Onze leerlingen verdienen meer dan een diploma
20 mei 2019
’s Ochtends, onderweg naar haar werk, doorkruist Maxe de Rijk, docente in het praktijkonderwijs, heel Amsterdam. Van Oost naar Nieuw-West komt ze langzaam in de wereld van haar leerlingen. Een wereld die ruw, hard, pijnlijk en gemeen kan zijn. Tegen haar 12-jarigen werd gezegd: jij gaat nooit een diploma halen, dus ga maar naar het praktijkonderwijs. Het zijn voornamelijk leerlingen met enorme leerachterstanden. Problemen thuis, armoede, ontoereikend basisonderwijs en vooral een gebrek aan het geloof in eigen kunnen. Deze leerlingen zijn niet dom, deze leerlingen zijn te erg gaan geloven dat ze dom zijn. En dus heeft zij een missie: de leerlingen het geloof in zichzelf teruggeven.
Minister Slob wil een diploma invoeren voor het praktijkonderwijs (PrO). Een eerste stap richting waardering voor onze leerlingen die dit onderwijs volgen. Ik werk nu anderhalf jaar met PrO-leerlingen en het zijn de meest stoere en de meest kwetsbare leerlingen die er zijn. Een diploma verdienen zij zeker. Maar er is meer nodig.
In een maatschappij waar succes een keuze is, waar wordt gepretendeerd dat iedereen gelijke kansen heeft en mensen zich moeten invechten, zien deze leerlingen hun PrO-advies vaak als een bewijs van eigen falen, van niet goed genoeg zijn.
En dus hebben wij als school een missie: de leerlingen het geloof in zichzelf teruggeven. Pas dan komen ze weer aan leren toe. Voor de vakantie hadden we de reflectiegesprekken. Een moment om als mentor samen met de leerlingen stil te staan bij waar ze staan. Als voorbereiding vullen alle leerlingen een vragenlijst in. De antwoorden waren ontroerend en maakte mij trots. Op de vraag ‘Wat heb je de afgelopen maanden geleerd?’ kwamen prachtige antwoorden: ‘Dat ik heel slim ben,’ zei er eentje. Een antwoord wat mij ontroerde. Eindelijk, hij heeft het door. Hij mag er zijn. Mijn leerlingen zijn samen op missie. Toen er geruchten waren dat sommige leerlingen naar een andere klas moesten, stond de rest op: ‘Wij zijn een team, juf, ons haal je niet uit elkaar. Wij blijven elkaar helpen om er te komen.’
Tijdens de gesprekken kwamen ook de cijfers van de leerlingen aan bod. Zevens. Achten. Negens. Ik vroeg aan de leerlingen wat ze dachten dat hun ouders van hun cijfers zouden vinden. Op de gezichten kwamen grote glimlachen. ‘Mijn moeder gaat zo trots zijn, juf!’ ‘Mijn vader gaat eindelijk geloven dat ik wel iets kan.’ ‘Mijn oom had gelijk, toen ik kleiner was zei hij: jouw hersenen gaan later nog wel groeien. Dat is gebeurd, juf. Nu ben ik slim.’ Prachtig.
Pijnlijk, maar ook niet uitzonderlijk was deze opmerking: ‘Mijn ouders gaan nooit geloven dat ik dit ben. Elk rapport van mij op de basisschool was slecht.’ Een zin die ik al zo vaak heb gehoord. Kinderen worden al heel jong afgerekend op hun taal- en rekenniveau. Is dat te laag, dan heb je in groep 4 al een ‘slecht rapport’, met E-tjes van de cito. Wie denkt dat een kind dan vast harder zijn best gaat doen, heeft het mis. De meeste kinderen gaan stil staan. Doordrongen van het besef dat ze niet leren kunnen.
En daar zit het probleem. We zijn als samenleving te erg gaan geloven in rekenen en taal. Te erg gaan geloven in een kennismaatschappij waarin iedereen daarin moet uitblinken, anders wordt het niks. Onze indeling van lager naar hoger onderwijs is puur op rekenen en taal gebaseerd. En waar dit verschil in het verleden voornamelijk aan klasse werd toegeschreven, wordt het meer en meer gezien als iets wat een leerling zelf wel of niet bereikt.
Ook als PrO’ers officieel een diploma krijgen, liggen de kansen niet voor het oprapen. Ik hoop vooral dat ze gelukkig worden en trots zijn op hun eigen talenten en kwaliteiten. Maar daar is een andere samenleving voor nodig. Geen samenleving die bestaat uit de succesvolle en de falende, maar een samenleving die net als mijn klas een team wil zijn. Die niemand laat afvallen. Die elkaar blijft helpen om er te komen. Er is een samenleving nodig die zegt: jij hebt misschien wat pech gehad in je leven, maar je mag er zijn.
Maxe de Rijk geeft les in de onderbouw en is mentor van klas 1AB1. Daarnaast schrijft ze over haar ervaringen in het onderwijs. Dit is haar eerste verhaal.
Reacties
Janke Luigjes-Roorda
Oeps, het ging even mis, maar ik was nog niet klaar! Ik wilde nog zeggen: ik wens en bid je toe dat je gezegend mag blijven in dit werk! Ga zo door Maxe, je maakt zo echt verschil voor je leerlingen!
Janke Luigjes-Roorda
Ik vind het gewèldig dat er jonge mensen zoals jij zijn, die naar een mens kijken als geheel en niet als een optelsom van intelectuele talenten! Ik dank God daarvoor! En dat je dan ook kiest voor zo'n werkplek
Abdel Ouaali
Ik doe graag mee met de missie! "de leerlingen het geloof in zichzelf teruggeven"