, bemoediging en inclusie. We hoeven daartoe bepaald niet opnieuw te beginnen. De declaraties van de rechten van de mens en de rechten van het kind en ook onze eigen grondwet getuigen van erkenning en acceptatie van verschillen tussen mensen. Dit is geen roepen in de woestijn: persoonlijke verhalen van mensen die de schaduwzijde van de meritocratie aan den lijve ondervinden, vinden in toenemende mate weerklank.
Onderwijs?
Ons initiatief richt zich op het domein onderwijs, niet alleen omdat daar de expertise en de verantwoordelijkheden van de initiatiefnemers liggen, maar vooral ook omdat onderwijs niet zomaar een afgeleide of spiegel van de samenleving is in hun opvatting, maar omdat onderwijs een eigen pedagogische verantwoordelijkheid heeft. Het appel van onze kinderen.
Daarnaast heeft het onderwijs een maatschappelijke functie, die zij dreigt te verliezen. De serie Klassen uit 2020 en het proefschrift van Karen Heij over de eindtoets basisonderwijs getuigen daarvan. Wat op school gewaardeerd wordt, wordt bepaald door een (inadequaat) toetsinstrumentarium. Andere kennis, vaardigheden, talenten en kwaliteiten van leerlingen raken buiten beeld en lijken er niet meer toe te doen. Het smalle waarderingskader wordt op deze manier geconsolideerd.
Doordenken èn handelen
Wat moet er nu eigenlijk gebeuren, waar moet iets gebeuren, wie zijn dan aan zet en wat moet wèl en wat juist niet gedaan worden? Het vraagt om een goede en permanente doordenking van het onderwerp en om het opzoeken van praktijken die daadwerkelijk vernieuwend zijn en antwoorden op het vraagstuk bieden. Interessant in dit verband is bijvoorbeeld de kritiek van hoogleraar Eddie Denessen tijdens onze eerste conferentie Solidair of Solitair, namelijk dat de goedbedoelde bevordering van kansengelijkheid (al decennia breed gesteund) een streven lijkt te worden dat het meritocratisch ideaal vooral perfectioneert. Liever ziet hij een inclusieve samenleving ontstaan waar gelijke kansen een logisch gevolg van zijn.
Eigen cirkel van invloed
Laten we deze korte verhandeling afsluiten met een punt-komma. Inzichten ontwikkelen en daarover schrijven en spreken is belangrijk. Benoemen, verklaren, duiden en definiëren... het scherpt het denken, het schept een gemeenschappelijk kader en het sterkt ons in een gezamenlijk verlangen om dingen te veranderen. Maar uiteindelijk komt het aan op het doen. En dat werpt ons terug op onszelf en op onze eigen praktijken.
Hoe herkennen we het vraagstuk in onze eigen omgeving en wat staat ons dan te doen? Waar vinden we kansrijke initiatieven, wat kunnen we daarvan leren en hoe kunnen we die ondersteunen?
En zo zijn er nog wel meer vragen.
Er is werk aan de winkel.
Luc Stevens is medeoprichter en voormalig directeur van NIVOZ. Renske Valk is hoofdredacteur Van12tot18 en medewerker NIVOZ.
Reacties