Kansarm? Gemotiveerd! IMC Weekendschool Nijmegen
27 februari 2019
Vroeger was klassendocent Marwa Mohamed Noor heel verlegen, ze durfde geen vragen te stellen in de klas. ‘Door de weekendschool en de ambassadeursopleiding erna heb ik geleerd hoe ik mijn eigen verhaal kan vertellen, wie ik ben.' Maartje Janssens is in gesprek met de docente van de IMC Weekendschool in Nijmegen, waar aanvullend onderwijs op zondag wordt gegeven aan kinderen van 10 tot 13 jaar, uit sociaal-economisch achtergestelde wijken. Maartje mag een dag meelopen, op het heuglijke moment dat de school op de afdeling kindergeneeskunde in het Radboudumc een kijkje gaat nemen.
Op NIVOZ-platform hetkind vind je meer schoolportretten en video's. Klik hier
Het is een koude, heldere, winterse zondagochtend. Waar ik meestal op zondag een beetje uitslaap en dan lekker ga hardlopen, zit ik nu al vroeg op de fiets op weg naar IMC Weekendschool in Nijmegen. Ik ben niet de enige die vroeg opstaat voor een ‘werkdag’ op zondag. Elke zondag rollen zo’n honderd gemotiveerde Nijmeegse kinderen van groep 7 tot en met de brugklas hun bed uit voor een extra schooldag. Althans, school… zo zien ze het zelf niet. De weekendschool betekent voor hen: doen wat ze leuk vinden, waar hun hart sneller van gaat kloppen, waar ze nieuwsgierig naar zijn. Dat zijn niet de associaties die ze bij het woord ‘school’ hebben. Vandaag brengt hun nieuwsgierigheid hen naar het Radboudumc ziekenhuis, alwaar ze kennis gaan maken met het vakgebied van de kindergeneeskunde.
Ik ben al wat eerder op de locatie van de weekendschool en tref daar Rianne Kleve en Marwa Mohamed Noor, respectievelijk de jaarcoördinator en klassendocent van de groep met wie ik vandaag zal meelopen. Naast hen zijn er nog twee andere jaarcoördinatoren aanwezig, die elk een eigen groep begeleiden. De ene groep ontmoet vandaag in het kader van het vak ‘veiligheid’ de straatcoaches van Nijmegen. De andere groep doet vrijwilligerswerk bij senioren en in de natuur.
Mijn eigen verhaal
Voordat de kinderen komen vind ik gauw nog even een moment om Marwa wat beter te leren kennen. Zij heeft zelf als kind op de weekendschool gezeten en het is voor haar dan ook bijzonder dat ze daar nu in haar nieuwe rol als docent mag zijn. Ze vertelt dat haar eigen ervaring op de weekendschool maakt dat ze weet wat de leerlingen nodig hebben. Het onderwijs moet voor hen concreet en praktisch zijn, en bovenal aansluiten bij hun motivatie en interesse. Ook merkt ze dat haar eigen ervaring op de weekendschool maakt dat ze een bijzondere klik heeft met de leerlingen: vanuit herkenbaarheid biedt zij hen een perspectief. ‘Ik wil dat leerlingen meekrijgen wat ik heb gehad, en dat ze blijven. Het doet me pijn als leerlingen afhaken, omdat ik weet wat het waard is om het helemaal te doorlopen.’
Marwa vervolgt door te vertellen wat de weekendschool voor haar betekend heeft. Vroeger was ze heel verlegen, ze durfde geen vragen te stellen in de klas. ‘Door de weekendschool en de ambassadeursopleiding erna heb ik geleerd hoe ik mijn eigen verhaal kan vertellen, wie ik ben. Ik heb meer zelfvertrouwen gekregen. Ik voelde mij op de weekendschool gehoord en gezien.’ IMC Weekendschool was voor haar een bron van inspiratie. Ze ontdekte daar dat geneeskunde helemaal haar ding is. ‘De weekendschool heeft mijn leven veranderd. Ik ben een andere richting opgegaan. Mijn gedachten zijn anders: ik kan mezelf vertegenwoordigen, ik durf het te zeggen als ik het ergens niet mee eens ben. Als ik niet op de weekendschool had gezeten had ik die kans niet gehad.’
Hoe mooi dat ik het haar meteen zie doen. Zelfverzekerd roept ze de kwebbelende vrijwilligers bij elkaar. ‘Zal ik even uitleggen hoe we het gaan doen vandaag?’
Kansarm? Gemotiveerd!
Na de voorbespreking gaan we naar buiten om de kinderen op te vangen. Enthousiast komen ze van alle kanten aangerend. Het zijn kinderen van verschillende scholen in Nijmegen met een hoog percentage ‘gewichtsleerlingen’; leerlingen met achterstanden gerelateerd aan het opleidingsniveau van ouders. Jaarcoördinator Rianne legt liever de nadruk op de motivatie dan op de achterstand. ‘Zowel de kinderen als de ouders die hier komen zijn super gemotiveerd.’ Dat verbaast me niks. Ik kan me niet goed voorstellen dat ik zelf als kind vrijwillig een dag van mijn weekend zou opofferen om naar school te gaan. Maar zoals gezegd, die gedachte is gebaseerd op een verkeerd beeld. De kinderen zijn dolenthousiast. ‘Ik zie het niet als school, maar als elke week een leuke en leerzame excursie’, zegt een oud-leerling van de weekendschool. Ze is zo gemotiveerd dat ze nu, terwijl ze zelf nog op (‘een gewone’) school zit, vaak op zondag komt helpen als vrijwilliger.
De vrijwilligers zijn verdeeld over groepjes kinderen en ook ik heb een groepje kinderen waarmee ik van de schoollocatie naar het ziekenhuis loop. De kinderen vertellen honderduit over wat ze vorige week hebben gedaan. Een doktersassistent heeft hen geleerd hoe je de bloeddruk opmeet en hoe je injecties geeft. Uiteraard niet echt, maar op een mandarijn – voor de kinderen toch al een stuk ‘levensechter’ dan lesstof uit een boek. Het is een mooi gezicht: een stroom aan enthousiaste kinderen die op een stille zondagochtend Nijmegens befaamde Sint Annastraat alias ‘Via Gladiola’ oversteken en zo letterlijk en figuurlijk een stap zetten naar hun toekomstperspectief.
‘Ik denk dat u een hele goede verloskundige bent’
Eenmaal aangekomen lopen we met z’n allen door de lange gangen van het ziekenhuis naar het Amalia kinderziekenhuis. De kinderen kijken geboeid om hen heen naar het personeel in witte jassen. ‘Hé! Daar gaat een baby!’, roept een jongen, uitbundig wijzend naar een baby die naar een andere afdeling gereden wordt.
We verzamelen in een ontvangstruimte waar centrummanager Jessica Vogel en een team aan artsen en verpleegkundigen de kinderen welkom heet. Ook zij waardeert de motivatie van de kinderen. ‘Ik vind het bijzonder dat jullie op zondag naar school gaan en zo jullie blik verbreden, dat deed ik vroeger niet.’ Jessica heeft een presentatie voorbereid waarin ze ook andere beroepsperspectieven in het ziekenhuis laat zien: patiënten rijden, schoonmaken et cetera. ‘Misschien wil je geen dokter worden, maar patiënten vervoeren. Of je bezig houden met duurzaamheid in bet ziekenhuis, bijvoorbeeld door werk te maken van afvalscheiding.’ Na de plenaire opening gaan de kinderen uiteen in drie groepen om in verschillende workshops de fasen van zwangerschap tot het opgroeiende kind te verkennen.
In de verloskamer luisteren de kinderen geboeid hoe de ontwikkeling van de baby in de buik verloopt en mogen ze zelfs een baby(pop) vasthouden. ‘Hij heet Sam!’ ‘Hij is echt zwaar!’ ‘Mag ik hem meenemen?’, klinkt het door de kamer. ‘Wat gebeurt er als een baby’tje in de buik doodgaat?’ De kinderen vragen honderduit. Een meisje is zo gefascineerd dat ze nog even apart naar de verloskundige loopt: ‘Heb je vandaag nog bij een geboorte geholpen?’ ‘Doet bevallen pijn?’
In een andere kamer leren de kinderen over de APGAR-score en mogen ze zelf luisteren naar de ademhaling en hartslag van een simulatiebaby. Ook hier zijn ze weer heel leergierig. ‘Wat is het vroegste dat een baby werd geboren?’, ‘Doet het pijn als de navelstreng doorgeknipt wordt?’ ‘Hoe werkt een stethoscoop?’ Enkele meisjes maken aantekeningen. Jaarcoördinator Rianne brengt de workshop dichter bij de kinderen zelf. ‘Weten jullie hoe je als baby was? Vraag vanmiddag maar eens aan papa en mama. Haalde je goed adem? Ben je in het ziekenhuis of thuis geboren? Gaat het in Palestina anders dan hier?’ Ten slotte leren de kinderen over het opgroeiende kind. Ze laten zichzelf meten en wegen en tekenen hun eigen groeicurve.
Aan het eind van de dag komen we weer samen in de ruimte waar we gezamenlijk startten. De leerlingen worden door Rianne uitgenodigd om alle gastdocenten een compliment te geven. ‘U bent lief en positief en ik denk dat u een hele goede verloskundige bent.’ Opgeruimd gaan de leerlingen het lokaal uit en verlaten, de een rennend, de ander slenterend, door de lange gangen het ziekenhuis.
Pedagogische bedoeling
Na afloop is er nog tijd om even door te praten over de weekendschool met jaarcoördinator Rianne. IMC Weekendschool brengt de uitdaging met zich mee dat zowel docenten als leerlingen elkaar moeten leren kennen in een paar uur per week. De kinderen komen immers van verschillende scholen, en docenten en leerlingen treffen elkaar enkel op zondag. Een docent kan niet zeggen: ‘we gaan er morgen op door’. Rianne gaat daarom regelmatig bij de kinderen thuis op bezoek. Zo leert ze hen beter kennen en begrijpen. Ze probeert de kinderen daar ook in mee te nemen. Aan het begin van de dag bespreekt ze vaak even met hen welke kinderen er niet zijn. De kinderen merken dan ook op dat als ze er niet zijn, ze gemist worden. Drie keer per jaar is er een klassen-dag. Dan zijn ze niet bezig met beroepsperspectieven, maar werken ze echt aan teambuilding.
Rianne formuleert haar pedagogische bedoeling als het stimuleren van een open houding bij kinderen. ‘Ik wil dat ze weten dat als ze iets niet weten, ze dat mogen vragen, op mensen afstappen – en dat ze weten dat ze een dergelijke houding later ook nodig hebben.’
Ook wil ze eraan bijdragen dat kinderen ontdekken wat bij hen past. ‘De kinderen zetten hier elke week grote stappen, in de “normale wereld” gaat dat meer geleidelijk.’ Maar het gaat Rianne niet alleen om grote stappen. ‘Ik hoop dat ze hier op de weekendschool iets leren dat ze morgen kunnen toepassen. Inhoudelijk – maar vooral sociaal en persoonsvormend. Dat ze de volgende dag op school denken “ik heb gisteren samengewerkt met iemand die ik nog niet kende, misschien kan ik dat hier ook wel.”’
Ten slotte wil Rianne het scheve beeld dat kinderen soms van beroepen hebben doorbreken. Kinderen willen bijvoorbeeld rechter worden, maar houden niet van lezen. Of ze weten niet dat er een beroep als doktersassistent bestaat – want dat zien ze niet in een tv-serie. ‘Waar is bedacht dat de universiteit belangrijker is dan het hbo of mbo?’ Op de weekendschool willen ze de kinderen meegeven dat er ook andere uitdagende en belangrijke beroepsmogelijkheden zijn dan die beroepen die ze in eerste instantie najagen.
Maartje Janssens is verbonden aan de NIVOZ-denktank en actief voor het NIVOZ-podium.
Verdiepend artikel
Reacties