‘Kunstzinnig onderwijs is niet voorbehouden aan kunstenaars of vakdocenten’
27 oktober 2025
Hoe kunnen we kinderen helpen om betrokken op de wereld te blijven, zonder zich te verliezen? In de inleiding van ‘Muzisch Meesterschap’ spreekt Michiel Bos op een heldere manier over de betekenis van ‘het kunstzinnige’ in weerbarstige tijden. We delen de komende weken drie passages uit dit zeer inspirerend geschreven en enthousiast ontvangen boek. Dit is aflevering #1: ‘Kunstzinnig onderwijs is niet voorbehouden aan kunstenaars of kunstvakdocenten. In een ‘kunstzinnige’ les toont de leraar iets aan zijn publiek, de kinderen of studenten, op zo’n manier dat zij zintuiglijk en affectief geraakt en geïnformeerd worden.’
Deze tekst is met toestemming integraal overgenomen, als fragment uit een groter geheel. Voor een goed verstaan raden we aan het hele boek te lezen.
Zoals elke generatie ouders, opvoeders en leraren stellen we ons de vraag wat we met de kinderen en ons onderwijs aan moeten. Het is de vraag over wat het kind in een specifiek moment van ons vraagt en over hoe het in de toekomst mede een samenleving kan vormen.
Als we zowel naar de actualiteit als naar de toekomst kijken, kun je zeggen dat we in tijden leven van polycrises met mythische proporties. Stijgende zeeën, hevige droogte of regenval en ooit machtige rivieren die langzaam, maar gestaag opdrogen. We leven in een tijd waarin ongekende versnelling en verandering de enige constanten zijn.
Elke nieuwe generatie zal zoeken naar betekenis en zin in dat wat het in ‘de ander’ en ‘het andere’ ontmoet. We zijn erop gebouwd om waar te nemen en te ontvangen, ons te verbinden en daarmee vervolgens iets terug te geven aan onze omgeving. In turbulente tijden vraagt dat om het oefenen van wat ik een middenkracht noem: een kracht waarmee het kind later in staat is om open en gesloten genoeg te zijn, om zowel afstand te bewaren als toenadering tot de wereld om zich heen te zoeken. Dat vraagt om de omarming van paradoxen en chaos, de aanvaarding van de onmacht die we als mens van binnen en buiten ervaren. Het vraagt bovendien om sensitiviteit voor schoonheid, hoop en verwondering.
Onze pedagogische vragen zou je dan als volgt kunnen formuleren:
- Hoe kunnen we het kind helpen om langs donkere bossen en schitterende
kastelen te navigeren en zijn hoop en verwondering in leven te houden? - Hoe kunnen we kinderen helpen om in de dreigende kilte de schoonheid van het alledaagse te kunnen blijven zien?
- Hoe kunnen we kinderen helpen om betrokken te blijven, zonder zich te verliezen?
- Hoe kunnen we ze helpen om met hun eigen onmacht te bestaan, zonder destructief naar binnen of naar buiten te worden?
Precies daar komen de kunsten in hun existentiële betekenis in het spel. Ze bieden ons een werkterrein waar zowel schoonheid als monsters zijn uitgenodigd. Waar de mens zijn krachten tussen de hemel en de hel beproeft en die tussen orde en chaos, ruis en muziek. De kunsten bieden zicht op heelheid en openen tevens de mogelijkheid van andere werelden.
Wie staat er dan in die wereld naast het kind? In ieder geval een medemens, een pedagoog die een oefenplaats kan vormgeven en daarbij het onbeschikbare (lees daarvoor Hartmur Rosa, red.), het risico, kan omarmen. Daarmee wordt onderwijzen een scheppend, kunstzinnig en muzisch vak. Kunstzinnig onderwijs is niet voorbehouden aan kunstenaars of kunstvakdocenten. In een kunstzinnige les toont de leraar iets aan zijn publiek, de kinderen of studenten, op zo’n manier dat zij zintuiglijk en affectief geraakt en geïnformeerd worden.
Muzisch meesterschap start vanuit het idee dat de school een plek is waar men zich richt op de wereld. Dit wereldgerichte onderwijs probeert een ontmoetingsplek te zijn voor de werelden die het kind, de leraar en de lesstof met zich meebrengen. Je kunt daarin drie elementen noemen die de leraar tot leraar maakt.
Vorming
Het eerste is dat van de vorming. Een leraar vormt niet zelf, hij stelt het kind in de gelegenheid te leren en zichzelf als subject te vormen. Zijn taak is het om bij het kind de wil te wekken om op een volwassen manier in de wereld te zijn. Deze zienswijze sluit aan bij wat Biesta omschrijft als subjectificatie.
Zaakgericht
Het tweede element is dat de leraar in eerste instantie zaak- (ook wel lesstof of wereld) gericht is. De taal, de wiskunde, de geschiedenis en de kunsten hebben ten slotte de leraar en het kind bij elkaar gebracht. De leraar
moet, op grond van de integriteit en intrinsieke waarde van de zaak, het kind inleiden in de vakken.
Liefde voor de wereld
Tot slot is datgene dat een leraar tot leraar maakt de liefde voor de wereld. Op grond van zijn liefde voor de wereld wijst hij op de zaak waarvan het kind misschien het bestaan niet kende en nooit gedacht had er ooit geïnteresseerd in te kunnen zijn.
Een muzische meester vormt en geeft zijn onderwijs op een kunstzinnige manier. Dat wil zeggen dat hij iets uit de wereld vastpakt, omvormt en dat als lesstof aan de kinderen toont. Je kunt van kunstzinnig onderwijs spreken op alle momenten dat het kind niet alleen wordt geïnformeerd, maar ook via verbeelding en zintuiglijke waarneming wordt bezield. Affectie is de reisgenoot van kennis. Onderwijs, met andere woorden, dat bijdraagt aan de stoffering van de ziel.
Je kunt van kunstzinnig onderwijs spreken op alle momenten dat het kind niet alleen wordt geïnformeerd, maar ook via verbeelding en zintuiglijke waarneming wordt bezield.
Door het leraarschap vanuit het perspectief van de kunsten te bekijken, wordt er een handelingsperspectief zichtbaar dat als tegenkracht kan functioneren voor de almaar oprukkende productie- en controledwang in het onderwijs. Als tegenkracht bij de drang naar meetbare leeropbrengsten. Door het vak van de leraar te verrijken met kennis uit de kunsten kan de kracht van de leraar als scheppende mens worden versterkt.
Hier lees je een recensie van het boek ‘Muzisch Meesterschap’ dat op 13 oktober verscheen en in eigen beheer is uitgegeven: De leraar als Orpheus die chaos omzet in betekenisvolle ontmoetingen
Je kunt het boek hier op de website van Michiel Bos bestellen.
- Gert Biesta, De kunsten: een perfect oefengebied voor existentiële vragen, 2025, www.lkca.nl/opinie/kunst-moet-in-het-onderwijs/
- Gert Biesta citeert Johann Friedrich Herbart in het kringgesprek over de kunstzinnigheid van de leraar in juli 2022: www.musework.nl/nl/ page/12242/kringgesprek---de-leraar-als-kunstenaar-registratie-30- minuten
- Andri Snær Magnason, Over tijd en water. Een geschiedenis van onze toekomst, 2019
- Hartmut Rosa, Leven in tijden van versnelling. Een pleidooi voor resonantie, 2013
- Hartmut Rosa, Onbeschikbaarheid, 2022
- Gert Biesta, Wereldgericht onderwijs. Een visie voor vandaag, 2022
- Joris Vlieghe, Wat een leraar tot leraar maakt. Vorming, zaakgerichtheid en liefde voor de wereld, 2024. Vlieghe put met zijn omschrijving van de leraar uit het werk van onder meer Jan Masschelein, Maarten Simons en Gert Biesta.
- Carolien Hermans, Pedagogiek van het onderweg zijn, 2023
Reacties