Verantwoording van leren als proces: 'I'm a learner with them'
25 maart 2019
Begin maart maakte onderwijsadviseur Hartger Wassink een studiereis naar onder meer High Tech High in San Diego, een innovatieve school gericht op een brede vorming van de leerlingen. Een van de leerdoelen die High Tech High hanteert is het ‘voeden van een cultuur van erbij horen, je thuisvoelen’. High Tech High wil een veilige, inclusieve plek zijn, waar alle studenten het gevoel krijgen dat ze erbij horen, waar aandacht is voor hun sociaalemotionele behoeften, waar ze stevige, duurzame relaties aangaan en plezier beleven. Hartger schreef een vijftal blogs over de studiereis op zijn website, waarvan wij er twee delen. Vandaag: 'I'm a learner with them'.
Niet in de zin dat ik heldere antwoorden heb gekregen op hun onderliggende ideeën, modellen van waaruit ze werken, en vertaling daarvan in indicatoren en normen. Hoewel High Tech High werkt vanuit vier heel concrete design principes en vijf heldere overkoepelende doelen, spelen die bij de verantwoording nauwelijks een rol. En hoewel ze een sterke gedeelde visie hebben, verwoord in de vier design principes, leggen ze daarbij nauwelijks de verbinding met empirisch onderzoek of theoretische literatuur. High Tech High is geen uitwerking van een grand design, maar eerder het resultaat van een eindeloze herhaling van ontwerpcycli, iterations. Dat is niet alleen leidend voor het leren van leerlingen en leraren, maar blijkbaar ook voor de ontwikkeling van High Tech High zelf.
De belangrijkste manier waarop op High Tech High resultaten worden verantwoord, is via de ‘presentations of learning’, POL, in de vorm van exhibition nights. Die term: ‘presentation of learning’ is een prachtige paradox. Het verwijst ernaar, dat niet zozeer het eindresultaat wordt gepresenteerd, als wel het leren zelf. Dat natuurlijk op het moment van presentatie al plaatsgevonden heeft. Het is het verschil tussen poiesis en praxis, ik schreef er gisteren al over (13 maart 2019, red.).
In dat proces daarvoor zijn leerlingen uitgedaagd een project te doen waarvan ze misschien wel dachten dat het veel te moeilijk was. Maar door al die iteraties, door de voortdurende cycli van critique (wat een specifieke vorm van feedback is) en samenwerking om het eindproduct te verbeteren, hebben leerlingen het vertrouwen in zichzelf ontwikkeld, dat ze het kunnen. En ‘het’ is dan: leren, het proces doorgaan om zichzelf te verbeteren. Niet om iets perfect te kunnen, zeker niet in een keer.
‘Het leren centraal’ zeggen we in Nederland ook vaak. Persoonlijk zie ik dan al snel leerlingen voor me die individueel hard studeren om een goed toetsresultaat te halen. Hier op High Tech High is dat dus het voortdurende ontwikkelproces. Fouten maken, die in alle openheid bespreken, elkaar helpen, het nog een keer proberen, totdat het lukt.
En zoals ik ook gisteren al schreef, de academische resultaten die ook worden gerealiseerd, zijn dan haast bijzaak.
Maar letten directeuren en de board dan niet op die resultaten? Zijn zij daar dan niet in geïnteresseerd? Dat zeker wel, maar om andere redenen dan ik aanvankelijk dacht. Vandaag praatten we met Ben. Hij is chef data-analyse bij High Tech High. Hij liet ons een indrukwekkende hoeveelheid gegevens zien, die voortdurend over en van leerlingen verzameld worden. Shock fact: ook op High Tech High worden gestandaardiseerde tests afgenomen. Eens per jaar, op reken- en taalvaardigheid. En eens per jaar wordt een student survey afgenomen, met vragen die landelijk dezelfde zijn. Al die gegevens worden geanalyseerd en uitgesplitst naar leeftijd, gender, etniciteit, postcode, you name it.
Maar, cruciaal verschil met Nederland, ze worden nauwelijks gebruikt om iets te zeggen over kwaliteit. Ze worden vooral gebruikt om er zeker van te zijn dat High Tech High voldoet aan bepaalde normen, nationaal en van de staat. Als charter school ligt High Tech High onder een vergrootglas, zeker in het Democratische Californië, waar charter schools niet altijd een positieve naam hebben. Dus worden er soms lastige vragen gesteld, en het is aan Ben om ervoor te zorgen dat die vragen beantwoord kunnen worden. Dat vindt hij normaal en geen probleem.
De belangrijkste metric die op High Tech High wél gebruikt wordt om kwaliteit te meten, is het percentage leerlingen dat doorgaat naar college, en liefst naar de vierjarige colleges, vergelijkbaar met ons hoger onderwijs. Dat doet zo’n 74 procent van de leerlingen, en nog eens 22 procent gaat naar tweejarige community colleges, vergelijkbaar met ons mbo. Ook doet High Tech High veel onderzoek naar het succes van leerlingen op college, en ook daarna. Dat doen ze niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief. Ze houden een bestand bij van alumni en organiseren regelmatig bijeenkomsten om te horen hoe het gaat. Of gaan daar op bezoek, en nemen dan wat senior students mee. Daar horen ze wat studenten hebben gewaardeerd aan High Tech High.
Wat kunnen we hiervan leren in Nederland? Een aantal zaken. Eerst en vooral, dat leren een wederzijds proces is. Zoals een van de leraren het omschreef: 'I’m a learner with them. I’m just an adult presence in that process.' Voor dat 'leren als proces' is een gemeenschap nodig, een community. Een van de leerlingen die we spraken, vertelde dat haar vader in middle school vaak gedreigd had haar van ‘die school’ af te halen, omdat hij dacht dat ze niks uitvoerde en niks leerde. Totdat hij een paar keer naar ‘exhibition’ gekomen was en zag wat ze allemaal geleerd had. Toen kreeg hij vertrouwen. Iedereen in die community moet vertrouwen hebben, en zich lerend opstellen. Dat klinkt soft misschien, maar het is denk ik het grootste geheim. Iemand die denkt dat -ie het al weet, als leraar, leerling, ouder of schoolleider, heeft niets te zoeken op High Tech High.
Ten tweede: dat een nadruk op onderzoek en theorie, onderbouwing en verantwoording, niet geweldig belangrijk is. Hoe mensen met elkaar omgaan, een houding die je hebt, of je in staat bent voor een ander te zorgen, dat is veel belangrijker. Ook dat klinkt soft, maar het is onmiddellijk zichtbaar en merkbaar. In die hele twee dagen mocht ik als bezoeker overal naar binnen lopen, letterlijk. Iedereen nam tijd, leraren en leerlingen. Niemand wees me af, niemand deed chagrijnig. Ik heb geen leraar haar stem horen verheffen, ik heb geen leerling iets vervelends zien doen. Over een veilige leeromgeving gesproken,. Dat hoef je niet te onderzoeken of te onderbouwen. Het spreekt vanzelf en is tegelijk heel bijzonder.
Ten derde: willen we dit toch beschrijven, dit soort benaderingen en ideeën uitwisselen, onderwijs hiermee verbeteren ten gunste van leerlingen en onze gezamenlijke toekomst, dan hebben we volledig nieuwe theoretische kaders nodig. High Tech High werkt af en toe wel samen met universiteiten, maar niet te veel. Ze merken dat reguliere onderzoekers een andere taal spreken, die verwarring oproept en soms eerder een hinderpaal is, dan helpt. Dus ontwikkelen ze veel zelf en halen hun inspiratie uit allerlei bronnen. Ze kunnen zich dat veroorloven, maar toch vind ik het jammer dat na bijna twintig jaar er nog slechts enkele duizenden leerlingen profiteren van deze goede ideeën.
Ook in Nederland blijven vergelijkbare initiatieven losse eilandjes in een zee van traditioneel denken en werken. Is dat erg? Ik vind van wel. We zouden zoveel meer leraren kunnen helpen zich te ontdoen van beperkende kaders waar ze ongelukkig van worden. En zoveel meer leerlingen in aanraking kunnen laten komen met betekenisvol onderwijs. Maar daarvoor moeten we veel van onze traditionele houvast loslaten. Ook ikzelf. Na twee dagen wilde ik nog steeds weten hoe ze hun goede werk onderbouwen. Terwijl ik bijna vergat dat ik het kon zien, als ik gewoon rondkeek. Vertrouwen hebben in het uiteindelijke resultaat, als je ziet dat mensen authentiek samenwerken. Betrokken zijn op een betekenisvol doel. Elkaar daarin helpen, en voor elkaar zorgen. Veel moeilijker is het niet. Maar man, wat is het lastig om dat genoeg te vinden.
Ik ben hier nog niet over uit. Maar ik ben wel ontzettend geïnspireerd. Wordt vervolgd.
Dit artikel verscheen eerder op de website van auteur Hartger Wassink, is zelfstandig onderwijsadviseur en begeleider. Dit is het tweede uit een serie van vijf blogs, waarvan wij er twee op Platform hetkind delen. De overige blogs uit de serie zijn te lezen op Hartgers eigen website.
Reacties