Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Koen Wessels en de pedagogiek van de verstrengeling: ’Het is altijd weer een persoonlijke opgave om met mensen onderwijs te maken.’

20 september 2022

Ieder mens – in welke positie of levensfase ook – wordt gevormd door de uitdagingen in zijn of haar leefwereld. Juist in de betrokkenheid met die wereld liggen belangrijke pedagogische kansen besloten, stelt Koen Wessels in zijn proefschrift De pedagogiek van de verstrengeling. In zijn werk zit het belang van een relationeel perspectief in onderwijs en onderzoek opgesloten. ’Het is altijd weer een persoonlijke opgave om met mensen onderwijs te maken.’

We spreken Koen Wessels drie maanden na zijn verdediging via een online-verbinding en we kijken terug op de inhoud van zijn onderzoek door vooral in het heden te zijn. Hij begint zijn verhaal bij zijn eigen mens-zijn en bijbehorende perspectieven, nu en in het nabije verleden. Om al snel de draad op te pakken van de/zijn betekenisvolle, innovatieve onderwijspraktijk bij de Academy of Hope – een postdoc-actieonderzoeksproject bij de Universiteit Utrecht.

Het proefschrift dat hij eind juni verdedigde is een pleidooi om ruimte te maken – van basisschool tot universiteit – om met leerlingen de vragen van deze tijd te leven. We leven in een wereld die is doordrongen van grote sociale en ecologische uitdagingen en het blijkt knap lastig om daar met ons onderwijs adequaat op te reageren, zo staat er in deze samenvatting te lezen. Wat Koen opvalt: geijkt als het onderwijs is op ‘leren voor later’ is er relatief weinig ruimte voor de hier-en-nu-betrokkenheid van leerlingen/studenten bij de samenleving. Maar wat vraagt dat dan van een docent? Of van lerarenopleiders?

In nauwe samenwerking met een groep docenten verkende Koen de voorbije twee jaar hoe de leraar zo’n ‘ruimte’ kan openen, organiseren en consolideren. Hij concludeerde dat de ‘kunst van het docentschap’ hierbij vooral ligt in een doorgaande oefening in opmerkzaamheid – wat speelt er hier en nu? – en integriteit: hoe kan ik inspelen op het hier en nu vanuit een doorleefd pedagogisch doel, een doorgaand proces van persoonlijke zingeving én in een doorlopende dialoog met collega’s?

Hoe kan ik inspelen op het hier en nu vanuit een doorleefd pedagogisch doel, een doorgaand proces van persoonlijke zingeving én in een doorlopende dialoog met collega’s?''

Zoektocht naar betrokkenheid

Hij heeft het erg naar zijn zin bij de Academy of Hope, zo begint hij te vertellen. Juist en vooral omdat hij ook in deze universitaire context mag kijken of dingen anders en beter kunnen. ‘Dat heeft ook te maken met wat voor soort pedagoog ik ben. Ik ben altijd op zoek naar het verleggen van grenzen of het openbreken van beperkingen. En het is heel erg leuk om nu in de faculteit geowetenschappen van de UU - waar iedereen op een bepaalde manier met onderwijs bezig is en mensen heel erg impact willen maken op de samenleving - om juist daar ineens een pedagogisch perspectief te vertegenwoordigen en te experimenteren met nieuwe vormen.’

Tot vorig jaar was Koen nog verbonden aan De Bildung Academie, waar hij in 2014 als een van de pioniers aan mee wilde bouwen. Een periode, zo stelt hij vast, waarin zijn eigen behoefte als lerend mens centraler stond. ‘Ik heb bepaalde dingen gemist als student, vanuit dat perspectief keek ik naar onderwijs. Ik maakte me ook wel zorgen over wat er allemaal gebeurde in de wereld, en hoe ik het gevoel had dat het onderwijs daar maar weinig echt goede antwoorden op had. Het begon dus vanuit de behoefte om als student veel intiemer betrokken te zijn bij de wereld en betrokken te zijn met mezelf. Via eigen ervaringen – eigen leef- en leervragen – op De Bildung Academie kreeg mijn ontwikkeling daarin vorm.’

Hij leefde in dat kader ook een jaartje in Istanbul – ‘een periode waarin ik veel gelezen en geschreven heb’ – en besloot in 2017 te starten met een promotieonderzoek. ‘Terugkijkend zie ik dat ik loyaal ben aan mijn eigen zoektocht. En als ik die zoektocht nu zou moeten samenvatten, dan is relationaliteit het uitgangspunt. In het proefschrift gebruik ik daarvoor het concept verstrengeling (entanglement). Ik vind het heel erg leuk om na te denken over, vorm te geven aan en onderzoek te doen naar hoe we ‘openingen’ voor relationaliteit, intimiteit en directe betrokkenheid in en vanuit het onderwijs vorm kunnen geven. Hoe doe je dat? Het gaat dan over open leerprocessen ja, over emergentie. Wat gebeurt er dan?’

Ik vind het heel erg leuk om na te denken over, vorm te geven aan en onderzoek te doen naar hoe we ‘openingen’ voor relationaliteit, intimiteit en directe betrokkenheid in en vanuit het onderwijs vorm kunnen geven.''

Langzaam – zo vertelt hij - is daarmee voor Koen het onderzoeksperspectief verschoven. ‘Ik sta er nu in vanuit de rol van vormgeven en doceren in onderwijsprocessen. Ik ben veel meer geïnteresseerd in wat we misschien wel de Art of teaching zouden kunnen noemen, of de integriteit van de docent. Uiteindelijk komt het voor mij dicht bij Pedagogische Tact, zoals NIVOZ het uitdraagt. Het is een combinatie van ‘in het moment zijn’ – en dat is voor elke docent al een uitdaging – en daarin blijven oefenen. Dat vergt aandacht. Dus daar heb je het met elkaar over: waarom lukt dat de ene dag wel en de andere dag niet? En integriteit gaat voor mij over dat modderige proces, vanuit wat je gewaarwordt proberen de juiste keuzes maken. Wat je tegelijk nooit zeker weet.’

Collectief onderzoek

Zijn PhD was juist vrij theoretisch. Er was wel een soort van Community of Practice, waarin docenten actieonderzoek deden en waarbij Koen dat proces faciliteerde. ‘Maar ik was niet per se docent in een onderzoeksruimte. Ik had daarom heel erg behoefte aan integratie. En bij de Academy of Hope is dat zo. De opgave is om onderwijsexperimenten vorm te geven en om daar ook onderzoek aan te verbinden.’

Hij geeft een voorbeeld.Er is een groep masterstudenten die aan het afstuderen gaat. Vaak zijn dat heel individuele reizen, waar je vaak ook nog niet eens echt in contact met de wereld bent. Voor veel studenten is een masterthese nog steeds een proeve van bekwaamheid voordat je echt de wereld in mag, om het maar zo te zeggen. Wij proberen dat anders aan te vliegen en anders vorm te geven. We gaan ze daarvoor op drie niveaus begeleiden. Ten eerste is er een overkoepelend thema. Met elkaar vormen ze daarvoor een coalitie en werken ze toe naar een eindmanifestatie. Dus ze trekken vaak samen op. Het is een collectief waarbinnen ze hun eigen masterthese gaan ontdekken en oppakken. Het tweede is dat we ze uitdagen om zichzelf echt veel meer in het onderzoek te brengen. Dat wordt bij veel academische opleidingen vermeden. Je moet een objectieve onderzoeker zijn die zichzelf distantieert. Wij begeleiden ze in methodologie en gesprekken hoe je dat doet. Ten derde vragen we ze om hun onderzoek echt in gesprek met de samenleving te brengen, dus op zoek te gaan naar een lokale omgeving waar hun thema leeft. Dus dat gaat heel erg over engagement en de relatie met de samenleving vormgeven.’

Voor veel studenten is een masterthese nog steeds een proeve van bekwaamheid voordat je echt de wereld in mag, om het maar zo te zeggen. Wij proberen dat anders aan te vliegen en anders vorm te geven. ''

Deze maand – in het begin van het schooljaar – is de reis met een aantal studenten al begonnen. ‘We hebben een overkoepelend thema The post-fossil good life met een open uitnodiging. Vind je het leuk om op een wat andere manier een onderzoek te doen, dus in een coalitievorm? En daarbinnen op zoek te gaan naar dat wat jou raakt en waar jij zelf vorm aan wil geven? Dus veel meer, vanaf het begin af, als een gesprek. Ik begin dan met een student met een wandeling van anderhalf uur door de Botanische tuin, die hier naast de universiteit ligt. Dan praten we over het leven, over wie ze zijn. Van daaruit kan er iets groeien. Dus het begint direct met relatie opbouwen en het contact met elkaar aangaan.’

Het is vooral ook stoeien met het systeem en de verwachtingen van het systeem. En daarmee de relationele patronen van een universiteit telkens een beetje doorbreken, zo vertelt hij. ‘In september zetten docenten normaliter projectbeschrijvingen online. Je leest als student over een onderzoek en als je dat leuk vindt, kun je daaraan meedoen en start je je masterthese in november. Maar wij hebben het iets anders aangepakt. Ik ben eerst een ronde langs opleidingscoördinatoren gaan doen met de vraag: kunnen wij een open aanvraag neerleggen. Dan kijken we in september of daar studenten op af komen en kunnen we beginnen.’

De post-fossil good life is overigens een licht kritische noot in de richting van hoe er nu met klimaatproblematiek wordt omgegaan, vertelt Koen. Hoe ziet het leven eruit als we niet meer afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen? ‘De opkomst van fossiele brandstoffen en de moderne levensstandaard zijn sterk met elkaar verstrengeld. Wil je daarvan af, dan moeten we onze eigen levensstandaard bevragen en opnieuw ontdekken. Je ziet nu dat er vooral vanuit technische en beleidsmatige invalshoek wordt gekeken, gedacht en gehandeld. En wat minder vanuit de vraag: wat is nu het goede leven dat we met alle innovaties voor ogen hebben? Wat voor relaties hebben mensen met elkaar? Hoe ga je om met de buren? Hoeveel energie gebruik je eigenlijk en waarom? Wat bezit je eigenlijk en is bezit wenselijk? Dus veel meer de good life vragen en daar meer aandacht voor vragen.’