Sterk in relatie op afstand - een afstudeeronderzoek van Otte Hoffmans
29 april 2020
'Als ik R. vertel dat de juffrouw hem gaat bellen vandaag, dan straalt hij helemaal en zet hij nog een stapje extra met zijn thuiswerk'. Otte Hoffmans, een bijna afgestudeerde leerkracht van 20 jaar, is bezig met de afronding van haar onderzoek op Hogeschool De Kempel. Het ontwerp van haar onderzoek luidt 'Relatie voor prestatie'. Zij loopt stage op een basisschool in een achterstandswijk in Eindhoven en voert hier haar praktijkonderzoek uit. Met passie staat ze voor deze doelgroep en hoopt hier veel met kinderen te bereiken, door zichzelf als leerkracht bewust te zijn van de investering in een kwaliteitsvolle relatie met ieder kind. Hoe een leerkracht een positieve relatie met een kind kan bevorderen, was voor haar niet duidelijk en zij deed veel op gevoel. Zij wilde meer bevestiging en was op zoek naar een 'recept' van elementen voor een goede leerkracht-kindrelatie. Dit is een verslag van het onderzoek dat ze hiervoor deed, waarin ze ook nog te maken kreeg met de coronacrisis en thuisonderwijs. Hieruit komt duidelijk naar voren hoe groot het belang is van de pedagogische relatie met het kind.
Het eerste halfjaar heb ik vooronderzoek gedaan naar een positieve en kwaliteitsvolle leerkracht-kindrelatie. Hieruit zijn meerdere conclusies gekomen: leerkrachten hebben behoefte aan concrete handvatten om hieraan te werken, ze missen een stuk bewustwording van de investering in de relatie gedurende de dag en zij hebben eigenlijk meer tijd nodig, maar dit is momenteel niet haalbaar in de dagelijkse onderwijspraktijk. Uit de conclusies kwam tevens naar voren dat kinderen vaker 'leuke' activiteiten wilden doen met hun leerkrachten en zij een stuk betrokkenheid misten vanuit de leerkracht.
Aangezien er geen 'recept' was voor een positieve leerkracht-kindrelatie, heb ik verschillende theorieën samengesteld, een analyse van gemaakt en hieruit zijn deze vier elementen ontstaan. De vier elementen empathie, echtheid, betrokkenheid en empathie zijn ontstaan uit meerdere bronnen (Koopman, 2018; Laevers, 2019; Woltjer & Janssens, 2006). Je zou dit ook leerkracht-vaardigheden kunnen noemen. Deze elementen zijn verweven door heel het onderzoek. De omschrijving zoals deze staat op de poster hiernaast (klik erop voor een grotere versie) bij elk begrip, hoort bij dit onderzoek.
Ontwerp
Op basis van conclusies en ontwerpeisen die zijn ontstaan uit het vooronderzoek, moest er een ontwerp gemaakt worden. Mijn ontwerp zou in eerste instantie iets anders zijn dan het huidige ontwerp, aangezien ik me aan heb moeten passen aan de huidige situatie (onderwijs op afstand). Blij was ik met alle artikelen waarin stond dat voornamelijk de pedagogische relatie van groot belang was, vooral in dit tijdperk. Iets wat ik ook graag duidelijk wil maken met mijn onderzoek: dat dit van cruciaal belang is.
Het huidige ontwerp van het onderzoek is dat ik elke week minimaal één keer contact had met elk kind uit de klas. Dit individuele contact via videobellen duurde niet langer dan 15 minuten. Tijdens dit contact begon ik altijd met een check-in, wat ze van mij gewend waren in de klas. Welke smiley ben je en waarom, leg uit hoe je je voelt en waardoor dat komt. Hierover konden we dan kort praten als dat nodig was. Tijdens de check-out aan het einde van het gesprek wordt hier naar teruggepakt (op de poster staat vermeld hoe dit gedaan wordt). Hierover wordt vanzelfsprekend even gepraat met het kind. Over het huiswerk werd kort gepraat als hier behoefte aan was. Dit was echter niet het hoofddoel van mijn contact met kinderen.
Poster
Aangezien uit de conclusies van het onderzoek was gekomen dat kinderen vaker iets leuks wilden doen met leerkrachten (en dit de relatie zou bevorderen) en leerkrachten op zoek waren naar concrete handvatten, ben ik gekomen tot het ontwerp van een poster (klik om hem te bekijken). Hierop staan vier ideeën voor activiteiten tijdens het videobellen, die ik heb uitgetest in de praktijk. Het is gebleken dat kinderen dit geweldig vinden, het 'informele' contact met hun leerkracht. Ook ik als leerkracht heb dit als heel waardevol ervaren en merkte dat ik een andere verhouding kreeg met kinderen. Ik was niet alleen de leerkracht, maar ook hun maatje. Kinderen deelden steeds makkelijker en sneller wat er in hun om ging en hoe zij zich voelden, aangezien je gelijkwaardig was aan het kind. Ik heb mezelf laten zien tijdens deze gesprekken (echtheid). Het bleek dat kinderen erg nieuwsgierig waren naar mij, hoe ik bijvoorbeeld thuis leefde.
Doordat ik een vragenlijst heb gestuurd naar ouders, kreeg ik ook hun reacties binnen Ik heb er een paar uit genomen:
Als 'kreet' heb ik bij de activiteiten in de poster vernoemd dat je op moet passen en moet kijken wat het kind op dat moment nodig heeft (sensitief, empathie). Dus laat het programma dat je in je hoofd had voor het videobellen los (bijvoorbeeld de activiteit uitvoeren), want misschien heeft het kind daar op dat moment geen behoefte aan. Dan stuit ik meteen op het belangrijkste element van een positieve relatie: empathie. Echt het in de huid kruipen van het kind, bekijken wat het nodig heeft. Dat lukt steeds beter als je gelijkwaardig aan het kind wordt.
Reflectief functioneren
Tot slot is uit het onderzoek gekomen dat reflectief functioneren van groot belang is voor leerkrachten, om een positieve leerkracht-kindrelatie te waarborgen. Reflectief functioneren wordt gedefinieerd als "het vermogen je te kunnen verplaatsen in een ander en te begrijpen welke gevoelens en psychische behoeften schuilgaan achter het gedrag van de ander." (Spilt, 2010, p. 30). Dit betekent dat een leerkracht aandacht heeft voor de gemoedstoestand van het kind. Bij reflectief functioneren hoort ook het begrijpen en onderkennen van de eigen emoties en gedachten in relatie tot de ander. Het is van belang om negatieve gevoelens en gedachten te onderkennen. Spilt & Koomen (2009, in Spilt, 2010, p. 31) zeggen daarover:
Uit interviews met kleuterleerkrachten bleek dat zij die meer ontwijkend reageerden op vragen naar negatieve ervaringen met een leerling vaker een conflictueuze relatie met leerlingen hadden. Leerkrachten die daarentegen open en eerlijk konden spreken over hun negatieve gevoelens rapporteerden minder conflicten in hun relaties met kinderen.
Kortom, het is essentieel voor effectief en professioneel handelen om reflectief te functioneren. Echter, dit gaat meestal niet vanzelf. Het is belangrijk dat leerkrachten hiervoor de tijd nemen en zichzelf vragen stellen die uitnodigen tot zelfreflectie en prikkelen om te bouwen aan een positieve relatie met een kind. Wanneer dit niet zelfstandig lukt, is het de moeite waard om anderen hiervoor te vragen. Steun van anderen en praten met collega’s is de meest aangewezen weg om zicht te krijgen op wat er leeft in een relatie tussen de leerkracht en het kind (Laevers, Jackers, Menu, & Moons, 2014).
Otte Hoffmans is pabo-student aan Hogeschool de Kempel in Helmond en bijna klaar met haar studie.
---
Bronnen
- Laevers, F. (2019). Ervaringsgericht werken in het basisonderwijs met kleuters. Leuven: CEGO & Tielt: Lannoo.
- Woltjer, G. & Janssens, H. (2006). Hoe ga je om met kinderen op school? Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff.
- Koopman, J. (2018, 2 juli). Hoe bouw je een goede leraar-leerlingrelatie? Zes tips! Geraadpleegd op 10 januari 2020, van https://nivoz.nl/nl/hoe-bouw-je-een-goede-leraar-leerlingrelatie-zes-tips.
- Spilt, J. (2010). Bron van steun en stabiliteit: goede relatie leerkracht-leerling. De Wereld van het Jonge Kind, 38(3), 28-31.
- Laevers, F., Jackers, I., Menu, E., Moons, J. (2014). Ervaringsgericht werken met kleuters in het basisonderwijs (herziene editie). Leuven: CEGO.
Reacties