Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘Eerst het kind, dan de leerling’, en soms moet je daarvoor buiten de lijntjes kleuren

13 juli 2020

Eén van Luc Stevens credo’s is 'Eerst het kind, dan de leerling'. Schoolpedagoog Astrid Bakker sprak met hem, en liet zich door de uitspraak inspireren. 'Soms moet je hiervoor buiten de lijntjes kleuren. Zolang je het maar kunt verantwoorden.'

Tijdens het schrijven van mijn boek Laagje voor laagje, had ik een hele bijzondere ontmoeting met Luc Stevens, emeritus hoogleraar orthopedagogiek en oprichter van het NIVOZ.

Een van Luc Stevens credo’s is 'Eerst het kind, dan de leerling'.

Een uitspraak die ik ook probeer te leven. Op de prachtige locatie van het NIVOZ, in de bossen van Driebergen, spraken wij elkaar.

Een van de belangrijke onderwerpen uit dat gesprek is de drijfveer in mijn werk.

Hieronder een kleine impressie van ons gesprek (onderstaande tekst komt uit mijn boek):

Vanuit de hechtingstheorie leren we dat kinderen zijn aangewezen op verbondenheid en relatie. Van hieruit kan zich autonomie ontwikkelen, wat nodig is om de ontwikkelingsopgave te realiseren. Daarvoor zijn competenties zoals doorzettingsvermogen, zelfvertrouwen en bekwaamheid om emoties te reguleren nodig. Ik kom vaak bij kinderen met een vraag op dit vlak. Ik vraag Luc Stevens of hij vindt dat dit soort vraagstukken voor school of thuis zijn.

Zo gauw kinderen de klas binnenkomen, brengen zij een pedagogische opdracht mee voor de school, voor de leerkracht. 'Die kun je niet onderscheiden in een onderwijskundige en een pedagogische opdracht', aldus Luc Stevens. 'Het is één opdracht, want het gaat om één kind.'

En je moet als leraar niet 'iets met pedagogiek' maar iets met jezelf. Kinderen ondersteunen en uitdagen en geloven in het kunnen van het kind.

In de loop van de laatste decennia hebben onderwijskundigen hier het pedagogische deel, weliswaar onbedoeld, laten vallen. En pedagogen hebben het laten afweten. Daarom bestaat ook het NIVOZ. Dat is om die pedagogiek weer op te tillen. Niet als een homogene wetenschap, maar als pedagogische vragen die heel dringend aan de samenleving moeten worden gesteld.

De reflectie daarop, dat is de pedagogiek.

'Het gaat eerst om het kind en daarna pas om de leerling. Daarmee vat ik eigenlijk alles samen,' zo concludeert hij. Dus ja, het is onderdeel van het onderwijs. Onderwijs begint bij de pedagogische opdracht. Het zou moeten beginnen bij de menselijke kant, dan volgt de professionele kant vanzelf.

In de weken dat de kinderen thuis waren, omdat de scholen gesloten waren i.v.m. het corona virus, werd duidelijk hoe belangrijk het is om zicht te hebben op het kind. Letterlijk en figuurlijk het kind écht zien. Artikel na artikel werd geplaatst over het welbevinden van het kind, over thuissituaties, over kinderen die helaas niet de benodigde ondersteuning thuis konden krijgen.

De bizarre situatie waar ons land zich ineens in bevond, maakte zichtbaar wat Luc Stevens hierboven beschrijft. Het zou moeten beginnen bij de menselijke kant.

Als je écht kijkt naar het kind, verder kijkt dan alleen het gedrag en/of de cijfers, dan komen hulpvragen bovendrijven. Vragen met betrekking tot doorzettingsvermogen, zelfvertrouwen, emotieregulatie of zicht op eventuele hulpvragen betreffende de thuissituatie.

Het kind eerst zichtbaar maken, daarna volgt de onderwijskundige kant vanzelf.

Niets nieuws, dit weten we allemaal.

Toch blijkt het niet altijd zo simpel.

In mijn gesprek met Luc Stevens kwam het belang van het ondersteunen van de leerkracht naar voren. (onderstaande tekst komt uit mijn boek):

Wat is er nodig om leerkrachten te faciliteren werkelijk het kind te zien, zodat er een pedagogische relatie tussen leraar en kind ontstaat?

Luc Stevens vertelt: 'Dat is een gesprek waarbij iedereen betrokken is. Het schoolethos zou dat mogelijk moeten maken. Er moet een gemeenschappelijkheid bestaan over de opvatting over hoe je met het kind omgaat en hoe je het op de weg naar volwassenheid houdt. Het wordt algemeen ervaren als een probleem dat we het onderwijs volledig meetbaar willen maken. We zijn daar eigenlijk helemaal klaar mee. Het levert zeer weinig op en bevordert niet het geluk van het kind. Waarom maken we ons zo druk om de resultaten van de kinderen en niet om onze kinderen zelf?'

Een rol voor mij zou, volgens Luc Stevens, dan ook kunnen zijn, om naast het begeleiden van de kinderen, de leraren met wie ik werk, dichter bij de kinderen brengen. Volgens Luc Stevens is dit zelfs een heel belangrijk aspect van mijn functie: docenten terug te brengen naar hun pedagogische opdracht. Want de leerkracht is in veel gevallen van zijn pedagogische opdracht afgedreven en daarmee ongelukkig geworden. Ze willen graag anders werken met kinderen dan de Onderwijsinspectie verwacht. Uiteraard moet worden voldaan aan de eisen van de Onderwijsinspectie, maar dit is best te combineren.

De afgelopen tijd is meer dan ooit dit mijn drijfveer geweest: leerkrachten ondersteunen in die pedagogische opdracht. In sommige gevallen zelfs stimuleren niet op te geven, maar samen op zoek te gaan naar oplossingen. Waar nodig heb ik mijn rol gepakt, door voor kinderen ‘op de noodknop’ te drukken. Door regels los te laten en op basis van de behoefte van het kind een keuze te maken.

Soms moet je hiervoor buiten de lijntjes kleuren. Zolang je het maar kunt verantwoorden. 

Neem het verhaal van Jurre.

In het najaar leerde ik hem kennen aangezien er extra ondersteuning voor hem was aangevraagd op het gebied van zijn sociaal-emotionele ontwikkeling. Jurre had enorm moeite om zich te concentreren en ik zag zijn worsteling om de dag door te komen. Het was voor hem eigenlijk haast niet mogelijk om in rust, deel te nemen aan het onderwijsaanbod. Juf Emma probeerde alles om én Jurre, in een soort van 1 op 1 begeleiding, de dag door te helpen én er voor de rest van de klas te zijn. Tijdens een gezamenlijk overleg werd, mede op verzoek van ouders, besloten om verder psychologisch onderzoek te doen. In januari werd het voor juf Emma bijna te veel. Samen zijn we op zoek gegaan naar hulpbronnen, die haar konden ondersteunen bij deze pedagogische opdracht. Hierbij hebben we o.a. gekeken naar handvatten om Jurre en deze klas te begeleiden, om grenzen zichtbaar te maken voor zichzelf, voor Jurre en de klas. Vol goede moed ging juf Emma er weer voor.

Toen kwam ‘corona’. Jurre ging thuis aan de slag met zijn schoolwerk en ouders zagen toen nog beter zijn worsteling om zich te kunnen concentreren. Duidelijk werd ook dat de rust van het thuis zijn hem goed deed. Ondertussen werd het psychologisch onderzoek afgerond met de diagnose ADHD.

Het was geen verassing. Nu kon er verder gekeken worden naar mogelijkheden om hem te ondersteunen. Ouders besloten ook een aanvraag te doen voor het opstarten van medicatie en vertelden dat dat pas op z’n vroegst in de zomervakantie mogelijk bleek te zijn.

Scholen ging weer open en Jurre ging ook weer naar school. Toen de klas weer compleet was, werd zichtbaar hoe zwaar Jurre het had. Hij noemde een dag op school voor hem ‘hardcore’.

Juf Emma mailde mij of ik langs wilde komen voor Jurre, omdat het heel zwaar voor hem was.

Daar zat ik, buiten in de schaduw, met Jurre links van mij. Hij hing over de tuinstoel van school en keek mij met zijn mooie grote ogen aan. Normaal glinsterden die ogen en zag je humor en sprankjes ‘ondeugd’ er vanaf schitteren. Nu niet. Ik vroeg hem: ‘Hoe is het, zo weer een dag op school?’

‘Al mijn laatjes staan de hele tijd open’, zuchtte hij en keek mij treurig aan. Het raakt me, ik kreeg kippenvel op mijn armen. Ach jongen toch, denk ik, ik snap het.

Wat vragen we eigenlijk allemaal van jou?

Na kort ruggespraak met mijn collega over (on)mogelijkheden, stel ik diezelfde middag nog aan ouders en school voor om Jurre de laatste 5 weken van dit schooljaar nog maar halve dagen naar school te laten gaan. Na een zwaar jaar voor Jurre, waarin zichtbaar werd wat zijn mogelijkheden zijn, staat nu zijn welzijn voorop. En het voor hem goed afsluiten van dit schooljaar. Zodat hij na de zomervakantie, m.b.v. zijn medicatie, weer met een frisse start beginnen. Ouders zijn blij met het voorstel en zijn direct aan de slag te gaan om het te organiseren.  School stelt leerplichtambtenaar en onderwijsinspectie op de hoogte.

En ik bedank juf Emma. Omdat zij Jurre écht zag. Onder al die lagen van druk gedrag, niet kunnen luisteren, geluidjes, niet tot werk komen, enz. is zij Jurre altijd blijven zien.

De Jurre die echt wel wilde, maar het gewoon weg niet kon. Het was te veel gevraagd voor hem.

Dus heeft zij hulp ingeschakeld en mocht ik Jurre én haar helpen.

Fragmenten uit: ‘Laagje voor laagje, het kind écht zien door verder te kijken’
Auteur: Astrid Bakker (2019), te bestellen via www.laagjevoorlaagje.nl 

Eerder al publiceerden we andere verhalen uit Laagje voor Laagje. Deze kun je hier teruglezen:

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief