Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Hoe is het met jou? Lessen uit een pedagogisch ecosysteem

20 september 2023

Hoe werk je binnen een pedagogisch ecosysteem op zo’n manier met elkaar samen dat je komt tot de beste oplossingen voor ieder kind? Negen jaar lang gaf Astrid Ottenheym leiding aan het pedagogisch ecosysteem van samenwerkingsverband passend onderwijs PPO-NK in Alkmaar. Zij ontwikkelde een onmiskenbare eigen stijl waarmee zij landelijk de aandacht trok. Zij deelt nu graag de lessen die zij leerde met iedereen die werkt binnen een 'pedagogisch ecosysteem' (of eigenlijk: iedereen die werkt met mensen). Zij doet dat samen met Robbin Haaijer, oprichter van Bureau de Bedoeling, haar klankbord gedurende het grootste deel van die jaren. Wij publiceren alvast een voorproefje uit het boek, over de Organisatie van de Hoop: ‘In een Organisatie van de Hoop erkennen we dat leren een keuze is van kinderen zelf’.

In een Organisatie van de Hoop erkennen we dat leren een keuze is van kinderen zelf. En we geven zelf het goede voorbeeld doordat we weten dat alles wat we doen, invloed heeft op de ander.  In een Organisatie van de Hoop investeren we in professioneel kapitaal en stoppen we met de focus op excelleren van het individu.

Wat zegt het dat je het predicaat ‘excellente school’ hebt gekregen? Of uitgeroepen bent tot ‘Leraar van het Jaar’? Pieter van Strien toont in zijn boek Het creatieve genie (2015)[1] aan dat ‘de geniale enkeling’ een mythe is.

Natuurlijk heeft een klas een goede leraar nodig, maar wat kan de leraar zonder collega's

In een Organisatie van de Hoop investeren we in het sociale kapitaal, zoals Hargreaves en Fullan (2012)[2] dat beschrijven. Natuurlijk heeft een klas een goede leraar nodig, maar wat kan de leraar zonder collega's, wat kunnen de schoolleider en scholen zonder alle ondersteunende en faciliterende professionals en bestuurders? Zonder mensen die achter je staan, kan excellentie niet verschijnen. Het professionele kapitaal is het resultaat van menselijk, sociaal en besluitvormingskapitaal (Hargreaves & Fullan, 2012). Zo is het ook binnen een pedagogisch ecosysteem: we zijn niets zonder elkaar. Een goede leider weet dat. Die weet dat het professionele kapitaal het meest waardevolle is dat de organisatie bezit. De leerkracht doet ertoe. Iedere professional doet ertoe. In een Organisatie van de Hoop weten we dat alles in het teken staat van het faciliteren en ondersteunen van het volledige ecosysteem. Dat betekent dat we kinderen en elkaar niet kort houden en proberen te leiden naar de richting die wij in gedachten hebben - zoals we met een bonsaiboompje zouden doen - maar dat we ons afvragen: wat wil de boom zelf worden, welke richting wil het kind of het team zelf op? Met elkaar creëren we dan een klimaat waarin ontwikkeling kan plaatsvinden, zodat iedereen kan floreren.

Een sleutel voor een groeizaam pedagogisch klimaat is dat we ons kunnen verplaatsen in elkaars perspectief. Dat vereist enige oefening: meestal kijken we vanuit ons eigen perspectief naar de ander, en plaatsen die ander al snel in een hokje. Terwijl onze eigen waar neming altijd vertekend is, namelijk vanuit ons eigen perspectief.

Wanneer je blijft kijken vanuit je eigen perspectief, dan sluit je je op in je eigen gelijk

De kunst is om een situatie vanuit meervoudig perspectief[3] te bekijken. Wanneer je blijft kijken vanuit je eigen perspectief, dan sluit je je op in je eigen gelijk. Je verwijt de ander dat deze het anders ziet, je verzet je tegen wat de ander voor jou bedacht heeft. Je wijst naar de ander, maar ziet niet dat terwijl je wijst er drie vingers terug wijzen naar jezelf.

Beter is: leg het probleem in het midden en sta open voor wat er komt. Durf te zeggen: ‘ik weet het niet’, of ‘ik doe iets niet goed, misschien kunnen we elkaar helpen’. En hou daarbij altijd de bedoeling in het oog. In ons geval is dat: de ontwikkeling van kinderen. Als die in het gedrang komt, gaat er iets niet goed, en hebben wij iets te doen met elkaar.

Maar hoe zit het dan met wetten en regels? Hebben we die niet meer nodig? Natuurlijk wel. We hebben kaders nodig, hoe minimaal ook, om op terug te vallen en ons eraan te herinneren waarvoor we het doen. Neem bijvoorbeeld de zorgplicht van scholen. Die is er gekomen om een einde te maken aan dolende ouders die van school naar school werden gestuurd. Daarom kwam de zorgplicht in de wet: zodra een kind is aangemeld op een school, heeft die school de plicht een passende onderwijsplek te vinden voor het kind. Deze plicht spoort ons aan vooral te werken in de geest van de wet. En die is: voor geen enkel kind mag de navelstreng met leren ooit worden doorgeknipt. Dat is de bedoeling van de wet, en de bedoeling van waaruit wij werken. De wet zelf is ondersteunend, om ervoor te zorgen dat we de bedoeling niet vergeten.

En natuurlijk: de Inspectie controleert of we werken volgens de wet- en regel geving. Maar de Inspectie kent ook de ongeschreven regel: ‘pas toe of leg uit’. Houden we ons niet (helemaal) aan de wet maar kunnen we wel goed uitleggen waarom, en wat we dan wél doen, dan gaat de Inspectie een heel eind met ons mee, omdat ze ziet dat we werken vanuit de bedoeling, de geest van de wet. Bekijken we het zo, dan wordt de wet een richtlijn, in plaats van een dwingend kader.

Tweederde van de gedragsplannen die we voor kinderen maken, werkt niet

Bovendien: wetten, regels, voorschriften en procedures leggen ten diepste vast waar we voor staan. Zij zijn een vertaling van onze normen en waarden, van de dingen die wij van wezenlijk belang vinden maar die nooit in steen gebeiteld staan. Zij veranderen door de tijd en kunnen het beste op die manier worden bekeken: staan wij nog steeds achter de reden waarom wij ooit vonden dat deze wet of regel er moest komen, of zijn onze opvattingen intussen veranderd?

Het is ook goed ons te realiseren dat veel regels, protocollen, procedures, hoe nuttig ze ook kunnen zijn, vaak alleen maar schijnoplossingen bieden. Tweederde van de gedragsplannen die we voor kinderen maken, werkt bijvoorbeeld niet. Zo gaat het heel vaak: we bedenken hele systemen, we leggen die vast in pagina’s vol beleid, maar de praktijk blijkt iedere keer net weer anders. Houden we dan vast aan het beleid, ook al zien we dat er eigenlijk iets anders nodig is? Als we dat doen, verliezen we gegarandeerd de hoop. De energie vloeit weg, het ecosysteem verpietert.

Wat we in plaats daarvan veel beter kunnen doen: even vertragen, elkaar opzoeken, en samen puzzelen hoe het misschien anders kan. Dat duurt langer, maar we leren meer. Natuurlijk hoort kort en bondig vastleggen daar ook bij. En stel als eerste vraag: wat gaat er goed? Met elkaar onderzoeken we zo het probleem, en vinden we een nieuw verhaal waarmee we nieuwe voeding geven aan ons pedagogische ecosysteem. Want vergeet ook niet: taal doet ertoe. De woorden die je kiest kunnen uitsluiten of verbinden, kunnen woorden van strijd en verwijten zijn, of woorden van begrip en hoop. Aan jou de keuze.

Meer lezen?
Het boek “Hoe is het met jou?” is nu te bestellen via de website van uitgeverij HENS.

Noten

[1] Strien, P. van (2015) Het creatieve genie. Amsterdam: University Press

[2] Hargreaves, A. & Fullan, M. (2012). Professional Capital - Transforming teaching in every school. New York: Teachers College Press. https://doi.org/10.1080/15582159.2012.733288

[3] Meervoudige perspectiefname is een situatie waarin we menselijk gedrag niet alleen bekijken vanuit het eigen perspectief (egocentrisch perspectief), maar ook door het nemen van het perspectief van de ander(en), van de context, van de bedoeling, de organisatie. (Ottenheym-Vliegen e.a., 2023)

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief