Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Posthumanisme en de mens/planeet van vandaag: ‘Het is ja zeggen tegen individu én ja tegen het dynamische hiernu waarin we ons bewegen.'

26 maart 2023

Het posthumanisme daagt ons uit om niet óver de wereld te denken, maar ín de wereld ons leven te ervaren als betekenisvol onderdeel van iets groters, en daar dan ook naar te handelen.’ Floor Basten tracht in haar essay 'Wat is posthumanisme?' de betekenis te verduidelijken voor mens en planeet, voor de samenleving van morgen en schudt daarmee mogelijk bestaande overtuigingen en aannames op. Wat betekent dit voor jou als leraar, voor jouw praktijk en het pedagogisch handelen?

‘Het is ja zeggen tegen individu én ja tegen het dynamische hiernu waar de mens zich in beweegt. Daarmee nuanceer je de gedachte dat prestaties louter afhangen van individuele kwaliteiten. Vrijheid, verantwoordelijkheid en autonomie zijn geen dingen en dus geen bezit. Het gaat erom dat je ze in de actuele dynamiek, samen met en voor elkaar, steeds opnieuw kunt creëren op basis van wat hier en nu aan de orde is.’

Er is ook een NIVOZ-podcast gemaakt met Floor Basten en Jelle Ris, waarin de verkenning plaatsvindt naar wat posthumanisme kan bieden voor onderwijspraktijk en onderwijsonderzoek. Posthumanisme en onderwijs: ‘Van een overdreven accent op zelfbepaling, krijg je het neoliberale discours waar we nu in zitten.’


ik draai een kleine revolutie af
ik draai een kleine mooie revolutie af
ik ben niet langer van land
ik ben weer water
ik draag schuimende koppen op mijn hoofd
ik draag schietende schimmen in mijn hoofd
op mijn rug rust een zeemeermin
op mijn rug rust de wind
de wind en de zeemeermin zingen
de schuimende koppen ruisen
de schietende schimmen vallen

ik draai een kleine mooie ritselende revolutie af
en ik val en ik ruis en ik zing

Lucebert

Rechts: Fragment uit De amateur van Melle Oldeboerrigter, schilder van een andere werkelijkheid.

‘Posthumanisme’ is zo’n typisch academisch begrip waar heel veel definities in passen. Sommige daarvan passen bij elkaar of vullen elkaar aan, andere beweren exact het tegenovergestelde. Toch is nadenken over het posthumanisme niet alleen maar interessant als academische discussie. Veel mensen hebben het gevoel dat er iets niet klopt aan vandaag, maar krijgen er niet precies de vinger achter. Tegelijkertijd woedt er in de wetenschappelijke wereld een revolutie die haar weerga niet kent. Uit een dynamische wirwar van filosofen, kunstenaars en wetenschappers ontstaat een beweging naar andere wereldbeelden en voorstellingen van onszelf als mens die zowel speculatief als empirisch onderbouwd is. Voor wie in het westen is opgegroeid en/of in haar denken is geschoold, is dit een beweging terug in de tijd. Een kleine mooie re-volutie, waarbij de aannames waarop de verlichting en de moderne tijd zijn gestoeld nog eens kritisch doorgelicht, waar nodig verworpen en waar mogelijk aangevuld worden. Omdat ik denk dat verheldering van de agenda van deze revolutie kan leiden tot een breder besef van haar waarde, beschrijf ik hier de synthese die ik heb gemaakt uit mijn studie naar het posthumanisme.*

Nadenken over het posthumanisme is niet alleen maar interessant als academische discussie. Veel mensen hebben het gevoel dat er iets niet klopt aan vandaag, maar krijgen er niet precies de vinger achter.''

Ik begin met heel kort te vertellen wat ik er niet mee bedoel. Dat doe ik, omdat je de term kunt tegenkomen als verwijzing naar iets anders dan waar ik het over wil hebben. Daarna leg ik natuurlijk ook uit wat ik wél bedoel. Ik ga in op waar dat ‘post’ eigenlijk voor staat in ‘posthumanisme’, en welke richtingen ons dit op kan leiden. Ik sluit af met twee heel eenvoudige manieren om posthumanisme te bedrijven en jezelf te bevrijden van al te knellende kaders.

Wat is het niet?

Eerst maar eens wat ik niet bedoel. Soms wordt ‘posthumanisme’ opgevat als de verbetering van de mens. De volgende stap in zijn evolutie dus, en dan met name hoe die gezet kan worden met technologie. In de wetenschappelijke literatuur gaat het dan over human enhancement en bijvoorbeeld cyborgs zoals Robocop.

Deze invulling wordt in de literatuur ook wel ‘transhumanisme’ genoemd en om verwarring te voorkomen, reserveer ik dat begrip voor ontwikkelingen die gaan over de synergie tussen mens en machine. ‘Posthumanisme’ gebruik ik voor waar ik het in dit schrijven over ga hebben.

‘Post’ verwijst naar een reactie

Dat maakt het trouwens niet veel eenvoudiger om uit te leggen wat ik bedoel, want er blijven nog genoeg definities over. Wat wel duidelijk is, is dat ‘post’ ergens op reageert, namelijk ‘humanisme’. Het humanisme is een filosofische stroming die uitgaat van het individuele en sociale potentieel van menselijke wezens en hun eigen autonomie en initiatiefkracht. Volgens het humanisme is de mens zelf het startpunt van zijn ontwikkeling en daar dus ook eindverantwoordelijk voor. Het humanisme is zelf ook een reactie, namelijk op stromingen die startpunt en eindverantwoordelijkheid buiten de mens leggen, bij een of meerdere goden of andere bovennatuurlijke krachten. Het humanisme staat waarden voor als vrijheid, autonomie en vooruitgang. Je herkent veel van het humanistisch gedachtegoed in westerse democratieën en hun onderwijsambities met inherente gelijkheid en gelijkwaardigheid van alle menselijke wezens.

Je zou zeggen: wie kan daar nu op tegen zijn? Waarom is er een ‘post’ nodig als dit de waarden zijn die we toch allemaal willen realiseren? Om dit uit te leggen, sta ik eerst kort stil bij een paar kritische kanttekeningen bij het humanisme. Daarna ga ik in op de uitnodigingen die van het posthumanisme uitgaan.

Ontlichaamde mensen als individuen

Volgens posthumanisten is het humanisme te eenzijdig. Er zitten dus goede elementen in, maar de accenten liggen verkeerd. Zo ligt er volgens de posthumanisten een te zwaar accent op het individu. Daardoor ontstaat te gemakkelijk het idee dat het individu zelf de actie in gang zet en daar ook eindverantwoordelijk voor is. Het klopt dat wij dingen in de wereld kunnen realiseren, maar mensen zijn geen in zichzelf afgeronde gehelen. Wij zijn onderdeel van dynamieken waarmee we ten dele, door hoe onze lichamen werken, in open verbinding staan.

Volgens posthumanisten is het humanisme te eenzijdig. Er zitten dus goede elementen in, maar de accenten liggen verkeerd. Zo ligt er volgens de posthumanisten een te zwaar accent op het individu.''

Doordat humanisten dit feit van belichaamd-zijn negeren, leggen ze in hun ideeën over leren en ontwikkelen een te zwaar accent ligt op het intellect. We vormen onze gedachten misschien in ons hoofd, maar de bron van al onze gedachten is het lichaam-als-actief-deel-van-een-dynamisch-geheel. Als we ons alleen richten op onze talige, volgens een bepaalde logica te ordenen gedachten, verwaarlozen we dus een heel stuk niet-talige of onvertaalbare ervaringskennis. Volgens posthumanisten leidt dit tot een verarming van hoe rijk aan betekenissen een leven is.

Accent op individu en intellect zijn twee kanten van dezelfde medaille, en dan kom je op de kern van de posthumanistische kritiek: we baseren ons wereldbeeld te eenzijdig op objecten met essenties. Om dat uit te leggen, maak ik even een uitstapje naar de historische wortels van het humanisme.

Abstracte essenties

De eerste school die lijkt op wat wij nu doen, was de Griekse scholè. Dat was een verzamelplaats voor docenten en studenten die het zich konden veroorloven zich vrij te maken van alledaagse beslommeringen, zoals het huishouden dat werd geregeld door vrouwen en slaven. Ze hadden dus de handen vrij om samen na te denken over het leven en de wereld. Wie de luxe heeft om in alle vrijheid samen na te denken en zich niet bezig hoeft te houden met waar het eten vandaan komt en wie dat op tafel zet, laat zijn gedachten gemakkelijk afdwalen van het concrete alledaagse. In de Griekse scholè werden dan ook liever de grote vraagstukken van het leven overdacht. Wat is de mens? Wat is liefde? Wat is een samenleving? Wat is rechtvaardigheid? Je ziet hierin een grote mate van abstractie. Ze vroegen niet: wat is dít voor mens, wat voel ík voor liefde, wat is déze samenleving, wat is nú rechtvaardig? Hun vragen gingen niet over het concrete hier en nu waarin ze waren, maar over abstracte essenties, de ware aard. Dat wil zeggen: de altijd- en eeuwigdurende aard die overblijft als al het vergankelijke is verdwenen. Het is de contextloze essentie die bepaalt wat iets is.

Die essentie is als het ware onvervreemdbaar en daardoor konden concrete eenheden volgens de lijnen van essenties van elkaar onderscheiden worden. Iets was het een of het ander, wat Aristoteles ‘de wet van het uitgesloten midden’ noemde, kort gezegd: of-of denken. Opmerkelijk genoeg kan het humanisme precies door dit of-of denken haar ambitie van gelijkheid niet waarmaken. En ook gelijkwaardigheid verdwijnt uit beeld, want met of-of denken sluipt ook het beter-dan denken erin. Kortom: het humanisme zal door haar eigen aannames over de wereld nooit de door haar gedroomde wereld werkelijkheid maken.

Het humanisme kan door het eigen of-of denken haar ambitie van gelijkheid niet waarmaken. En ook gelijkwaardigheid verdwijnt uit beeld, want met of-of denken sluipt ook het beter-dan denken erin. Kortom: het humanisme zal door haar eigen aannames nooit de door haar gedroomde wereld werkelijkheid maken.''

Vervreemding

Posthumanisten ontkennen niet dat er in de wereld objecten zijn, maar verleggen de aandacht naar dynamische contexten. Objecten zijn volgens hen nooit buiten hun context te plaatsen. We leven niet in een vacuüm maar zijn altijd ergens op een moment. We zijn dus altijd in een dynamisch hiernu en daaruit kom je als mens tevoorschijn. Steeds opnieuw. Je hebt een gevoel van continuïteit en dat is handig om je dagen betekenisvol te vullen en je plannen te verwezenlijken, maar die continuïteit is geen garantie dat alles door zal gaan zoals je verwacht. Daarvoor zijn in complexiteit te veel onderlinge afhankelijkheden.

Die onderlinge afhankelijkheden zijn de basis van de derde kritiek van posthumanisten. In ons of-of denken hebben we ook een onderscheid gemaakt tussen onszelf en de rest van de wereld. Ook dat onderscheid komt uit de bevolking van de Griekse scholè. Ik had het al over de preoccupatie met essenties en zo waren ze ook op zoek naar de essentie van de mens. Het lichaam was vergankelijk, dus dat was niet de essentie. Het lichaam vonden ze sowieso maar onhandig. Het ging dood en voor die tijd werd het moe en ziek en was het een maalstroom van slecht uitkomende emoties. Eigenlijk was het lichaam maar dierlijk. Wat ze probeerden, was te ont-dierlijken door zich op het denken te storten, want het denken, zo was de opvatting, was datgene wat mensen van dieren onderscheidt. En dat in de positieve zin van het woord: het denken is wat de mens beter maakt dan dieren.

Door die basisgedachte hebben we het nu over ‘het Antropoceen’, het geologische tijdvak waarin de activiteiten van de menselijke soort bepalend zijn voor de toekomst van onze planeet. Veel denkers hebben het daarnaast echter ook over vervreemding die de moderne mens ervaart. Vervreemding van zichzelf, omdat ze hun eigen lichaam niet serieus mogen nemen. Vervreemding van elkaar, omdat ze geleerd hebben dat ze in zichzelf afgeronde gehelen, individuen moeten zijn. En vervreemding van de natuur, omdat die zo anders is dan hen, zo onbezield. Met dit denken ontstaat een universum van radicaal onderscheid tussen de mens en de natuur. Het humanisme, zo is de posthumanistische kritiek, heeft van betekenisvolle deelname aan de wereld een menselijk onderonsje gemaakt. De naam ‘humanisme’ verraadt dit al. En dat is eigenlijk een diep-eenzame bedoeling.

Het humanisme, zo is de posthumanistische kritiek, heeft van betekenisvolle deelname aan de wereld een menselijk onderonsje gemaakt.  En dat is eigenlijk een diep-eenzame bedoeling.''

En-en

Wat heeft het posthumanisme in de aanbieding om dit te doorbreken? Het posthumanisme biedt een interpretatiekader om naar je eigen wereld te kijken en te onderzoeken waar daarin de accenten liggen. Vervolgens biedt het mogelijkheden om die accenten anders te verdelen; niet langs de lijnen van op voorhand bedachte verschillen, maar op basis van wat in je concrete hiernu meedoet en relevant is of kan worden. Dat is dus een kwestie van erkenningsvolle aandacht.

De kracht van het posthumanisme is en-en denken. Het neemt iets aan én vult het aan tot er een geheel verschijnt dat meer recht doet aan de complexiteit van de werkelijkheid. In die zin kun je ‘post’ zien als een verrijking: het neemt het humanisme aan én verrijkt het met kritische kanttekeningen over diens tekorten én verrijkt het met dat wat ontbreekt. Naar mijn optiek is dit samen te vatten in twee woorden: decentratie en variatie. Elk staat voor een manier om de rijkdom van het leven toe te laten.

Decentratie

Decentratie wil zeggen dat je iets niet meer zo dwingend centraal stelt. Ja tegen taal en cognitie én ja tegen onvertaalbare lichamelijke ervaringen. “Als ik het kon zeggen, dan hoefde ik het niet te dansen.” Zoiets zei de ballerina Isadora Duncan. Als we ons hele lichamen mogen gebruiken in het uitdrukken van wat we bedoelen, bijvoorbeeld in beeldende kunst, dan hebben we meer mogelijkheden om onszelf verstaanbaar te maken. Niet in losse levensdomeinen als school, werk en vrije tijd, maar geïntegreerd. En-en.

Ja tegen individu én ja tegen het dynamische hiernu waar het zich in beweegt. Daarmee nuanceer je de gedachte dat prestaties louter afhangen van individuele kwaliteiten en plaats je ze in de dynamiek waarin ze door veel onderlinge afhankelijkheden tot stand zijn gebracht. Vrijheid, verantwoordelijkheid en autonomie zijn geen dingen en dus geen bezit. Het gaat er niet om dat je die als statische abstractie hebt, maar of je ze in de actuele dynamiek samen met en voor elkaar steeds opnieuw kunt creëren op basis van wat hier en nu aan de orde is. En dat geldt ook voor niet-menselijke wezens.

Ja dus tegen de mens én ja dus tegen de hele planeet. Bescheidenheid voor onze eigen kwaliteiten brengt de volle rijkdom van het leven in beeld. Alles wat leeft heeft een vorm van intelligentie, bewustzijn en ervaring. Onze eigen intelligentie als maatstaf nemen om de rest aan af te meten, sluit ons af voor de verwondering over hoe andere soorten zich in hun omgevingen redden. Onze eigen emoties isoleren van het gevoelsleven van dieren stompt ons af. Onze eigen communicatie als norm nemen, maakt ons blind voor de betekenisvolle samenhang van bossen en oceanen. Alles wat leeft en niet leeft staat in relatie tot elkaar, zo tonen steeds meer wetenschappers aan. Het posthumanisme daagt ons uit om niet óver de wereld te denken, maar ín de wereld ons leven te ervaren als betekenisvol onderdeel van iets groters, en daar dan ook naar te handelen.

Bescheidenheid voor onze eigen kwaliteiten brengt de volle rijkdom van het leven in beeld. Alles wat leeft heeft een vorm van intelligentie, bewustzijn en ervaring.''

Variatie

Het opvallende van posthumanisme is dat het zo naadloos aansluit bij onze directe ervaring. We hebben die onvertaalbare ervaringen, we voelen onszelf floreren in een goede synergie en we omringen ons met andere wezens omdat ze ons leven verrijken. Dat we dit niet altijd in onze officiële maatschappelijke instituties van onderwijs, werk, politiek, recht en economie verdisconteren en zo gewild of ongewild bijdragen aan het in stand houden van de te zware accenten op individu, intellect en de menselijke soort, komt wellicht doordat we niet goed weten wat de alternatieven zijn. Daarin zit de tweede bijdrage van het posthumanisme: variatie.

Om uit je eigen bubbel te komen, heb je andere perspectieven nodig. Je kunt iets accepteren omdat het nu eenmaal is zoals het is én je kunt op zoek gaan naar hoe het ook kan. Wie opgroeit in het westen, leert op school westers denken. De wereld is echter groter, dus: hoe denken mensen op andere plekken en kunnen we daar iets van leren? We delen de menselijke geschiedenis in opeenvolgende samenlevingen met verdelingsvraagstukken in, maar die geschiedenis is lang en geen samenleving leek zich aan onze volgorde te houden, dus: hoe losten andere volkeren hun vraagstukken dan wel op en kunnen we daar wat van leren? We delen het dieren- en plantenrijk in volgens soorten en hun kenmerken, en leren hoe ze van ons en elkaar verschillen. Maar de wereld van flora en fauna is groot en als we naar levende wezens in hun omgevingen kijken, dan zien we ingenieuze oplossingsstrategieën om daarin te overleven en zich voort te planten. Wat kunnen we daarvan leren?

De kunst is een rijke bron aan beelden van hoe dieren, planten en menselijke aanwezigheid niet onderling afgescheiden zijn, maar vloeiend in elkaar overlopen en elkaar voortbrengen. Hybriditeit, waar Luceberts zeemeermin een voorbeeld van is, is onderdeel van cultureel erfgoed, ook in het westen. In het westen is dit met het moderne denken echter uit het openbare leven verbannen en naar de fantasiewereld verwezen. Maar wat als we deze boodschappen opvatten als signalen voor dat er meer in de wereld is, meer samenhang in de wereld is dan we met de instrumenten van datzelfde moderne denken kunnen waarnemen?

Het posthumanisme probeert met het toelaten van variatie het leven te verrijken met dat wat in potentie aanwezig is, maar nog niet tot uitdrukking heeft kunnen komen.

Een bevrijdingsoffensief

Net als het humanisme wil het posthumanisme ons bevrijden. Voor de humanisten ging het over bevrijding uit het religieuze keurslijf en was zelfbepaling het antwoord. Voor de posthumanisten gaat het over bevrijding uit de dwang tot zelfbepaling en is het antwoord dat er op voorhand nog niets 100% bepaald is, juist doordat er zoveel manieren zijn om het leven vorm te geven en door te geven.

Vat het posthumanisme vooral op als een uitnodiging om je verbeelding te laten prikkelen en je denken over je eigen denken op te rekken. Een provocatie om weer eens wild te gaan denken, al is het maar af en toe.

Floor Basten (1970) is postdoctoraal onderzoeker bij de Radboud Universiteit op het thema academic citizenship en onder meer verbonden aan de NSO CNA leiderschapsacademie. In 2008 nam ze het initiatief tot de oprichting van Campus OrléoN, een netwerk dat staat voor onderzoek in de samenleving.

*)
Ik doe dit vrijuit en laat – mede voor de leesbaarheid – vermeldingen van mijn inspiratiebronnen even achterwege. Op een ander moment zal ik op een andere plek een bibliotheek aanleggen voor wie zich ook door het posthumanisme wil laten inspireren. Wil je hiervan op de hoogte blijven? Stuur dan een mail naar [email protected]

Verwijzing

Oproep

Floor Basten wil graag een leesclub starten over het posthumanisme. Daarin kunnen onderwijspraktijk en theorie nog wat verder uitgediept gaan worden. Wil je je daarvoor aanmelden? Neem dan contact op met Floor, via [email protected]. Reacties op de podcast of haar schrijven zijn daar ook welkom.

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief