Podcast over netwerk LOEPP: ‘Kauwen op pedagogische teksten. Juist niet om het als lerarenopleider de volgende dag direct anders te willen doen.’
22 juli 2021
‘Waar wij ruimte voor willen maken, is voor ‘het denken over doen’. Want dat is zó ontzettend belangrijk. Ik zou bijna zeggen, dat is de redding van het onderwijs. Dus die ruimte moet echt, zo ervaren we ook in lerarenopleidingen, soms bevochten worden.’
Je kunt je abonneren op de NIVOZ-podcast via Spotify en Apple Podcasts. We publiceren ongeveer tweewekelijks. Je krijgt dan bij elke publicatie automatisch een melding. Dit is aflevering 45.
Lerarenopleiders staan aan de basis van de kwaliteit van het onderwijs in Nederland, zo valt ook in De Staat van de Lerarenopleider (2020) terug te lezen. Een notitie waaraan Helma Oolbekkink zelf heeft meegeschreven. In deze NIVOZ-podcast vertelt ze over het netwerk LOEPP (Lerarenopleiders Onderzoeken Eigen Pedagogische Professionaliteit) dat ze samen met mede-initiatiefneemster Maaike Nap is gestart. Zowel Maaike als Helma waren werkzaam op de HAN en op de Radboud Docenten Academie. ‘Dat was ook de aanleiding waardoor we in gesprek zijn gekomen. We kwamen elkaar op het fietspad vaak tegen. Kijk, Nijmegen is een bijzonder onderwijslandschap. Er zitten hier vier lerarenopleidingen dicht op elkaar. Ieder doet haar werk misschien prima. Maar los van elkaar. Wat zou ervoor nodig zijn om elkaar te versterken?’
Maaike Nap is al 20 jaar werkzaam op de lerarenopleiding. Aanvankelijk aan HAN-Pabo waar ze nog steeds in de master Ontwerpen van eigentijds leren doceert, maar ook de laatste vier jaar aan de Radboud Docenten Academie. ‘Maar ik ben als orthopedagoog begonnen. En mijn hoofdfocus is toch wel de rol als pedagoog binnen de lerarenopleiding.’ Helma Oolbekkink – ook van huis-uit pedagoge - is lector op de HAN op het gebied van meervoudige professionaliteit van leraren. ‘Ik ben met name geïnteresseerd in alles wat het leren en professionaliseren van leraren raakt en ook in - wat ik de agency van leraren noem: het handelen in de dagelijkse praktijk om dat onderwijs zo goed mogelijk vorm te geven en richting te geven aan hun eigen ontwikkeling.’
Vanaf 2019 brengen zij regelmatig een groep lerarenopleiders van verschillende opleidingen bij elkaar om zich te buigen over, vragen te stellen bij en studie te maken van pedagogische teksten. Niet om het de volgende dag direct anders te willen doen, maar juist om het proces van vertragen, bevragen, en uitstellen zijn werking te laten krijgen, ook in professionele zin. Daarbij zoeken ze ‘teksten op het snijvlak van pedagogische professionaliteit, vertelt Maaike, maar ook van identiteit. Omdat het voor ons teksten moeten zijn die ook van binnen iets in beweging brengen, dat mensen ook direct geraakt worden. Dat hebben we ook gemerkt in de bijeenkomsten tot nu toe. Of mensen zijn enthousiast of ze raken geïrriteerd of gefrustreerd, soms ook omdat ze het niet begrijpen. ‘
Het moeten voor ons teksten zijn die ook van binnen iets in beweging brengen, dat mensen ook direct geraakt worden.''
De verdieping van de eigen professionele identiteit als lerarenopleider vraagt om specifieke aandacht en ruimte die in de hectiek van alledag niet vanzelfsprekend is, zo is beider overtuiging. Onder druk van de heersende onderwijscultus moet die ruimte soms zelfs bevochten worden, zo wijst Helma op de urgentie en de behoefte die er is. ‘Ik denk dat heel veel praten over onderwijs gaat over organiseren, praktisch dus. Niet dat dat niet moet gebeuren, maar je gaat er meestal niet van aan. Maar op het moment dat je het hebt over – welke drijfveren heb je, waarom doe je wat je doet en wat is hier nou eigenlijk belangrijk – dan merk je dat de energie ervan afspat. Hier gaat het om, hierom was ik het onderwijs ingestapt.’
Hoe meer we daar ruimte voor maken - voor die drijfveren en wat we belangrijk vinden - hoe meer het op zijn plek valt, zo betoogt Helma Oolbekkink. Geïnspireerd op het idee en de uitgangspunten van ‘Slow pedagogy’ van Geert Kelchtermans en door teksten van onder meer Jan Maschelein (uit: Dat is pedagogiek), Edith Roefs (PhD-onderzoek naar Presence) en Micha de Winter (De pedagogiek van de hoop) wordt het eigen opleiderslandschap – het denken en doen - omgewoeld en vruchtbaar gemaakt voor verder professionalisering. ‘Je probeert eigenlijk van binnenuit een verbinding tot stand te brengen met hetgeen wat zich voordoet. En dat kan door middel van een tekst, dat kan door middel van een beweging of opstelling of via een kunstwerk.’
Je probeert eigenlijk van binnenuit een verbinding tot stand te brengen met hetgeen wat zich voordoet.''
Maaike en Helma kiezen voor pedagogische teksten, voor de ingang van woord en taal, als reflectiemiddel. ‘Omdat we ook hebben gemerkt in de bijeenkomsten dat mensen nog zo zoekende zijn naar woorden en begrippen, omdat ze die niet eigen zijn. En dat vind ik juist zo spannend. Ook bij studenten. Dat ze gaan zeggen: ‘Ik weet niet precies hoe ik dat ga zeggen, maar het voelt als ...’ Want dan zijn we ergens. Want deze teksten bieden vaak die taal, deze auteurs hebben al gezocht naar woorden en begrippen en zinsconstructies waarvan je zegt: wat zegt-ie daar nou precies? Als bijvoorbeeld Philippe Meirieu het heeft over ‘pedagogische tolerantie’ en ‘didactische vasthoudenheid’, daar moet je dan toch wel even op kauwen. Maar inmiddels hebben die begrippen een inkleuring gekregen en zie je ze terug in de praktijk.’
Vanaf september gaat LOEPP weer van start. En het netwerk breidt zich uit. Want naast lerarenopleiders sluiten er ook een eerste groep schoolopleiders – een tenminste zo belangrijke groep – aan. ‘En,’ zo zien Helma en Maaike, de behoefte wordt gevoeld en de beweging herkend. ‘Het is bijzonder te merken dat er naar aanleiding van deze vorm ook enkele andere kleinere initiatieven zijn opgestart. Er vormt zich hierdoor langzaam een netwerk van bevlogen en betrokken lerarenopleiders die op hun beurt weer collega lerarenopleiders en leraren kunnen inspireren en daardoor bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs.’
Website LOEPP: klik hier.
Edit en redactie: Rob van der Poel
Reacties