Ouders hoeven niet alles te weten
8 juli 2017
De twee Utrechtse pedagogen Bas Levering en Max van Manen schreven in het boek ‘Klein Geheim’ (1996) over de positieve betekenis van kindergeheimen. Marre Taal erkent dat, vanuit ervaringen in haar eigen jeugd, maar ook in haar omgeving en bij haar zoon. 'Tot op de dag van vandaag hebben geen van mijn zussen ooit het echte verhaal aan mijn vader of moeder verteld...'
Het terrein dat grenst aan mijn achtertuin is eigendom van een groot kinderdagverblijf. Tijdens pauzes spelen de kinderen in de bosjes. Het open veld, in het zicht van de leidsters ligt er verlaten bij. De peuters en kleuters verstoppen zich tussen de struiken, wisselen geheimpjes uit achter de dikke bomen en bouwen hutten met takken van de grond. In mijn jeugd was ik ook gek op verstoppertje spelen en geheimen delen. Ik geef deze kinderen gelijk. In de bosjes valt wat te beleven. (foto: Annie Spratt)
Geheimen delen is nodig voor de ontwikkeling
De twee Utrechtse pedagogen Bas Levering en Max van Manen schreven in het boek ‘Klein Geheim, intimiteit, privacy en ontwikkeling van identiteit’ (1996) over de positieve betekenis van kindergeheimen. Geheimen kunnen een zware belasting voor kinderen zijn en een negatieve uitwerking op de ontwikkeling hebben. Zeker als het gaat om familiegeheimen als incest, bedrog of verslavingsproblematiek. Levering en van Manen focussen zich in hun boek juist op de kleine geheimen die niet schadelijk zijn. Deze geheimen zijn doorgaans positief, want ze bieden kinderen de kans om zich emotioneel losser te maken van hun ouders. Daarmee krijgen kinderen de mogelijkheid om het proces van individuatie (proces van het besef een apart bestaan te leiden) te versoepelen en autonomie te ontwikkelen. Kinderen hebben kleine geheimen nodig.
Ouders hoeven niet alles te weten
Een van de eerste keren dat ik een geheim bewaarde was na een ruzie. Als kleuter was ik een keer met mijn twee oudere zussen een uur zonder ouderlijk toezicht. Voordat mijn ouders vertrokken, beloofden we hen plechtig dat we ons verantwoordelijk zouden gedragen. Maar de ouwelui waren nauwelijks weg of de ellende begon al. De oudste die mij verbaal steeds de baas was, maakte een spottende opmerking over mij. Mijn middelste zus nam het voor mij op en probeerde de boel te sussen. Het was te laat. Ik voelde mij zo gekwetst, dat ik een schoen van de grond pakte en deze woedend naar mijn oudste zus smeed. Ze gilde het uit. De schoen had haar gezicht geraakt. Haar kaak werd al gauw dikker en begon te verkleuren. We schrokken. Dat was niet de bedoeling. Het was zichtbaar dat we ruzie hadden gemaakt en snel verzonnen we een verhaal om onze ouders om de tuin te leiden. Het was ons geheim. Al gauw vergaten we de ruzie. Tot op de dag van vandaag hebben geen van mijn zussen ooit het echte verhaal aan mijn vader of moeder verteld. Ik leerde dat ik in staat was om een geheim te bewaren en mijn zussen kon vertrouwen. Ouders hoeven niet altijd alles te weten.
Kinderen aan de monitor
De wereld is in snel tempo veranderd en kinderen worden meer dan vroeger gemonitord. Ouders verliezen hun kroost nauwelijks meer uit het oog. Ze fungeren als chauffeur en zijn betrokken bij het reilen en zeilen van scholen en diverse sportverenigingen. Door de toegenomen drukte wordt er minder zelfstandig op straat gespeeld. Vanaf groep 8 krijgen veel scholieren een mobiele telefoon zodat ze bereikbaar zijn. Op social media zijn ouders, kinderen of familieleden met elkaar bevriend om foto’s en belevenissen te delen. Schoolresultaten staan geregistreerd in computersystemen waar 24 uur per dag ingelogd kan worden. Een uurtje stiekem spijbelen, anoniem de klas uitgestuurd worden of het verzwijgen van een onvoldoende is er meestal niet meer bij. Dat maakt het hebben van geheimen een stuk lastiger.
Stiekem bloemen plukken
Mijn zoon dacht een tijd geleden dat hij een geheim voor mij had. Hij was bevriend geraakt met een nieuwe jongen uit de buurt, waar hij elke dag mee op straat speelde. Op een keer stonden ze onverwachts op onze stoep. “Ik moet wat vertellen.”, zei het vriendje met een nerveuze blik in zijn ogen. “Uw zoon heeft bloemen uit de tuin van de buren geplukt.” Mijn zoon verschoot van kleur. “Ddddat was toch ons geheim? We hadden met elkaar afgesproken om niks te zeggen.”, stamelde hij. Tot zijn grote teleurstelling spatte hun geheime verdrag uiteen en werd de vriendschap abrupt verbroken. Mijn jongste zoon voelde zich verraden. Door deze ervaring leerde zoonlief wel om beter na te denken met wie hij zijn geheimen deelt. Voor sommige kinderen is het moeilijk om geheimen te bewaren, omdat het veel spanning oplevert. Wie een geheim heeft voor een ander is in staat om zichzelf als los en onafhankelijk te zien. Dat vereist zelfstandigheid en zelfcontrole.
Lees verder.
Marre Taal is kindercoach en gecertificeerd Gordontrainer. Ze heeft haar eigen praktijk Family Tools.
Reacties
Lex Hupe
Kinderen hebben in hun ontwikkeling steeds meer behoefte aan autonomie.
Daarbij hoort ook het ontwikkelien van wat volwassenen privacy noemen: een (groeiend) stuk eigen leefwereld, waarin belangrijke eigen ervaringen en gevoelens zich kunnen ontwikkelen.
Ouders hoeven daar niet alles van te weten. Je kunt het vergelijken met het hebben van een eigen kamer. Op een gegeven moment ga je als ouder, als je contact zoekt met je kind, netjes op de deur kloppen. En tja.... dan kan je kind wel eens 'nee' zeggen.
Een ouder-kind relatie waarin de ouder, meestal uit de beste bedoelingen, zegt dat het kind 'alles' moet kunnen zeggen, kan heel onveilig voelen. Ik denk zomaar dat de grootste groeipijnen hier niet zozeer bij de kinderen liggen, maar eerder bij de ouders! Dit heeft alles met 'loslaten' te maken. De ruimte die je kind opeist, die moet je als ouder ook echt willen en durven inleveren. De gemakkelijke gehoorzaamheid van vroeger wordt stukje bij beetje ingeruild voor een kind dat zijn eigen koers leert varen in het leven. De thuiszituatie (broertjes en zusjes) levert meestal erg goed oefenmateriaal!