Biesta in de praktijk op de Calo (3): jezelf op het spel zetten, door jezelf in het spel te brengen
14 oktober 2021
Jaap Kleinpaste en Biek Leissner lazen het boek ‘Wereldgericht onderwijzen. Biesta in de praktijk’. In hun derde bijdrage zoomen ze in op de betekenis van ondersteunen, een van de drie pedagogische gebaren die door Biesta tot leven worden gebracht.
In een eerste bijdrage (deel 1) bespraken Kleinpaste en Leissner het begrip 'onderbreken' in hun praktijk op de Calo. Lees hier. En daarna volgde er een artikel (deel 2) over ‘vertragen’, lees hier, twee eerdere pedagogische gebaren.
We ervaren de term ‘ondersteunen’ als derde pedagogisch gebaar als een lastige en misschien wel in de context van ons bewegingsonderwijs als een term die ‘bezette’ beelden oproept. Beelden van de dramatische finish van de Zwitserse Gabriëlla Andersen-Schiess, tijdens de eerste Olympische marathon voor vrouwen in Los Angeles, in 1984. De toen 39-jarige atlete haalde zwalkend en strompelend het einde. De officials moesten haar na de finish ondersteunen, omdat ze zelf niet meer vooruit kon komen.
De term ondersteunen roept daarmee beelden op van een afhankelijkheids-relatie. Datzelfde gebeurt bij de vergelijkbare termen ‘bevestigen, behoeden, stimuleren, enthousiasmeren’ en ‘op weg helpen’ (Eidhof, Janssens & Ris, 2021). Het lijkt het primaat van het ontwikkelingsproces van de student bij de docent te leggen.
Biesta (2017) gebruikt ook de term ondersteunen, maar doelt daarmee op het proces van richten en draaien van het ontwikkelproces van de studenten, wanneer ze het moeten uithouden in de hen omringende wereld; wanneer zij hun verlangens noodzakelijkerwijs moeten bijsturen, omdat dat wat zij wensen niet wenselijk is in het kader van de opleiding die zij volgen. Wanneer je het ontwikkelproces van de studenten wilt richten, draaien en bijsturen zet je jezelf op het spel door jezelf in het spel te brengen. Je stelt je als docent kwetsbaar op en nodigt de student(en) uit ook het speelveld te betreden en zichzelf in het spel te brengen.
Gelijkwaardigheid
Spel is onmiskenbaar een activiteit die je vaak samen onderneemt. Het is het op elkaar afstemmen in de spelsituatie. Het roept gelijkwaardigheid op tussen de betrokkenen, ongeacht de kwaliteiten van de betrokken spelers. Allen nemen op basis van hun eigenheid deel. Het is zoals Wehr (2008) constateert dat in de oosterse gevechtskunst de band van de ploeterende beginner dezelfde kleur heeft als de band van de volleerd meester, namelijk wit. Dat vraagt zowel van de ploeterende beginner als van de volleerd meester een bijzondere instelling tijdens het spel, namelijk het vermogen om nieuwsgierig en onbevooroordeeld aan het spel deel te nemen.
Spel roept gelijkwaardigheid op tussen de betrokkenen, ongeacht de kwaliteiten van de betrokken spelers.''
Wat vanuit korte termijnperspectief onaantrekkelijk lijkt, kan op langere termijn wel eens de meest wenselijke route zijn. Dat is de dynamiek waarmee we – ook op de Calo – werken wanneer we in onze studenten het verlangen proberen te wekken om niet meer alleen bij zichzelf te zijn, maar in de wereld te zijn. Of we er in het onderwijs in slagen om samen met de studenten de ‘juiste’ richting te vinden, wordt niet altijd onmiddellijk duidelijk. Zo ontving ik aan het eind van het eerste studiejaar een brief van een student, waar het gezamenlijk zoeken naar richting in het ontwikkelproces vaak moeizaam verliep.
Ze schreef:
Er zijn veel leerpunten bijgekomen, maar er zijn ook verstopte spullen uit mijn rugzak naar boven gekomen. Ik heb ze leren kennen in het eerste jaar hier op de Calo. Terwijl jij de docent was die me mijn leerpunten zelf liet ontdekken, jij de docent was die in iedereen iets moois zag en terwijl jij de docent was die niet iemand veroordeelde, was ik het jonge meisje die haar mening overal al voor klaar had, was ik de meid die jouw aandeel als docent maar weinig vond en was ik dat meisje dat zich af en toe afvroeg wat ze hier eigenlijk deed. Maar nu het jaar voorbij is gevlogen besef ik hoeveel jij mij geleerd hebt. Ik wil je meegeven dat ik graag nog meer van je had willen leren. Ik geef eerlijk toe dat ik dat niet het hele jaar heb gezegd. En dat ik het moeilijk vond mijn oude ideeën aan de kant te schuiven voor nieuwe manieren van denken en zien. Je hebt me de ruimte gegeven om dat te ontdekken.
Subjectificatie vormgeven
Bewegen kan een belangrijke rol spelen in het richten, draaien en bijsturen van het ontwikkelproces van studenten doordat ze zichzelf in het spel brengen. In bewegen word je volledig zichtbaar in al je verlangens, mogelijkheden en onmogelijkheden en daarmee zet je jezelf op het spel. ‘Jezelf in het spel brengen’ en daarmee ook op het spel zetten, geeft daarmee voor ons meer handvatten om de subjectificatie van de student vorm te geven, dan de terminologie van het steunen. Niet alleen omdat het dicht bij ons vakgebied ligt, maar ook omdat het in onze ogen de lading beter dekt.
Jezelf in het spel brengen en daarmee ook op het spel zetten, geeft voor ons meer handvatten om de subjectificatie van de student vorm te geven, dan de terminologie van het steunen.''
In de definities van steunen draait het volgens Van Dale om rusten op, leunen op, ondersteunen, stutten, steun verlenen aan en vertrouwen op. Je zou het overkoepelend kunnen samenvatten als de juiste richting, op het juiste moment, maar dan vanuit een relatie waar - zoals in de definities naar voren komt - vertrouwen spreekt, vertrouwen vanuit meerdere perspectieven om jezelf in het spel te brengen én om jezelf te laten kennen en daarmee ook op het spel te zetten. Het betekent weerstand ontmoeten, het volhouden in de wereld en er doorheengaan om tenslotte ook energie, plezier en enthousiasme te ervaren in het ontwikkelproces.
Het jezelf in het spel brengen en op het spel zetten gaat niet noodzakelijkerwijs in tegen alles wat we verlangen. Biesta (2017) schrijft: ‘De ontmoeting met de complexiteit en het mooie van de wereld, de ontmoeting met de complexiteit en het mooie van de andere mens, kan ook een bron van vreugde en betekenis zijn’. Dat kan in het bewegen zichtbaar en ervaarbaar gemaakt worden.
Jaap Kleinpaste is docent op de Christelijke Academie voor Lichamelijke Opvoeding (Calo) in Zwolle. Hij is tevens verbonden aan de masteropleiding Physical Education and Sport Pedagogy . Daarin ligt het accent op verdiepen van het pedagogisch-didactisch handelen als professional in het werkveld van bewegen, school en sport vanuit een breder perspectief dan alleen de les bewegingsonderwijs in de gymzaal. Jaap heeft ook Onderwijskunde gestudeerd. Daarnaast is hij opgeleid als coach en supervisor.
Biek Leissner is ook docent op de CALO in Zwolle en verzorgt onder meer de onderwijseenheid Pedagogische Tact in het Bewegingsonderwijs. Zij is tevens verbonden aan de masteropleiding Physical Education and Sport Pedagogy . Het accent van haar werk ligt op het verdiepen van het pedagogisch-didactisch handelen als professional in het werkveld van bewegen, school en sport en het beïnvloeden van het leraargedrag vanuit een relationeel mensbeeld.
Literatuur
- Biesta, G.J.J. (2017). Door kunst onderwezen willen worden. Kunsteducatie ‘na’ Joseph Beuys. Arnhem: Artez Press.
- Eidhof, B., Janssens, M. & Ris, J. (2021). Wereldgericht onderwijzen. Biesta in de praktijk. Driebergen: Stichting NIVOZ
- Wehr, M. (2008). Welke kleur heeft de tijd? Hoe kinderen ons aan het denken zetten. Gorredijk: Bornmeer.
Meer artikelen en bijdrage n.a.v. het boek...
www.biesta-in-de-praktijk.nl
Reacties