Narratief leren in democratisch burgerschapsonderwijs
25 maart 2020
De komende tijd zullen op dit platform relevante artikelen worden gepubliceerd, die eerder in Pedagogiek zijn verschenen. Het derde artikel van de hand van Isolde de Groot doet verslag van een onderzoek naar de theorie en praktijk van narratief leren in het volwassenen- en religieus onderwijs. Hoewel dat het laatste decennium aan populariteit heeft gewonnen, is dit type onderzoek nog steeds schaars op het gebied van burgereducatie. Dit artikel rapporteert de eerste resultaten van een theoretisch sociaalwetenschappelijk onderzoek naar de belangrijkste kenmerken van narratief leren in democratisch burgerschapsonderwijs. Het raamwerk voor narratief leren in burgereducatie dat uit deze studie voortkwam, beoogt hoe studenten hun verhaal over drie componenten van democratische burgerschapsidentiteit (burgerschapsfilosofie, burgerlijk zelfbeeld en democratische leerervaringen) kunnen ontwikkelen door te leren van narratieven, door deel te nemen aan het vertelproces en door iemands burgerschapsverhalen te vinden. Door het raamwerk te ontwikkelen, wil deze studie bijdragen aan de theorie en praktijk van onderwijs voor persoonlijke, burgerlijke en professionele ontwikkeling.
Inleiding
Onderwijskundig onderzoek houdt zich onder andere bezig met het verwerven van inzicht in de bijdrage die het onderwijs levert aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Hierbij wordt doorgaans onderscheid gemaakt in cognitieve (kennis/inzicht), participatieve (vaardigheden) en affectieve ontwikkeling (meningen; waarden; zelfbeeld). In de maatschappijvakken in Nederland vanaf de jaren zeventig werd vooral ingezet op het ontwikkelen van vakspecifieke kennis en cognitieve vaardigheden. De laatste jaren wordt in onderwijsbeleid rond maatschappelijke vorming eveneens gewezen op het belang van aandacht voor participatieve vaardigheden en identiteitsontwikkeling. De Raad van Europa (2014) en de Onderwijsraad (2012) geven bijvoorbeeld aan dat burgerschapseducatie niet alleen gericht dient te zijn op het ontwikkelen van kennis en vaardigheden die jongeren in staat stellen te participeren in een democratische en pluriforme samenleving, maar ook op onderliggende attituden. Het Nationaal Expertisecentrum voor leerplanontwikkeling (SLO) beschouwt de ontwikkeling van een burgerschapsidentiteit daarbij als één van de vier centrale aspecten van burgerschapseducatie, naast democratie, participatie en mensenrechten (Bron & Van Vliet, 2012).
Ook in educatieonderzoek hebben verschillende educatiefilosofen en -onderzoekers de afgelopen jaren bijgedragen aan theorievorming over de persoons- en burgerschapsvormende taak van het onderwijs. Volgens Miedema en Bertram-Troost (2008) heeft het onderwijs bijvoorbeeld de taak om, via inter-levensbeschouwelijk burgerschapsonderwijs, jongeren weerbaar te maken tegen maatschappelijke discoursen die consumptie en economisch gewin centraal stellen. Sieckelinck en De Ruyter (2009) pleiten voor expliciete aandacht voor de ontwikkeling van waarden en idealen in onderwijsprogramma’s, en voor de ontwikkeling van het vermogen op een billijke wijze met idealen om te gaan. Biesta (2013) pleit voor het bieden van ruimte voor ‘subjectificatie’, een type persoonlijke en maatschappelijke vorming dat jongeren voorbereidt op het (samen)leven voorbij de huidige maatschappelijke normen, waarden en instituties. En Veugelers (2011) wijst op de bijdrage die het onderwijs dient te leveren aan reflectieve, dialogische en democratische leerprocessen. Educatiefilosofen hebben tevens gewaarschuwd voor ondoordacht gebruik van termen als zelfontplooiing en goed burgerschap in onderwijsbeleid en praktijken (Duijker, 1976; Biesta, 2011). Ook ontwikkelden zij visies ten aanzien van de (on)wenselijkheid van het stimuleren van bepaalde aspecten (zoals autonomie) van identiteitsontwikkeling (zoals vorming vanuit een bepaalde levensbeschouwelijke of politieke ideologie) door overheden en educatieve instellingen in een liberale en pluriforme democratie (Callan, 1997; Steutel & Spiecker, 2001).
In overeenstemming met bovengenoemde ontwikkelingen in onderzoek en beleid is er tegenwoordig in de maatschappijvakken meer aandacht voor meningsvorming, waardenontwikkeling, reflectieve, dialogische en participatieve leerprocessen en betekenisgeving. Recent onderzoek (De Groot, 2013; Nieuwelink, Dekker, Geijsel & Ten Dam, 2015; Veugelers & 6 VOL. 36, NO. 1, 2016 PEDAGOGIEK Schuitema, 2013) laat echter zien dat een systematische ondersteuning bij de ontwikkeling van de burgerschapsidentiteit van jonge burgers nog beperkt plaats vindt. Dit terwijl jongeren, al dan niet bewust, continu bezig zijn met het ontwikkelen van hun burgerschapsidentiteit. Dit onderzoek richt zich op de vraag op welke wijze identiteitsontwikkeling in het onderwijs systematisch ondersteund kan worden.
Met McAdams (2001) wordt identiteitsontwikkeling in dit onderzoek beschouwd als een narratief proces. Deze visie op identiteit impliceert ook dat docenten middels narratief onderwijs een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van burgerschapsidentiteit. Eerdere studies op het gebied van narratief leren hebben aangetoond dat narratief onderwijs een bijdrage kan leveren aan verschillende aspecten van persoonlijke, maatschappelijke en professionele ontwikkeling (Clark & Rossiter, 2008; Erricker & Erricker, 2000; Goodson, Biesta, Tedder, & Adair, 2010; Kelchtermans, 2010). De in deze studies genoemde kenmerken van narratief leren zijn echter nog niet eerder met elkaar verbonden. Ook is er nog maar door enkele onderzoekers getheoretiseerd over narratief leren in de context van burgerschapsonderwijs (Bell, 2010; Carretero, Haste, & Bermudez, 2015; Nussbaum, 2002; Osler, 2015).
Deze kennislacunes worden in dit onderzoek geadresseerd door inzicht te verwerven in centrale kenmerken van narratief burgerschapsonderwijs. Hierbij ligt de focus in het bijzonder op de bijdrage die narratief onderwijs kan leveren aan de ontwikkeling van burgerschapsidentiteit in een democratische en pluriforme samenleving. Centrale vraag van dit exploratief theoretisch sociaal wetenschappelijk onderzoek luidt daarom: “Wat zijn centrale kenmerken van narratief onderwijs dat gericht is op de ontwikkeling van burgerschapsidentiteit in een democratische en pluriforme samenleving?” Deze hoofdvraag is uitgesplitst in twee deelvragen:
– Welke vormen van narratief burgerschapsonderwijs kunnen – op basis van de bestudeerde literatuur – onderscheiden worden?
– Welke narratieve leeractiviteiten kunnen worden georganiseerd voor de ontwikkeling van verschillende componenten van narratieve burgerschapsidentiteit?
Met dit onderzoek beoogt de onderzoeker een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van een raamwerk voor narratief burgerschapsonderwijs dat als basis kan dienen voor een systematische ondersteuning van jongeren bij de ontwikkeling van hun burgerschapsidentiteit. Het voorlopige raamwerk dat dit verkennende onderzoek oplevert zal in de context van een educatief designonderzoek verder ontwikkeld worden. Het zal tevens als basis dienen voor de ontwikkeling en evaluatie van een aantal contextspecifieke programma’s voor narratief burgerschapsonderwijs op het MBO.
Na een uiteenzetting van de huidige aandacht voor burgerschapsidentiteit in het onderwijs in Nederland en een beschrijving van de centrale begrippen van deze studie bespreekt dit artikel per deelvraag de bevindingen van dit onderzoek. Hierbij presenteer ik tevens het voorlopige raamwerk dat op basis van deze inzichten is ontwikkeld. Tot slot wordt ingegaan op twee centrale ethische vragen op het gebied van narratief leren in het formele onderwijs: “Is narratief burgerschapsonderwijs wenselijk?” en “Hoe om te gaan met (de)humaniserende ideeën en verhalen?”
Huidige aandacht voor de ontwikkeling van een democratische burgerschapsidentiteit
Hoewel de prevalentie van expliciete en systematische aandacht voor identiteitsontwikkeling in het Nederlands burgerschapsonderwijs nog niet is onderzocht, geeft recent onderzoek wel enig inzicht in de mate waarin de ontwikkeling van een burgerschapsidentiteit in Nederland momenteel in het onderwijs wordt ondersteund.
Het tijdschrift Pedagogiek stelt zich ten doel de wetenschappelijke discussie over opvoeding, onderwijs en vorming binnen het Nederlands taalgebied (Nederland en Vlaanderen) te stimuleren en te ondersteunen. Pedagogiek beoogt naast een bijdrage aan het wetenschappelijke debat ook de maatschappelijke discussie op de terreinen van opvoeding, onderwijs en vorming te bevorderen.
Dit artikel verscheen eerder in Volume 36, Number 1, 1 March 2016, pp. 5-28(24) en is met toestemming van de redactie van Pedagogiek overgenomen.
Een verdere uitwerking en toespitsing/het raamwerk voor narratief onderwijs in de context van het vak levensbeschouwing is te vinden in het recentelijk gepubliceerde Handboek Vakdidactiek Levensbeschouwing en Religie: Leren leven vanuit je wortels. (Hoofdstuk 19: Narratief levensbeschouwelijk onderwijs).
Dit hoofdstuk – en boek – is vrij te downloaden van: https://expertisecentrumlervo.nl/educatief-materiaal/achtergrondartikelen/
Reacties