Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘Het goede’ moet terugkeren in de publieke ruimte in plaats van ‘het juiste’

13 juni 2023

‘Kennis is niet alleen maar feiten leren. Kennis is ook weten wat goed is om te doen in een specifieke situatie.’ Op vrijdag 2 juni aanvaardde Natascha Kienstra het ambt van bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Tilburg. ‘Zorg dragen voor ethische vorming’ was de titel van haar rede en van het symposium dat eraan vooraf ging. Aan het begin van het symposium werd het publiek om een woord gevraagd om hun associatie bij ‘ethiek’ te typeren. Docent levensbeschouwing en filosofie Frederike de Jong was erbij en koos voor ‘openheid’. Dezelfde vraag werd aan het eind gesteld. Toen koos ze voor ‘vervreemding’. Wat was er in de tussentijd gebeurd?

Er waren veel voorbeelden van ‘ethiek’ voorbij gekomen, ook van onmiskenbaar ‘onethisch gedrag’. Over het leeglepelen van een muis bijvoorbeeld, om deze met menselijke stamcellen te vullen, waarbij de muis als object behandeld werd en niet meer als een levend wezen. Maar wat is het criterium om tussen ‘ethisch’ en ‘onethisch’ te onderscheiden? In ieder geval was ‘openheid’ – naar de ander die een volstrekt andere mening heeft dan ik – onvoldoende om het onderscheid te maken. Het gaat daarentegen om een onderscheid tussen ‘het juiste’ en ‘het goede’.

‘Het juiste’ betreft het voldoen aan de regels die gelden in een bepaalde samenleving op een bepaald moment. ‘Het goede’ vraagt om een afweging van waarden: die van het leven van de muis tegenover de kennis die het onderzoek oplevert bijvoorbeeld. Dat moet gebeuren in gesprek en daarvoor ontbreekt vaak de tijd, zowel op school als in de samenleving. Maar niet alleen de tijd ontbreekt, ook de kennis, het inzicht, de vaardigheden en attitudes om een ethische afweging te maken. ‘Nederland hoort bij de landen in Europa waar ethiekonderwijs de minste aandacht krijgt’, concludeerde prof. Kienstra in haar rede. Helaas is het zo dat wie de skills niet meekrijgt in het onderwijs, deze ook niet op de werkvloer kan toepassen, of je nu wetenschapper bent, politicus of ambtenaar.

Praktische kennis
Bij ethische vorming gaat niet alleen om theoretische kennis, maar eveneens om praktische kennis. Ook Kienstra benadrukte dat in haar rede. Ze verwees naar Aristoteles, die onderscheid maakte tussen de twee, maar bij wie volgens Kienstra theoretische wijsheid niet volledig is gescheiden van het menselijk leven en praktische wijsheid niet louter een toepassing is van theoretische inzichten op de praktijk. In mijn boek Kiezen voor wat van waarde is: Van feiten gebaseerd naar ethisch gefundeerd onderwijs betoog ik dat er bij Aristoteles een scheiding tussen de twee is opgetreden, die doorwerkt tot in de huidige tijd. Voor Aristoteles was het uiteindelijke doel van het menszijn het bereiken van geluk. Het grootste geluk was om ‘volledig mannelijk (= intellect) te worden’. Alles wat ‘vrouwelijk’ was, moest daartoe worden achtergelaten. Een uitdrukking van ‘het vrouwelijke’, namelijk phronèsis, ‘praktische wijsheid’, is bij Aristoteles een voorwaarde voor het bereiken van het ultieme doel van het menszijn. Dat geeft een spanning in zijn werk: phronèsis (ethiek) is nodig èn moet worden achtergelaten. Deze spanning werkt door tot op de dag van vandaag, ook in het onderwijs, waar eveneens de ethiek is ‘achtergelaten’ ten faveure van een eenzijdig, op theorie gefocust, kennisideaal.

Weten wat goed is om te doen
Kennis is niet alleen maar feiten leren. Kennis is ook weten wat goed is om te doen in een specifieke situatie. ‘Het goede’ is uit de publieke ruimte verbannen, omdat het tot zóveel verschillende meningen zou leiden, dat deze door overheden niet te operationaliseren zouden zijn en niet zouden kunnen leiden tot concreet beleid. Bovendien zou de staat zich dan mengen in de privésfeer van mensen, namelijk in wat zij denken en wensen, wat zou kunnen leiden tot een dictatuur. Daarom beperkt een liberale overheid zich liever tot het bieden van een raamwerk waarbinnen haar burgers hun eigen waarden en doelstellingen kunnen verwerkelijken in de privésfeer, in overeenstemming met dezelfde vrijheid voor anderen.

‘Het goede’ moet terugkeren in de publieke ruimte. Het is daaruit verbannen ten gunste van ‘het juiste’. Het onderwijs moet leerlingen zodanig toerusten dat zij als mensen van de toekomst, in staat zijn het onderscheid te maken tussen ‘het juiste’ en ‘het goede’. Het opleiden van leerlingen tot ethisch bekwame burgers kost tijd. Ook het voeren van het gesprek over wat ‘het goede’ is kost tijd. Dat mag geen argument zijn. Teveel tijd – naast leed, wantrouwen, polarisatie – is er immers gemoeid met alle schandalen die zich in rap tempo in de samenleving opstapelen bij gebrek aan ethische skills van de mensen die de samenleving dragen.

Frederike de Jong is docent levensbeschouwing, filosoof en auteur van het boek Kiezen voor wat van waarde is: Van feiten gebaseerd naar ethisch gefundeerd onderwijs, uitgever Parthenon.

Reacties

1
Login of vul uw e-mailadres in.


André Bruijn
1 jaar en 5 maanden geleden

Fijn de aandacht voor ethische vorming!! Politiek actief betwijfel ik oprecht of 'Het ... verbannen' kan omdat de mens permanent bezig kan zijn een waardenafweging te maken. Gelukkig doen velen dat structureel én met elkaar. De taal biedt in het onderstaande ook haar rijkdom, door overvloed aan de woorden 'zou/zouden'. Heerlijk dat hypothetische, om wakker te moeten blijven voor het werken aan het goede! > "'Het goede’ is uit de publieke ruimte verbannen, omdat het tot zóveel verschillende meningen zou leiden, dat deze door overheden niet te operationaliseren zouden zijn en niet zouden kunnen leiden tot concreet beleid. Bovendien zou de staat zich dan mengen in de privésfeer van mensen, namelijk in wat zij denken en wensen, wat zou kunnen leiden tot een dictatuur. "

Login of vul uw e-mailadres in.


Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief