Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'I want to touch the world'- George Floyd, kansenongelijkheid en een perspectief voor het onderwijs

12 juni 2020

De kansenongelijkheid neemt toe. Wereldwijd. Zeker in westerse landen. Een onderwijs dat zich dan slechts een spiegel van de samenleving voelt, schiet tekort, stelt onderwijssocioloog Eddie Denessen in zijn Onderwijsavond ‘Nieuwe ronde voor kansengelijkheid’ van 10 juni j.l. Redacteur Geert Bors keek en luisterde, nadat hij net een podcast over de begrafenisdienst van George Floyd gehoord had. Het een interfereerde stevig met het andere.

‘Welkom in Zoooooooom’, staat er op het openingsscherm van de eerste volledig digitale NIVOZ Onderwijsavond. Het is woensdag 10 juni. ‘We beginnen exact om 19.30 uur’, zegt dezelfde dia. Op de achtergrond het bekende NIVOZ-gebouw te midden van het lentebos op Landgoed de Horst. ‘De plek der luwte voor iedereen in het onderwijs’, het ideaal waarmee Luc Stevens in 2003 het NIVOZ begon, is deze dagen niet fysiek toegankelijk voor een groot publiek.

De gebruikelijke geleidelijke transitie van koffie en ontmoeting naar zitten en luisteren in de theaterzaal van Maitland kan niemand van ons daarom vanavond maken. Zo sta ik een paar minuten voor de start de afwas nog af te ronden, luisterend naar de slottonen van de New York Times-podcast ‘The Daily’, een dagelijks journalistiek gesprek dat in januari 2017 werd opgestart toen de krant de ontwikkelingen in de regering Trump al niet meer op papier kon bijhouden.

Het zal een uitzending blijken te zijn geweest, die me in de juiste stemming brengt voor de NIVOZ-avond met Nijmeegse en Leidse onderwijssocioloog Eddie Denessen, met als titel ‘Nieuwe ronde voor kansengelijkheid’. Bijna altijd is The Daily goed, soms is een uitzending gedenkwaardig. Zo ook deze woensdagavond. Ik was al begonnen met luisteren toen ik nog kookte en ik heb net gedaan alsof het de uien waren die mijn ogen deden tranen, toen ik halverwege het koken een snackbakje met rauwkost naar de kinderen bracht. In werkelijkheid luisterde ik met één oordopje naar de begrafenis van George Floyd.

I want to touch the world
Sta me dit uitstapje toe: de uitzending was begonnen met een schoolvriend, die zich herinnerde hoe iedereen ten tijde van het slagen voor de middelbare school ‘huisje-boompje-beestje’-idealen had, behalve George Floyd. ‘I want to be big. I want to touch the world’, had hij tegen zijn vriend gezegd, in een terloops opgekomen gesprek over de toekomst. Maar ‘de uien’ begonnen me te veel te worden, toen predikant en burgerrechtenactivist Al Sharpton in de begrafenisdienst aan het woord kwam en één voor één moeders op liet staan van zwarte Amerikanen die eerder overleden waren door politie-ingrijpen en allemaal gekomen waren. Namen van overledenen die een belletje deden rinkelen, van eerdere prominente incidenten, van keren van publieke verontwaardiging en de roep: genoeg is genoeg. Daarna riep Sharpton Floyd op nu naar zijn eigen moeder te gaan, en bij haar te gaan rusten – zijn taak zat erop.

Het markantst in de preek was dat de voorganger van Floyd geen smetteloze held maakte, maar een feilbaar mens. ‘Was hij een bekende sporter geweest, dan hadden ze gezegd: jullie grijpen dit aan vanwege zijn roem. Was hij een afgestudeerde geweest van een van onze topuniversiteiten, dan hadden ze gezegd dat wij het om zijn voornaamheid deden. Was hij een miljonair geweest, dan zouden ze zeggen dat we het deden omwille van zijn rijkdom.' Maar George Floyd was een gewone man, uit een arme buurt, waar iedereen – behalve wie hem kende - zijn schouders voor ophaalde. Die kleine mens, met zijn fouten, krijgt nu een symboolwaarde. Naar psalm 118:22 stelde Sharpton: “God took the rejected stone and made him the cornerstone of a movement that is going to change the whole wide world.”’

Pedagogiek van de hoop
Eddie Denessen sluit vanavond een schooljaar van Onderwijsavonden af die allemaal in het teken stonden van een ‘pedagogiek van de hoop’ en waarin de kleine wereld van het klaslokaal zich verhield tot de grote wereld met zijn schoonheid, maar ook zijn opeenstapeling van politieke, economische, sociale, ecologische problematiek. Want ook in een wereld in crisis heb je als pedagoog te wijzen op de mogelijkheden die de wereld biedt, de kansen die er liggen voor jonge mensen om met hun wereldverkenningen de samenleving mee vorm te geven. Die hoop had geklonken door het verdriet, de woede, de achterstelling heen, in de woorden van Al Sharpton.

De missie van Denessen vanavond is niet minder doordringend, zo zal al snel blijken. Gastheer en wetenschappelijk directeur van het NIVOZ, Rob Martens, heeft daarvoor de verwachtingen nog wat opgeschroefd: ‘Het is een brissant thema. Ik ken je. Je gaat ons daarin goed meenemen.’ Voor zijn pedagogiek van de hoop richt onderwijssocioloog Denessen zijn pijlen op de dynamiek in de klas zelf, op wat iedere leraar kan doen voor kansengelijkheid, en op wat politiek en maatschappelijke organisaties in het groot moeten doen om in onze samenleving de ongelijkheid niet nog verder te laten oplopen. Lippendienst aan het gelijkheidsbeginsel zal anderhalf uur later – na een voordracht in twee delen, twee breakoutsessies en een vragenronde – niet voldoende blijken. Het antwoord op gelijke kansen is niet ‘all lives matteren, toch?’, het is: áls je op achterstand begint, is het rechtvaardig dat jij meer aandacht, meer tijd, meer begeleiding krijgt dan zij die in fortuinlijkere sociaal-economische omstandigheden geboren zijn. Pas dan begin je de maatschappelijke tendens naar toenemende ongelijkheid recht te trekken.

Radicaal gelijke kansen-beleid
Denessen pleit daarom voor een ‘radicaal gelijke kansen-beleid’. En voor het aanpakken van de strijd om posities, macht en privileges. Het mag niet meer gaan over ‘het beste onderwijs voor je eigen kind’ – met alle paadjes die hoogopgeleiden daarin weten te belopen met vroege aanmeldingen bij de favoriete scholen, ten koste van hen die minder ingewijd zijn. ‘Minder selectie, minder competitie, minder statusstrijd’, is Denessens devies, dat gretig opgepikt wordt in de breakoutsessies.

Makkelijk zal dat niet zijn, toont hij aan met de metafoor van de rups: ‘De strijd om diploma’s zie ik als de beweging van een rups: zodra de achterkant bijkruipt, snelt de voorkant er alweer vandoor.’ Die voorkant zijn de geprivilegieerden, die dan weer nieuwe wegen gaan zoeken om voordeeltjes te halen uit excellentieprogramma’s en het bouwen van rijkere cv’s. ‘Als je onderwijs ziet als een strijd, zijn er winnaars bij de gratie van verliezers. Blijven we er een strijdperk van maken, dan is het kind van de rekening heel vaak te vinden in de sociaal zwakkere groepen.’ Waar de door Denessen aangehaalde Stanfordonderzoeker David Labaree met zijn analyse in het boek Someone has to fail – the zero sum game of public education (2012) zich uiteindelijk pessimistisch betoont, laat Denessen hoop en strijdvaardigheid zien. Als we maar durven het onderwijsstelsel niet als arena voor maatschappelijke status te zien. En als we durven in te grijpen in zaken als (vroege) selectie, en onze nadruk op diplomering en op marktwerking, met zijn uitwassen als de bijlesindustrie.

Spiegel van de samenleving
In zijn slotwoord sluit founding father van het NIVOZ, Luc Stevens, daarbij aan: ‘In je gesprek met Rob Martens dacht ik: in hoeverre dient de school een spiegel van de samenleving te zijn? Vaak is gezegd: school is een spiegel van samenleving. Dan hoef je als school niet zo lang na te denken: je kijkt naar de samenleving en organiseert de school naar dat voorbeeld. Maar, zeggen ouders dan: ik zoek een school waar mijn kind veilig is. Waar het zichzelf leert kennen en anderen leert vertrouwen. Dat zijn typisch pedagogische aanspraken op het onderwijs, die niet worden beantwoord in die spiegel. Want als spiegelbeeld toont zich een samenleving die sterk gelaagd, competitief en meritocratisch is. In een schoolpraktijk die dat spiegelt neemt de ongelijkheid toe. Het is daarmee de authentieke taak van scholen en de mensen die daar werken om juist niet die ‘spiegel van de samenleving’ te zijn, althans om blijvend de nadelige kanten van de samenleving te zien en er een andere cultuur tegenover te zetten.’

Geert Bors

Van de Onderwijsavond met Eddie Denessen verschijnen in de loop van volgende week meer verslagen in beeld en/of tekst.

Voor informatie over de Onderwijsavonden in het nieuwe seizoen, rond het thema ‘De pedagogische opdracht’, kunt u hier terecht.

Reacties

2
Login of vul uw e-mailadres in.


Luc Stevens
4 jaar en 3 maanden geleden

Groot compliment, Geert. Luc

Login of vul uw e-mailadres in.



Rikie van Blijswijk
4 jaar en 3 maanden geleden

Hoe jij Geert de onderwijsavond met Eddy Denessen en de dood van George Floyd aan elkaar verbindt...... Dat kan jij alleen! Ik word er stil van en voel de urgentie van de oproep van Denessen groeien voor al die leerlingen waarvan we weten dat het voor hen bedoeld is. Ook voor die kleine Floyds.

Login of vul uw e-mailadres in.


Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief