Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Interview jeugdburgemeester Anne Letink: ‘Kinderen willen óók weten wat er gebeurt’

22 april 2021

Anne Letink is tien. Groep 7’er. De oudste thuis. Dit schooljaar is ze de kinderburgemeester van haar gemeente Bronckhorst. Ze combineert een gezond vertrouwen in haar eigen koers met een neiging goed te luisteren naar de wensen, vragen en problemen van andere kinderen: “Ik snap wel dat Mark Rutte er niet altijd kinderen bij kan halen. Maar ik vind het ook raar dat er pas nu een coronapersconferentie voor kinderen kwam.”

Het is vrijdag in de krokusvakantie, als Anne Letink, jeugdburgemeester van de Achterhoekse gemeente Bronckhorst, in Google Meet verschijnt. Ze was aan het papier-machéën. “Het is een beetje een zooitje aan het worden”, vindt ze zelf, “Ik ga het straks afmaken.” Anne zit in groep 7, ze is tien jaar, jarig in mei, en is de oudste van drie kinderen. Haar broertje van zeven loopt af en toe achterlangs, haar jongste broer is twee en ligt te slapen. “Verder zijn we met een vader en moeder. En drie vissen en zes wandelende takken.” Bronckhorst heeft al een paar jaar een jeugdburgemeesterschap, dat jaarlijks rouleert. Anne is de derde jeugdburgemeester in de rij.

Hoe word je eigenlijk jeugdburgemeester?
“Ik had in de krant gelezen dat het kon. Je kon een formulier invullen met waarom je jeugdburgemeester wilde worden, en hoe oud je was en dat je toestemming van je ouders had. Daarna kreeg ik een mail dat ik mocht langskomen op het gemeentehuis. Er waren dertien kinderen uit alle dorpen van de gemeente die wel burgemeester wilden worden en iedereen moest een korte presentatie houden.”

Dat zijn best veel kandidaten.
“Ja, er was ook een ander meisje waar ik best wel vriendinnen mee ben. We hadden tevoren afgesproken dat het niet uitmaakte als één van ons de jeugdburgemeester werd, of als geen van ons gekozen werd: we bleven gewoon vriendinnen. Dat is gelukt. Het is misschien íetsje minder geworden, maar we zijn nog steeds vriendinnen.”

Wat heb jij gezegd in die presentatie?
“Dat ik het graag wilde. Ik vind de leerlingenraad op school ook leuk, maar daar had ik me nog nooit voor opgegeven. Ik heb verteld dat ik zelf vind dat het mij best goed lukt om goed te luisteren.”

Wat mooi: er zullen ook burgemeesters zijn die juist vinden dat ze zo goed kunnen praten. Maar jou gaat het dus om het luisteren?
“Ja, ik luister als kinderen iets te vertellen hebben. Of een probleem hebben. Ik kan goed luisteren, denk ik. Op school tijdens instructies luister ik… meestal.”

Wat is de rol van een kinderburgemeester?
“Ik heb al heel vaak vergaderingen gehad met burgemeester Marianne Besselink en haar assistent en andere mensen. Dan gaan we ideeën bedenken voor dingen waar kinderen aan kunnen meedoen. De burgemeester en anderen hebben dan soms goede dingen, als de Nationale Boomplantdag of de verwelkoming van Sinterklaas. Ze vinden het ook fijn als ik erbij ben als het Dodenherdenking is. Maar ik kom ook met eigen ideeën van kinderen. Die komen uit het kinderparlement.”

Er zijn dus twee soorten vergaderingen: met de burgemeester en haar mensen, en met andere kinderen?
“Ja, ik wilde graag een kinderparlement. Dit is een beetje een raar jaar met corona, en het was niet zo makkelijk om kinderen te vragen. Ik heb daarom de kinderen gevraagd die ook burgemeester wilden worden. Een stuk of zes daarvan wilden er mee doen in het kinderparlement.”

Waar hebben jullie het over in het kinderparlement?
“We hebben één keer overlegd. We hadden stellingen gekregen over of we vonden dat er genoeg sporten zijn in het dorp waar je woont, en genoeg speeltuinen. Er waren heel verschillende meningen, maar dat is niet zo gek, want er waren kinderen uit heel kleine en uit grotere dorpen. Over speeltuinen waren er ook verschillende meningen. Het is niet erg om het oneens te zijn. Elke mening is goed, vind ik, maar je moet wel uitleggen waarom je iets vindt. We werkten met rode en groene briefjes. Soms kwamen er dan later toch meer groene briefjes, als je het langzaam eens werd. Bijvoorbeeld over speeltuinen: het zijn er wel genoeg, maar ze zijn niet uitdagend genoeg. Ze zijn nu vooral leuk voor kinderen tot zeven, acht jaar.”

Kom je dan ook met een voorstel voor wat je wel wilt?
“Ja. Natuurlijke speelplekken! Ik ben een paar keer in Baak – een van de dorpjes in onze gemeente – geweest om buiten te turnen. Daar hebben ze een heel leuke speelplek. Dat kan in andere dorpen ook, ook al is het maar een boom met een goede tak waar je een schommeltouw aan kunt hangen. We krijgen nog te horen wat de gemeente precies gaat doen met onze plannen. En binnenkort komt het onderwerp voor onze tweede bijeenkomst.”

Heb je kinderen die voor jou een voorbeeld zijn?
“Ik leer, denk ik, het meeste van mezelf. Ik bedoel: ik kijk wel naar andere kinderen, maar als we bijvoorbeeld op school uit verschillende opdrachten mogen kiezen, kies ik niet wat mijn vriendin al gaat doen. Ik kies de opdracht die ik zelf het leukst vind en dan zie ik wel wie dat ook gaat doen. Meestal ben ik de enige die dan precies die opdracht kiest.”

Vind jij dat er goed naar kinderen geluisterd wordt?
“Op zich wel. Ik snap dat bijvoorbeeld het kabinet – Mark Rutte en Hugo de Jonge en zo – niet altijd kinderen erbij kan halen. Maar ik vind het ook raar dat er pas nu een coronapersconferentie voor kinderen kwam. Kinderen zijn net zo belangrijk. Die willen ook weten wat er gaat gebeuren. Bij heel veel vragen die de kinderen in de persconferentie stelden, dacht ik: já, dat zou ik ook wel willen weten!”

Had jij ook bij die persconferentie willen zijn?
“Neuh, ik vind wat ik nu doe prima. Er zijn veel mensen die vragen: ‘En wil je nu later ook burgemeester worden?’ Daar heb ik nog niet over nagedacht. Als ik jarig ben, krijg ik die vraag ook vaak. Eerst wilde ik juf worden. Nu weet ik het echt nog niet. Ik kan dat nog niet weten: ik zit pas in groep 7. Ik weet nog niet waar ik goed in ben, wat ik echt leuk vind.”

We spreken door over hoe Anne regelmatig herkend wordt in haar dorp, over de leerlingenraad op school en over soms vermoeiende discussies in de klas na gedoe op het schoolplein. We hebben het over Janusz Korczak, zijn kinderrechtbank en de stem van het kind die hij liet klinken: “Ik vind het wel goed dat kinderen risico’s mochten nemen van hem”, meent Anne. En het gaat over de verschillen tussen kinderen en grote mensen: “Grote mensen willen vaak dat kinderen goed luisteren en zich aan de regels houden. Kinderen willen vooral graag spelen.” Een tip voor kinderen die ook jeugdburgemeester willen worden, heeft ze niet echt. Dan is ze even stil en zegt: “Het is leuk om te doen, maar je moet niet alleen aan jezelf denken. Ik wil meer kinderen horen en weten wat zíj graag zouden willen.”

Dit artikel verscheen in het aprilnummer van Jenaplanmagazine Mensenkinderen en is met permissie overgenomen. 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief