Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Je gaat het pas zien als je het doorhebt: hoe te breken met structuren van ongelijkheid?

22 december 2022

Echt inclusief onderwijs bereik je niet zonder kritisch te kijken naar onderliggende structuren van ongelijkheid en je eigen positie, stellen onderzoekers Nina Hosseini en Monique Leygraaf. Op 26 januari 2023 verzorgen zij in Rotterdam de derde onderwijsavond in de reeks De betekenis van verschil. Over inclusief onderwijs en het handelen van de leraar. Zij zullen laten zien wat een social justice-benadering betekent voor het (opleidings)onderwijs en ons daarbij een spiegel voorhouden. ‘Het erkennen van je eigen rol en bijdrage aan ongelijkheid vraagt een bepaalde kwetsbaarheid.’ NIVOZ-medewerker Leone de Voogd sprak hen in aanloop naar de avond, onder andere over hoe je eigen positie je blik en ervaringen kleurt.

Als tiener al verbaasde Leygraaf zich over wat ze de ‘toevalligheid van geboorte’ noemt: ‘De toevalligheid van de plek, context en tijd waarin je geboren wordt en de invloed die dat heeft op je mogelijkheden en kansen in het leven.’ Bij haar vijftigste verjaardag schreef ze een essay waarin ze dit verbond aan privileges en benadeling. ‘De wereld waarin wij leven bevoorrecht bepaalde mensen of groepen mensen, waar anderen benadeeld en op achterstand gezet worden. Ik ervaar zelf privileges op basis van mijn witte kleur en hoge opleidingsniveau en vind dat ik de taak heb om samen met anderen die structurele benadeling in de samenleving en in het onderwijs te bestrijden.’

Sinds januari 2022 doet Leygraaf dit als lector Kansengelijkheid aan de Hogeschool IPABO in Amsterdam, waar ze samen met UvA-promovendus Hosseini onderzoek doet naar een social justice-perspectief op ongelijkheid in het onderwijs. Waar sommige benaderingen uitgaan van gelijke behandeling of het inspelen op verschillen door compenseren en waarderen, richt de social justice-benadering zich op het ter discussie stellen en doorbreken van structuren van marginalisering en privilege, met oog voor machtsverhoudingen en het politieke karakter van onderwijs.

De twee onderzoekers (en tevens opleiders) worden gedreven door één overkoepelende wens: ‘We willen de relatie aankaarten tussen individueel ervaren ongelijkheid en de structuren van ongelijkheid in de samenleving die maken dat mensen deze ongelijkheid ervaren.’ Leygraaf: ‘Het gaat om structuren die we op de een of andere manier zelf gevormd hebben, maar waar we ook allemaal in geboren zijn. Dat structurele aspect is niet altijd zo eenvoudig om te zien, terwijl mensen zich makkelijker iets kunnen voorstellen bij een verhaal van een individu.’

Contraproductief
Op de komende onderwijsavond zullen Leygraaf en Hosseini tonen hoe je bepaalde structuren van ongelijkheid terugziet in het onderwijs en opleidingsonderwijs. Thema's die daarbij aan bod komen en ook in het lectoraat centraal staan, zijn bijvoorbeeld eenzijdige curriculuminhouden of jeugdliteratuur waarin dominante perspectieven domineren. Ook is er vaak sprake van micro-agressies (zoals de vraag ‘Uit welk land kom je nu écht?’ of complimenten voor het Nederlands aan mensen van kleur die hier zijn opgegroeid) of worden kennis, vaardigheden, en ervaringen van bepaalde studenten stelselmatig niet meegenomen in het onderwijs.

Net als Orhan Agirdag verzetten Hosseini en Leygraaf zich tegen het ‘deficiet-denken’. Leygraaf: ‘Zeker bij inclusief onderwijs wordt snel gezegd: ‘ja, er zijn kinderen met een speciale behoefte en die moeten we ondersteunen’. Daar hebben we niets op tegen, maar zolang je alleen blijft ondersteunen en niet de oorzaken aanpakt waardoor er een bepaalde ongelijkheid is, kun je wel blijven ondersteunen.’

Ook in het hoger onderwijs ziet Leygraaf die tendens. Inclusief onderwijs staat inmiddels hoog op de agenda, maar daarbij wordt vaak gekozen voor wat ze de veiligste weg noemt: ondersteuningsprogramma's voor ‘zielige studenten’. ‘Terwijl niemand zich afvraagt hoe het überhaupt komt dat mensen in een bepaalde positie terecht zijn gekomen.’ Dit leidt volgens haar eerder tot versterking van ongelijkheid dan tot inclusief onderwijs. ‘Voor je het weet, wordt het iets cosmetisch wat door een manager afgevinkt kan worden. Dan is het ‘problem solved’ en blijft alles zoals het was.’

Waar ligt eigenlijk je kans als leraar, zowel als professional als als persoon, om te breken met de vanzelfsprekendheid?

Macht en kwetsbaarheid
Hosseini wordt vaak gevraagd om tips voor lessen, maar stelt dat je niet ver komt als je geen idee hebt hoe structuren van ongelijkheid zich uiten. ‘Werken vanuit een social justice-houding heeft geen praktische handvatten van als je je les zo geeft dan is het rechtvaardig. Het gaat juist over sensitiviteit: herken je de ongelijkheid waar het zich manifesteert, op een manier die je misschien niet begrijpt vanuit je eigen positie?  Heb je überhaupt door dat je eigen positionaliteit beperkingen geeft aan wat je ziet en hoe je dingen ervaart?’

Ook als je vanuit dat bewustzijn werkt, doe je het niet vanzelfsprekend goed, stelt Hosseini, maar van daaruit komt wel een vraag tot handelen: ‘Zet ik dit handelen voort of kan ik iets anders doen? Kan ik hiertegen in verzet komen? Waar ligt eigenlijk je kans als leraar, zowel als professional als als persoon, om te breken met de vanzelfsprekendheid?’ Want met gewoon doen wat er van je verwacht wordt in je functie, draag je vaak bij aan het voorzetten van ongelijkheid, stelt Hosseini. Het is niet makkelijk je dat te realiseren als je handelt vanuit goede bedoelingen, maar de kunst is dan niet in de verdediging of boosheid te schieten.

Het erkennen van je eigen rol en bijdrage aan ongelijkheid vraagt een bepaalde kwetsbaarheid. ‘Dat maakt het verhaal van Kelchtermans over de kwetsbaarheid van het leraarschap wat mij betreft nog dringender’, zegt Leygraaf. ‘Het maakt je nog kwetsbaarder als je je realiseert dat je ook onderdeel bent van een bepaald machtsspel. Dat jij als leraar, opleider of schoolleider een andere positie hebt dan de mensen met wie je werkt, en hoe je daarmee omgaat.’

Voorbij het ‘clubje’
Net als Kelchtermans willen Leygraaf en Hosseini ook benadrukken dat je er als leraar of opleider niet alleen voor staat in die kwetsbaarheid. Leygraaf: ‘Het is belangrijk dat je elkaar daarin opzoekt, maar ook dat er een cultuur is waarin je de veiligheid ervaart om daar met elkaar op te reflecteren én het lef om elkaar kritisch te bevragen.’ Het doorbreken van patronen moet je met elkaar doen, wil ze maar zeggen. ‘Je moet het niet in je eentje doen en het moet ook niet een ‘clubje’ worden. Dat is voor ons ook een belangrijk punt als lectoraatsgroep: hoe voorkomen we dat we een soort ‘excuustruus’ worden voor de opleiding? Het moet iets worden waar niemand onderuit kan.’

Studenten en collega's zouden samen kritisch na moeten denken hoe de structuur van de opleiding georganiseerd is en voor wie dat bevoordelend of benadelend werkt. ‘Maar de groepen voor wie het bevoordelend werkt zijn toch vaak de mensen aan de top en die hebben niet altijd even veel zin om dit gesprek te voeren’, ziet Leygraaf. Hosseini vult aan: ‘Het wordt heel vaak bij dezelfde mensen gelegd om alles aan te kaarten en ook meteen op te pakken. In plaats van dat er een gedeelde verantwoordelijkheid is waarin mensen die zelf voordeel ervaren van ongelijkheid ook erkennen van ‘hé,  dat is eigenlijk onrechtvaardig, dus laat ík dan mijn tijd erin stoppen.’’

Het is niet het probleem van benadeelde groepen, laat staan dat zij het moeten oplossen

‘Het is niet het probleem van benadeelde groepen, laat staan dat zij het moeten oplossen’, stelt Leygraaf. Het is een lastig dilemma, ziet Hosseini: ‘De mensen die er last van hebben weten wel het beste wat de oplossingen zijn, dus het is wel belangrijk de perspectieven van mensen uit gemarginaliseerde groepen centraal te stellen en te luisteren wanneer zij structurele ongelijkheid aankaarten. Dat betekent niet dat je niets kunt doen aan inclusiviteit zolang je organisatie erg wit is, zoals op veel pabo’s in Nederland. Je kunt die perspectieven actief opzoeken.’

Geen toeval
Hosseini kent het dilemma uit persoonlijke ervaring: ‘Als queer vrouw van kleur uit een arbeidersklasse gezin word ik zelf natuurlijk soms ook benadeeld door racisme, seksisme, heteronormativiteit, klassisme, islamofobie en andere vormen van structurele ongelijkheid. Op andere vlakken ervaar ik juist privileges, bijvoorbeeld doordat ik een lichte huidskleur heb, cisgender ben, en geen beperking heb. Het heeft wel even geduurd voordat ik het als ongelijkheid erkende, omdat ik ook ben opgegroeid met deficit denken en lang heb geloofd dat je je gewoon moest aanpassen aan de norm. Maar het is te makkelijk om te zeggen dat ik mij met sociale rechtvaardigheid bezig houd omdat ongelijkheid mij zelf raakt.’

In hun werk richten beide onderzoekers zich dus niet (alleen) op mensen in gemarginaliseerde groepen, maar juist ook op de mensen die de voordelen ervaren. Zoals Tim ‘S Jongers pas ook schreef dat we het juist over de niet-armen moeten hebben. Taal speelt daarbij een belangrijke rol, ziet Leygraaf: ‘Als je het bijvoorbeeld over armen hebt, moet je je realiseren dat je het hebt over mensen die arm gemaakt zijn, zoals rijke mensen zich verrijkt hebben. Het zijn geen toevalligheden. Dat je voor een dubbeltje of kwartje geboren bent, ja doei, is dat een soort noodlot ofzo?’

Leone de Voogd is ontwikkelingspsychologe en politicologe en werkzaam als wetenschappelijk medewerker bij NIVOZ. Daarnaast is ze als programmaonderzoeker betrokken bij het Whole Child Development programma.

==

Onderwijsavond 26 januari

Op donderdag 26 januari verzorgen Monique Leygraaf en Nina Hosseini de volgende NIVOZ Onderwijsavond, over een social justice-perspectief op (opleidings)onderwijs. Hoe kunnen we kritisch (leren) kijken naar structurele ongelijkheden en dominante verhalen?

Dit keer in Rotterdam, op een passende plek, 'waar werelden in de stad elkaar ontmoeten': Verhalenhuis Belvédère.

Verhalenhuis Belvédère.
Rechthuislaan 1
3072 LB Rotterdam-Katendrecht

Door middel van kunst, cultuur en (persoonlijke) verhalen wil het Verhalenhuis mensen, gemeenschappen en de veranderende stad zichtbaar maken en zoveel mogelijk mensen met elkaar en de stad verbinden.

Kaarten zijn nu te koop via deze link.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief