Maar waar ga je dan naartoe?
16 september 2019
'Ik zoek een nieuwe uitdaging.' Vo-docent Mike Louwman probeert uit te leggen aan zijn leerlingen waarom hij op een andere school gaat werken. Zij kijken vragend, hij twijfelt wat te zeggen.
‘Maar waar ga je dan naartoe?’ vraagt een jongen uit de derde klas. Hij is de oudste in een gezin met vier kinderen. Ze gaan volgende week naar Bretagne, kamperen. Verder blijft hij gewoon op zijn post, in Wageningen. ‘Ik ga op een andere school werken’, zeg ik. Ik probeer het zo normaal mogelijk te laten klinken. ‘Maar waarom dan?’ vraagt dezelfde jongen. Hij kijkt me indringend aan. Hij wil het best begrijpen, maar hij begrijpt er niets van. ‘Ik zoek een nieuwe uitdaging’, zeg ik. Het blijft even stil. ‘Vind je ons niet leuk meer?’ hoor ik iemand anders vragen. ‘Zijn wij geen uitdaging?’ Ik probeer uit te leggen dat het soms goed is om iets anders te proberen, ook als het eigenlijk niet hoeft.
‘We vinden het niet leuk dat je weggaat’, zegt een meisje dat ik al ken vanaf de eerste klas. Ze doet niet haar best om haar verontwaardiging te onderdrukken. ‘Ik ook niet’, zeg ik. ‘Ik ga jullie missen.’ ‘Maar waarom ga je dan weg? Ik snap er niks van.’ De jongen, de oudste van vier, is erbij gaan staan. Ik heb hem nog nooit zien staan. ‘Kijk,’ probeer ik, ‘ik heb het ontzettend naar mijn zin op school. Ik werk hier met veel plezier en dat komt voor een groot deel door jullie.’ Snel door. ‘Maar school en ik verschillen soms een beetje van mening. Of ja, van mening... We willen wel hetzelfde, maar ik wil het nu en school wil het over een tijdje.’ Leerlingen hebben geen flauw idee waar ik het over heb. ‘De MIJ-dag bijvoorbeeld’, zeg ik, en ik zie een paar afgehaakte leerlingen weer aanhaken. ‘Zo’n dag die je helemaal zelf invult, dat moet de regel zijn, niet de uitzondering. Ik heb daar niet zoveel geduld mee. Snappen jullie dat?’
Er komt geen antwoord. Ik voel me schuldig. Dat ik dit verhaal nu sta te vertellen voelt een beetje als verraad. Niet alleen voor de leerlingen. Ik ben met hen begonnen aan iets moois en het einde van het schooljaar is geen excuus om dat proces zomaar stop te zetten. Toch doe ik dat. Waarom eigenlijk? Ik schraap mijn keel. ‘Ik denk dat ik op een andere school nog meer uit mezelf en leerlingen kan halen dan hier.’ ‘Dat klinkt vaag’, zegt een leerling voor wie zelden iets vaag klinkt. Ze is een kei in het zien van verbanden, maar is nu het spoor bijster. Ik zucht. ‘Ze hebben bijvoorbeeld geen bel.’ Deze poging om de uitleg concreet te maken lost niet veel op. ‘Je gaat toch niet weg om een bel!’ roept een jongen achterin de klas. ‘Misschien wel’, zeg ik. ‘Ik vind het namelijk wel iets zeggen over een school.’ Ik probeer door te zetten. ‘En ze hebben er ook geen cijfers.’ Aarzelend kijk ik de klas in. Ze geven zich niet zomaar gewonnen. ‘Nou, voor deze les krijg je ook geen cijfer, maar wel een dikke onvoldoende’ zegt het meisje van de verbanden.
Dan staat er opnieuw een leerling op. In de klas is het rumoerig, maar als ze haar stem verheft is het direct stil. ‘Mike’, zegt ze, en ik voel me ter plekke twintig jaar jonger worden, ‘volgens mij hoef je er niet zo ingewikkeld over te doen. Jij wil iets anders doen, dan doe je dat toch?’ In haar groepje wordt er gelachen. Ik knik dankbaar. ‘Ja, zo is het. Misschien moeten we het daar maar bij laten.’ Het meisje is nog niet gaan zitten. ‘We gaan je wel missen’, zegt ze. Ik kijk naar de klas, deze klas. ‘Ik jullie ook. Bedankt voor de fijne tijd.’
Mike Louwman was o.a. docent Nederlands RSG Pantarijn in Wageningen, vanaf schooljaar 2019-2020 werkt hij op Academie Tien in Utrecht. De columns over zijn eerste jaren voor de klas zijn gebundeld onder de titel 'Als docent'. In het najaar van 2018 is 'Als docent 2' uitgekomen.
Reacties
Jos Hendriks
Toppers dat zijn je leerlingen Mike! Ze zijn echt en stellen vragen recht uit hun hart en mijn gevoel zegt dat in hun vragen de antwoorden liggen. En ik wil je een compliment geven; de klas mag zeggen wat ze wil en je probeert naar jezelf te kijken, mooi!